"Het verhaal van Zuster Kat Fael." Of hoe een gevonden poezennestje nog goed terecht komt! (klik op bovenstaande foto) ---------------------
Growing old is mandatory. Growing up is optional. ----- Ouder worden is onvermijdelijk. Volwassen worden niet!
Als je op de groene button klikt kom je op de site van het baby-poezen-opvangcentrum van "Den Dierenvriend". Hét adres om een jonge poes te adopteren! Ga eens kijken en zeg het voort aan andere dierenvrienden aub!
Zoek je een speciaal onderwerp waarover ik ooit iets schreef? Tik dan hieronder een trefwoord in!
Zoeken in blog
Klik op het envelopje om mij een mailtje te sturen
We don't stop playing because we get old... We get old because we stop playing! -------------- We stoppen niet met te spelen omdat we oud worden... We worden pas oud als we stoppen met spelen!
Je kan maar 1 week tegelijk bekijken op mijn blog. Anders gaat het te traag open. Wil je zien wat er vorige week op stond? Klik dan op de data hier onder!
In elke 50-plusser zit een verbijsterde teenager die zich afvraagt wat er gebeurd is.
Leonardo da Vinci (1452-1519)
Italiaans kunstenaar
Als ik in de hemel kom, dan wil ik
daar graag een kat op schoot hebben.
Jan Wolkers (°26-10-1925)
Nederlands schrijver en columnist.
Katten haten dichte deuren; het
maakt niet uit aan welke kant ze staan. Als ze buiten zijn willen ze naar binnen, en
als ze binnen zijn willen ze naar buiten.
Lilian Jackson Braun (1916)
Amerikaans schijfster
Laten we eerlijk blijven; de meesten van ons
vinden het wel leuk als onze katten een tikje gemeen zijn. Ik zou me in ieder geval niet echt op mijn
gemak voelen in het gezelschap van een kat die in huis rondliep met een heilige
uitdrukking op zijn snuit.
Beverly Nichols (1898-1983) Engels
Schrijfster
Eén kat
leidt tot de volgende.
Anoniem
Katten bereiken
moeiteloos wat wij mensen niet kunnen: door het leven gaan zonder lawaai te
maken. Ernest Hemingway (1898-1961) Amerikaans
schrijver
Er zijn twee
manieren om de ellende te ontvluchten: muziek en katten. Albert Schweitzer (1875-1965) Theoloog,
filosoof en dokter.
Katten schijnen uit te gaan van het principe
dat het nooit kwaad kan om te vragen wat je
wilt.
Anoniem
Katten zijn
delicate wezens en ze kunnen de meest uiteenlopende kwalen krijgen, maar ik ben
nog nooit een kat tegengekomen die aan slapeloosheid
leed. Joseph Wood Krutch(1893-1970)
Amerikaans schrijver
Als u in een
gracht valt kunt u best angstig miauwen, want een kat willen we wel eens
redden. Toon
Verhoeven
Lang geleden werden de katten als goden
gezien. Dit zijn ze nooit vergeten.
Anoniem
Cat Proverbs
You will always be lucky if you know how to make friends with
strange cats. Colonial
In a cat's eye, all
things belong to cats. English
No matter how
much cats fight, there always seems to be plenty of kittens. Abraham Lincoln
Dogs come when they're called; cats take
a message and get back to you later. Mary
Bly
There are two means of refuge from the
miseries of life: music and cats. Albert
Schweitzer
Settling a dispute through the law is like losing a cow
for the sake of a cat. Chinese
A cat goes to a
monastery, but still she remains a cat. Congolese
The cat is a saint when there are no mice
about. Japanese
The cat is a lion to the
mouse. Albanian
A house without either a cat or
a dog is the house of a scoundrel. Portuguese
The kind man feeds his cat before sitting
down to dinner. Hebrew
Handsome cats and fat
dung heaps are the sign of a good farmer. French
Beware of people who dislike cats. Irish
Who cares well for cats will marry as happily as
he or she could ever wish. French
An old cat
will not learn how to dance. Moroccan
A cat
will teach her young ones all the tricks, except how to jump backwards. Netherlands Antillean
When the mouse laughs at the cat,
there's a hole nearby. Nigerian
As every cat
owner knows, nobody owns a cat. Ellen Perry
Berkeley
If you play with a cat, you must not mind her
scratch. Yiddish
To live long, eat like a cat,
drink like a dog. German
A cat has nine lives;
for three he plays, for three he strays, and for the last three he
stays. English-American
A cat with a straw tail
keeps away from fire. English
Those that
dislike cats will be carried to the cemetery in the rain! Dutch
After dark all cats are leopards. Native American (Zuni)
If stretching were wealth, the
cat would be rich. African
One should not send
a cat to deliver cream Yiddish
The cat--moon
eats the gray mice of night. Western
Europe
When the cat's away, the mice will play. Western Europe
It's for her own good that the cat
purrs. Irish
Cats don't catch mice to please
Khoda(God). Afgani
Fat cats and thin birds can
share a yard, but thin cats and fat birds no way! Rosicrucian
Like the cat in the tree, getting caught up
in the chase can leave us in an awkward place. Rosicrucian
The cat laps the moonbeams in the bowl of
water, thinking them to be milk. Zen Saying
If
men were now to turn their hostility towards the cat, it would not be long
before the domestic cat became a wild animal. Nigeria
In even a cat the Buddha-nature exists. Japanese Buddhist
It is useless to show the gold piece
to a cat. Zen Saying
Nature breaks through the
eyes of the cat. Irish
It's a brave bird that
makes its nest in the cat's ear. Hindi/Indian
A
rat who gnaws at a cat's tail invites destruction. Chinese
He who does not feed his cat will feed rats.
Dogs are
dogs, but cats are people.
When the cat and mouse agree, the grocer is ruined. Iranian
Beware of the cat that licks from the front but claws from
behind. Old English Proverb
A trapped cat becomes a lion. Old English
Proverb
Life's like cat vomit; if you don't clean it up right away,
you're going to step in it. Xnterna
Drowsing, they take the noble attitude of a great sphinx, who,
in a desert land, sleeps always, dreaming dreams that have no end. Charles Baudelaire
Of all God's creatures, there is only
one that cannot be made slave of the leash. That one is the cat. If man could be
crossed with the cat it would improve the man, but it would deteriorate the
cat. Mark Twain
One cat just leads to another. Ernest
Hemingway
The cat is nature's beauty. French
The dream of cats is all mice. Egyptian
I have studied many philosophers and many cats. The wisdom of
cats is infinitely superior. Hippolyte Taine
No heaven will not ever Heaven be; unless my cats are there to
welcome me. Scottish
Dogs see people as companions; cats see people as staff.
It is better to feed one cat than many mice. Norwegian
The cat does not negotiate with the mouse. Robert K. Massie
You see, the wire telegraph is a kind of a very, very long cat.
You pull his tail in New York and his head is meowing in Los Angeles. Do you
understand this? And radio operates exactly the same way: you send signals here,
they receive them there. The only difference is that there is no cat. Albert Einstein
When the cat is not home, the mice will dance on the
table. Dutch
When a Cat adopts you there is nothing to be done about it
except put up with it until the wind changes. T.S.
Eliot
A cat in her house has the teeth of a lion. Somali
A kitten can catch only a baby mouse. Ghana
The naming of cats is a difficult matter. It isn't just one of
your holiday games. You may think at first I'm mad as a hatter when I tell you a
cat must have three different names... T.S. Eliot
I love cats because I enjoy my home; and little by little, they
become its visible soul. Jean Cocteau
God is really only another artist. He invented the giraffe, the
elephant and the cat. He has no real style, He just goes on trying other
things. Pablo Picasso
The man who carries a cat by the tail learns something that can
be learned in no other way. Mark Twain
What greater gift than the love of a cat? Charles Dickens
Katten laten pootafdrukken achter op je hart. Uit "Citaten voor een katten liefhebber."
Het begrip rust komt tot uiting in een zittende kat. (Jules Renard)
Het enige mysterie aan katten is waarom ze ooit besloten hebben huisieren te worden. (Compton Mackenzie)
Als een een hond op je bed springt, doet hij dat omdat hij graag bij je wil zijn. Als een kat op je bed springt, doet ze dat omdat ze je bed zo lekker zacht vindt. (Alisha Everett)
Het is onmogelijk om niet vertederd te raken bij de aanblik van een of meer kittens. (Cynthia E. Varnado)
De kat zou's mans beste vriend kunnen zijn, maar ze zou zich nooit verlagen om dat toe te geven.
Probeer nooit koppiger te zijn dan een kat. (Ropbert A Heinlein)
Laat iets van de rust van een kat op mij overgaan. (David Harold Rowbothom)
Je bent pas iemand als je door een kat bent genegeerd.
Katten : net zo soepel als hun schaduw, de wind krijgt geen vat op ze.
Ze glippen slank en stil, door spleten, kleiner dan zijzelf. (A S J Tessimond)
Het verschil tussen katten en honden is dat honden komen als ze geroepen worden, terwijl katten een boodschap aannemen en later contact opnemen.
Ik meen het oprecht als ik zeg dat ik van katten hou... Een kat is een dier dat meer menslijke gevoelens heeft dan de meeste andere dieren. (Emily Bronte)
Vrouwen en katten doen waar ze zin in hebben, en mannen en honden kunnen daar maar beter mee leren leven. (Alan Holbrook)
Eén reden waarom kattenliefhebbers volgens mij katten bewonderen, is hun superioriteitsgevoel. Het lijkt alsof ze overal een meester in zijn, ongeacht wat ze doen of pretenderen te doen. Zelden zie je een kat die in verlegenheid verkeert. Ze hebben geen geweten, en ze hebben nooit ergens spijt van. Misschien zijn we stiekem jaloers op ze. (Barbara Webster)
Katten zijn bedoeld om ons te leren dat niet alles in de natuur een functie heeft.
Als je de beste zitplaats in huis wilt, zul je de kat moeten verplaatsen.
Katten zijn slimmer dan honden. Je krijgt acht katten nooit zo gek dat ze een slee door de sneeuw gaan trekken. (Jeff Valdez)
Onlangs heeft iemand me een schattig katje gegeven... en nu is het katje van mening dat iemand mij aan hem heeft gegeven. (Evelyn Underhill)
Het viel als snel op dat de kat nergens te bekennen was als er iets gedaan moest worden. (George Orwell)
Katten die een goed tehuis hebben, zijn eraan gewend dat er de hele tijd tegen hen wordt gepraat. (Lettice Cooper)
Van alle schepselen Gods is er maar 1 dat zich niet laat onderwerpen. Dat is de kat. Als de mens gekruist zou kunnen worden met de kat, zou dat voor de mens een verbetering betekenen, maar voor de kat een verslechtering. (Mark Twain) Katten zijn net als mannen : enorme charmeurs. (Walter Savage Landor)
Het is nauwelijks te geloven, maar sommige mensen beweren dat hun katten bijna menselijk zijn - en dat bedoelen ze dan als een compliment.
Wat katten het belangrijkst vinden aan mensen is niet hun vermogen om voedsel te produceren (want dat vinden ze vanzelfsprekend), maar hun amusemenstwaarde. (Geoffrey Household)
Ik zou een kat nooit kunnen kwetsen, ook al kan ik tegen mensen soms ronduit agressief zijn. (A.L. Rowse)
Geen huis is compleet zonder het getrippel van kleine kattenpootjes.
Is het niet prachtig hoe katten vrienden kunnen maken en mensen kunnen beïnvloeden zonder ook maar ooit een boek te lezen.
De kat heeft honger als zij met een broodkorst genoegen neemt. Katten zijn mysterieuze wezens. Er gaat meer in die hersentjes om dan we beseffen. (Sir Walter Scott)
Als ik met mijn kat speel, dan is het niet echt duidelijk of ik me nu met haar amuseer, of zij met mij. (Michel Eyquem De Montaigne)
Mijn poezenverhalen vinden jullie door in de linkerkolom op de foto van de betreffende poes te klikken. En als je op "Poezenstrips" klikt kan je lezen wat mijn poezen onderling allemaal zitten te roddelen... Mijn reisverhalen van Thailand, Egypte en Noorwegen staan ook in de zijkolom. "Mijn Jeugdherinneringen" beschrijven de jaren 60 in Antwerpen. Veel plezier!
17-11-2013
Lieve vrienden,
Een korte groet van mij en de poezen. Ik zou jullie heel graag laten meeleven met mijn avonturen hier. Heel trieste maar ook enorm geestige. Elke dag hou ik, net zoals ik vroeger op reis deed, minutieus een dagboek bij. Ik heb al centimeters dikke dagboeken over al mijn belevenissen bijeengetypt. Stilaan duizenden bladzijden. Juridische verwikkelingen maken het me echter onmogelijk om iets openbaar te maken. En dat zal vrees ik nog een hele tijd zo blijven. Het spijt me heel, heel erg.
Hopelijk kan het later weer terug. Wie weet?
Ik denk vaak aan jullie. Met weemoed om al de toffe herinneringen. Lieve groeten!
Aangezien we in een zalig godvergeten uithoekje van Frankrijk zijn gaan wonen heeft God hier ook vergeten internet aan te leggen... Sinds gisteren hebben we een satelietschotel dus wou ik nog eens een poging wagen. Ik had graag enkele foto's van Laathi gepost maar dat is me niet gelukt. Op dit vage kleintje na...
Laathi is op 19 maart van mijn schoot naar mijn hart verhuisd. Ze is 15 jaar mogen worden en heeft nog enorm genoten van haar laatste jaar in de prachtige natuur. Gelukkig hebben we hier een fantastische dierenarts gevonden die haar goed verzorgd heeft en haar thuis zachtjes heeft laten inslapen. Ze is tot op haar laatste dag gelukkig geweest.
Ik hoop binnenkort nog wat foto's te kunnen posten. Veel liefs uit La Douce France (dat trouwens even nat is als België)
Vanavond werd op het nieuws, en op "Reyers Laat", nog eens aandacht besteed aan tinnitus en hyper-acusis. De Vlaamse Gemeenschap is een actie begonnen onder de naam "Help ze niet naar de tuut!". De bedoeling is mensen te waarschuwen voor gehoorschade.
Vanzelfsprekend gaat het weer voornamelijk over tinnitus (waar over het algemeen nog best mee te leven valt), hyper-acusis daarentegen wordt alweer naar een hoekje gedrongen (waarschijnlijk omdat zo weinig mensen er iets van snappen). Jammer van deze aanpak, het is een beetje een gemiste kans om mensen de ernst van de impact op het dagelijks leven door hyper-acusis te laten begrijpen.
Dus probeer ik hier nog maar eens hyper-acusis onder de aandacht te brengen... Uiteindelijk ben ik jammer genoeg "ervaringsdeskundige"...
Hopelijk krijgt hyper-acusis ooit de aandacht die het verdient. Geloof me, het is een pak erger om mee te overleven dan tinnitus... Ik kan dit met een gerust geweten beweren. Uiteindelijk heb ik ze allebei.
