"Het verhaal van Zuster Kat Fael." Of hoe een gevonden poezennestje nog goed terecht komt! (klik op bovenstaande foto) ---------------------
Growing old is mandatory. Growing up is optional. ----- Ouder worden is onvermijdelijk. Volwassen worden niet!
Als je op de groene button klikt kom je op de site van het baby-poezen-opvangcentrum van "Den Dierenvriend". Hét adres om een jonge poes te adopteren! Ga eens kijken en zeg het voort aan andere dierenvrienden aub!
Zoek je een speciaal onderwerp waarover ik ooit iets schreef? Tik dan hieronder een trefwoord in!
Zoeken in blog
Klik op het envelopje om mij een mailtje te sturen
We don't stop playing because we get old... We get old because we stop playing! -------------- We stoppen niet met te spelen omdat we oud worden... We worden pas oud als we stoppen met spelen!
Je kan maar 1 week tegelijk bekijken op mijn blog. Anders gaat het te traag open. Wil je zien wat er vorige week op stond? Klik dan op de data hier onder!
In elke 50-plusser zit een verbijsterde teenager die zich afvraagt wat er gebeurd is.
Leonardo da Vinci (1452-1519)
Italiaans kunstenaar
Als ik in de hemel kom, dan wil ik
daar graag een kat op schoot hebben.
Jan Wolkers (°26-10-1925)
Nederlands schrijver en columnist.
Katten haten dichte deuren; het
maakt niet uit aan welke kant ze staan. Als ze buiten zijn willen ze naar binnen, en
als ze binnen zijn willen ze naar buiten.
Lilian Jackson Braun (1916)
Amerikaans schijfster
Laten we eerlijk blijven; de meesten van ons
vinden het wel leuk als onze katten een tikje gemeen zijn. Ik zou me in ieder geval niet echt op mijn
gemak voelen in het gezelschap van een kat die in huis rondliep met een heilige
uitdrukking op zijn snuit.
Beverly Nichols (1898-1983) Engels
Schrijfster
Eén kat
leidt tot de volgende.
Anoniem
Katten bereiken
moeiteloos wat wij mensen niet kunnen: door het leven gaan zonder lawaai te
maken. Ernest Hemingway (1898-1961) Amerikaans
schrijver
Er zijn twee
manieren om de ellende te ontvluchten: muziek en katten. Albert Schweitzer (1875-1965) Theoloog,
filosoof en dokter.
Katten schijnen uit te gaan van het principe
dat het nooit kwaad kan om te vragen wat je
wilt.
Anoniem
Katten zijn
delicate wezens en ze kunnen de meest uiteenlopende kwalen krijgen, maar ik ben
nog nooit een kat tegengekomen die aan slapeloosheid
leed. Joseph Wood Krutch(1893-1970)
Amerikaans schrijver
Als u in een
gracht valt kunt u best angstig miauwen, want een kat willen we wel eens
redden. Toon
Verhoeven
Lang geleden werden de katten als goden
gezien. Dit zijn ze nooit vergeten.
Anoniem
Cat Proverbs
You will always be lucky if you know how to make friends with
strange cats. Colonial
In a cat's eye, all
things belong to cats. English
No matter how
much cats fight, there always seems to be plenty of kittens. Abraham Lincoln
Dogs come when they're called; cats take
a message and get back to you later. Mary
Bly
There are two means of refuge from the
miseries of life: music and cats. Albert
Schweitzer
Settling a dispute through the law is like losing a cow
for the sake of a cat. Chinese
A cat goes to a
monastery, but still she remains a cat. Congolese
The cat is a saint when there are no mice
about. Japanese
The cat is a lion to the
mouse. Albanian
A house without either a cat or
a dog is the house of a scoundrel. Portuguese
The kind man feeds his cat before sitting
down to dinner. Hebrew
Handsome cats and fat
dung heaps are the sign of a good farmer. French
Beware of people who dislike cats. Irish
Who cares well for cats will marry as happily as
he or she could ever wish. French
An old cat
will not learn how to dance. Moroccan
A cat
will teach her young ones all the tricks, except how to jump backwards. Netherlands Antillean
When the mouse laughs at the cat,
there's a hole nearby. Nigerian
As every cat
owner knows, nobody owns a cat. Ellen Perry
Berkeley
If you play with a cat, you must not mind her
scratch. Yiddish
To live long, eat like a cat,
drink like a dog. German
A cat has nine lives;
for three he plays, for three he strays, and for the last three he
stays. English-American
A cat with a straw tail
keeps away from fire. English
Those that
dislike cats will be carried to the cemetery in the rain! Dutch
After dark all cats are leopards. Native American (Zuni)
If stretching were wealth, the
cat would be rich. African
One should not send
a cat to deliver cream Yiddish
The cat--moon
eats the gray mice of night. Western
Europe
When the cat's away, the mice will play. Western Europe
It's for her own good that the cat
purrs. Irish
Cats don't catch mice to please
Khoda(God). Afgani
Fat cats and thin birds can
share a yard, but thin cats and fat birds no way! Rosicrucian
Like the cat in the tree, getting caught up
in the chase can leave us in an awkward place. Rosicrucian
The cat laps the moonbeams in the bowl of
water, thinking them to be milk. Zen Saying
If
men were now to turn their hostility towards the cat, it would not be long
before the domestic cat became a wild animal. Nigeria
In even a cat the Buddha-nature exists. Japanese Buddhist
It is useless to show the gold piece
to a cat. Zen Saying
Nature breaks through the
eyes of the cat. Irish
It's a brave bird that
makes its nest in the cat's ear. Hindi/Indian
A
rat who gnaws at a cat's tail invites destruction. Chinese
He who does not feed his cat will feed rats.
Dogs are
dogs, but cats are people.
When the cat and mouse agree, the grocer is ruined. Iranian
Beware of the cat that licks from the front but claws from
behind. Old English Proverb
A trapped cat becomes a lion. Old English
Proverb
Life's like cat vomit; if you don't clean it up right away,
you're going to step in it. Xnterna
Drowsing, they take the noble attitude of a great sphinx, who,
in a desert land, sleeps always, dreaming dreams that have no end. Charles Baudelaire
Of all God's creatures, there is only
one that cannot be made slave of the leash. That one is the cat. If man could be
crossed with the cat it would improve the man, but it would deteriorate the
cat. Mark Twain
One cat just leads to another. Ernest
Hemingway
The cat is nature's beauty. French
The dream of cats is all mice. Egyptian
I have studied many philosophers and many cats. The wisdom of
cats is infinitely superior. Hippolyte Taine
No heaven will not ever Heaven be; unless my cats are there to
welcome me. Scottish
Dogs see people as companions; cats see people as staff.
