Donderdag was het weer feest voor het Emiel Hullebroeckkoor. De wekelijkse
repetitie werd traditiegetrouw vervangen door een eetmaal in de "catacombe"
van Eetcafé Uilenspiegel in de Korte Kruisstraat.
Menu
Kir + hapje
Herfstslaatje met pastei van fazant
Kalfsblanquette met kroketjes
Gemarineerd flensje met sinaasappelsaus
koffie
1 fles wijn, 1 fles water per 4 personen
Daar onze kas een dipje vertoont (sponsors zijn van harte welkom) was het
ditmaal onmogelijk het feestmaal gratis aan te bieden aan alle leden van het
koor. Er werd een originele oplossing uitgekiend door het bestuur. Wie bij
elke repetitie en bij elk optreden aanwezig was kon nog steeds gratis smullen.
Wie minder stipt was geweest diende bij te dragen in verhouding tot zijn
stiptheid. Niet slecht gevonden... En ons Mariette (Buyle) had de
aanwezigheidslijsten bij die ze elke week met een "arendsoog" had ingevuld.
Er was geen ontkomen aan...
Het feest begon met een welkomstwoord van onze voorzitster Cecile Deflo die
speciaal onze erevoorzitter Wilfried Van Gucht, vergezeld door zijn zorgzame
vriendin Julia, verwelkomde.

Zij verwelkomde tevens eresenator Oswald Van Ooteghem die ons ook dit jaar
opnieuw, na het aperitief , vergastte op een schitterende tafelrede. Hieronder de
voornaamste delen uit zijn toespraak die ik samenvat onder de titel:
DE KRACHT VAN HET LIED
"Twee maanden geleden was ik in Riga... Ik heb Letland bezocht. Ik heb een oude
liefde met Riga en de nostalgie heeft me naar ginder gedreven. Echter niet enkel
de nostalgie, ook het respect voor dat ongelooflijk dapper volk. Letland heeft
nu nog 2.300.000 inwoners. Daarvan zijn 30 % Russen. In 1944 is Letland opnieuw
door de Russen bezet. Die mensen hebben ontzettend veel meegemaakt. Om U
enig idee te geven: in maart 1949 zijn niet minder dan 50.000 Letten gedeporteerd
naar Rusland. Er zij dus tienduizenden mensen weggevoerd naar Siberië en
men heeft evenveel Russen in de plaats gebracht. Riga, de hoofdstad, heeft zelf
750.000 inwoners. Prachtige stad, maar 45 % zijn Russen, 45 % Letten en 10%
andere nationaliteiten. Welnu, de Letten hebben zichzelf bevrijd. En waarmee
hebben ze zich bevrijd ? Met een "zingende revolutie". Dat is enig in de
wereldgeschiedenis - en jullie als koorzangers , jullie moeten dat weten -
nog voor dat de perstroïka ten einde was, nog voor het sovjetimperium in
elkaar is gestort zijn tienduizenden Letten op straat gekomen en hebben ze hun
volksliederen gezongen. En uit de kracht van dat volkslied hebben zij de moed
geput om zich te verzetten tegen de sovjetheerschappij. Ongezien in de
wereldgeschiedenis. Zij hebben hun zangfeesten gehouden waarop
tienduizenden mensen aanwezig waren. Dat was verboden door de Russen.
De nationale liederen waren verboden, de nationale vlag was verboden, de
nationale traditionele volksdans was verboden. En ondanks alles hebben ze
volgehouden en zijn blijven zingen. Van aan het vrijheidsmonument in Riga,
dat het zinnebeeld is van de vrijheid van dat dappere volk, hebben ze al zingend
een bloementapijt neergelegd tot in de oude stad.
De Russen stonden daar machteloos tegenover. En, drie maanden voor de
sovjetruïne in elkaar is gestort heeft Letland zijn vrijheid herwonnen.
En in 1993 hebben ze dan hun eigen parlement gekozen.