Ik laat haar de laatste weken bij mij in een kamer slapen zodat ze zo min mogelijk last heeft van al de werfjes waar ons huis momenteel tot is omgetoverd. Ze is hier zo relax en gelukkig. Ze spint, rolt op haar rug om haar buikje te laten aaien, ze eet nog redelijk - vooral met vis kan ik haar heel blij maken -, ze wil zelfs nog spelen! Ik weet niet waar ze in dat graatmagere lichaampje nog die kracht vindt. De tumor op haar schouder heeft ondertussen de maat van mijn hand, maar ze heeft er gelukkig geen pijn aan. Ze springt nog zelfstandig op bed en weet nog alle zonnige plekjes te vinden. Soms gaat ze zelfs nog een luchtje op het terras scheppen. Het valt wel op dat ze snel moe is, maar dan komt ze naar me toe en vraagt naar ons privé-kamertje te mogen.
Heerlijke momenten...
Een lekker stukje vis gaat er nog altijd in, en de anderen zijn zo beleefd het niet af te pakken
Ze is zelfs nog nieuwsgierig genoeg om haar toer langs alle werfjes te maken.
Mijn twee meisjes, Serendipity en Laathi, overschouwen de werf.
Zo jammer dat ze nooit samen met me in onze mooie nieuwe kamer zal kunnen slapen...
In betere tijden : Laathi neemt een rustpauze in de kattentunnel onderweg naar haar tuin.
Als ik hier verloren rij (wat ik meestal doe) ontdek ik de mooiste plekjes...
Het is hier soms zo smal dat Fernandel er amper met zijn koe zou doorgeraken...
Als ik helemaal in de pampa's terecht kom wordt het wel soms lastig...
Daar werkt noch GPS, noch GSM...
Gelukkig heb ik tot hiertoe altijd mijn dorpje terug gevonden
Waar een zalige relax wacht...
Althans als ik een plaatsje vindt...
Ik ben nu met Tinypic aan het experimenteren om foto's op te laden. Bedankt voor de tips, het gaat al een stuk makkelijker, alleen is het internet hier hééééél traag... (schapensnelheid), en echt mooi ziet mijn lay-out er ook nog niet uit ;-)
Wat ik hier in onze
landelijke Middeleeuwen zo zalig vind is dat hier geen gedoe is rond Kerstmis
en Nieuwjaar. Ik hoef geen enkel kadootje te kopen, geen goede kleren bijeen te
zoeken, er staan geen files op de wegen (omdat er amper wegen zijn), er is geen
drukte in de winkels en de tomaten kosten net evenveel als anders. Alles gaat
er hier zo heerlijk no nonsense aan toe.
Ik was kompleet vergeten dat
het vandaag oudjaarsavond was, tot gisteren mijn buurvrouw kwam vragen of we
"iets te doen hadden morgenavond".
"Niet echt. Gewoon wat
schilderen, als altijd..."
"Oh, kom dan bij ons
iets eten in het laat!"
"Dat is prima. Een
pizza-tje ofzo?"
"Och, dat mag wel iets
meer zijn hé!"
"Maar voor ons hoeft ge
niets speciaal te doen hé zeg!..."
"Jawel, ik maak wel een
lekker schoteltje, het is uiteindelijk toch oudejaarsavond..."
"Nee?! Dat meent ge
niet?! Natúúrlijk! Ik was dat helemaal vergeten! Maar maak er niet teveel werk
van hé!!"
"Welnee, gewoon samen
iets eten, dan zitten we gezellig samen, meer moet dat toch niet zijn?"
"Dan zijn we weeral
akkoord."
Zo simpel gaat dat hier.
Ik zal hier mijn
dagboekuittreksel van kerstavond onder plakken, dan begrijpt ge het gevoel
misschien nóg beter...
Maandag 24 december 2012.
418. Kerstavond. En die had
ik nu écht niet zien aankomen.
Laathi bezorgde me weer een
even teder ontwaken als gisteren Zon mooi begin van de dag In de living
legde ik een van de wit-grijze planken op de schabdragers, en och, zon ramp is
het nu ook weer, eens er plantjes op zullen staan zal het wel meevallen.
Ik had geen idee waar Paul
uithing dus trok ik naar ons werfje en begon wat muren te schuren. Al snel viel
de eenzaamheid als een blok op me. Ik zette de deur open en binnen de minuut
zat heel de bende bij me, Laathi op kop want die kent dit deel van het huis het
best. Iedereen ging overal snuffelen, het leek wel of ze kwamen controleren of
de muren recht genoeg waren en de stopcontacten stevig in de muur zaten. Het
avondlicht was zo mooi dat ik stopte met mijn werk en poezen ging fotograferen.
Ik ging op de plek zitten waar ik over een paar maanden mijn ogen hoop open te
trekken en wat is het zicht vandaar prachtig! Ramen met zicht op drie
windstreken die een toverachtig licht binnenlaten en waardoor ik alle soorten
bomen zie Ik ging met Laathi op mijn schoot van het zicht zitten genieten. Dat
gaat hier schitterend zijn eens het af is. Als. Ooit. Alleen ontbreekt me alle
energie om er in te werken. Ik geraak niet in gang. Ik vind het juiste
schuurpapier niet, mijn krabbertje is te grof en maakt krassen op de glaasjes
in de deuren, kortom alle redenen zijn goed genoeg om me bij de pakken - in dit
geval het gereedschap - neer te gaan zetten. Had ik maar een vriendin om me wat
gezelschap te houden en mijn gedachten wat te verzetten door wat te lachen en
te kletsen, dan zou het zo veel makkelijker zijn. Ik ben toch zo enorm
teleurgesteld in mezelf. Waar is mijn energie plots naartoe?? Ik blijf maar in
mijn winterslaapmodus hangen!
Paul was zijn saffraan gaan
planten en heeft ineens de grote spar in de voortuin en de fruitbomen bemest.
Zijn boerenziel heeft blijkbaar al veel dieper wortel geschoten dan de mijne.
Hij was ook bij G onze oude voordeur gaan ophalen. Omdat ze zo lang buiten
heeft gestaan is de deuromlijsting uit mekaar gevallen. Het is een rijkelijk versierde
volle deur met daarboven een paneel in glas. Het zou de ingang wel donkerder
maken als we er de huidige glazen pvc-deur door vervangen. We zullen wel eens
met M overleggen of ze nog te restaureren is. Er is niets dringend aan.
Ik wou Laathi haar druppels
geven maar plots bleek het flesje bijna leeg Waarschijnlijk omdat ik er
onlangs mee gemorst had. Ik had gedacht dat ik er mee zou toekomen tot we haar
moesten laten inslapen, maar niet dus. Paul belde Jean-Paul en hij was nog in
zijn dierenkliniek aan het werken, hij wilde best wachten tot we er waren zodat
we direct haar druppels konden ophalen. Totaal ongepland vertrokken we naar S.
Paul was gisteren toch vanalles vergeten te kopen dus konden we dat dan ineens
daar in de Lidl gaan halen.
We reden zo snel we konden,
maar het is toch oppassen geblazen. Voor overstekende schapen. Ik zag vanuit de
verte één enkel schaap op de baan, mais un mouton peut en cacher un autre, en
inderdaad het was de laatste van een hele groep die op weg naar huis was.
Waarschijnlijk een deel van de kudde van P. Het werd weer een sjieke rit bij
ondergaande zon in een wereld vol roze wolkjes. Alle weiden liggen er
lentegroen bij doordat het zo veel geregend heeft.
Ik liet Jean-Paul de fotos
zien die ik daarnet nog van mijn dolgelukkige beestje genomen had en hij was
blij dat ze het nog zo goed stelde. We wilden even sla gaan kopen in de Aldi
aan de overkant en die was tot mijn grote verbazing al gesloten!! En het was
nog maar half zes! Ja natuurlijk schat, op kerstavond gaan die vroeger dicht.
Pardon? Is het vandaag kerstavond?! Ja schat. Begot. Wat een geluk dat
Jean-Paul ons op deze speciale avond dan toch nog had willen helpen!!
Paul slaagde bij de Leclerc
in S. in het onmogelijke! Hij heeft hesp dun laten snijden! Morgen gaan we dus
eens geen lappen hesp van 2 mm op onze croissants moeten leggen. Het vervelende
is dat ge hier geen charcuterie per gewicht kunt bestellen, alles gaat hier per
snee of per stukje. Een half pond hesp is een kompleet ongekend begrip.
De vrouw bekeek haar
snijwerk maar met een heel scheef oog. Het was geen stapel glad op mekaar
liggende sneetjes eerder een onaanzienlijk hoopje gefrommel. Het zag eruit
alsof het al eens gegeten was. Paul troostte haar door nadrukkelijk te zeggen
dat ze dat héél goed had gedaan. Ze moet gedacht hebben dat hij gek was. Echt
goed gedaan had ze dat natuurlijk niet, want in België begeleiden ze een snee
vanuit de machine tot ze op het papier ligt. Hier kennen ze die techniek niet,
ze verwachten dat de hesp uit zichzelf netjes neervalt. (Praktisch, dan kunnen
ze eventueel met hun vrije hand eens in hun neus peuteren tijdens het werk.)
Met heel dikke sneden lukt hun systeem vrij goed maar met flinterdunne gaat dat
natuurlijk niet. Alleszins we gaan op kerstdag eindelijk eens terug van
fijngesneden hesp op onze croissantjes kunnen genieten.
Sinds enkele weken liggen er
op gelijke afstanden bergjes zand naast de weg. Vooral aan bochten en
hellingen. (Haast overal dus.) Pas vandaag snapte ik wat de bedoeling was : het
zal moeten dienen voor als de weg beijzeld geraakt! Dan kunt ge dat op de baan
scheppen! Maar gaan we dan elke tien meter moeten stoppen om te gaan scheppen?
En worden we dan geacht altijd een schep in de auto te hebben liggen? Dat moet
ik toch nog eens uitzoeken.
Toen we om kwart na zes
terug thuis kwamen was het ineens pikdonker! Die korte dagen zijn vreselijk,
gelukkig zijn ze al aan het lengen. Paul beweert dat het in België nog een stuk
vroeger donker werd maar dat herinner ik me al niet meer. (Moet ik toch eens
aan de vriendjes vragen.) Ja, al na een jaar tijd begint dat land heel ver weg
te lijken.
Plezant, we kregen een
telefoon van A : Faut pas allumer le feu ce soir hein! Pourqoui pas? Ah
autrement le Père Noël va bruler ces fesses! Toch weer een zalige manier om
een prettige kerstavond te wensen. Maar nee, de Père Noël komt hier niet langs,
ik was veel gelukkiger met mijn Père Menuissier die onze plantenschabben in de
muur vees. Wij hebben trouwens een Mère Noël, onze ijskast Die vol lekkere
dingen zit die we van R en A gekregen hebben.
De planten staan op de
nieuwe schabben. De planken storen niet echt maar toch oogt het niet mooi. Ik
heb zelfs niet meer genoeg creativiteit om wat plantjes op een decoratieve
manier neer te zetten. Erg. Het rieten rek waar de planten vroeger opstonden
heb ik naar de andere kant van de kamer gesleept en er wat mooie spullen op
gezet. Het ding past wel niet echt bij het geheel, maar niets past hier dus dat
trek ik me maar niet aan.
Ik begon de keukentoog op te
ruimen want wat daar toch allemaal aan zooi bijeen gesukkeld is is niet voor te
stellen, ik kon het niet meer aanzien. Ik vraag me wel af hoeveel uur hij zo
maagdelijk gaat blijven. Ik wil verdorie een keuken met genoeg kasten dat al
die losse prullen achter gesloten deuren kunnen. 7000 kruidenpotjes, waar
katten tegen sproeien. Een brooddoos met rieten deksel waar katten los door
sproeien (OK, vandaag kan ik een Pis on Earth nog door de vingers zien, het
is tenslotte kerstmis, het feest van de Peace. Maar ze plassen elke dag wel
ergens op een verboden plek, en het kan toch niet alle dagen kersmis zijn! Die
beesten hebben dringend een makkelijker bereikbare tuin nodig in de winter.)
Zelfs Paul begint zijn buik
vol te krijgen van dat centrale keukencontinent. Maar voor we aan deze reuze
kamer beginnen breken moeten wel éérst de vier andere werven klaar zijn want
anders zie ik het nog van komen dat we tijdelijk buiten in een tent moeten gaan
slapen.
Tegenwoordig doe ik Facebook
niet meer open voor ik gewerkt heb. Ik dacht dat dat zou helpen om me in gang
te krijgen maar ik ben en blijf totaal futloos.
Een telefoontje met N gaf me
plots inzicht in mijn redeloze afwisselende buien van droefenis, wanhoop en
woede Zij had in mijn verhalen gelezen dat mijn stemmingen zo overhoop lagen
en stelde voor om in een natuurwinkel kruiden te gaan zoeken tegen menopauze-verschijnselen.
Natuurlijk! Dát is de reden!!! Ik neem die hormonenpillen sinds een maand niet
meer!! Vandaar ook dat ik terug regelmatig mijn trui moet uitschieten en ze na
vijf minuten rillend weer aan trek! Daar had ik helemaal niet bij stil gestaan!
Het is dus helemaal niet mijn eigen schuld dat ik mijn stemmingen amper onder
controle kan houden! Die wetenschap mocht het probleem dan wel niet opgelost
hebben, maar ik voelde me er wel door gerustgesteld. Ik word dus toch niet
kompleet gek. Ik ben zo blij dat zij ontdekt heeft wat er met me scheelt.
Jammer toch dat hier nergens een natuurvoedingwinkel te vinden is. De Natur
House in B. blijkt alleen maar een vermageringskliniek te zijn. Zij gaat nu de
kruidentabletten voor me kopen en bij N afgeven zodat T die ook kan meebrengen
als hij na de feestdagen terug naar hier komt. Hij kan al best een hondenkar
kopen om achter zijn auto te hangen om mijn pillenwinkel in te vervoeren.
Ik zat geconcentreerd aan de
tafel te schrijven en een meter verder - uit mijn zicht , achter de opstaande
OSB-boog - was Paul ondertussen aan het kokkerellen geslagen. Hij verdween,
kwam niet terug, allemaal heel normaal, maar hij had me wel beter gezegd dat
hij een pan met boter op het vuur had staan Na een tijdje kwam hij terug
binnen, en begon al vanuit het deurgat te brullen : Gij stom kieken! Waarom
let ge niet op die boter!!! Ik was zo in mijn schrijven verdiept dat ik het
onheil pas een seconde geleden gemerkt had, ik was recht gesprongen maar nog
net niet tot aan het vuur geraakt Al even boos sprak ik de goddelijke, uiterst
misplaatste woorden : Ja seg, als gij niets zegt! Ik kan dat niet rieken hé
jongen! Nee, vooral niet rieken , het stonk hier als de wc uit de hel
Het misverstand werd snel
bijgelegd en hij toverde het beste kerstmaal ooit tevoorschijn. Ook het
zwaarste. Gebakken ganzenlever met ui, gebakken appelen (in safraan), twee
soorten vijgenconfituur, peperkoek en toast! Heerlijk. Alleen had hij de
porties enigszins onderschat. Het werd een kerstmaal bestaande uit één gang
maar we voelden ons alsof we er 5 gegeten hadden. Volgend jaar, zelfde recept,
de helft van de ingrediënten, en het is perfect.