It is better to feed one cat than many mice. Norwegian
The cat does not negotiate with the mouse. Robert K. Massie
You see, the wire telegraph is a kind of a very, very long cat.
You pull his tail in New York and his head is meowing in Los Angeles. Do you
understand this? And radio operates exactly the same way: you send signals here,
they receive them there. The only difference is that there is no cat. Albert Einstein
When the cat is not home, the mice will dance on the
table. Dutch
When a Cat adopts you there is nothing to be done about it
except put up with it until the wind changes. T.S.
Eliot
A cat in her house has the teeth of a lion. Somali
A kitten can catch only a baby mouse. Ghana
The naming of cats is a difficult matter. It isn't just one of
your holiday games. You may think at first I'm mad as a hatter when I tell you a
cat must have three different names... T.S. Eliot
I love cats because I enjoy my home; and little by little, they
become its visible soul. Jean Cocteau
God is really only another artist. He invented the giraffe, the
elephant and the cat. He has no real style, He just goes on trying other
things. Pablo Picasso
The man who carries a cat by the tail learns something that can
be learned in no other way. Mark Twain
What greater gift than the love of a cat? Charles Dickens
Katten laten pootafdrukken achter op je hart. Uit "Citaten voor een katten liefhebber."
Het begrip rust komt tot uiting in een zittende kat. (Jules Renard)
Het enige mysterie aan katten is waarom ze ooit besloten hebben huisieren te worden. (Compton Mackenzie)
Als een een hond op je bed springt, doet hij dat omdat hij graag bij je wil zijn. Als een kat op je bed springt, doet ze dat omdat ze je bed zo lekker zacht vindt. (Alisha Everett)
Het is onmogelijk om niet vertederd te raken bij de aanblik van een of meer kittens. (Cynthia E. Varnado)
De kat zou's mans beste vriend kunnen zijn, maar ze zou zich nooit verlagen om dat toe te geven.
Probeer nooit koppiger te zijn dan een kat. (Ropbert A Heinlein)
Laat iets van de rust van een kat op mij overgaan. (David Harold Rowbothom)
Je bent pas iemand als je door een kat bent genegeerd.
Katten : net zo soepel als hun schaduw, de wind krijgt geen vat op ze.
Ze glippen slank en stil, door spleten, kleiner dan zijzelf. (A S J Tessimond)
Het verschil tussen katten en honden is dat honden komen als ze geroepen worden, terwijl katten een boodschap aannemen en later contact opnemen.
Ik meen het oprecht als ik zeg dat ik van katten hou... Een kat is een dier dat meer menslijke gevoelens heeft dan de meeste andere dieren. (Emily Bronte)
Vrouwen en katten doen waar ze zin in hebben, en mannen en honden kunnen daar maar beter mee leren leven. (Alan Holbrook)
Eén reden waarom kattenliefhebbers volgens mij katten bewonderen, is hun superioriteitsgevoel. Het lijkt alsof ze overal een meester in zijn, ongeacht wat ze doen of pretenderen te doen. Zelden zie je een kat die in verlegenheid verkeert. Ze hebben geen geweten, en ze hebben nooit ergens spijt van. Misschien zijn we stiekem jaloers op ze. (Barbara Webster)
Katten zijn bedoeld om ons te leren dat niet alles in de natuur een functie heeft.
Als je de beste zitplaats in huis wilt, zul je de kat moeten verplaatsen.
Katten zijn slimmer dan honden. Je krijgt acht katten nooit zo gek dat ze een slee door de sneeuw gaan trekken. (Jeff Valdez)
Onlangs heeft iemand me een schattig katje gegeven... en nu is het katje van mening dat iemand mij aan hem heeft gegeven. (Evelyn Underhill)
Het viel als snel op dat de kat nergens te bekennen was als er iets gedaan moest worden. (George Orwell)
Katten die een goed tehuis hebben, zijn eraan gewend dat er de hele tijd tegen hen wordt gepraat. (Lettice Cooper)
Van alle schepselen Gods is er maar 1 dat zich niet laat onderwerpen. Dat is de kat. Als de mens gekruist zou kunnen worden met de kat, zou dat voor de mens een verbetering betekenen, maar voor de kat een verslechtering. (Mark Twain) Katten zijn net als mannen : enorme charmeurs. (Walter Savage Landor)
Het is nauwelijks te geloven, maar sommige mensen beweren dat hun katten bijna menselijk zijn - en dat bedoelen ze dan als een compliment.
Wat katten het belangrijkst vinden aan mensen is niet hun vermogen om voedsel te produceren (want dat vinden ze vanzelfsprekend), maar hun amusemenstwaarde. (Geoffrey Household)
Ik zou een kat nooit kunnen kwetsen, ook al kan ik tegen mensen soms ronduit agressief zijn. (A.L. Rowse)
Geen huis is compleet zonder het getrippel van kleine kattenpootjes.
Is het niet prachtig hoe katten vrienden kunnen maken en mensen kunnen beïnvloeden zonder ook maar ooit een boek te lezen.
De kat heeft honger als zij met een broodkorst genoegen neemt. Katten zijn mysterieuze wezens. Er gaat meer in die hersentjes om dan we beseffen. (Sir Walter Scott)
Als ik met mijn kat speel, dan is het niet echt duidelijk of ik me nu met haar amuseer, of zij met mij. (Michel Eyquem De Montaigne)
Mijn poezenverhalen vinden jullie door in de linkerkolom op de foto van de betreffende poes te klikken. En als je op "Poezenstrips" klikt kan je lezen wat mijn poezen onderling allemaal zitten te roddelen... Mijn reisverhalen van Thailand, Egypte en Noorwegen staan ook in de zijkolom. "Mijn Jeugdherinneringen" beschrijven de jaren 60 in Antwerpen. Veel plezier!
02-09-2000
Kennismaking met Irma
Met mijn handtas/rugzakje "Irma" op pad gaan levert altijd amusante situaties op. Het heeft lang geduurd eer ik er ongeneerd mee over straat durfde te lopen. Maar het comfort van minder nekpijn te krijgen door een rugzak te dragen, in plaats van een schoudertas met 1 riem, heeft het al snel gehaald op 't schaamtegevoel. In 't begin overwoog ik nog om een gewoon onopvallend rugzakje te kopen maar al vlug had ik door dat er met "ons Irma" veel meer plezier te beleven was dan met een Kipling op mijn rug. Dus nu gaat ze overal mee. Alleen tijdens sjieke feesten, rechtszaken en begrafenissen moet ze braaf op mijn bureau zitten wachten en gaat er een van de onsympathieke, karakterloze handtassen mee.