Vandaag, ondanks 45 % Russen in Riga is de taal uitsluitend Lets. Officiëel,
straatnaamborden postkantoren, banken, noem maar op... geen woord Russisch.
Russen zijn de gasten en zij moeten zich aanpassen aan de taal van het volk.
Wij kunnen daar eigenlijk veel van leren.
Letland is op dit ogenblik een onafhankelijke, vrije republiek. Met een
vertegenwoordiger in de UNO, met een vertegenwoordiger in de NAVO, met een
eigen commissaris in de Europese Gemeenschap. De commissaris, een
dame, is geboren in gevangenschap in Rusland, haar ouders waren
verbannen naar Siberië. In Rusland geboren is ze nu commissaris van
Letland met een vetorecht in Europa. Daar kunnen de Vlamingen maar
van dromen.

Damen en Heren,
Dat was mijn inleiding om U te wijzen op de kracht van het volkslied.
Maar ook Vlaanderen heeft uit zijn volksliederen veel kracht geput.
denk aan de overgetelijke Willem De Meyer die in 1933, uit het niets,
het Vlaams Nationaal Zangfeest heeft uit de grond gestampt. Sindsdien
hebben tienduizenden en tienduizenden Vlamingen, jonge en oude, al
maar weer moed geput uit de emancipatorische kracht van dat Vlaamse
volkslied. Hoe vaak hebben wij niet allen samen De Vlaamse Leeuw
gezongen bij manifestaties: de marsen op Brussel, de betogingen in
Schaarbeek (tegen de apartheidsloketten van Roger Nols), in Voeren
waar Happart de plak zwaaide. Telkens weer hebben we uit onze
Vlaamse Leeuw de kracht geput om verder te betogen. Dat hebben we
ook gedaan te Komen voor het behoud van het Vlaams schooltje...
Herinner U nog Leuven Vlaams. Leuven, een tweetalig bastion, een Belgisch
bastion dat door het lied eigenlijk omver is gezongen. We hebben toch de
mars gehad van Oostende tot in Leuven met duizenden en duizenden Vlamingen,
waarvan de massa steeds meer en meer aanzwol tot een reusachtige stoet in Leuven
die tenslotte de Belgische unitaire universiteit heeft doen splitsen in een Franstalige
en een Nederlandstalige. Tijdens die marsen op Leuven zongen wij ook een Engels
lied "We shall overcome". Maar waarom zongen we dat lied ? Omdat dat het lied
was van de burgerrechtenbeweging in Amerika waar de zwarten verdrukt werden
door de blanke meerderheid. Zij hebben uit dat lied "We shall overcome" eveneens
de kracht geput om verder te strijden voor burgerrechten met het gevolg dat er
nu een zwarte president geworden is van de Verenigde Staten. Dus je ziet wat een
machtig wapen het lied kan zijn.

Ik wil ook herinneren aan "La Marseillaise" die in de nacht van 25 op 26 april
1792 werd gecomponeerd door Claude Joseph Rouget de l'Isle en gezongen voor
zijn soldaten. De originele naam was niet "La Marseillaise" maar "Chant de
Guerre de l'Armée du Rhin. Dat lied is nadien door Hector Berlioz gearrangeerd
en het werd in Frankrijk als een subversief lied beschouwd. Tijdens het
keizerrijk werd het trouwens door Napoleon verboden. Toch zijn de Franse
revolutionairen dat lied blijven zingen en toen de revolutionairen uit Marseille
Parijs binnen trokken zongen zij dat lied dat sindsdien "La Marseillaise" heet.
Ook de communisten in de Oktoberrevolutie hebben dat lied overgenomen.
De "Internationale" (die werd gecomponeerd door een Vlaming, Pierre de
Geyter op een gedicht van Eugène Pottier) werd aanvankelijk gezongen op
de tonen van "La Marseillaise". Lenin is in Sint-Petersburg onthaald met
de Internationale maar op de muziek van La Marseillaise.
Tussen haakjes wil ik er op wijzen dat "La Marseillaise" eigenlijk zou
moeten worden verboden want het is het meest racistische lied dat er
op de wereld bestaat:
"Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons.
Marchons! Marchons!
Qu'un sang impur
Abreuve nos sillons"
"Te wapen burgers
Vormt uw bataljonnen
Marcheert! marcheert!
Zodat het onreine bloed
onze voren doordrenkt."
"Zodat het onreine bloed", dat was het bloed van de Duitsers" onze voren
doordrenkt". Stel U voor dat wij Vlamingen zouden zingen over het onreine
bloed van de Walen. Ze zouden ons in "den bak" steken. Dus
"La Marseillaise" is een zuiver racistisch lied waartegen een zekere
Brusselse rechtbank zou moeten optreden.