*******
Voilà, zo ziet "the
simple life" er dus uit!
Ik wens iedereen in de
beschaafde wereld een heel fijn, gezellig, druk feest, met veel toeters en
bellen en veel plezier! (Pas aub op voor vuurwerk en dieren!!! Sluit ze ruim op
voorhand op zodat ze niet in paniek op de vlucht slagen en verloren raken!)
Om middernacht zit ik hier
op het terras, met enkele poezen rond me, naar de stralende Melkweg te kijken
en luister naar het prachtige geroep van de uilen...
En ben, op mijn manier,
minstens even gelukkig als de feestgangers.
Ik zal aan u denken en aan
de miljoenen sterren vragen u een heel fijn nieuw jaar te bezorgen! ;-)
En morgen post ik enkele
foto's van Laathi. En Laathi.
Bedankt voor de info Klaproosje! Ik probeer het een keer met Tinypic. Over welke vink ge het hebt weet ik niet, ik ben niet zo gespecialisseerd in vogels, meer in katten. Dus ik kon die bewuste vink dan ook niet vinden, noch een gierzwaluw, nog een spreeuw, dus probeer ik maar eens zonder vink
Hm, niet direct een foto wat we hier te zien krijgen. Ik vrees dus toch dat ik die vink zal moeten trachten te vangen... Patience dear.
Begot!!! Ik heb de vink verschalkt. Ze woont in het vierkantje naast "brontekst". Een mens is nooit te oud om te leren! Dus nu is het aan u om frans te leren. Ik heb mijn portie hersenactiviteit van de dag alweer gehad.
Plezant wel, ik ga het onmiddellijk met nog een foto proberen. (Nu ik nog weet hoe )
Hier is hij in zijn volle glorie! (De short bedoel ik natuurlijk.) Oh yes!! Het werkt! Wacht er komt er nog eentje!
Raar, ik probeerde eens een onverkleinde foto op te laden, er verscheen een tekst met een uitroepteken "click here!!!", dus ik dacht die gaan mijn foto te groot vinden en zullen mij eens rap gaan uitleggen hoe ze te verkleinen. Maar ik kwam ineens op een site terecht waar ze mij sympathieke fransen mannen wilden aanbieden. En ik kon ze goed bekijken want het waren arme sukkelaars, ze hadden amper kleren aan.
Maar enfin, ik ben niet op zoek naar mannen, ik wil foto's posten. (Ik zal die site zeker en vast later nog wel eens "per ongeluk" aanklikken nietwaar?)
Nee, die grote foto was geen succes. Mijn blog werd opeens zo breed als ons dorpspleintje. Ik zal ze dus toch eerst in Photoshop moeten verkleinen. Shit, dat vind ik toch zo'n rotklus... Even geduld dus. (Na een jaar geduld, zal dat kwartiertje er ook nog wel bij kunnen zeker?)
Het bewuste kado, dat nog met liefde in ontvangst genomen werd ook
Shame on me, vroeger plaatste ik foto's met Image Shack maar dat systeem blijkt veranderd en nu snap ik er niets meer van. Vandaar dit piepkleine fotootje... Ik zoek morgen wel verder uit hoe ik terug grote foto's kan plaatsen, maar nu eerst... op restaurant! We hebben hier een heel gezellig restaurantje gevonden en de patron is altijd zo lief om voor ons een tafeltje ver weg van de andere gasten te reserveren. Dus kan ik hier terug, in de kalme periodes, uit eten gaan, zonder oordopjes
En morgen een foto zodat de tekst op de schort leesbaar is, en eentje van Laathi en Laathi. Hopelijk op een groter formaat
Ook tot in dit onooglijke gat geraakt de spam. Deze prachtige mail is echt hilarisch! Ik moet hem delen. Geen idee van wie hij afkomstig is maar 't is weer de moeite!
Gesteld dat er iemand zich geruineerd heeft bij het kopen van kerstcadeaus... Hier dus een jobaanbieding...
Geachte
zou u kunnen vinden een paar uur voor een geode salaris en u
salaris tot 2-3 keer te vergroten? ...U hoeft geen geld te beleggen!
Er
is geen misleiding of truc in dit voorstel, en een honderden mensen hebben zich
al aangesloten bij onze organisatie, en verdienen elke week waardig beloning.
Dit voorstel is geen de financi.le Schema, en geen marketing, in een van zijn
verschijningsvormen.
In onze bedrijf we spreken over het uitvoering van
toegankelijke instructies, die niet de fundamenten van moraal te schenden. Er
wordt van U verwacht zulke kwaliteiten als oplettendheid alle andere factoren,
zoals geslacht leeftijd, beroep worden niet in aanmerking
genomen.
Aanvankelijk u krijgen de gelegenheid deeltijd werken en
combineren met overige activiteiten, maar na sommige tijd, u, zoals velen van
ons vertegenwoordigers van het bedrijf, ga naar de werk volledig. Ons team
professionele zal houden nodige oefeningen met U, om verwijderen ale
angsten.
Wij willen U voor te stellen worden als Regional Manager. In
hoofd manager verantwoordelijkheden zullen worden bevatten vertegenwoordiging
buitenlandse ondernemingen in hun regio. Bijvoorbeeld, zijn adres geven voor
correspondentie, evenals toezicht op transacties tussen organisatie en de
client.
Wij kunnen meer informatie over de e-mail aanbieden, als U ons
schrijft. Zou bij voorkeur, dat u toevoegen het aanvraag formulier, hierdoor
hebt u meer een mogelijkheid naar werkgelegenheid. Binnen 1-2 weken na uw
antwoord, ontvangt u omstandig verduidelijking.
Wat is het toch een rijkdom om vrienden te hebben... Mijn maatje maakte me er op attent dat "mijn vuilbakken" per ongeluk waren buitengezet, en Viva toverde mijn leven terug van zwart naar grijs Merci Viva, ik ben blij dat ik weer mijn mooie blogachtergrondkleur heb. (Onthou dat woord, heel winstgevend in Scrabble!!) En mijn artikeltje stond nog maar twee dagen op mijn blog en er hadden al vijf mensen gereageerd! Allemaal zo hartverwarmend.
En morgen verjaart mijn echtgenoot. Ik ben in dit gat aan geen zinnig kado geraakt. Ik kon hem toch moeilijk een schaap geven? Ik ga hem dus om middernacht iets anders rampzaligs geven. Benieuwd of hij er mee gaat kunnen lachen...Toen ik het ding een hele tijd geleden kocht vond ik het heel geestig... Het is een schort met een grappige tekst over hoe druk het leven van een gepensioneerde is. Maar die tekst is ondertussen nogal héél realistisch geworden. Alleszins ik probeer hem het ding te laten dragen en er een foto van te maken. Dat wil ik jullie zeker niet onthouden. Nu alleen nog terugvinden hoe ik foto's op een blog plaats. Soms lijkt het wel of ik mijn geheugen heb vergeten mee te verhuizen ;-)
Ge hebt per ongeluk "mijn vuilbak" over u heen gekregen. De berichten die hier verschenen zijn waren mijn kladblok. Het was een hoopje rommel dat ik al jaren geleden had bijgehouden onder de datum van "december 2012". Het stond daar lekker uit de weg, en als ik er ooit nog iets van nodig had kon ik het daar vinden... Dom natuurlijk. Ik ben in geen tijden op mijn blog geweest en was kompleet vergeten dat ik nog ergens "een vuilbak" had staan. En nu is die per ongeluk buiten gezet. Gelukkig waarschuwde een vriend me en heeft hij die berichten alweer netjes verwijderd.
Tot mijn verbazing waren er al mensen die op die artikeltjes gereageerd hadden!!! Jullie zijn me dus niet vergeten. Ik jullie ook niet. Ik denk dikwijls aan jullie. Ik was zelfs van plan om met kerstmis een kerstwens te plaatsen maar het is er niet van gekomen. Door wel 7035 omstandigheden.
Eén daarvan is dat Laathi, de poes, op sterven ligt. Sinds twee maanden weet ik dat ze een tumor heeft en hij valt niet te opereren. Ik probeer zoveel mogelijk tijd bij haar door te brengen en haar te verwennen. Ik vrees echter dat ze het nieuwe jaar niet meer zal halen. Het diertje dat me per toeval mijn nickname gaf toen ik mijn blog startte gaat me dus verlaten. Ze is sinds het jaar dat ze in Frankrijk woont helemaal open gebloeid, van een timide poes was ze plots heel zichtbaar en sociaal geworden. Ze heeft hier enorm genoten. Zelfs nu nog, nu ze enkel nog een skeletje met een dikke bobbel op haar schouder is, leeft ze nog heel graag. Ze wil nog spelen, ze gaat soms nog even op het terras in de zon zitten, en ze geniet eindeloos van over haar buikje kriebelen. We halen al het geluk dat er te halen valt uit de laatste dagen die ons nog samen gegund zijn.
Maar er zijn nog vele andere redenen - waarover ik onmogelijk kan uitweiden - waarom ik op dit moment niet op mijn blog kan schrijven. Hopelijk zal het over een half jaar anders zijn en kan ik jullie terug laten delen in mijn belevenissen. Ik hou nog dagelijks mijn dagboek bij. En het is er een héél dik aan het worden. Niet altijd plezant, maar toch veel dat ik met jullie zou willen delen. Maar niet nu dus.
Met mijn gezondheid gaat het nog altijd ongeveerd hetzelfde. De tinnitus is en blijft er (maar die stoort me niet) en de hyper-acusis is lichtjes verbeterd. Het leven is hier voor mij veel makkelijker. Alles is hier op de boerenbuiten zo heerlijk stil! Onze streek is heel dun bevolkt en zelfs in de supermarkten (die niet vlak bij ons dorp zijn) is het heel kalm. Ik kan er zelfs mijn boodschappen doen zonder oordopjes!!! Er gaan hier soms weken voorbij zonder dat ik mijn dopjes moet dragen.
We zijn nog altijd bezig met het interieur van ons huis te veranderen. Er bleek nogal veel niet waar te zijn van wat ons beloofd was... De verwarming bleek totaal onvoldoende. Vorige winter vroor het in sommige kamers... Dus hebben we, ongepland, een boel isolatiewerken moeten uitvoeren. De schouw van de kachel kwam plompverloren (en levensgevaarlijk) op zolder uit, we hebben dus schouwen moeten laten steken. En dit is nog maar een fractie van de haast eindeloze reeks "verborgen gebreken".
Maar niet getreurd, we steken onze handen uit de mouwen, en we zullen ze nog lang niet in onze zakken kunnen steken. ;-) Ondanks de vele tegenslagen wonen we hier altijd nog dolgraag en hebben we nog geen moment heimwee gehad naar het drukke Herentals. De mensen zijn hier zoveel vriendelijker, en iedereen heeft hier nog tijd voor een babbeltje of een grap. Ik ken hier al meer mensen dan ik op de 25 jaar in België heb leren kennen. In een kleine gemeenschap, zonder veel voorzieningen, zijn we ook op mekaar aangewezen en dat is een heel fijn gevoel.
De werken waar we mee bezig zijn zijn vrij zwaar, en ze gaan langzaam vooruit, we zijn dan meestal ook maar met zijn tweetjes om alles aan te pakken. Hoe graag ik ook altijd geklust heb, met die hyper-acusis is het lastig. Als er met machientjes moet gewerkt worden moet ik mijn doppen dragen en word ik gek van de tinnitus. Gelukkig zijn er ook veel klussen die ik in stilte kan doen. Er is werk genoeg. Ik heb al onder de struiken gekeken of er geen kaboutertjes wonen die een pootje zouden kunnen toesteken maar zonder resultaat. It's just the two of us, en de katten steken geen poot uit, die worden alleen maar dikker.
Hanuman is ondertussen al meer dan 17 jaar en nog altijd in grootse form. In België was hij zwak en graatmager, sinds hij hier woont is het terug een stevige rakker geworden. Cadfael en Phineas wegen, tot mijn groot spijt, elk bijna 6,5 kg. Niet slecht, want als ze allebei op mijn schoot zitten kan dat zeker niet slecht zijn voor mijn buik. Voor mij is zo'n schoot-avond een alternatieve vermageringskuur en krijgt mijn lichaam terug een "slankere" vorm denk ik maar.
Ik heb heel veel te vertellen en hopelijk kan dat binnen "afzienbare tijd" terug. Ik laat alleszins iets weten hoe het met Laathi gaat en zal proberen nog een paar recente foto's van mijn lieverd te posten.
Ik wens jullie, mijn ongelofelijk volhardende en trouwe bezoekers, een fijne kerstvakantie. Veel liefde, een goede gezondheid, geluk met de huisdieren, geen of vlotte verbouwingen, en veel plezier. Als een moment echt tof is vergeet dan zeker niet er bij stil te staan en er tenvolle van te genieten. Verspil geen enkel geluksmoment, alles kan toch zo snel veranderen... En voor wie met moeilijkheden te kampen heeft : geef niet op, blijf vechten voor uw ideaal, het tij keert ooit wel, blijf daar in geloven. Ik doe dat ook. Het is niet altijd makkelijk, maar het gaat. Als ik het kan, kunnen jullie dat ook.
Hele lieve, welgemeende, groeten. En bedankt dat jullie er blijkbaar toch nog altijd voor me zijn...
Laathi.
PS. En ja, mijn blog ziet er afschuwelijk uit met die zwarte achtergrond. Ik weet niet hoe dat gekomen is en ik weet ook niet hoe het op te lossen. Hopelijk is mijn tekst leesbaar...
Dieprood van schaamte, en ook een beetje van de zon, neem ik de ganzenveer ter hand om U te schrijven. Ja, ik ben hier in de Middeleeuwen terecht gekomen en het nam even tijd om me aan te passen.
Ik heb al zo lang al niet meer geblogd dat ik een foto wou plaatsen en zelfs dat lukte me niet meer. Ik weet niet meer hoe mijn Image Shack werkt... Ik ben dus niet alleen veranderd in een Middeleeuwer maar ook nog in een oude Middeleeuwer.
Het is hier prachtig om te wonen en ik maak de zotste avonturen mee. Hilarische, plezante, minder plezante en ronduit ellendige. Ondertussen bestaat mijn dagboek uit een 500-tal bladzijden, maar het is allemaal veel te persoonlijk om op het internet te zetten. Vanwege de privacy zou ik dan ook nog alle eigennamen moeten gaan veranderen en dat is helemaal onbegonnen werk.
Ik wou ook niet beginnen schrijven alvorens de allerlaatste lading verhuis uit België weg was, zodat niet iedereen zou weten dat ik in de pampa's zat maar mijn huisraad daar nog wel onbewaakt voor het grijpen stond. Die eindeloze rotklus (twee keer een 40-voet container en nog eens een gehuurde camionette) heeft enkele maanden in beslag genomen en is sinds 14 dagen geleden afgerond. Alle Belgische schepen zijn verbrand en al onze rommel is hier geraakt. We zijn doodmoe en alles staat op zijn kop. Gelukkig is het een heel groot huis en hoeven we nog net niet op de kartonnen dozen te zitten piknikken. Voor het uitpakken heb ik nog mijn hele leven, nu komt eerst de tuin aan de beurt en die is ook niet echt klein. Om jullie trouw aan mijn blog te belonen wil ik jullie graag de sfeer laten opsnuiven van mijn boerenleven dus ik zal proberen om af en toe een onschuldig hoofdstukje van mijn dagboek te plaatsen.