De meeste reacties op "Irma" komen van vrouwen tussen de 40 en de 60. Soms heel gedistingueerde dames die plots vooruitspringen en kirren : "Oh madam, mag ik daar nu eens aankomen?!" Ze bekijken dan hun dure Gucci of Hermès eens met een scheef oog en zeggen : "Awel madam, ik vind uw handtas eigenlijk veel leuker dan de mijne..." Ik denk dan altijd : "Ja, ik ook. En veel goedkoper ook nog." Ze moesten eens weten dat ik Irma-ke op een rommelmarkt heb gekocht voor een halve euro.
Mannen reageren meestal met een grappige opmerking. "Madam, ze heeft toch de blauwziekte niet hé?!" Aangezien "Irma" op mijn rug bengelt en ik me er meestal niet meer van bewust ben dat ik daar een schaap heb hangen, draai ik me na zo'n opmerking dan om en bekijk die mens in kwestie eens met een verwarde vragende blik. Waarop de man dan naar mijn handtas wijst en vraagt : "'t Is toch een schaap hé? Want mijn vrouw zei daarstraks, toen ze u door de groentenafdeling zag lopen, dat het een zwijntje was... Maar ík heb toch gelijk hé?"
Of, "Madam! Is 't nog een lammeke? Zo heb ik ze 't liefst! Dan zijn ze nog mals hé..." "Madam ze kijkt zo in mijn winkelwagentje, zou ze honger hebben?" "Madam, als ze kleintjes krijgt, wilt ge dan eens aan mij denken?..."
Op een dag was ik bij mijn dokter en ze vroeg op 't einde van de consultatie heel timide : "Gij komt altijd met die lieve handtas binnen, en ik heb dat nu nog nooit durven vragen, maar zou ik die nu toch eens mogen aanraken?..." Na een korte bepoteling van "Irma" fluisterde ze met glanzende oogskes : "Oh ja,... ze is zo zacht als ik altijd al gedacht heb dat ze was..." Tuurlijk is ze zacht! Waarom denkt ge dat ik haar "Irma la Douce" gedoopt heb?
Op café zit ze meestal, zoals de meeste dameshandtassen, op de stoel naast mij, of op mijn schoot als er geen plaats vrij is. Dan lijkt het alsof ze met haar oogjes over de tafel heen kijkt. Op zo'n momenten krijg ik van de kelners dikwijls opmerkingen à la : "En wat drinkt de wollige juffrouw?", "Zit ze nog aan de papfles, of mag ze al een wijntje?", "Er zijn niet veel schapen met zo'n plezant leven madammeke!", "Is ze niet wat jong om mee op café te gaan?"
Onlangs was ik in een Grieks restaurant, en werd ik totaal onverwacht door de eigenaar langs achter vastgegrepen en naar een tafel geleid waar een gezelschap met kinderen zat te eten. De restaurateur grabbelde me bij mijn schouders, draaide me om, pakte Irma haar pootje en riep overenthousiast : "Zie eens kindjes, wat een schone handtas dat die madam heeft!" De mens stond daar natuurlijk voor Jan Lul want kinderen vinden Irma meestal maar niks. Een schaap schijnt hun maar weinig aan te spreken. Ik heb ook de indruk dat het prentje van "een volwassen vrouw met een beestenrugzak" in hun wereld niet thuishoort. Sommigen zitten haar wel echt grondig te bekijken en ge ziet ze dan de afweging maken of ze hun eigen troetel toch niet héél véél mooier vinden.
Kleuters in een kinderwagen zijn wel in haar geïnteresseerd. Maar daar ben ik dan weer streng op. Op "Irma" wordt niet gesabbeld.
Negatieve opmerkingen heb ik nog nooit gekregen. Hoewel ik er zeker van ben dat sommige zuurpruimen me ronduit belachelijk moeten vinden. Goddank houden die hun commentaar voor zich. Want én de baas én "Irma" zijn van nature best vriendelijke wezens maar als 't moeten kunnen ze bijten ook natuurlijk.
De wijze les die "Irma" me geleerd heeft is : "Trek u niet teveel aan van wat 'de mensen' gaan denken. Kies voor comfort en plezier. Tracht een glimlach bij de mensen los te peuteren. Meer moet dat allemaal niet zijn. De rest is helemaal niet zo belangrijk." Een les die me een halve euro en wat moed gekost heeft. Stel u voor dat ik dat lesje in psycho-therapie had moeten leren... 't Zou me evenveel moed gekost hebben maar 't had wel iets duurder geweest vrees ik.
Met ons Irma op pad op de wandelterrassen aan de Schelde en op andere plekken uit mijn jeugdherinneringen.
Met Irma naar de muziekinstrumenten-groothandels in Nederland
Begin september moesten we naar Nederland om materiaal op te halen bij enkele groothandels. We gingen natuurlijk met onze nieuwe auto want daar blijken nu plots wel 50 (vijftig!!!) gitaren in te kunnen... Ongelofelijk, nu hebben we eindelijk een echt grote auto en nu stoppen we met de zaak Onderweg bleek dat onze landkaarten nog in de oude auto lagen en dat de routebeschrijving die de firma ons gestuurd had pas begon als we al in 't dorpje waren... Daar waren we dus niet veel mee vooruit. Aan de grens zijn we dan maar een kaart van Nederland gaan kopen... Om heel eerlijk te zijn : ik had mijn vrije dag liever anders doorgebracht dan alweer voor de zaak bezig te zijn, maar 't kon nu eenmaal niet anders. Dus heb ik er maar 't beste van gemaakt en, onderweg en in de groothandels, foto's van "Irma" (mijn handtas-rugzakje) in de grappigste situaties gemaakt. Zo levert dit uitje op de duur toch ook een leuke strip op.
Vorige week moest mijn kameraad zijn oog geopereerd worden. We moesten toen lang wachten in 't hospitaal, niet plezant, maar zoals ge weet, ik verveel me nooit. Ik heb het gordijn tussen de bedden dichtgetrokken en we hebben ons goed geamuseerd met wat te fotograferen. Ideale grondstof voor een Irma-strip waarvan hier 't alvast de eerste beelden....
Als altijd is Irma heel behulpzaam, maar toch..., toch..., bespeur ik er altijd een héél klein beetje eigenbelang in... Maar ik zal me wel vergissen.
--------------- En de arme Irma had nog zo goed trachten te voorzien dat er niks ging mislopen tijdens het etentje van mijn 50ste verjaardag...
Om de plaatsen voor de genodigden aan tafel aan te duiden had ze deze kaartjes met "heel duidelijke aanwijzingen voor een vlot verloop" voor hun bord gezet :
Dit stripje draag ik op aan al de mensen die de laatste maanden ijverig meegezocht hebben om een reserve-exemplaar van Irma te vinden. Maar speciaal aan Fernanda, omdat zij in deze ongelofelijke "Mission Impossible" geslaagd is!