Een zeer merkwaardig lied, en de meesten van ons weten dat waarschijnlijk
niet, is het "Deutschlandlied". Dit "Lied van de Duitsers" werd in 1841
geschreven door August Heinrich Hoffmann von Fallersleben en gezongen
op een melodie van Joseph Haydn.
Sinds 1922 is dat het lied van de Duitsers. Wat de meesten echter niet weten
is dat Hoffmann von Fallersleben de twee laatste strofen van het
"Duitslandlied" in het Nederlands heeft geschreven. Die worden natuurlijk in
Duitsland niet gezongen. Vroeger werd de eerste strofe gezongen. Na de oorlog
werd gekozen voor een vreedzamere derde strofe. Die Hoffmann von Fallersleben
was een Nederduitser maar een minnaar van het Middelnederlands.
Het Middelnederlands is een van de mooiste talen geweest uit de
geschiedenis. Von Fallersleben beoefende die taal en was een minnaar van die
taal.
Ook mijn moeder, Gaby Van Ooteghem-Guenter, bewonderde het
Middelnederlands. Ze regisseerde in het gravensteen te Gent, als leidster
van "De Gezellen van het Gravensteen" de "Abele Spelen": Gloriant,
Esmoreit, Lanceloet, e.a. Naar die voorstellingen kwamen talrijke
leerlingen uit de ons omliggende landen. Ze verzorgde eveneens
opvoeringen in het Oudnederlands in het Duits Nationaal Theater in
Weimar (met Duitse tekstbrochure). Ze heeft les gegeven over het
Middelnederlands aan de HBS in Rotterdam. Ze verzamelde ook
liederen en teksten in deze taal.
Een heel triest verhaal rond het Duitslandlied vormt toch de geschiedenis van
die duizenden Duitse studenten die vrijwillig naar het Front zijn getrokken in
de oorlog 1914-1918 en in Langemark, terwijl ze het Duitslandlied zongen,
zijn neergemaaid bij een stormloop op de vijandelijke loopgraven. Er liggen
tienduizenden Duitse soldaten op het kerkhof van Langemark, gesneuveld
terwijl zij het "Deutschland über alles" zongen.
Ik hoor met groot genoegen dat jullie zaterdag hulde gaan brengen op het
kerkhof van Gentbrugge aan Emiel Hullebroeck, die nu 130 jaar geleden,
op 20 februari 1878 te Gentbrugge werd geboren . Ik mag er misschien op
wijzen dat volgend jaar, 2009, de vijftigste verjaardag is van het overlijden
van Jef Van Hoof. Een reus in de geschiedenis van het Vlaamse lied. Wie
in Vlaanderen kent zijn lied "Groeninghe" niet dat ook zovele mensen
heeft bezield bij ontelbare Vlaamse manifestaties.