Als ik tenminste nog weet hoe...
Hier dus het relaas van een dag uit vorige herfst toen we onze eerste fruitbomen in de grond probeerden te steken...
Donderdag 24 november 2011.
22. Jonge bomen giet ge met
wárm water! Desnoods met lauwe Champagne.
Oh wat een heerlijke dag toch weer. Alles doet pijn.
Ik voel elk spiertje, elk pezeke. Het is een zalig gevoel om terug te werken
met een doel. En dan nog in zon machtig decor.
Om negen uur was ik alweer met vanalles bezig, de poetsvrouw
kwam de kleedkamer verder schilderen dus ook daar komt schot in. De voormiddag
spendeerde ik aan een zalig lange telefoon met een kameraad, knus in de zon met
de poezen op het terras. Even uitrusten voor wat de namiddag zou brengen. Al
goed dat ik dat gedaan heb.
Werk is hier volop, maar als de zon schijnt wil ik
daar toch even van genieten. Het vakje in zal hier toch nooit leeggeraken,
dat heb ik al lang door, dus ga ik dat ook niet betrachten. Alles op zijn tijd,
en vooral genieten van het weer nu het nog warm is. Paul heeft het hier heel
moeilijk mee. Hij loopt al dagen nors rond omdat niks vooruit gaat zoals hij
het wil en de dingen die hij zou willen doen niet gebeuren. Maar ge moet hier
met het seizoen leven. Nu is het tijd om bomen te planten, in de winter is er
een overvloed van tijd om de zaken binnen op orde te maken.
Om half twee stond Florent, de eigenaar van de plantenwinkel, hier met onze jonge
fruitbomen. Hij wees ons de meest gunstige plekken om ze te planten, legde uit
dat de putten heel groot moesten zijn, de aarde gemengd moest worden met
terreau, de punten van een zevental wortels twee centimeter bijgesnoeid net
voor het planten, en dat de baby-bomen vervolgens twee emmers water moesten krijgen.
Warm water. Heel belangrijk vond ik dat. Hij wees ons ook een goeie plek voor
de bessenstruiken en die kwam gelukkig overeen met waar ik ze al zelf had
willen plaatsen. De vijgenbomen kunnen niet in ons boomgaardje in de voortuin,
die moeten achteraan, beschut tegen de noordenwind. Ik vind dat allemaal heel
interessant. Ik hang aan zijn lippen. De man is ook heel tof want hij spreekt
uit zichzelf al stiller als hij bij mij is.
Alle 8 de bomen voor de voortuin lagen op hun plaats
en met de vijgenbomen konden we zelf onze gang gaan zolang ze maar in de
achtertuin komen. Hij legde er de nadruk op dat bomen planten zwaar werk was en
dat we de bomen die we vandaag niet konden planten een warme nacht moesten
bezorgen door eerst hun wortels goed te besproeien en ze dan binnen te leggen.
Paul en ik keken mekaar aan en we lazen in mekaars ogen : Die zwanst zeker? Wij
planten die toch efkes allemaal en tegen vanavond zitten wij in onze prille
boomgaard een aperitiefke te drinken.
Florent vertrok, wenste ons veel succes, benadrukte
nog eens hoe zwaar het werk ging zijn en dan was het aan ons. Ik haalde met de
glimlach twee steekschoppen uit de grot van Aladdin, zijnde de technische
ruimte, en stak de eerste spade in de grond. Ongeveer een centimeter diep. Ik stampte
er met mijn voet op en ik zal al drie centimeter diep. Ik zette er al
balancerend mijn tweede voet bij en geraakte aan vijf centimeter. Vervolgens
begon ik er levensgevaarlijk op en neer op te springen en hoera de schop zakte
haast 8 centimeter de grond in. Ik begon Florent al beter te begrijpen. Paul dacht wat meer
gewicht in de schaal te leggen maar zelfs zijn 85 kilo brachten niet veel
meer aarde aan de dijk.De buurman kwam langs, zag het gesukkel en kwam als steeds
met een oplossing. Hij ging zijn grondfrees halen! Een machientje op benzine - waarvoor
ik én oordoppen én daarboven oorbeschermers nodig had als ik in de buurt kwam -
maar met dat handig ding verliepen onze graafwerken toch al iets vlotter. We
kregen op die manier alleszins de bovenste 30 centimeter al
omgewoeld en konden ze met een spade wegscheppen. Ondertussen kleefde de vette,
zware klei aan onze schoenen zodat we scheef begonnen te lopen en bij elke stap
een centimeter groeiden. We werden reuzen op lemen voeten. Uiteindelijk raakten
we aan acht kuilen die weliswaar te klein bleken. Dus groef ik maar met mijn
handen verder, met kleine beetjes ging het me nog beter af dan met de schop.
Ondertussen kwam de buurvrouw langs om raad te vragen want zij moest vandaag ook haar
4 fruitbomen planten. Ik herhaalde zorgvuldig de uitleg die Florent me gegeven
had, tot en met het belangrijke feit om ze na het planten twee emmers met warm
water te geven. Plots keek Paul verbaasd op : Wárm water??? Ja, wárm water!
Dat is héél belangrijk, Florent heeft dat gezegd.
Buurvrouw stond even bouche bée als Paul, en hoe moesten
we in de tuin aan warm geraken? Ze schudde direct een oplossing uit haar mouw.
Aangezien de boomgaard dicht tegen het tuinhuis ligt ging ze daar de boiler aanzetten
in de hoop dat we tegen de avond genoeg warm water zouden hebben. Toen we terug
buiten kwamen stelde Paul mijn warm water nog altijd in vraag. Natuurlijk had
ik dat goed gehoord! Jaja, wárm water verdorie! Maar wanneer heeft Florent dat
dan gezegd? Ik heb er toch altijd bijgestaan?... Ja, dan zult gij weer niet
goed geluisterd hebben, hij heeft nadrukkelijk wárm water gezegd. Maar ik
heb hem horen zeggen : Quand ils sont plantées vous les donnerez deux seaux
deau, echt waar! Nee, hij heeft gezegd : chaud! Maar nee, hij zei seaux,
deux seaux, twee emmers dus. Tja, nu stonden we daar alledrie te twijfelen.
We besloten ons zelf dan nog maar wat belachelijker te maken en op te bellen om
te vragen of het nu deux seaux deau waren of deux seaux deau chaude.
Gelukkig nam er niemand op.
Uiteindelijk zag ik ook wel in dat warm water niet
veel uit zou halen want dat het toch koud zou zijn tegen dat de tijd dat het
tot de wortels zou doorgesijpeld zijn, en werd besloten gewoon koud water te gebruiken.
Tja, zo ben ik nu eenmaal, als iemand met kennis van zaken mij iets wil leren
dan wil ik dat ook ter harte nemen, dus als die mens mij nu had gezegd dat ik
ze na het planten een fles champagne moest geven dan had ik dat waarschijnlijk
ook gedaan. Misschien had ik er zelfs nog een schotel kaviaar als meststof bijgezet
als me dat opgedragen had geweest.
Wat we in onze tuinbouwkundige manie even vergeten
waren was dat we ook nog aannemers zijn en niet alleen boeren, en dat de
aanhangwagen nog vol palen en draad en ijzer zat van ons boodschappentochtje
van gisteren. En de buurman had de wagen dringend nodig om hout te gaan halen Als
prettige graafonderbreking laadden we dus met zijn drieën even een kleine ton bouwmateriaal
uit. Paul besloot dat het nu wel tijd was om op adem te komen en in de zon een
thee met een koekje te gaan drinken alvorens terug aan de boomplanterij te
beginnen. Maar ik zag de zon stilaan zakken
Met verse moed en een potje joghurt toog ik terug
naar mijn plantage. Ik begreep de woorden van Florent hoe langer hoe beter. Op
de duur zat ik verbeten op mijn knieën met mijn blote handen in de klei te
wroeten als een zwijn op zoek naar truffels. De aarde is hier net als de
plasticine waar we als kind mee speelden. Mijn volume groeide en groeide, ik
plakte aan alle kanten, maar er was een wedstrijd tegen de tijd begonnen en ik
wou ze proberen te winnen. Op de duur werd ik al zo slim om mijn kuilen aan te
vullen met aarde van enkele molshopen, die aarde was al fijn gezeefd er zaten
geen brokken of stenen in en ik had ze maar voor het oprapen. Maar ja, wat zijn
enkele molshoopjes aarde als ge acht putten van een halve kubieke meter moet
vullen?...
Paul kwam terug van zijn theepauze en wou en zou dan
ineens per se een tuinslang aankoppelen om mijn emmers water te vullen, maar hij
vond geen zinnige niet-lekkende koppelstukken, en verloor zo wel een half uur
tijd. Ondertussen wroette ik verder en mijn Kempense ziel langs vaderskant kwam
boven. Ik vond het heerlijk! Mijn pa had altijd in alle vroegte zijn grote
groententuin verzorgd alvorens om 8 uur naar zijn fabriek te trekken, en hier
zat ik nu zelf, te dabben als een konijn in smakelijke, superbe, vette grond.
Ik, die in mijn hele leven hooguit wat bloembollen in mijn daktuin heb geplant
en wat bloempotten heb gevuld. Zelfs het enige dier waar ik heel mijn leven een
onwezenlijke angst voor heb gehad is hier bijna mijn vriend geworden : de pier.
Ik zal ze nog niet met vreugde vastpakken zoals ik met een spin doe, maar ik ga
er met mijn hand ook geen millimeter meer voor uit de weg. Het idee dat ik hier
met een gekraakte rug zat te werken aan onze kersen- en perziken- en perenoogsten
van de volgende jaren vervulde me met puur geluk Wat een ongelooflijke
gewaarwording! Het leven kan toch vreemde wendingen nemen.
Toen de duisternis viel, en we geen put meer uit een
bobbel konden onderscheiden, was onze vijfde boom geplant. De anderen hun
wortels werden besproeid en ze kregen onderdak in het zwembadhuisje. Florent had
gelijk gehad, bomen planten ís zwaar werk, zeker in deze grond waar dan ook nog
veel zwerfstenen in plakken.
In liet mijn moddervette botten op het bordes achter
en strompelde op kousenvoeten de kasteeltrap op, regelrecht naar de waskamer.
Mijn jeans had gewoon rechtop kunnen blijven staan van vettigheid, maar dat wou
ik hem geen hele nacht aandoen want hij zal ook wel moe geweest zijn. Dus ik
spoelde de pijpen en het zitvlak uit en stopte hem in de wasmachine.
Op de middag was ik aan de klus begonnen in mijn
nieuwe jeans en mijn beste schoenen, dus van die laatste moest ik ook nog de
vettige prut afplukken. Kleedkamer klaar of niet, vanavond maak ik de doos met
mijn werkkleding open want ik heb ze broodnodig.
Aangezien ook de vijgenbomen niet geplant waren moest
ik die ook nog gaan binnenhalen. Een boer zijn werk is nooit gedaan.
Uiteindelijk ploften we allebei kapot gewerkt op ons terras. Paul trillend van
moeheid en ik met een kompleet groggy hoofd maar wel heel gelukkig. Na even
bekomen te zijn trok Paul de keuken in en ging ik wat schrijven in de markies.
Vanmiddag waren de katten al eens naar de traphal ontsnapt, dus ik vond het een
goed moment om Mathurin de toestemming te geven mee naar de verdieping lager te
laten gaan om daar alles te gaan verkennen. Hij loopt het grootste risico om
van ons terras te ontsnappen dus kan hij maar beter het huis al goed kennen
zodat hij in noodgevallen zijn weg al wat kent. Hij vond het een heerlijk
avontuur. Toen ik boven ging eten volgde hij me braaf. Na het eten riep ik dat
hij weer mee naar beneden mocht en binnen de seconde stond hij overgelukkig voor
de trapdeur te trappelen. Cadfael wandelde net voorbij dus die nodigde ik ook
maar uit. Ze waren allebei zo blij als koningen nu er weer een nieuw stuk huis
ontdekt mocht worden. Ik sleepte dus een van de zakken kattezand van 15 kilo - die ik vanmiddag
moeizaam naar boven had gezeuld - opnieuw naar beneden, om ook hier twee
kattenbakken te plaatsen. Geef me zo nog enkele weken en mijn armen gaan van
apenlengte zijn.
Uiteindelijk vond ik daarnet toch mijn paswoord terug en herinnerde ik me weer hoe Image Shack werkte, toen bleken de foto's te groot en moest ik ze in Photo Shop gaan verkleinen... En toen wist ik weer waarom bloggen zijn charme had verloren. Die foto's opladen is toch zo'n gedoe...
Een foto van gisterenavond na wat snoeiwerk.
Vanmiddag in de tuin.
En ze hebben hier alle 7 een heel gezonde eetlust!
Tijdens deze reis hebben we al dikwijls terwijl we voorbij een huis vaarden, half als grapje, opgemerkt dit huis zou ik wel willen, nee, dit in geen geval, dit zou ook wel dik in orde zijn. Of ze nu te koop stonden of niet we gaven onze mening. Enkele dagen geleden zagen we aan de oever tussen Paraza en Robia een schitterend huis te koop staan waarvan we allebei zegden en dit zouden we zéker willen. Toen we er gisterenavond op de terugweg er weer langs vaarden leek het ons nog aanlokkelijker. We fotografeerden het telefoonnummer.
Vanochtend na het ontbijt belden we de eigenaars en we spraken af om half elf binnen te wippen, of beter aan te leggen.
We wilden ons netjes aankleden maar ik vond het toch beter eerst naar daar te varen en dan ons goede kleren aan te doen anders zouden die al bezweet zijn. We legden aan, ik in mijn vuile shorts en bikini bovenstuk, Paul in zijn t-shirt over zijn onderbroek. En tijdens onze drukke aanmeerbezigheden stond tot onze grote ontzetting de bejaarde eigenaresse ons al boven aan de berm op te wachten. En wij, door een mix van gène en haast, maar sukkelen met het aanleggen. Ik trok snel binnen mijn fatsoenlijk lang kleed aan, sprong van boord en bleef direkt met mijn rok in de stekelstruiken hangen. Paul dook in zijn zwarte jeans en trok een wit hemd aan terwijl ik in de pinnekes hing We controleerde onze touwen en beklommen het steile trapje naar de tuin. Kortom, den entrée was alles.
Een française, die er in de zestig uitzag, maar achteraf 80 bleek, verwelkomde ons. Een zeer gedistingueerde maar lieve dame. Ze vertelde dat haar man een hartaanval had gekregen en niet meer kon lopen en dat hij ook geestelijk verward was, dat ze voor die redenen hun eigendom verkochten. We werden door het prachtige domein rond de villa geleid, eerst kregen we de boomgaard te zien, met perzik-, abricozen-, appel-, peren-, amandel-, vijgen- en nog vele andere fruitbomen. Het leek wel het aards paradijs. Een paradijs dat dan nog automatisch besproeid werd door water van het canal.