3
Vanaf nu gaat de mooie witte rugzak in de glazen kast, als reserve, voor als er ooit eens iets misloopt met Irma tijdens onze avonturen... Ge begrijpt, ik kan toch moeilijk over 't straat gaan lopen met twéé schapen op mijn rug... Wat gaan de mensen dan denken?... Dat ik met mijn pensioen niet toekom en op mijn oude dag herder ben geworden?
Het begrip rust komt tot uiting in een zittende kat. (Jules Renard)
Het enige mysterie aan katten is waarom ze ooit besloten hebben huisieren te worden. (Compton Mackenzie)
Als een een hond op je bed springt, doet hij dat omdat hij graag bij je wil zijn. Als een kat op je bed springt, doet ze dat omdat ze je bed zo lekker zacht vindt. (Alisha Everett)
Het is onmogelijk om niet vertederd te raken bij de aanblik van een of meer kittens. (Cynthia E. Varnado)
De kat zou's mans beste vriend kunnen zijn, maar ze zou zich nooit verlagen om dat toe te geven.
Probeer nooit koppiger te zijn dan een kat. (Ropbert A Heinlein)
Laat iets van de rust van een kat op mij overgaan. (David Harold Rowbothom)
Je bent pas iemand als je door een kat bent genegeerd.
Katten : net zo soepel als hun schaduw, de wind krijgt geen vat op ze.
Ze glippen slank en stil, door spleten, kleiner dan zijzelf. (A S J Tessimond)
Het verschil tussen katten en honden is dat honden komen als ze geroepen worden, terwijl katten een boodschap aannemen en later contact opnemen.
Ik meen het oprecht als ik zeg dat ik van katten hou... Een kat is een dier dat meer menslijke gevoelens heeft dan de meeste andere dieren. (Emily Bronte)
Vrouwen en katten doen waar ze zin in hebben, en mannen en honden kunnen daar maar beter mee leren leven. (Alan Holbrook)
Eén reden waarom kattenliefhebbers volgens mij katten bewonderen, is hun superioriteitsgevoel. Het lijkt alsof ze overal een meester in zijn, ongeacht wat ze doen of pretenderen te doen. Zelden zie je een kat die in verlegenheid verkeert. Ze hebben geen geweten, en ze hebben nooit ergens spijt van. Misschien zijn we stiekem jaloers op ze. (Barbara Webster)
Katten zijn bedoeld om ons te leren dat niet alles in de natuur een functie heeft.
Als je de beste zitplaats in huis wilt, zul je de kat moeten verplaatsen.
Katten zijn slimmer dan honden. Je krijgt acht katten nooit zo gek dat ze een slee door de sneeuw gaan trekken. (Jeff Valdez)
Onlangs heeft iemand me een schattig katje gegeven... en nu is het katje van mening dat iemand mij aan hem heeft gegeven. (Evelyn Underhill)
Het viel als snel op dat de kat nergens te bekennen was als er iets gedaan moest worden. (George Orwell)
Katten die een goed tehuis hebben, zijn eraan gewend dat er de hele tijd tegen hen wordt gepraat. (Lettice Cooper)
Van alle schepselen Gods is er maar 1 dat zich niet laat onderwerpen. Dat is de kat. Als de mens gekruist zou kunnen worden met de kat, zou dat voor de mens een verbetering betekenen, maar voor de kat een verslechtering. (Mark Twain)
Katten zijn net als mannen : enorme charmeurs. (Walter Savage Landor)
Het is nauwelijks te geloven, maar sommige mensen beweren dat hun katten bijna menselijk zijn - en dat bedoelen ze dan als een compliment.
Wat katten het belangrijkst vinden aan mensen is niet hun vermogen om voedsel te produceren (want dat vinden ze vanzelfsprekend), maar hun amusemenstwaarde. (Geoffrey Household)
Ik zou een kat nooit kunnen kwetsen, ook al kan ik tegen mensen soms ronduit agressief zijn. (A.L. Rowse)
Geen huis is compleet zonder het getrippel van kleine kattenpootjes.
Is het niet prachtig hoe katten vrienden kunnen maken en mensen kunnen beïnvloeden zonder ook maar ooit een boek te lezen.
De kat heeft honger als zij met een broodkorst genoegen neemt.
Katten zijn mysterieuze wezens. Er gaat meer in die hersentjes om dan we beseffen. (Sir Walter Scott)
Als ik met mijn kat speel, dan is het niet echt duidelijk of ik me nu met haar amuseer, of zij met mij. (Michel Eyquem De Montaigne)
Deze prachtige pps maakte Katrien voor mij als troost voor het verlies van mijn overleden poes Tabitha. Ze gebruikte de tekst die ik op mijn blog schreef over het maken van "een hartemandje" bij het afscheid van een huisdier.
Om de diavoorstelling te bekijken moet je op de foto klikken en vervolgens op het onderlijnde Download File klikken en even geduld oefenen. Hartelijk bedankt voor deze lieve attentie lieve Katrien!
Als jullie graag de volledige tekst nog eens lezen, klik dan HIER.
26. Een nieuwe vorm van entertainment in luchthavens : marathons lopen.
Dit zijn nog twee foto's die ik één van de vorige avonden nam.Het is het geestenhuisje van het hotel. Ge ziet, een sjiek hotel heeft een sjieke geest. En die krijgt een verzorgd verblijf. Al goed dat hij 't niet zelf moet betalen of hij zou hier niet lang blijven wonen. In de onderste foto ziet ge mij, het strand en de zonsondergang weerspiegels worden in de offerschaal.
De drijvende pier lag eerst aan de andere zijde van de baai, vanmiddag hebben ze dat ponton echter versleept naar onze kant. Dat is heel jammer, want nu is dit afgelegen hoekje van t hotel zijn rust kwijt. Nu gaan hier dag en nacht de boten aanleggen en de zatte uitgaanders van Ao Nang uitstappen. t Is trouwens ook heel lelijk want dit was de mooiste kant van de baai met allemaal grote rotsblokken in zee. Dat was een heerlijk hoekje om in rond te zwemmen en vanaf nu is de charme daar wel af want tussen die stinkboten gaat ge niet liggen ronddobberen. Van een kanjer van een stommiteit gesproken.
Het drijvende ponton is not niet helemaal verlegd. Ze zijn nog volop bezig de onderdelen terug samen te stellen. Wij zijn de eerste passagiers die 't zullen gebruiken. Rechts op de foto - de heer met de paraplu - is de manager die ons vriendelijk uitgeleide doet.De man in de verte sleurt met drie stukken grote bagage van ons. En Paul "muil-ezelt" zich het ponton op met de 5 stukskes "hand"-bagage... In de linkse zak zit de teddybeer, met de"steentjes" eronder verborgen...
