INLEIDING VOOR VLAAMSE ZANGERS
In de inleiding tot het zangboekje dat Willem De Meyer verkocht op de vele zangavonden die hij leidde in ontelbare steden en dorpen en Vlaanderen en tot in Wallonië toe (zijn echtgenote was een Waalse) staan een aantal didactische richtlijen die tot op vandaag nog steeds gelden. Daarom nemen we de inleiding hier in haar geheel over.
MIJN LAND IS VLAANDEREN! "U mijn liefde! U mijn hart!"
Een Inleidend woord dat we de Vlaamse Zangers ter overweging geven.
I. WIJ ZINGEN EEN LIED
WAT ZINGEN WIJ?
"Met zoetigheden, gebakjes en suikergoed kweekt men geen kinderen tot gezonde mensen. Voor de geest, als voor het lichaam, moet de kost eenvoudig en krachtig zijn. De Nationale Meesters hebben daar ruimschoots voor gezorgd: houd u daaraan." (R. Schumann)
"Men zinge in Nederland niet op geleende wijzen. Men kleed' zijn kinderen niet in Frans of Duits gewaad, Wier dos, hoe sierlijk ook, ons steeds gedwongen staat." (Van Hamel - 1826)
"De aangeboren zin der Vlamingen voor de zang heeft door alle eeuwen een aantal schone liederen onder ons doen ontstaat. Menigeen schijnt niet te vermoeden wat al schatten hij in zijn taal bezit. Men heeft ons wijs gemaakt dat wij naar elders het oog moeten wenden om het schone te vinden... Alsof de Vlamingen tot geen eigen volk behoorden, dat nevens zijn naburen altijd heeft uitgemunt in al wat de geest veredelt." (F.A. Snellaert)
"De ziel van een volk weerspiegelt in zijn lied; ieder beschaafd volk heeft zijn eigen volkslied."
II. HOE ZINGEN WIJ?
DE TEKSTEN
Teksten van liederen moeten begrepen, aangevoeld en beleefd worden. Wie gelooft in datgene, wat hij al zingende vertelt zal zichzelve als zanger overtreffen.
DE TAAL
Iedere leerkracht zal reeds ondervonden hebben hoe moeilijk het is leerlingen tot een beschaafe omgangstaal te dwingen buiten de schoollokalen. Wanneer wij er in slagen de gezongen taal zuiver te houden, hebben wij tevens de vaste zekerheid, dat een "standaard van beschaafde omgangstaal" mee naar het huismilieu en het latere leven verhuist.
HET GEVOELEN
"Zing voor mijn part de lage D of de hoge F niet, of zing ze maar ongeschoold: 't kan me niets schelen, als ik maar geroerd wordt door je zingen... Ik moet 't zelf, terwijl gij 't voor mij zingt, doorvoelen, ondergaan, beleven." (A. Van den Boer)
Zingen is de allerschoonste uiting in de muziek. Zingen is de verheerlijking of de vertroosting van onze eigene innerlijke extase, of smartgeheimen. Zingen is een uitbarsting, een momentele uitleving van uitbrekende, rijp doorleefde ontroering. (A. Van den Boer)
BIJ GOEDE LIEDEREN
Straalt het woord in de glans van de toon: Schittert het vers in de luister van de melodie. Door de melodie krijgen woord en zin hun hoogste uitdrukking. Het lied groeit uit de tekst.
ZANGERS, OPGEPAST!
DE GEBROUWDE R;
Een gebrouwde R en keel-R zijn leliijk; ze zijn tevens schadelijk voor het orgaan. De goede R ontstaat door het snel bewegen van de punt der tong tegen het harde verhemelte. Leert eerst goed spreken en daarna zingen. Het zuiver spreken is de eerste voorwaarde tot een goede toonvorming.
HAALT ADEM:
Op de juiste tijd: niet te vroeg, maar vooral niet te laat. Hoorbaar ademhalen is slecht voor het orgaan. Bij het zingen moeten enkel de boventanden zichtbaar zijn. Zingen op m, n, ng bevordert de hoofdresonans. Eerst solfèges, daarna oefeningen op vocalen. Neuriën oefent vooral de stambandspieren.
DEKLAMEREN
Deklameer eerst een lied, alvorens het te zingen. Bezit gij een mooie stem, aarzel dan geen ogenblik ze te ontwikkelen. Loutering en verspreiding van de volkszang is een werk van volksopvoeding.
III. WAAROM ZINGEN WIJ?
Door het lied moet ons volk zich weer zijn roemrijk verleden bewust worden; moet het er naar streven zijn voorvaderen waardig te worden; moet het weer herwinnen de kracht en de oorspronkelijkheid van zijn verleden.
III. METODE VOOR HET AANLEREN VAN LIEDEREN
1. Behandel eerst de teksten, onderlijn de bijzonderste uitdrukkingen.
2. Zing het lied in zijn geheel een paar malen voor, - herneem daarna zin per zin (voor- en nazingen), - doe de gespeelde melodie beluisteren zonder meezingen - oefen de melodie in met brommen, neuriën en vocaliseren.
3. Laat daarna alles rusten en herneem de volgende maal het lied in zijn geheel.
4. Tracht de uitvoering van, het lied te verfijnen, te schaven: dit beduidt: nuanceringen, beschaafde uitspraak, gloedvolle vertolking.
5. Leer uw zangers in de gezongen teksten geloven en ze zullen zichzelf overtreffen.
6. Niet "noten- of cijferstelsels" is hoofdzaak: zingen en gloedvolle vertolking, brengen het lied naar het latere leven en scheppen de lust om al zingend het leven te doorworstelen.
Willem De Meyer
|