Achter elke hoek van het huis bleek nog een klein apart tuintje, er bevonden zich ook nog drie houten chalets. Op de heuvel voor het huis lag een overdekbaar zwembad en daarachter een overdekt terras met ingebouwde barbecue. De villa zelf was in een mediteraanse stijl gebouwd, kleine vensters met houten luiken om de warmte buiten te houden. Via een kleine donkere keuken kwamen door een deur met geslepen glas in een living met zitkuil en mezzanine waar haar echtgenoot in een rolstoel zat. De kamer was ingericht met meubelen die in een paleisje thuis hoorden. Op de benedenverdieping zagen we nog een badkamer en slaapkamer en daarachter lag een dubbele garage die omgebouwd was tot studio waar haar 99- jarige vader gewoond had. In een gang was nog een extra toilet met douche en in de ruime kelder stond de zwembadapparatuur te snorren. Centraal in het huis lag de, alweer duistere, traphal die werd gedomineerd door een mooie brede houten trap die naar de mezzanine en twee kleine slaapkamers leidde. Het huis had ontelbare ingangen, die telkens op andere stukjes groen uitgaven. Rechts van het perceel lag een wildernis waar niet mocht gebouwd worden omdat het Canal du Midi een door het UNESCO beschermde site is, achter het huis begon een steile helling. Aan de linkerkant lag nog één villa en voor de rest zagen we niets dan wijngaarden.
Ik vroeg me af waar de bewoonde wereld begon en de dame nam ons mee langs de oprit naast de twee huizen die pas na drie kilometer op een echte baan uitkwam. Nog enkele kilometers verderop, net achter het kasteel van Paraza begon pas het dorpscentrum.
Het huis was mooi, zij het wel heel ouderwets van inrichting, maar de zuidwest oriëntering, de ligging, de tuin en het uitzicht op het kanaal, en aan de andere oever de wijnvelden met daarachter een zicht op de Pyreneeën en Andorra, was ronduit uniek.
Vannacht had ik naar mijn fotos zitten kijken die ik van op het water van de villa had genomen en de prijs op 500.000 euro geschat. Toen ik er binnenkwam, de automatische afdekking van het zwembad, de sproeiinrichting en de breedte van het terrein zag deed ik er in gedachten almaar 50.000 euro bij. Na de rondleiding vroeg ik de prijs en ik had de nagel op de kop geslagen. De vraagprijs was 530.000 euro plus notariskosten.
We kregen nog de plannen te zien van toen ze het huis gebouwd hadden, de mensen hadden werkelijk alle facturen bij gehouden. Hun boekhouding was even keurig in orde als hun huis. Na bijna drie uur namen we afscheid en meerden aan in het dorpje Paraza om dat eens rustig te gaan bekijken. Allemaal nauwe straatjes met twee kastelen en een kerkje. Het leek wel alsof iedereen dood was, pas na 10 minuten wandelen zagen we drie vrolijke Fransen op een bankje zitten. We vroegen of er ergens internetaansluiting was maar daar deden ze in dit dorp nog niet aan mee. Iets verder zagen we de enorme machines die voor de wijnoogst gebruikt worden en raakten we met de wijnboeren in gesprek. Ze kenden allemaal het huis en vonden de ligging uniek omdat er nooit meer in die buurt kon bijgebouwd worden terwijl in de rest van de omgeving elk vierkante metertje verkaveld wordt. De mensen waren vrolijk en vriendelijk. Zij stelden ons voor om eens met andere Belgen te gaan praten die hier woonden. Ze wezen ons de weg, de heuvel op en al snel stonden we bij Dirk en Mireille aan de poort waar we met een eigen gemaakt fruitsapje verwelkomd werden. Ze woonden al zes jaar in een hypermodern huis in Parazas op de top van de heuvel met een uitzicht op de oude dorpskern. Ze leken me rond de 45 en de 55 jaar oud maar bleken 63 en 71 Het leek wel of iedereen er hier 15 jaar jonger uit ziet dan hij is. Zo te zien een gezonde plek. Met vanzelfsprekend ook nadelen.
Op die zes jaar waren er bij hen 1 keer hun nieuwe fietsen gestolen en was er 1 keer ingebroken. De prijzen van werkmensen waren veel hoger voor vreemdelingen dan voor de inboorlingen, en in het dorp bleken er drie clans te bestaan, waartussen wat diplomatiek schipperen nodig was. Desalniettemin wilden ze er nooit meer weg, ze hadden al hun bezittingen in België verkocht. In het dorp woonden 16 nationaliteiten en ze hadden een socio-culturele vereninging opgericht samen met authentieke bewoners. Het viel me wel op dat elke huis een alarm-installatie had.
Het meest vervelende aspect was dat het enige huis naast dat van de mooie villa net verkocht bleek aan een Duitser. Met de gekke naam Von Schwanevlügel, die Paul de rest van de dag Von Schweinevlügel genoemd heeft. (En dan nog niet voor de grap, s avonds bleek dat hij die naam gewoon verkeerd verstaan had ) Het moet een nogal eigenaardig personage zijn, dat al lang in het dorp woont, maar waar niemand echt contact mee heeft. Het is niet duidelijk of hij zelf in zijn pas gekochte huis gaat wonen of dat hij er vakantiewoning om te verhuren van gaat maken.
Als ge zo afgelegen gaat wonen wilt ge natuurlijk wel weten wie uw buren zijn. Ik zou het niet prettig vinden moest het een huurwoning worden waar elke twee weken onbekende mensen komen vakantie vieren en dat het buurhuis daarna heel de winter zou leeg staan en we daar helemaal alleen zouden zitten.
Ondertussen hadden we ook al contact opgenomen met Jacqueline en Gilles, zodat zij het huis eens op internet konden bekijken. Maar daar was net een huiselijke crisis aan de gang zodat zij zelf net besloten hadden hun zalige bed and breakfast in Générac te verkopen. Ik hoop dat ze nog van idee veranderen want dat zou toch zonde zijn. Ik ga er zo graag overnachten.
Ze bekeken het huis op het internet en vondr, de prijs voor die unieke ligging ook zeer redelijk.
Vanavond belde ik mijn jeugdvriend, die al honderden huizen in frankrijk gerestaureerd en verkocht had op, om zijn mening eens te horen. We hadden mekaar alweer in een tiental jaren niet gezien dus er was heel wat te vertellen. Hij bleek net een oud kasteel verbouwd te hebben en aan een groot project van een hondertal nieuwbouwhuizen te willen beginnen. Hij zou graag een groot gezondheidscentrum maken waar mensen kunnen komen kuren, en waar de nieuw gebouwde huizen kunnen verkocht worden aan mensen die graag in een service-villa wonen.
Toen hij hoorde over mijn hyper-acusis vroeg hij om direct langs te komen, hij zou zijn beste therapeuten optrommelen, want hij wou eerst proberen mij te laten genezen Ik zei dat ik al zo ongeveer alles geprobeerd had, maar och, eentje meer, baat het niet dan schaadt het niet. Alleszins we zouden er een rustige optrekje krijgen in zijn kasteel en dat kan ook wel best een grappig zijn. Die buurt is trouwens ook erg mooi, we zijn er 15 jaar geleden al eens met hem doorgereden. De natuur is er wild en betoverend.
Hij had het huis aan het canal in Paraza, dat we op het oog hadden, ondertussen ook al op internet bekeken, ik kreeg een volledige beschrijving van hoe het huis in mekaar stak en van alle gebruikte materialen, en hij noemde direct de twee grote nadelen van deze streek : de waanzinnige mistralwind die mensen gek kan maken, en dat de streek bekend is voor zijn banditisme omdat ze zo dicht bij de Spaanse grens ligt. Tja, de mistral hadden we vorig jaar in de buurt van Nîmes en Avignon uitgebreid meegemaakt (een verschrikking voor mijn oren) en dat Narbonne een misdadigersnest is dat wist ik al 30 jaar, van toen ik hier voor t eerst kwam.
We hebben onze plannen dan maar veranderd en in plaats van morgen aan de Katharenroute te beginnen gaan we een paar honderd kilometer naar boven rijden om mijn oude kameraad te bezoeken.
Misschien moeten we ook wel vroeger terug naar huis want ik hoorde net van mijn trouwe poespasser dat Phineas zijn zweer aan zijn staart terug is opengebarsten
Terwijl ik typte maakt Paul de boot aan kant zodat we morgen alle bagage onmiddellijk in de auto kunnen proppen en letterlijk schoon schip maken. Wat dat is iets dat ge zelf moet doen als ge bij Nichols huurt : uw boot kuisen
Al bij al hebben we vandaag weinig afstand afgelegd maar was het toch een heel bewogen dag.
Het idee om het leven niet op te geven vanwege mijn hyper-acusis, maar een heel nieuw leven in de natuur te beginnen, is iets wat pas vanmorgen in ons opkwam en wat toch nog even zal moeten bezinken denk ik. Ik ziet het me nog niet zo direct doen. Maar het is wel een plezante gedachten-oefening.
Maandag 12 september 2011, net achter de bocht van Paraza.
12. Debiel zonder flash.
De nacht was vol muggen geweest, de dag zou vol zon worden. En we begonnen er aan met een sappige goudgele meloen. De laatste reeks sluizen van onze reis lag voor de boeg. Paul besloot nog wat fotos van mij te maken voor het vertrek.
Hij snapt de ballen van de menus van de Nikon, dus hebben we voor de ikoontjes synoniemen bedacht. De portretstand (ikoon : dame met hoed) noemen we nen hond met een hoed op. De automatische stand (een groen camera-ikoon) heet bij ons debiel. Bij het fotograferen in die automatische stand ging de flitser telkens ongewenst af. Ik zei draai hem één standje terug, en Paul keek naar het ikoon (een doorstreept flits-ikoon), en repliceerde : Aaaah, ge bedoelt debiel zonder flash! Ik lag plat vant lachen
Als eerste kwam de sluis van Jouarres waar we bij de lieve sluizenier nog wat beschilderde stenen kochten en er één van zijn eigen rollen wc-papier bovenop kregen omdat we totaal zonder zaten.
Hij verkocht ook enkele oude postkaartjes, onder andere eentje van Narbonne, waar honderden vrouwen in het begin van vorige eeuw hun was zaten te doen aan de oever van de rivier. De ene naast de andere. Destijds kunnen de rivieren ook niet erg proper geweest zijn Al de rioleringen kwamen er in uit, de mensen wasten daar dan nog hun kleren in En dat allemaal in deze hitte
Ik ben al dagen op zoek naar de Aude, die hier vlak naast zou lopen, en eindelijk dacht ik hem gevonden te hebben. Ik stapte van boord en trok het binnenland in waar ik meende een sluis te zien. Even vergetend dat de Aude, gesteld dat ze dan toch zou bestaan, wel aan de andere kant van het Canal zou moeten liggen. Ik kwam uit op het meer van Jouarres. Weer geen Aude dus. Er zal deze reis beslist geen ode aan de Aude geschreven worden.
Op de middag legden we aan in Homps waar een vriendelijke fransman, toen we hem de weg vroegen, ons meteen een lift gaf naar een supermarkt. Paul had plots zin gekregen in een baguette. Vandaar. Maar tot ons groot plezier verkochten ze er gebraden kippen. We kochten de kleinste, die in vergelijking met wat wij in België gewoon zijn toch nog meer op een kleine kalkoen leek dan op een kip. Naast de winkel stond een container waar een Dienst voor Toerisme gevestigd was. Ocharme die madame, die moet zich in de zomer ook beslist een gegrilde kip voelen. We vonden er heel interessante documentatie over de route langs de Katharen-kastelen.
Terug richting kanaal wandelend kwamen we langs enkele mannen die platanen en andere bomen aan het verzagen waren. Het was dus al zover Ze gaan er echt aan, die prachtige machtige bomen
Op het kerkhofje groeiden amandel- en olijfbomen. Paul plukte een olijf en kwam tot de constatatie dat die smaak niks maar dan ook niks met die uit ons potteke te maken heeft. Wat zou er met olijven gebeuren tussen het plukken en het in het potteke steken?...
In het enige winkeltje dat we tegenkwamen kocht ik een kado voor mijn privé kok van Oud Sluys : een ovenwant en een handdoek in de vorm van een reuzekrekel. Voor mezelf koos ik een kleine stenen krekel met als opschrift : Écoute le chant du Soleil. Net wat ik me altijd voorstel als ik de duizenden krekels in mijn eigen kop hoor zingen.
Het bezoek aan Homps had wat teveel van mijn oren gevraagd. Het leek een heel slaperig dorpje, maar de druivenoogst is bezig en er rijden enorm lawaaierige machines rond.
Voor de sluis van Homps besloten we rustig onze baguette te eten terwijl de sluiswachter zijn potje kookte. Na de maaltijd heb ik een uurtje coma-zonnen op ons dak gedaan. Ik zou de Franse gewoonte van de siësta snel gewoon kunnen worden. En ik heb weeral iets bijgeleerd. Als ik vroeger veel in de zon zat werd mijn haar steeds lichter en lichter, terug naar mijn kleuterblond. Maar grijs haar wordt dus niet terug goud. Weeral een droom die niet meer moet gedroomd worden. Voor Paul werd het veel te heet, dus besloten we de sluis door te varen zo rap ze weer open ging. Het is echt opvallend dat de meeste sluizeniers die hier wonen hier zo gelukkig zijn, en echt dol op de streek. De meesten komen van andere delen van Frankrijk en vinden het hier, met zijn 300 dagen zon per jaar, de hemel op aarde. De wind nemen ze er graag bij.
In de sluis van Homps lag een Engelse boot voor ons, een vrouw van mijn leeftijd werkte met de touwen van haar achtersteven, en ik deed het touwwerk op mijn boeg. We stonden dus tijdens het versassen gezellig te kletsen. De drie man op haar voorplecht zouden alles wel goed in het oog houden. Niet dus. Plots gilde de dikke sluiswachteres. Aan haar kreet te horen was er een probleempje. En inderdaad, de boot van de Engelsen was met zijn rubberen stootrand op de bovenkant van de sluismuur blijven liggen, de voorzijde van het schip zweefde dus boven het water. De Engelsmannen gaven een duw tegen de muur en hun boot kwam met een klap op het water terecht. Mijn compagnon de route trok er zich niks van aan. Ze reageerde heel cool met een Shit happens. Ze vertelde dat ze deze reis nog een boot had zien hangen en dat haar man vroeger met zijn kinderen ging varen en dat die hun boot eens op de wal aan een klamp hadden vastgeknoopt. Het water zakte, het kind kreeg de knoop niet los, pa stond machteloos naar boven te kijken en plots knapte de klamp met de koord van de rand. Het ophangen van boten gebeurt hier blijkbaar meer dan regelmatig. Logisch ook, als iedereen zo maar een boot kan huren zonder een zinnige uitleg te krijgen of les te moeten volgen. In mei, in de Elzas, hebben wij ook maar een minimale uitleg gekregen en we moesten onze plan maar trekken. Ben ik blij dat wij daar onze eerste vaarervaring opgedaan hebben en niet direct in dit gekkenhuis van vier boten in ovale sluizen terecht gekomen zijn.