Aangekomen op de t vasteland stonden we op een taxi te wachten. Die maar niet kwam. Tot ineens mijn euro viel dat wij ook helemaal geen transfer besteld hadden! Gewoon rats vergeten! Gelukkig hadden we er direkt eentje te pakken. Deze keer geen tuktuk maar een heuse auto. Op een half uurtje waren we op de luchthaven van Krabi en kregen we nog een mooie laatste zonsondergang kado.
Nu moesten we dus gaan inchecken bij dat "Ryan-Air"-achtig maatschappijtje voor onze vlucht naar Bangkok. (Toen ik gisteren per ongeluk ontdekte dat Paul ons binnenlandsvluchtje bij zon prulle-maatschappijke geboekt had, doordat hijineens achteloos opmerkte : Ik wou eens naar dat firmake bellen om te zien of ze nog niet failliet zijn maar ze hebben geen kantoor of geen telefoonnummer... stond mijn hart wel weer bijna efkes stil, en schrok ik mij op mijn beurt "een floeren aapke". Hij heeft onze vliegticketsop den duur toch via mail kunnen checken en tot mijn grote opluchting bleek de firma nog te bestaan, ze bleken zelfs ook nog te vliegen.)
Maar nu stonden we daar dus bij een prutsmaatschappijke waar ge geen eten of drinken aan boord mochten meenemen en maar 15 kilo bagage de man Groot, vooral zwààr,probleem dus. Zeker omdat ik vier zware stenen meegezeuld heb van t strand van Kho Ngai. Ik ben wel zo slim geweest om die te vervoeren in het zakske dat ik bijgehouden heb van de tax-free shop van Bangkok waarin toen mijn grote beer verpakt was.
Ik heb mijn stenen onderin gelegd en daarover heel luchtig mijn dikke beer gedrapeerd, een overduidelijke souvenir-aankoop waar ze niet veel over kunnen zeggen en dat toch onmogelijk zwaar kon wegen! Ah ja, zon onschuldig pluchen beerke! Dus dat zakske werd gelukkig niet gewogen want dat hoorde bij de handbagage. Die natuurlijk ook al uit 5 stuks bestond want Pandorake had nu t reisgezelschap vervoegd. In feite mocht maar 1 stuk handbagage de man mee, maar daar was de madam soepel in.
Het gewicht van de grote bagage was een ander paar mouwen.De vrouwwas gelukkig zo goedhartig om maar 8 kilo overgewicht aan te rekenen terwijl t er eigenlijk heel veel meer waren. Het grapke kostte dan ook nog maar 600 bath dus dat viel goed mee. Daarna in Bangkok gingen we dat probleem toch niet hebben want vanaf daar vliegen we met een lijnvlucht van Thai Airways en moogt ge 20 of 25 kilo de man meebrengen.
Toen we in Krabi door de handbagagecontrole gingen bleek er nog ergens een schaar in te zitten. Alles moeten uitladen om die te vinden. Al mijn o.b.-tjes en inlegkruisjes lagen daar verspreid tussen een hoop zooi uit de toilettas. Heel plezant weer. Uiteindelijk bleek dat ik een schaartje uit een klein zijzakje vergeten te halen was. Alweer een schaar kwijt. Ik heb ondertussen al een schaar in een luchthaven van elk continent liggen denk ik.
Het vluchtje was snel en goed, het ding bleef vlot in de lucht, we moesten zelfs niet mee met onze armen wapperen om 't te laten opstijgen.
In de superdeluxe nieuwe luchthaven van Bangkok hadden we 3 uur en een half de tijd om over te stappen van de domestic naar de international airport en dat leek ruim voldoende. Tot we daar aankwamen en een totale chaos aantroffen. Massas volk aan onze check-in omdat alle Thai-Airways vluchten tegelijk mochten inchecken en ze heel veel vluchten hadden in de eerstkomende uren.
Duizenden mensen met bagagewagentjes die mekaar allemaal blokkeerden, tegen de hielen reden, probeerden voor te kruipen, de weg kwijtwaren, en boos werden. Precies een bende gehandicapte mieren. Het was de hel. Ondertussen was er een micro beginnen fluiten en door heel die luchthaven schalde een hoge pieptoon. Niemand scheen de verantwoordelijke micro te vinden of er moeite voor te doen. Het was een geluid om zot van te worden. Het maakte de hectische sfeer er nog ellendiger door.
Hieronder enkele foto's die ik bij 't vertrek, drie weken geleden gemaakt heb, nu was er geen tijd om te fotograferen...
Eén van de grote godenbeelden op Suvarnabhumi Airport.
Hier zie je hoe minuscuul mensen zijn in dit reuzegebouw.
Doorheen de brandglasramen zie je de hoogste verkeerstoren van de wereld. Nog hoger dan de kathedraal van Antwerpen! (Ja, ne geboren Antwerpenaar blijft altijd een beetje chauvinist natuurlijk )
Zo ziet het er van op straat uit. Hier staan al de rokers samengetroept...
Hier worden al de mensendie een geboekte reis of een hotel gereserveerd hebben opgewacht. Het is een zee van bordjes en namen en iedereen probeert iedereens aandacht te trekken.
We zochten een cafeetje zodat Paul even zijn obligate postkaarten kon schrijven en daar op die reusachtige luchthaven ook nog een brievenbus kon gaan zoeken. Ik ben ondertussen buiten een sigaretje gaan roken. Gelukkig kunt ge hier nog de straat op want binnen is zelfs geen café te vinden waar nog gerookt mag worden. Ondertussen ook nog eens wat boekwinkeltjes binnengestapt in de hoop het boek over de Ramayana van t paleis van Bangkok te vinden maar t werd weer noppes. Drie weken geleden had ik hier een heel interessant boek gekocht over een 45-jarige Engelsman die monnik was geworden in Thailand en ik wou nu zijn andere boek ook kopen. Na vele winkeltjes binnen te stappen ben ik daar in geslaagd.
Dan werd het tijd om door de douane-controle te gaan en daar stond weer een oneindige file. Maar we hadden de tijd. Toen we er eindelijk door waren (vloeistoffen zijn hier totaal geen probleem, ge wordt alleen beleefd verzocht "de kogels uit uw wapen te halen") moesten we toch wel dringend naar onze vetrek-gate gaan.
De luchthaven bleek nog veel groter en mooier dan gedacht. Overal aan de wanden hangen reuzeschilderijen, ge zou er voor u plezier doorlopen, het lijkt wel een museum. De taxfreeshops zijn zeer luxueus en de inrichting is subliem. Licht, luchtig, hypermodern en zeer smaakvol.
Er staan ook overal eerbetuigen aan Koning Bhumibol die nu de langst regerende koning ter wereld is. De man is ontzettend geliefd, maar momenteel is hij ziek en aangezien hij al in de tachtig is en geen zinnige opvolger heeft is de bevolking bang voor wat de toekomst gaat brengen. Er hing een grote foto aan de muur van de viering van zijn 60-jarig koningschap. Ook onze Flip en ons Mattil en die twee van Holland stonden daar op te blinken. Ze waren duidelijk grondig bijgefotoshopt want zo vrolijk en goedgezind zien die van ons er bij ons op de koekedozen toch niet uit.