Ik zou tenslotte nog willen herinner aan een dame, een heel grote dame,
één van de grootste zangeressen die de wereld ooit heeft gekend, de Gentse
Vina Bovy. Vina Bovy die geboren is en gewoond heeft op de Blandijnberg
in een van de beluiken waar nu de boekentoren staat maar die uitgegroeid
is tot een wereldster die Frankrijk, Amerika, enz. heeft veroverd. Ze is
uiteindelijk Française geworden maar in 1955 werd een groot feest gegeven
om haar afscheid te vieren? En toen vroeg men haar om nog één lied te
zingen. Iedereen had gedacht aan een aria uit La Tosca of La Traviata.
Weet je wat Vina Bovy als afscheid heeft gezongen? "Ik ken een lied" van
Gentil Antheunis en Willem De Mol.
IK KEN EEN LIED
Ik ken een lied, dat 't hart bekoort,
Ik ken een lied vol medodij;
Ik heb het reeds als kind gehoord;
Die tijd is lang voorbij...
Mijn moeder zong het bij de wieg
van haren eersten zoon;
Het klonk zo lief, in haren mond,
Zo heimlijk zacht en schoon...
O moederzorg! o moederlief!
Mijn hart vergeet u niet
Ik ken een lied, dat 't hart bekoort,
Ik ken een lied vol melodij;
Ik heb het reeds als kind gehoord;
Die tijd is lang voorbij...
Zij zong het ook de blonde maagd
Die eens mijn liefde won:
't Was in het veld, langs groen en loof,
Bij lentelucht en zon...
O jeugd en liefde! o rozenblaên
Hoe snel verwelkt, vergaan!
Ik ken een lied van zoete min,
Ik ken een lied vol melodij;
Men zong het in mijn huisgezin;
Die tijd is lang voorbij...
Nu zingt het niemand, niemand meer
Den ouden armen man;
Geen vrouw kust mij de tranen af
Die 'k niet weerhouden kan...
Geen kind zingt 't liedje van voorheen
'k Ben oud en gans alleen.
Heel de zaal zat muisstil te luisteren, de ene vol bewondering de andere
waarschijnlijk met een beetje tegenzin. Maar Vina Bovy, die grote
zangeres, zong als haar laatste lied het Vlaamse lied "Ik ken een lied.....
Mijn hart vergeet u niet".
Ik wil besluiten en het Emiel Hullebroeckkoor feliciteren voor die jarenlange
inzet voor het Vlaamse lied..."
Als blijk van waardering voor ons koor schonk Oswald aan onze voorzitster
een boekje uit de verzameling van zijn moeder, Gaby Van Ooteghem-Guenter:
"Het Nederlandsch Liederboek uit 1929" uitgegeven door het Willemsfonds
onder toezicht van Fl. Van Duyse. Het is een verzameling van talrijke balladen,
verhalende liederen en minneliederen in het Middelnederlands.

En dan was het tijd om te genieten van de verschillende gangen afgewisseld met,
hoe kan het voor een koor anders, het zingen van Vlaamse liederen onder de
leiding van Hendrik Swinnen.
Tussendoor declameerde Antoinette haar gelegenheidsversje:
"Zon en aarde, wat gij bracht,
het kieme in ons tot nieuwe kracht.
Dat groeien mag ons mensen zijn,
tot aardekracht en zonneschijn"
En zong Paul "Mijn familieboom", een straatzangerslied uit het liederenboek van
zijn ouders:
MIJN FAMILIEBOOM
Ik kan voor 't minst zoolang onthouden
Als den langsten mensch op aard
Het is moeilijk om bemerken
Hoe dat in het 't hoofd vergaat
'Kan mijn stamboom gansch van buiten
'k Heb een broeder officier
Ja aan 't hof staan van mijn kozijnen
En in de kamers zijn er vier
Refrein
Wat zegde gij van die rij
Wie heeft dat geluk genoten in ons land
Uit zoo eenen stam gesproten 't is plezant
Maar laat mij een denken toch
O ja, o ja, er zijn er nog
En op mijn woord van eer
Niemand vergeten.
Mijn nicht trouwe een minister
Eenen broeder is pastoor
Mijn schoonbroer heet de Rotschild
En mij vader is doktoor
'k Heb een neef die generaal is
En zijn vrouw is barones
Ja mijn zuster geeft de kinderen
Van de graaf van Vlaanderen les.
Het is niet om te stoeffen
Maar verstandig en beleefd
Zijn wij al in ons familie
D'een dicht, d'ander componeert
Mijn zoon heeft een boek geschreven
En zijn vrouw is dichteres
'k Heb een broeder die is bisschop
Eene zuster is abdes.
Zie nu kent gij mijn familie
Ik ben fier op mijnen boom
Niemand heeft zoo'n schoone takken
Dat verwed ik zonder schroom
Wij zijn allen geleerd, verstandig
Niemand die 't betwisten zal
Wij zijn rijk wij zijn geen stoeffers
Eerlijk zijn we bovenal.
Refrein
Wat zegde gij van die rij
Wie heeft dat geluk genoten in ons land
Uit zo eenen stam gesproten, 't is plezant
Wel och wat schoon familie toch
En allemaal leven ze nog
En op mijn woord van eer
Niemand vergeten.
En de dames hebben veel "gechat"!
En rond vijven was het welletjes geweest en togen we naar onze "kazematten".
EdN