In Pechlaurier zijn we dan eindelijk de berg gaan beklimmen om het panorama te bekijken. Hier is het heel duidelijk hoe het canal langs de natuurlijke hindernissen zoals bergen en rivieren geleid is. Het kronkelt als een dronken slang door het landschap. Op het einde van een kort recht stuk boog het zich rond het kasteel van Argens-Minervois en verdween in het landschap. Van boven konden we ook het gesukkel in de sluis zien. Een koppel dat net begonnen was en de tweede sluis van hun leven voorgeschoteld kreeg Op zon moment twijfelt men tussen schateren en huilen van medelijden.
Met pijn in het hart namen we onze allerlaatste sluis, Argens. We lagen er heel relax in. Heel vreemd. De sluiswachter boog zich gezellig over de sluismuur om het babbeltje voort te zetten. Alweer een man die verliefd is op zijn streek.
In Roubia sloegen we onze touwen rond enkele platanen en gingen wandelen in het dorpje, cirkelvormig aangelegd rond een eeuwenoude kerk. Ook hier waren boeren druiven aan het verwerken. Maar het was er wel stil. Iedereen lijkt hier altijd te slapen achter zijn gesloten luiken. Op een caféterras zaten twee mensen, op een bank zagen we nog iemand zitten, en buiten enkele spelende kinderen zagen we geen kip.
De kerk was fascinerend. Tenminste wanneer we eindelijk iets begonnen te zien want het was er stikdonker (toch alleszins tot ik de lichtknop vond bij het buitengaan )
In het plafond zaten kleurige glasramen ingewerkt. Iets wat ik nog nooit gezien had. Het zou een schitterend effect geven als ze niet zo vuil waren geweest. Door de kleinere, smalle brandglasramen in de wanden schilderde de zon in duizend kleurtjes een tekening op de grauwe muren. We konden zelfs tot op het hoogzaal. Geweldig om de geschilderde ramen van op zon korte afstand te kunnen fotograferen. Ge kunt er heel speciale effecten mee bereiken. Normaal kunt ge zon glas nooit van dichtbij zien, dus hier waren toch al weer mensen aan aan t peuteren en krabbelen geweest. Zonde. Letterlijk en figuurlijk.
Ik ben duidelijk lang niet meer naar de kerk geweest want de tarieven van het stoeltjesgeld hingen hier aan de muur en dat bleek ondertussen 2 euro te zijn. In mijn jeugd was dat 1 frank
Paul was vandaag duidelijk in zijn fotograaf-modus want hij pakte de Nikon en ging nog eens te keer met zijn debiel-zonder-flash-stand. En het leverde een paar heel mooie fotos van mij en Irma op. Allebei bruin. Ik van de zon, Irma van t stof.
De oude olijfmolenpers lag ver buiten het dorp, dus dat vergaten we maar, die zou toch al gesloten zijn. We waren moe en wandelden terug naar onze Olonzac om een mooie slaapplek te gaan zoeken.
We vaarden langs gouden bomen, zilveren wuivende rietpluimen over een smaragdgroen kanaal. De natuur is hier een juweelkistje.
Net achter Paraza zochten we een makkelijk stukje oever om aan te meren voor de nacht. We kozen voor 1 boom en 1 piket, en dat werd dan onze woonplaats voor deze nacht. Onze touwen waren nog niet vastgeknoopt of er kwamen al drie koppels eenden aangezwommen. Bedelend voor wat van de tafel zou vallen
Aan de ene kant hadden we uitzicht op wijnvelden en een dorpje waarvan het kerkje om het uur zachtjes klingelde, achter de andere oever lag een soort wildernis. Vanuit de volgende bocht in de rivier hoorden we heel de avond gitaren en gezang, waarschijnlijk van de boot van de Chinezen die we s namiddags hadden zien liggen. Aangezien het akoestische muziek was en geen boenke-boenke gedreun was het niet storend. Onder de volle maan verorberden we onze kip met gebakken patatjes en sla. En zagen dat het goed was.
O-oh...Ik heb mijn blog in geen weken bekeken en ik wist helemaal niet dat dit fotoalbum ging verschijnen. Ik had het in een vorig leven voorgeprogrammeerd, ik was het totaal vergeten... Ik begrijp nog altijd niet dat er hier nog lezers komen... Maar... zoveel trouw moet beloond worden!
Bedankt voor jullie lieve reacties en mooie wensen ik wens jullie ook een héél fijn, gezond en gelukkig jaar. Ik heb ook enkele berichten op mijn gsm aangekregen maar ik kan zelf nog niets terug sms-en omdat mijn telefoon hier nog niet werkt... Sorry hiervoor.
Ik ben ontzettend ontroerd dat jullie mijn blog zijn blijven opzoeken. Het spijt me dat ik jullie verwaarloosd heb, maar ik was eigenlijk niet meer van plan om nog te bloggen. Maar aangezien sommige mensen toch wel een beetje verknocht blijken aan mijn schrijfseltjes heb ik besloten door te gaan.
Ik heb inderdaad, zoals ge al vermoedde, in mijn nieuwe leven al aardig wat geschreven. Ik denk zo een 180 bladzijden... Een nieuw leven beginnen in een vreemd land is een heel avontuur, het maakt veel emoties los en dompelt u in waanzinnige toestanden. Mijn dagboekverhalen zijn dus heel persoonlijk. En vanzelfsprekend hilarisch. Ik wil ze niet graag "zomaar op het internet gooien", maar ik zou ze wel willen delen met mijn héél trouwe lezerskring. Mijn huis is nogal een "speciaal beestje" en een beetje gekend in de streek, dus ik wil ook niet dat zomaar elke internetter te weten komt waar ik woon. Ik heb niet voor niets een plek op het einde van de wereld gewenst, en gevonden, om er in alle stilte een nieuw leven te kunnen beginnen. Ik zoek voor dit probleempje nog een oplossing, want ik ben er zeker van dat jullie mee gaan genieten van mijn knotsgekke avonturen en mijn kompleet waanzinnig huis. Ik weet nog niet hoe ik het ga oplossen, maar ik vind er wel iets op.
Eerst maak ik het reisverhaal van het Canal du Midi af omdat daar de kiem ligt van mijn totaal, maar dan ook totáál, onverwachte verhuis naar Frankrijk. Tegen dat alle hoofdstukken van dit reisverhaal gepubliceerd zijn zal ik wel een manier gevonden hebben om mijn dagboek met mijn vaste, trouwe lezers te delen. Momenteel is alles een beetje vrolijke chaos, dat kan ook niet anders als ge rond half september uw huis voor de allereerste keer ziet en er half november al hals over kop in trekt omdat ge er stapelverliefd op bent. Een verhuis zonder meubelen, met alleen het hoognodige en vanzelfsprekend de 7 poezen.
Dus hier gaan we weer!
Hieronder het verhaal dat bij het onverwacht gepubliceerde album hoorde.
Overmorgen plaats ik hoofdstuk 12, en de dag daarna het bijhorende album. Vannacht nog heb ik de foto's samen geraapt maar ik moet er nog ondertitels bij schrijven. Veel lees- en kijkplezier en bedankt voor jullie - voor mij nog steeds niet te bevatten - trouw, waar ik oprecht blij en dankbaar voor ben.
Zondag 11 september 2011.
Tussen La Redorte en de sluis van Jouarrès.
11. Pinball Wizards.
Zoals afgesproken vertrokken we zonder ontbijt naar Carcassonne. In peis en vree vaarden we na het ontwaken naar het grote bassin in het midden van de stad. De stad was stil. Een heerlijke, slaperige zondagochtend. Geen verkeer, geen treinen, dus geen oordoppen. We knabbelden rustig aan onze verse vijgjes, gisteravond geplukt.
De sluis was dicht en we moesten even wachten in het midden van het bassin van de jachthaven. Een grote cirkel waarrond de echt sjieke boten aan de kade liggen. Paul zat aan het roer. Plots kreeg de wind vat op ons, en aangezien wij geen zijmotoren hebben om bij te sturen liet Paul de boot kalm zijn eigenwijze rondje draaien. Ge kunt niet midden in een jachthaven uw motor gaan aanzetten. Aanleggen mag ook niet. Dus we hadden geen keuze. Ik zag ons heel traag naar een sjiek zwart jacht afdrijven, dus ik sprong snel naar de boord om ons met mijn handen af te duwen. We raakten mekaars botsballonnen (waar die ook voor ontworpen zijn), en ik duwde met mijn hand tegen zijn boord onze badkuip terug af.
Toen we al terug in het midden van de kom lagen komt die vent vanonder uit zijn kajuit en begint ons in bekakt Engels uit te schelden! Of we dat met onze auto soms ook doen? Hé?! Waarop ik vriendelijk terug riep : Sorry Sir, but we drifted by accident to your side because of the wind. Ik kreeg nog wat gescheld naar mijn hoofd, onder andere : You touched MY property!This boat is my PROPERTY! en toen was voor mij de maat vol, vanuit het midden van de sjieke jachthaven, pal in Carcassonne centrum, zette ik mijn keel open, de volgende historische woorden galmden door de soezende stad : Fuck you!!! Buy yourself a penis instead of a boat! Geen woord steeg nog op uit het bassin, geen bemanningslid van welke boot ook ademde nog. Na nog een welgemeende Fuck you! (ja, ik kan het niet laten, ik hou van afwerking) verdween de man snel terug naar beneden. Ik had graag mijn tekst nog eens in het Frans ook laten schallen, maar daarvoor is mijn taalbeheersing niet goed genoeg. Gelukkig lagen er genoeg Engelsen die hadden kunnen meegenieten want in de sluis sprak een man ons direct met kurkdroge engelse humor aan : Well, ... that chap wasnt really happy.
Het fijne aan zon opmerking over boten, lengtes, en penissen is dat ze die met zich mee moeten dragen. Alleen. Want mannen kunnen die niet aan hun vriendjes vertellen zonder zichzelf belachelijk te maken.
Als dat ventje nu nog meer van zijn tak had gemaakt dan had ik beslist mijn enterhaak ter hand genomen en was daar mee op hem afgezeild. Ik denk dat minstens één van mijn voorvaderen toch een kaper moet geweest zijn. Zo eentje die vloekt en kettert, maar dol is op de papegaai op zijn schouder. En de voorliefde voor sjaals heb ik ook al, dus die kan ik in t vervolg misschien ineens beter rond mijn kop binden, met zon knoopje aan de zijkant. Ik mankeer alleen nog het ooglapje. Maar misschien maken mijn oordoppen dat wel goed.
De sluis in het centrum was, eens we er in lagen, een makkie. Ik doorstond zelfs heel Carcassonne zonder oordoppen. Natuurlijk, vorige keer dat we hier waren was het vrijdagavond en spitsuur. Dat zal er ook wel wat mee te maken hebben. Of de adrenaline van mijn boze bui
Met veel gefoefel geraakten we met vier boten in de volgende sluis, de sluizenier trachtte zes Engelsen in hun enorme brede huurboot aan het verstand te brengen dat ze in de volgende driedubbele sluis van Fresquel onze boot vooraan in de sluis moesten laten aanleggen, zodat naast ons nog een medium formaat kon en naast zijn dik geval nog een kleinere boot. Maar ze snapten het niet. Na de sluis stak hij ons gewoon vrolijk zwaaiend voorbij en begreep niet dat we op die manier het volgende uur niets dan gewring en tijdverlies zouden meemaken. Aan deze sluizen naast de baan kan ik niet zonder mijn doppen beginnen, dus kon ik het ook niet gaan uitleggen. Die man was een perfecte stuurman (weliswaar niet moeilijk als ge twee extra zijmotoren hebt), maar waarom had die nu weer totaal geen ruimtelijk inzicht? Met een beetje doorzicht is vier boten van verschillende vormen en maten in een sluis planten zo eenvoudig als een tangrampuzzel van vier stukken in mekaar leggen.
En inderdaad, in Fresquel ging hij er als eerste in, maar och, ik zou me er wel achter leggen. Tot er een nog grotere, en langere, boot in zicht kwam die ook in de sluis moest. Nu begonnen de problemen pas goed. Op dat schip zat zes man, en die konden goed overweg met hun bakbeest. Ik had ze ervoor al eens geholpen met aanleggen, dus één van die mannen kwam ons een handje toesteken met de touwen. Maar daarvoor moest ik mijn kasteeltje wel eerst op zijn plaats krijgen zonder de Engelsen te rammen. Eigenlijk zijn wij gewoon veel te braaf want gisteravond vertelde een sluiswachter ons nog dat er in het hoogseizoen veel huurboten zijn met dronken bestuurders die hun boot als een pingpongballetje van sluismuur tegen poort tegen sluismuur en nog eens tegen de poort laten botsen, en dat allemaal al gierend van het lachen.
De behulpzame Fransman zei dat het haast onmogelijk was dit traject af te leggen met twee personen, hij beweerde al last te hebben als er maar drie mannen hielpen. Tja, aan hun vrouwen hadden ze niet veel hulp, want die stapten achteloos de meerpalen voorbij (in plaats van even een touw aan te pakken) en gingen met een piepklein fotoapparaatje fotokes maken alsof er totaal geen werk aan de winkel was.
Na de toch wel zware karwei en de stress van het versluizen was ik doodmoe. Paul was ondertussen ook al lichtjes gewond geraakt aan een been - op net dezelfde plek als ik, we blijken dus toch zusterzielen - dus die verdween naar ons hospitaaltje beneden. Ik zat alleen aan het stuur net op een prachtig traject. Als ge als eerste vaart is het water rimpelloos en zijn er prachtige fotos van weerspiegelingen te nemen. Maar de Fransen hun boot was sneller dus ik besloot mijn plan maar op te geven en dicht tegen de oever te gaan varen om hen te laten passeren. Toen kwam er vanachter één van de duizend bochten van het Canal een tegenligger en moest ik mijn koers weer wijzigen. Wat ik iets te bruusk deed, zodat ik Paul al vloekend van de WC hoorde vallen
Kortom, ik vaarde nog altijd als eerste, zij het enigszins zigzaggend, maar mijn echtgenoot was terug op post en ik kon alsnog mijn fotoreeks maken. Ik doopte ze de Feeëndreef. Zo mooi is de weerspiegeling van de gelijkmatige stammen op nog maagdelijk vlak water. Op de achtergrond dan nog een bruggetje en een torentje. Mijn beloning was navenant het voorafgaande gesukkel.
Achter Trèbes, in Millegrand, legden we doodmoe op de eerste zonnige plek aan om wat te bekomen. Dat is natuurlijk het voordeel van stroken waar de platanen al weg zijn. Daar hebt ge zon Ik plofte me boven op ons dak en viel in een soort coma. Na nog geen minuut gilde Paul dat zijn piket losgekomen was, en we lagen ineens dwars over het kanaal. Hij had het gemerkt toen hij vriendelijk naar een voorbijkomende boot zwaaide en hij kon blijven zwaaien. Het leek alsof het schip niet verder vaarde. Natuurlijk niet, wij draaiden gewoon mee Dus maar terug in gang geschoten om de zaken, letterlijk, weer recht te zetten. Uiteindelijk kwam mijn zonneklopke er toch nog van, zij het onder een flauw waterzonnetje. Het was windstil, laf eigenlijk, maar daar was ik me al niet meer van bewust zo snel mijn kop mijn kussen raakte..