Toen we eindelijk dachten dat we aan onze gate waren en konden instappen bleek er nóg een controle te zijn! En wéér zon file! Nu ontstond er bij iedereen een lichte paniek om zijn vliegtuig te missen. Terwijl Paul aanschoof stapte ik de boekhandel naast de file binnen om nogmaals naar het derde boek van Phra Peter Pannapadipo te zoeken. Ze hadden het daar ook niet. Maar ik trof een ander ongelofelijk geestig boekske aan, waar ik achteraf heel veel spijt van heb dat ik t niet gekocht heb.
Het lag bij de woordenboeken en bleek Thai for Lovers te heten. Het stond vol zinnetjes die de sextoeristen hier nodig hebben! Hilarisch!!! De eerste zinnen zijn allemaal in de trant van Ge hebt een grappig neusje en Hoeveel vraagt ge voor een korte beurt of om heel de nacht bij mij te blijven. De volgende hoofdstukken werden hoe langer hoe bangelijker : Gij zijt dus wél getrouwd!, Ik wist niet dat ge kinderen had?, Ik ben niet van plan uw hele familie te onderhouden., Ik wil een echtscheiding., Ge zult rap genoeg een nieuwe vriend vinden., Gij leugenaar! Enfin, ge kon het zo gek niet bedenken of de zin stond er mét de vertaling én de Thaise schrijfwijzein. Ik heb rap een paar fotos van enkele bladzijden genomen maar ik had het beter gekocht. Dat wil dus zeggen dat ik de volgende keer al naar drie boeken op zoek kan gaan als ik weer eens in Bangkok kom
Uiteindelijk was het onze beurt voor de derde controle en konden we naar ons vliegtuig rennen. Omdat er zoveel mensen te laat waren door die oeverloze controles is het een half uur te laat vertrokken.
Ik zat nog niet tegoei op mijn zetel of mijn benen begonnen als gek te schokken en te stampen. Vreselijk! En dat met de wetenschap dat ik nog 12 uur in dat stoeltje ging moeten zitten Ik heb dan direkt een pil genomen en t resultaat was dat ik amper mijn eten heb opgekregen en in slaap ben gevallen in de griezeligste houdingen. Maar ik heb zo maar even meer dan 6 uur geslapen! Mijn record in een vliegtuig. t Resultaat was wel dat ik mijn reisverhaal niet heb kunnen bijwerken zoals ik gepland had. Als bloemmekee van deze bangelijke voedselreis werd ons nog een sandwich aangeboden, gevuld met aardappelpuree. Deze laatste kelk heb ik aan mij laten voorbij gaan. Ik dacht, ik eet in Frankfurt wel gezellig een worstje ofzo.
Op dat moment dacht ik nog daar in Frankfurt de tijd voor te hebben. Maar ook dat was buiten de waard gerekend. Ik was natuurlijk vergeten dat ik dan terug in "Europa" moest opstijgen en dat daar de Camembert en plastic-zakskes voor de vloeistoffen- miserie terug begon...
Alweer zon strenge controles en aanschuiven. Ondertussen heel mijn hebben en houden getriëerd om toch maar elke vloeistof in die doorschijnende zakskes te steken Ik zag er uit als een wandelende tsjoek-tsjoek. 't Verbaasde me dat de mensen niet kwamen vragen om iets te kopen...
Mijn fles after-sun waar we ons op de luchthavens altijd nog eens mee insmeren, tegen t uitdrogen van ons bruine velletje, moest ik afgeven, want hoewel ze nog maar voor een derde vol was want het was een flacon van 250ml en de toegelaten fles is 200ml. Om zot te worden. En wéér iedereen bang om zijn aansluitende vlucht te missen natuurlijk. Op den duur moesten we alweer aan top-speed door de luchthavengangen crossen om nog op tijd te zijn.
Omdat ze voor de landing in Frankfurt gezegd hadden dat het maar 5°C was hadden we ons in 't vliegtuig alvast goed ingepelsd. Ik met een damartke, een sweater en een jeanshemd. Maar door dat gejaag in de luchthaven waren we allebei doornat van t zweet. Ah ja, ren maar full speed van verdieping naar verdieping met die 5 stuks handbagage waarin die loodzware stenen
Toen we eindelijk aan onze gate waren heb ik tegen die Duitser gezegd dat hij mij mocht weigeren te laten instappen omdat ik nu zelf ondertussen in een "vloeibaar produkt" veranderd was. Hij kon er goed mee lachen. Iemand anders zei dat we volgende keer allemaal een rustige strandvakantie gaan boeken omdat we toch te moe voor iets anders gaan zijn na al de luchthavenmiserie die we moeten meemaken alvorens we ter bestemming zijn. Kunnen we goed uitrusten om de ellende van de terugreis aan te kunnen. Of we gaan terug op reis per kameel. Maar ja, in die hun bulten zitten vloeistoffen. Moeten we die hun bulten dan in plastic zakskes gaan inpakken?...
Ik stond even, aan een rookpaal,met enkele Duitse zakenmannen te praten die hun aanstekers verstopt hadden in een geheim vakje onder hun laptops. Ja, we worden wel slim natuurlijk. Mijn lucifers hadden ze in Krabi al afgepakt maar mijn aansteker had ik ook deze keer weten te redden, alleen wist ik hem inde grote chaos van al mijn zakskes niet meer te vinden. Nee, reizen is op deze manier niet meer prettig. Ik beklaag al die zakenmensen die dit wekelijks moeten meemaken.
Op de vlucht naar Brussel zat er een man naast ons die net van Iran kwam. En die had daar totaal geen controle gekregen Ze zijn ook zo inconsequent! We zaten daar te lachen dat we ook echt wel iemand zouden kunnen doodmakenmet de oren van onze bril. Gaan ze die misschien in t vervolg ook nog afpakken? Dan kunnen we alles op de tast gaan doen en gaat het nog wat trager. Misschien kunnen we in t vervolg dan best heel onze vakantie ineens op de luchthaven doorbrengen.
Maar met dat alles leek het wel alsof de 23 uren heel snel voorbijgegaan waren want we hadden geen moment tijd gehad om ons te vervelen. Misschien doen ze al die controles wel om ons te entertainen en 't vliegen minder saai te maken?
Zo dat was het voor deze reis. Veel avontuurlijks viel er niet te schrijven want er was ook weinig spectaculairs tebeleven. Maar ik heb gelukkig de gave gekregen om ook in 't kleine de aantrekkelijkheid en de geestigheid te zien. Uiteindelijk hadden we bewust voor een rust- en snorkelvakantie gekozen om eens niet als gekken van 't één "cultureel hoogtepunt" naar 't ander te moeten rennen. En dat was heel tof, en heel erg nodig, maar schitterende en echt boeiende reisverhalen levert zo'n brave reis natuurlijk niet op. Enfin, ik hoop dat ondanks de weinige afwisseling van de "avonturen" ge u toch ook een beetje mee op vakantie gevoeld hebt en dat ik u mee in mijn plezier heb kunnen laten delen.
Het is het eerste reisverhaal waarvan ik stukjes op mijn blog heb durven zetten. Daarvoor dierf ik dat niet, ten eerste omdat ik het nogal "snoeverig" vond overkomen, en ten tweede omdat ik zoveel uit mijn verhalen moet uitknippen omdat die stukken niet voor 't blog geschikt zijn omdat ze nogal "politically incorrect" zijn en mensen tegenwoordig lange, gevoelige teentjes hebben. Jammergenoeg zijn het dan altijd net de meest humoristische stukken die moeten sneuvelen... Maar ja, er mag in deze tijd zomaar niet meer mee alles gelachen worden, spijtig genoeg.
Een derde reden waarom ik mijn reisfoto's op mijn blog zet heb is, is omdat ik vroeger overal foto's vannam om ze aan mijn mama te kunnen laten zien. Zij heeft nooit de kans gehad om veel van de wereld te zien omdat mijn pa altijd moest werken. Voor mij was 't dan plezant om toch mijn uiterste best te doen om een écht schone foto van een zeldzame vis te maken om die aan haar te kunnen tonen, zodat ze de schoonheid van de onderwaterwereld ook kon leren kennen. En zo kon begrijpen waarom ik zoveel met mijn kop onder water zit. Maar sinds zij overleden is, vond ik mijn uitgebreide fotografie, waar ik soms veel moeite voor moet doen, wat zinloos geworden. Nu ik echter van een tiental mensen regelmatig een mailtje kreeg waarin ze me vertelden hoeveel plezier ze aan mijn verhaaltjes beleefden kregen mijn foto's ineens weer een doel. Ikhad dus nieuwe mensen gevonden die ik ergelukkig meekon maken.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik halverwege van plan was om met het bloggen van mijn verhaal te stoppen omdat ik dacht dat geen kip het las. Het koste me veel tijd om de verhalen in te korten en te censureren, om over 't werk van de foto's te selecteren en te verkleinen nog te zwijgen. En dit in een periode waarin ik het met mijn werk heel druk had. Maar voor die enkele dames, en die zeldzame heer -en ze weten zelf best wie ze zijn -ben ik ik er toch mee doorgegaan omdat die mensen echt uitkeken naar de verhaaltjes. (Neemt niet weg dat ik me toch nog altijd afvraag hoeveel mensen het verhaal nu eigenlijk zouden gevolgd hebben.)
En ik ben blij dat ik het gedaan heb, want "gedeelde vreugd, is dubbele vreugd". Ik zal nu bij mijn volgende reis aan die mensen kunnen denken als ik mijn foto's neem, en er extra moeite voor doen om ze goed te maken, zodanig dat zij ook mee kunnen genieten van 't moois en 't grappigs dat de wereld, boven en onder water,te bieden heeft.
Ik heb de kans om veel te kunnen reizen omdat ik geen kinderen, en geen ouders meer heb waarvoor ik moet zorgen. Maar bij vele mensen ligt dat anders. Sommige mensen kunnen ook door ziekte niet reizen. Vandaar dat ik hoop hun op deze manier toch ook een klein beetje "vakantieplezier" te kunnen bezorgen. En de anderen, die denken dat dit op mijn blog staat om te snoeven, och, dat moet ik mij niet aantrekken, want die zullen toch al lang afgehaakt hebben met mijn dagelijkse onzin te komen lezen.
Mijn klein lief fanclubje, ik wil jullie heel erg bedanken. Want het is dankzij jullie dat ik in 't vervolg terug een pak meer plezier ga hebben bij het fotograferen. Lieve knuffels, en bedankt om telkens weer te komen lezen en jullie ook door de allersaaiste stukken heen te worstelen....
Het vijfentwintigste deeltje van mijn uittreksel uit mijn reisverhaal. Dinsdag, 28 november 2006.
25. Een kano met chauffeur.
Voor de eerste dag voelde ik me weer goed genoeg om eens met overgave in t ontbijt te vliegen. Als ge een keuze hebt gelijk hier dan eet ge vanzelfsprekend geen 17 toasten met confituur. Dan eet ge exotische vruchtjes, en zalmkes, en heilbotjes, en Japanse soepkes Mmm zalig.
Na t ontbijt nog een beetje gerust en geschreven en gezwommen en dan zijn we toch dat geplande kanotochtje gaan maken naar het volgende baaike. Dat was best plezant.
Gelukkig wou Paul roeien, want met mijn pijnlijke polsen van 't vele typen de laatste dagen lukte dat niet meer. Een kano met chauffeur dus! Maar Paul is dat gewoon, hij heeft mij ooit eens met een fietsriksja door een eilandje naast Hong Kong gevoerd. Heerlijk! Net als een prinses zat ik daar in dat bakske achter die fiets. Ik gelukkig en Paul ook, want zo kwam hij nog eens aan zijn fitness!
Ge voelt u heel nietig in zon petieterig kanootje tussen en onder die uitgesleten onderkanten van die majestueuze loodrechte rotswanden. Vanop zee konden we ook eens een foto maken van het hotel in zijn rotsnest. t Is vreemd maar elke keer dat ge dat stenen amphitheater bekijkt lijkt dat anders. Het hangt heel erg af van de lichtinval en de schaduwen. Blijkt nu dat het helemaal geen perfecte halve cirkel is. Sommigen van die rotsen staan los van de achterwand. Vallensklaar precies, maar dat zal wel niet. Ik hoop dat hier een landmeter aan te pas gekomen is toen ze dit gebouwd hebben.
Eindelijk een totaalzicht van het hotel in zijn rotsnest.
Onderweg naar Raylai Bay. Een geliefde plek om te gaan rotsklimmen. Hier zullen ze dus waarschijnlijk wél weten hoe hoog de rotsen zijn
Het strand naast Raylai Bay, waar met de tsunami zoveel doden zijn gevallen.
Terug onderweg naar ons hotel. En dan even relaxen in zoet water...
Tijdens de inpak begon het ineens te gieten, de ergste stortbui die we hier al over ons heen gekregen hebben. Maar zonder donder of bliksem. Onze terrassen overstroomden want de afvoer kon het water niet aan. Gelukkig was de bui over toen we de kamer moesten verlaten maar ik ben toch maar in zeesloefen naar de boot gewandeld.