Na mijn weldoend katzwijmtje riep Paul me aan tafel. Hij had op het achterterras een uitgebreide brunch klaargezet. Boterhammen met echt vanalles. Iets eten zou me goed doen, want we waren nog altijd maar op die paar ontbijt-vijgen aan t leven. Vanaf Carcassonne was alles er dan ook zo hectisch aan toe gegaan.
Rond drie uur waren we terug ongeveer op onze positieven, en zetten we ons terug aan t stuur. Lang zouden we niet op onze positieven blijven.
In Marseillette zat ik aan het stuur en deed Paul het trossenwerk. Hij stond op de kade, reikte naar een touw dat over bakboord hing, boog teveel naar voor, gleed weg maar viel niet in de sluis omdat zijn voet bleef haken achter het ijzeren sluisladdertje. Hij kwam in limbo in een horizontale positie tussen wal en schip te hangen met zijn onderbeen tussen twee sporten van de ladder geklemd. Ik kwam als een razende aangespurt van mijn bovendek om de boot dichter bij de muur te trekken, en mijn echtgenoot uit zijn toch wel penibele situatie te verlossen. Buiten wat bloed en binnenkort veel blauwe plekken was er wonderwel niets aan de hand. Ik ben er zeker van dat als dat een van mijn tengere knoken zou overkomen zijn, ze gebroken had geweest.
In de drie sluizen van Fonfile ging het er tof aan toe. We hadden nu drie boten met toffe mensen als compagnons en we kenden mekaar al stilaan. Allemaal senioren, wij waren de jongsten. Het was een internationaal gezelschap : Britten, Nieuw-Zeelanders en Canadezen. De boten hadden allemaal 4 of 6 man aan boord. De sfeer werd snel heel plezant en iedereen hielp iedereen. De iets oudere mensen waren blij dat ik hun touwen aanpakte, dat ze niet telkens zelf razendsnel van hun boot moesten springen. Met een van de Nieuw-Zeelanders was ik ondertussen zo verbroederd dat we maar bleven tetteren op de wal terwijl we vergaten dat de boten onder ons in de sluis wegzakten. Net op tijd realiseerden we ons dat we snel naar beneden moesten springen om ons eigen schip niet te missen. Uw touw vasthouden kunt ge evengoed van op uw boot.
In de dubbele sluis van Saint-Martin speelde zich hetzelfde scenario af, maar dan nog iets erger. Weer vergaten we door ons gebabbel aan boord te springen. Gelukkig waren we allebei nogal lenig en was een sprongetje van een meter geen ramp. Maar Toen wij als eersten in de sluis arriveerden had ik snel mijn touw rond een meerpaaltje geslagen, een lus rond de klamp aan boord gelegd en daar eventjes een knoop in gelegd Ik wou de oudere mensen snel gaan helpen dus kon ik mijn touw niet vasthouden, vandaar even die knoop. Natuurlijk raakten de Nieuw-Zeelander en ik weer vinnig aan de praat op de kademuur, en moesten we weer op het laatste moment aan boord springen, en toen viel mijn oog op mijn knoop!! Godzijdank had ik die op een verstandige manier gelegd zodanig dat ik die met 1 ruk los kon trekken! Paul had niets gemerkt want die stond vooraan het touw te leiden en ondertussen met de Canadezen te praten. Ik trok mijn knoop los en klap zei de boot en landde terug op het water. Paul dacht dat het een lichte aardschok was. Ik had verdorie de grootste beginnersfout aller tijden gemaakt en mijn boot opgehangen!!! De Brit lachte zich een breuk. Ik heb toen in t Engels onze oude Vlaamse spreuk Klappen en breien gaan niet samen uitgelegd. We besloten dan maar niet meer te breien en alleen nog te babbelen. Op onze vergeetachtige leeftijd is dat het veiligste. Het ging er echt heel geestig aan toe. Behalve dat ondertussen de Nieuw-Zeelanders de twee schokbrekers van de Brit zijn boot op dusdanige manier geramd hadden dat de ene afgebroken was en de andere vertikaal hing
Het is ook echt een ramp om met vier boten in ovale sluizen te moeten gaan liggen als er wind staat. In de Elzas waren de sluizen eenvoudige rechte bakken. Ge vaarde er recht in en vaarde er recht uit. Hier zit ge enorm veel fijn bochtenwerk te maken om aan die halfronde kademuren aan te leggen. Alle boten klemmen zich tegen mekaar vast, en dan gebeurt het wel eens dat eentje een onderdeel van een andere te grazen neemt. Als ge rondkijkt hoe sommige boten er hier uit zien t Is triestig. De meesten hun rubberen stootranden vertonen alle kleuren, overal zijn er hoeken af (dat komt natuurlijk omdat die grote bakken niet meer de vorm van een boot hebben maar van een reuze badkuip), en de rompen staan vol krassen. De onze is gelukkig alleen nog maar slijkerig door de boot met mijn blote handen van glibberige kaaimuren weg te duwen. En, eerlijk is eerlijk, hij is nog maar drie maand oud
De Nieuw-Zeelanders waren de gelukkige bezitters van zijmotoren maar die hadden ondertussen de geest gegeven, maar dat maakte hen niet echt treurig want dat maakte het varen alleen maar avontuurlijker Dat is inderdaad zo, daar weten wij nu eens echt alles van.
De Brit vertelde me over hoe fijn het was om de kanalen in Engeland te bevaren. Hoe véél avontuurlijker dat was! De bootjes zijn in ijzer in plaats van in polyesther, er zijn geen roeren of stuurwielen maar helmstokken zoals in zeilboten, de kanalen zijn veel smaller, alle sassen moeten hoogspersoonlijk manueel opengedraaid worden, en de sluispoorten zelf opengeduwd. Ge moet goed oppassen dat ge op niets meer kracht zet dan uw eigen gewicht of ge krijgt een hefboomeffect en ge gaat finaal de mist in. Gekneld geraken tussen een ijzeren boot en een stenen sluismuur, het klinkt misschien wel avontuurlijk maar echt plezant lijkt het me toch niet. De Engelse kanalen verloren voor mij helemaal hun charme toen hij vertelde dat ze daar vaarden met dikke vesten en zelfs balaclavas (bivakmutsen) voor hun gezicht tegen de koude wind. Geef mij dan maar de Midi.
Aan de (alweer dubbele) sluis van Aiguille kwamen we met zijn vieren aan en er was geen sassenier. De sluis was dicht en bleef dicht. We lagen daar met zijn vieren achter mekaar te dobberen in de hoop dat de poorten zich zouden openen want de sluis was leeg maar er gebeurde juist niets. Op de duur moest iedereen de gekste manoevers gaan uitvoeren om midden in dat kanaal te blijven liggen, er was geen plek om aan te meren, of we hadden de omheining van de sassenier zijn tuin moeten slopen. Het leek wel het ballet van de radeloze bootjes. We riepen naar enkele toeristen of zij misschien een sluiswachter zagen. En ja, die kregen madam de sluiswachtster wakker.
Eens we allemaal terug met onze boegen weer richting sluis lagen ging alles vlot. Ik besloot om nu eens niet iedereen te gaan helpen maar eindelijk de sassenier zijn ijzeren kunstwerken te gaan bekijken waar ik op de heenweg geen tijd voor had gemaakt. Beeldjes van mensen en dieren vervaardigd uit oud ijzer, zoals fietskettingen, potten, tangen, De grote figuren zaten zo in mekaar dat ze konden bewegen. Een marionet danste, een kip wiebelde op en neer, een ander ventje plaste in een echte toiletpot, Het kraakte en piepte wel allemaal erg maar het was wel geestig om zien. Op zijn sluis had hij zelfs een levensgrote zagevent gemaakt. Een beeldje dat vroeger wel eens in bruine kroegen te vinden was en dat op de toog werd gezet als iemand begon te zagen. Als de sluisdeur opendraaide bleef het beeld zich voorover buigen en weer oprichten alsof het de sluis eigenhandig opendraaide. Heel goed gevonden.
Ook een heel grappig werkje was een touwtrek-wedstrijd tussen aan de ene kant vier aftandse snijtangen en aan de andere kant van de koord vier oude knijptangen. Het beeld was hooguit een halve meter lang maar kostte wel 150 euro. Het was duidelijk dat deze sassenier zich niet als kleine neringdoener beschouwde maar wel als heus kunstenaar.
Het varen is hier een soort afvallingskoers, de ene na de andere geeft er de brui aan en zoekt een lekkere plek om te gaan koken en slapen, of blijft achter in een jachthaven. Dus toen we in de sluizen van Puichéric aankwamen hadden we al van twee boten van ons konvooike afscheid genomen. Maar we kregen er een schone nieuwe bij. Een Fransman. Met een aak van wel 18 meter. Een sluis is 32 meter lang. Om door de nauwe ingang van de ovale sluizen binnen te varen had hij ook maar één meter over. Voor een schip van dat formaat hebt ge dus wél een vaarbewijs nodig. Het werd al heel snel duidelijk dat een vaarbewijs nog niet bewijst dat ge ook effectief kunt varen. Hij lag daar met zijn boot in dat sas heen en weer van stuurboord naar bakboord te kletsen, hij maar draaien aan zijn groot roer, en zijn madam maar altijd over de gesloten sluisdeuren heen en weer rennen omdat ze niet wist langs welke kant ze nu eindelijk de touwen zou toegeworpen krijgen. En dan te bedenken dat die zware platte bak niet eens last kon hebben van de wind die onze plastic dozen zon parten speelt. En toch raakte die werkelijk alle kanten van de sluis als een echte pinball wizard. Hij had het geluk dat hij te lang was om helemaal dwars te komen liggen. Dat mankeerde er eigenlijk nog aan.
De Britten en wij lagen in ons vuistje te lachen. Ik verdacht hem ervan dat hij hoopte dat ik nog eens een opmerking in de trant van die in het bassin van Carcassonne zou maken, want die had hij hilarisch gevonden. Maar de Fransman deed mij geen kwaad, hij was alleen een beetje blasé, en dat moet ge ze gunnen zonder er commentaar op te geven, vind ik. Uiteindelijk had hij mij écht niet nodig om van zichzelf een spektakel te maken.
Eens de sluis voorbij werd het bloed van Paul zijn been afgewassen door de regen. Vanuit de kajuit gaan sturen vond hij niet sportief, dus zaten wij daar allebei aan het roer onder een grote paraplu als twee loze vissertjes. Gelukkig duurde de bui maar even en was aan de volgende sluis de zon alweer van de partij, zodat zijn wonden wat konden drogen. Ik wou dat hij aan t stuur bleef zitten met een ijszakje op zijn been, maar hij deelde liever de gezellige babbels op de kademuren.
Later renden en strompelden de Nieuw-Zeelandse vrouw en ik met onze touwen over de kademuren en kwamen we tot de constatatie dat we toch eigenlijk te oud zijn voor dit gekkenwerk. Dat ge dit beter kunt overlaten aan jongere mensen, en dat de voornaamste bagage een maxi-doos met EHBO-gerief zou moeten zijn. Maar plezier hadden we wel.
We hadden lol voor 10, maar waren moe voor 20.
Iets voor zeven verlieten we de laatste sluis van de dag, voeren La Redorte voorbij en zochten een mooie, rustige avondplek. Dat moest en zou gebeuren op de linkeroever want daar liep geen jaagpad, en zouden dus de volgende ochtend geen fietsers of joggers voorbij razen. Wat er wel was, was een steile berm vol pinnige struiken, inderdaad onbereikbaar voor iedereen die geen krokodillenvel bezit. Tijdens het oeverloze (letterlijk) gemanoevreer plukte ik toch een paar heel speciale blaadjes van een overhangende struik. Ze waren aangetast door insecten of een ziekte en de talloze gaatjes en halfgaatjes zagen er uit alsof het brandglazen van een kerk waren. Ik zou er morgen wel wat macrofotos van nemen. Binnen de minuut realiseerde ik me dat het misschien niet zon best idee was, want mijn vinger begon branderig aan te voelen. Ik zat dus duidelijk met een giftige plant te knoeien. Het leek me wijzer om mijn handen maar braaf thuis houden tot we eindelijk aan land konden. Een mens moet eigenlijk niet altijd met iets bezig zijn.
Na verscheidene mislukte pogingen om aan te leggen op een plekje waar een meter zonder stekelig groen was, slaagden we er op de duur toch in om ons zonder machete van boord te begeven. Ik legde de touwen rond twee dode platanen en door de kale takken scheen de zon weer op ons neer. Paul wou eerst de boot van het slijk en de bloedplekken ontdoen, maar er is geen beginnen aan. Ik beklom ondertussen de berm om te kijken wat er achter lag. Ik had het kunnen denken : wijnvelden. Het had dus geen zin om nog verder door al die stekeldingen te gaan klimmen. Ik besloot dan maar om op de voorplecht te gaan zitten schrijven om te rusten en wat te bekomen van de avonturen van deze welgevulde dag.
Paul besloot dat het tijd was om ook voor een welgevulde maag te zorgen. Hij had ondertussen Oud Sluys ingericht op het dak en serveerde er een overheerlijke couscous met zeven groenten. De zon ging onder achter de eindeloze wijnvelden en om halfnegen moesten we met onze stramme spieren en talloze wondjes en wonden in de pikkendonkere (vergeten kaarsen mee te nemen ) onze tafel en stoelen een verdieping lager verslepen om van de Franse dessertkaasjes te kunnen genieten.
Zoals de Engelsman daarstraks stikkapot, zwetend en hijgend, neergeploft op zijn boeg al zei : And did we actually buy this as a holiday??...
Een dag van 41 kilometer en ongeveer 20 à 25 sluizen... Een mens zou voor minder een goede nachtrust verdienen. Ik ben wel blij dat we vastliggen aan twee dikke platanen want met deze stormwind zou ik mijn piketten niet vertrouwen. En op deze plek midden in de nacht een doornvrije oever moeten gaan zoeken Nee, dat zou nu toch wel teveel van het goede zijn.
10. Van trouwe herdershond en eenzame wolf tot vergeetachtige pitbull.
Tot mijn opperste verbazing werden we alleen wakker, Jef Mast was nergens te zien. En ik had mijn boze woorden al zo goed gerepeteerd! Dat hij de naam van zijn boot best kon veranderen in LArrogance en nog iets over de lengte van zijn mast in tegenstelling tot zijn piemel en zo
We wilden proberen om voor de middagpauze zoveel mogelijk sluizen voorbij te raken zodat we in de namiddag rustig het rechte kanaal naar Bram zouden kunnen afvaren.
Met nuchtere maag vaarden we de kilometer tot La Douce en de sluis was geopend, we versasten, helemaal alleen, op nog geen 10 minuten! Er was geen kat op het kanaal. Aan de sluis van Herminis hetzelfde verhaal, zodanig dat ik Paul maar zijn ontbijtboterhammetjes aan t roer bracht, want ook de dubbele sluis van Lalande vlogen we door.
Gisteren had ik veel plezier beleefd aan goed voor mijn groepje te zorgen. Als eerste de sluis checken, zien met hoeveel we er in konden, de info doorgeven aan de collegas, netjes wachten op de laatsten en dan iedereen zo compact en veilig mogelijk in de sluis laten aanleggen zodat kleintje er zich kon tussen proppen. Ik voelde me helemaal niet De Godin van de Sluizen zoals de Amerikaansen me noemden, eerder De Herdershond van het Kanaal. Ik was gelukkig mijn groepje bij mekaar te houden. Het waren ook allemaal zon toffe mensen. Tot Jef Mast erbij kwam natuurlijk, dan was de lol er af. Dan kreeg de herdershond eerder pitbull-neigingen.
Vandaag was mijn totem eerder Eenzame Wolf dan Trouwe Herdershond, maar dat vond ik al even plezant. Helemaal alleen op mijn hoge toren het kanaal afvaren, met mijn kop tussen de bladeren. De ochtend was grijzig begonnen en ik zat daar met een dik vestje, maar al tijdens het versluizen werd het daar te warm voor en verruilde ik het voor een topje. De zon brak door, het zweet brak uit. Met ons tweetjes alleen in diepe sluizen was niet makkelijk, we gooiden onze touwen omhoog in de hoop een meerpaal te strikken maar ik ben daar echt hopeloos in. De natte koorden zijn voor mij te zwaar om een paar meter hoog te gooien, en mijn gevoel voor richting is ook niet wat het zou moeten zijn. Ik begrijp waarom ik nooit goed ben geweest in balsporten. Paul daarentegen kan binnenkort als cowboy een job vinden. Na een derde poging had hij meestal zijn meerpaal gevangen. Het is hier heel kalm, dus de sluiswachters zijn de eenzame wolven zeer behulpzaam, een babbeltje is in deze rustige zone blijkbaar welkom. De meeste mensen schijnen niet verder te varen dan Carcassonne.
Het enige dat een beetje tegenviel was dat ik mijn beste oordoppen mislegd had. Normaal doe ik ze na het aanmeren uit, maar gisterenavond, met al die treinen, had ik ze rond mijn nek laten hangen en nu vond ik ze niet meer. Dus moest ik versassen met de oorverkrachters, mijn op maat gemaakte harde monsters. Het voordeel is dat het zware geluid van het water verzacht wordt maar ik nog wel woorden kan verstaan. Och, alles heeft zijn voor- en nadelen.
Eén van de sluiswachters vertelde dat het kanaal amper anderhalve meter tot twee meter diep is. Maar het is wel tussen de 20 en 30 meter breed. Er was dus wel wat graafwerk nodig om met primitieve middelen op 15 jaar aan 280 kilometer te geraken. Daarbovenop dan nog de bruggen bouwen, de gecompliceerde sluizen construeren, en niet te vergeten het pad waarlangs de paarden de boten moesten voorttrekken aanleggen. En natuurlijk die 45.000 platanen planten met een afstand van ongeveer 7 meter (alhoewel we later van een kennis hoorden dat het Napoleon Bonaparte was die langs de Franse wegen platanen liet planten, om zijn legers in de schaduw te laten marcheren). Het kanaal is dan ook met recht en reden door de UNESCO geklasseerd en beschermd als een van de grootse werken der mensheid. Vandaar dat de zieke platanen zeker en vast zullen vervangen worden, zij het dan over een periode van 15 jaar. Ik vraag me af hoe het er hier in de herfst moet uitzien Als de plataan in ons tuintje zijn bladeren laat vallen dan ziet ge onze gazon niet meer. Laat staan wat er gebeurt als dit regiment afscheid neemt van zijn bladerdak. Zou het dan het gevoel geven of ge met uw boot over een brede bewegende bruine dreef van bladeren glijdt? En al die platanenbollen die naar beneden vallen!!! Dat moet ook zijn charme hebben. Alleszins, elk jaar wordt eind oktober het kanaal gesloten en laat men sectie per sectie leeglopen om de nodige onderhoudswerken uit te voeren. Hier zullen nogal wat bladerenblazers aan te pas komen. Misschien wel bulldozers?
Paul blijft bij hoog en laag beweren dat deze bladeren kleiner zijn dan die van onze plataan. Ik geloof er niks van. Hier lijken ze kleiner omdat alles zo weids is. Alleszins, ik pak een blad mee zodat we thuis kunnen vergelijken.
Alles ging deze ochtend zo ongelofelijk vlot dat we al pal op de middag in Bram arriveerden, waar we bij het Nicols-station water konden tanken en, zij het zeer moeizaam, mail konden versturen. De plaatselijke Nicols-gerant baatte hier een brasserietje uit met terras. Echt een zalig bruin café uit de jaren stillekes. Met een speelse jonge kater. Een streelzachte pels, gouden oogjes en een kort staartje. Hij deed me helemaal aan mijn geliefde Ming denken, die nu al bijna een jaar overleden is. Ik hielp enkele mensen om een foto te maken en raakte in gesprek met de bejaarde dame van het gezelschap. Ze woont aan het kanaal, in een beschermde site, net op de plek waar het kanaal zijn water krijgt uit een reservoir met bergwater, en waar destijds de schippers hun goederen overlaadden. Ze zei dat het er prachtig was, maar voor ons is het niet haalbaar want het is nog 27 kilometer, voorbij Castelnaudary en talloze sluizen verderop. Ze leerde me ook dat de felle wind hier de normaalste zaak is. Hete zomers, zachte winters, weinig regen, (maar als het regent dan giet het), en heel veel wind. Zo verloopt het leven hier. Haar kinderen, Parijzenaars, gaven ons verschillende tips over de fijnste abdijen en kastelen van de Katharen die we hier kunnen bezoeken. Ze vertelden over de abdij van Fontfroide, het kasteel van Peyrepertuse en de Gorges de Galamus. Het klonk allemaal even aantrekkelijk. We nodigden hun even uit aan boord, want ze hadden zon ding nog nooit van binnen gezien. Ook zij keken hun ogen uit naar de ruimte in ons Duo-ke.
De boot nog langer dan woensdag huren gaat niet, dus moesten we hier wel de terugtocht aanvangen. Uiteindelijk moeten we toch een dertigtal sluizen door om ten laatste woensdagochtend terug in Le Somail te geraken. Jammer wel, ik had er best nog een weekje aan willen breien.
En dus keerden we, met spijt in ons hart, onze Olonzac met zijn boeg weer noordwaarts.
Na enkele kilometers zagen we onze piepkleine lieveling aangemeerd liggen. Op het dekje van de boot met een naam die langer is dan het vaartuig zelf Charinne II Marennes hielden de twee Fransen hun siësta. Meneer lag te slapen en madame was aan t breien. We keerden even terug om een afscheidsbabbeltje te maken. Ze vertelden dat ze al zoveel eekhoorns gezien hadden. Ik heb er nog maar ééntje gezien. Maar wij zagen dan weer veel bever-achtigen (beverratten ofte Myocastor Coypus). Een dier dat hier in de 20er jaren van vorige eeuw uit Zuid-Amerika geïmporteerd is voor zijn pels, maar sommige dieren ontsnapten of werden later in de natuur losgelaten omdat pelsenmantels out waren. Nu vormen ze een probleem omdat ze gaten in de oevers graven We namen voor t laatst afscheid van Charinne II, over twee weken zullen zij weer thuis zijn. Ze doen het rustig aan, ze leggen maximum 30 kilometer per dag af. Twee gelukkige dobberende gepensioneerden met alle tijd van de wereld. Zalig.
De eerste sluis op onze terugweg was een makkie. Naar beneden versassen is zo veel eenvoudiger. Geen geworstel tegen het binnenstormende water, want de sluis loopt leeg, geen getrek aan touwen, gewoon bootje met de losse pols aan een touw rond een meerpaal laten zakken, en vooral geen lawaai, want het water spuit achter de nog gesloten sluispoort het kanaal in. Ge kunt het bij manier van spreken met uw handen in uw zakken.
Toen ik de sluiswachter ging roepen sprak ik met zijn buurvrouw, die had een boom vol vijgen. De meesten lagen te rotten op de grond. Zo zonde. Ik vroeg of ik er wat van haar mocht kopen maar ze liet me er gewoon een paar handenvol plukken. Lekker voor bij onze pannenkoekenpauze die we na het versluizen gepland hadden.
Aan de sluis stond een blauwe bidon en daar kunt ge uw piketten in ontsmetten om de platanenziekte niet verder te verspreiden. Het was de eerste die ik zag, jammer dat ze er niet meer de aandacht op vestigen.
De pannenkoeken met stroop smaakten heerlijk. Zoiets is veel lekkerder op een koelere dag. Na een zoete hap begint de stuurman meestal te soezelen en dan grijp ik mijn kans om te varen. Mijn nieuwe spelletje is om net naast de overhangende takken te scheren, en zo goed te mikken dat ik ze op 30 cm van mijn hoofd passeer. Het is een prima vaaroefening. Mijn passagier wordt dan wel wat van links naar rechts gerold, maar in t slaap gewiegd worden is gezellig.
Aangezien ik nu toch aan het stuur zat besloot ik daar maar ineens te blijven en alle sluizen zelf te nemen. De wind was heel hevig en het was een kwestie van goed te mikken, maar na mijn zelf uitgevonden vaaroefening lukte het heel goed. Wel fijn om zo hoog op uw boot te zitten en uw matroos het gesleur en gesukkel met de natte touwen te zien doen.
En toen kwamen we aan de eerste etappe van de dubbele sluis van Lalande, en het weerzien met de vriendelijkste sluiswachter van de Midi. Ook daar ging alles perfect, de wind blies me wel weg, maar met een paar keer terug gas geven en wat achteruit waaien kwam ik wel aan de kant. Ik was toch alleen in de sluis, dus het maakte niet uit bij welke paaltjes ik aanmeerde. Ik zag wel dat er in de onderste etage boten lagen, maar daar maakte ik me geen zorgen over, die zouden wel weg zijn tegen dat ik een verdieping lager moest.
Het water kwam op het laagste punt en traag zwaaiden de sasdeuren open. Wat ik toen zag deed me haast van mijn stuurzetel vallen Ik zag een horizontale mast
Jef Mast himself. Een déjà-vu van t zuiverste water. De sassenier gaf opdracht om die rotzeilboot eerst mijn sluis binnen te laten varen en vervolgens zijn plaats in te gaan nemen. Dat impliceerde dat ik met die hevige wind op amper 10 meter afstand van stuurboord naar bakboord moest maneuvreren en dat zonder snelheid, wat het beest kompleet onbestuurbaar maakt. Op zich nog niet het allerergste, maar ik moest mezelf dan ook nog naast een heel groot schip vol Amerikanen mikken. Een boot die ook lekker door wind tegen de stuurboordmuur geklemd zat. Met de dood op mijn neusgaten begon ik aan mijn maneuver. Ik was panisch dat ik die kerel zijn mast zou beschadigen die meer dan een meter achter zijn schip uitstak. Enfin, ik geraakte zonder ongelukken gepasseerd, doordat Paul met zijn volle gewicht aan de touwen bleef hangen tot ik er voorbij was. Maar dan moest ik op die paar meter afstand me zien te lanceren naar de overkant. Ik geraakte er net toen een windvlaag mijn boot richting Amerikanen duwde. Ik gaf wat gas, trachtte terug een meter achteruit te geraken om opnieuw te beginnen, meer dan een meter dierf ik niet want daar lag het sexsymbool van Jef Mast. Uiteindelijk kwam ik weer naast de Amerikanen te liggen maar Paul kreeg de meertouwen niet bijtijds rond de meerpalen gezwierd, dus daar ging ik weer richting Amerika. Ik zag alle sterren van de Amerikaanse vlag. Op dat moment begonnen de 8 Amerikanen te juichen als bij een rugbymatch : Let her go girl! Dont worry! Youre doing fine! Youre going real great!!! Zachtjes vleide de wind me tegen hun schip, kon Paul zijn touwen gooien en me naar de bakboordmuur trekken. Na hun vriendelijke woorden smolten mijn zenuwen weg als sneeuw voor de zon. Ik begon direkt een praatje te maken en ze snapten onmiddellijk dat ik zo bang was geweest voor die zeiler. Eén van hen merkte al op : Hes not a nice guy, isnt he?... Neeje! Neeje! Nog veel erger!!! Hes a real pain in the ass!!! Toen moesten zij mijn plaats in nemen in het bovenste sas en sloten de deuren zich tussen ons. Door mijn getetter met mijn Amerikanen was ik toch wel vergeten om Jef Mast uit te schelden zeker!! En ik had zo geoefend op mijn tekst verdomme! Pfffft, op 48 uur van trouwe herdershond tot eenzame wolf tot vergeetachtige pitbull. Wat een hondenleven. Maar niet zo erg als dat van die Amerikanen want die hadden nog vele, vele versassingen met Jef Mast voor de boeg
Ik kon zonder aanleggen direct het wachtbekken doorvaren en kwam zonder problemen in Herminis te liggen. Alleen. Oef.
Mijn doel was om terug La Douce - de laatste sluis voor Carcassonne - te halen, om op dezelfde plek als vannacht te slapen, zodat we morgenvroeg direct aan de hel van Carcassonne konden beginnen, om in die lawaaitoestand zéker niet te moeten stranden voor de lunchpauze van de sasseniers. En dat doel haalde ik 10 minuten voor de sluis van La Douce sloot. Perfect.
We vaarden verder langs de 200 à 300 jaar oude platanen waarvan er sommige de vorm hebben van een kandelaar met 6 kaarsen. Toch zo erg dat ze weg moeten. We vonden moeiteloos onze mooie plek van vanmorgen terug, maar deze keer was er geen zonsondergang - bij gebrek aan zon - en besloten we het aperitief op onze voorplecht te houden. Een dag met alle soorten weer eindigde weer in een dofgrijze tint. Ons voorterras had een natuurlijk dak van platanentakken. We zaten er met zijn tweeën als in een knus nestje.
Het avondmaal werd geserveerd op het achterterras. Cassoulet met gebakken patatjes en als dessert enkele van de versgeplukte vijgen.
Ik ben blij dat we het stuk van Carcassonne tot Bram nu toch ook gezien hebben. De vegetatie was hier al een beetje anders dan in het stuk net boven Béziers, omdat we hier een stuk hoger zaten. Hier zagen we niet alleen wijngaarden maar ook af en toe weiden, maïsvelden en vee. Tussen de platanen groeiden ook al eens enkele eiken en naaldbomen. Zelfs het water had hier een andere groentint. Nergens maar dan ook nergens heb ik mensen in het Canal zien zwemmen. Dat werd ook afgeraden. In zekere zin is het een open riool Het afvalwater van de dorpjes komt er in terecht, en dat van de duizenden boten die hier per jaar rondvaren ook. En uiteindelijk is hier niet echt stroming, want het is geen rivier maar een kanaal. De enige waterbeweging die hier voorkomt is die van de wind en van de talloze versluizingen. Ik zou wel eens graag in de winter een leeggelopen segment zien, wat daar allemaal op de bodem moet liggen En toch is hier veel leven in en op het water, want regelmatig zien we vissers, en de eenden zijn ook niet bepaald mager.
En wij zijn ook zeker niet meer mager dankzij de goede keuken van Oud Sluys.