Lees verder : 26. "Een nieuwe vorm van entertainment in luchthavens : marathons lopen." Klik hier
Dit verhaaltje draag ik speciaal op aan Cécile (Klaproosje). Ze is een van mijn trouwste lezers en ferventste meespelers met mijn fotoraadseltjes. Ze moet voor enkele weken naar het ziekenhuis, en ik zal mijn trouwe fan en blogvriendin erg missen. Dus speciaal voor jou lieve Cécile, mijn voorlaatste verhaal van deze reis. Maar niet wanhopen, ik heb nog boeken vol reisverhalen in mijn schuif liggen Als je wil breng ik zelfs een (ongecensureerd ) reisverhalenboek over een van mijn vorige reizen naar het ziekenhuis om je terug aan 't lachen te krijgen! Laat maar weten!
------------------------------------------------------------------------ Het vierentwintigste deel van mijn reisverhaal. (Al de voorgaande afleveringen staan op de linkerkolom van mijn blog)
Maandag, 27 november 2006.
24. De tragedie van de sokken.
Vanmorgen was ik door mijn regels te misselijk om te eten, ik heb dan maar met Natty, het lieve Toetje van t restaurant, zitten praten. Hij zingt vrij vlot Engels. De jongen is Vietnamees langs vaders kant (zijn vader is in de oorlog vermist) en zijn Thaise mama is lang ziek geweest en aan kanker gestorven. Om meer bij haar te kunnen zijn moest hij zijn job als steward bij Thai Airways opgeven. Later is hij terecht gekomen in een superdeluxe hotel in Koh Samui, The Hideaway, waarmee dit hotel vergeleken een soort basic jeugdherberg moet zijn. Daar heeft elke kamer zijn persoonlijke butler die konstant bij u blijft en alles voor u doet. Dat zou voor mij een ramp zijn! Natty heeft daar dan last gekregen met de rest van het personeel omdat die van een hogere komaf waren dan hij. Hier bestaat dus ook nog een soort onderhuids kastesysteem. In dit hotel is de sfeer goed, en wordt er goed gezorgd voor het personeel. Ze krijgen een ziekteverzekering en zelfs een levensverzekering omdat ze met de boot naar hun werk moeten. Hij is hier heel gelukkig en ter besluit van zijn uitleg zong hij: Only thing in life I want to do is make people happy, then me am happy toóóóóó´Madááááám!.
Ik heb hem ook de vraag gesteld over de nationalteit van de manager en t blijkt een Pool te zijn. Ik denk dat ik die lieve slimme Natty tot manager ga promoveren.
Beetje gaan liggen schrijven op t terras en dan gaan zwemmen. Voel me nog altjid ziekskes en triest, dus de geplande kanotocht tussen de rotsen hier hebben we maar laten vallen.
Er dreef een handpalmgrote krekel op t water (redden was al overbodig) en het leek alsof er een fijn takje, een naaldje bijna, van 3 cm naast dreef. Bij nader inzien bleek het een soort mini-trompetvisje te zijn. Het zat lekker te smullen van wat voor hem werkelijk een reuze-buffet moest geweest zijn. Er bestaan dus niet alleen "wandelende" takken, er bestaan ook "zwemmende" takken in dierenwereld.
Veel minder aktief dan "de zwemmende tak", is "de sms-ende bouwvakker". Hier liggen hoopkes werkmannen op de terrassen van niet-verhuurde kamers gezellig op de vloer. En stuk voor stuk zijn die met hun gsm iets aan t doen. Ik reclameer niet, beter zo dan dat ze met slijpschijfkes in de weer zijn. Maar wanneer de constructie van hun watersporthuisje klaar gaat geraken weet ik niet.
Het onderhoud van de kamer laat eigenlijk ook veel te wensen over. s Avonds komen ze uw bed openleggen en ze leggen er een bloemeke op, maar de badkamervloer eens opdweilen is er niet bij. Dus s avonds komt ge terug in een kletsnatte badafdeling en das niet prettig. Voor deze kwaliteit van hotel kan zoiets toch niet vind ik.
('k Heb lang getwijfeld of ik 't volgende stukje ook niet best uit mijn reisverhaal zou knippen voor ik 't op mijn blog zet - maar ik heb al zoveel geknipt, er schiet van mijn oorspronkelijk verhaal van 145 A-4tjes nog amper iets over - en dit vind ik toch zo'n grappig voorval dat ik het jullie toch niet wil onthouden.)
Vanmiddag is tijdens de poetsbeurt ook wel het ultieme drama gebeurd waar ik al jaren bang voor ben. s Avonds doe ik altijd even mijn bedsokken aan. Amper 10 minuutjes, maar die zijn dan ook echt nodig om in slaap te kunnen geraken. Zelfs bij 30° moeten en zullen die sokken efkes aan voeten anders doe ik geen oog dicht. Die sokken zijn héél oud en kompleet versleten maar onvervangbaar. Het is een puur schandaal, want ze zijn gruwelijk versleten, dus elke ochtend stop ik die dan ook zorgvuldig weg zodat niemand ze kan vinden.
Wegens de overvloed aan kussens in onze kamer - 19, alles bij mekaar, geloof ik - wisten de meiskes niet meer waar met onze overtollige kussens te blijven en ze hebben er dan enkele in mijn nachtkastje willen foefelen... waar mijn stokoud slaap-t-shirt en die fameuze sokken helemaal achterin weggefrommeld lagen.
Ik kwam dus na t zwemmen terug op de kamer en vond die bangelijke sokken toch wel netjes opgevouwen, naast dat eveneens netjes opgevouwen slaap-t-shirt, ordelijk op 't voeteneind van mijn bed gelegd! De meest versleten sokken van t westelijk halfrond - zelfs een negerke die aan den armen is zou ze nog niet meer willen dragen - horen dus bij de garderobe van de madáááám van de kamer van 9000 bath Die meisjes moeten toch weer hun gedachten gehad hebben
Heel even speelde ik met het idee om ze weg te gooien, maar uiteindelijk krijg ik dat toch niet over mijn hart. Ze gaan zeker al 10 jaar mee op reis. En echt waar, betere zijn er niet te vinden. Ze zijn zo zalig juist genoeg uitgelodderd. Ze zitten los en vallen toch niet af. Ze zijn niet te warm door hun luchtigheid. Door de vele minuscule gaatjes houden ze de omgevingstemperatuur juist perfect. Ze zitten ook los genoeg zodat ze uit zichzelf na 10 minuutjes woelen vanzelf uitgaan. Ja, ik kan echt niet anders zeggen : ze zijn perfect! En trouwens, als ge ze niet langs onder beziet dan valt het echt niet zo heel erg op dat ze enigszins versleten zijn Naar mijn mening althans.
Al stillekesaan een beetje beginnen inpakken. (Behalve mijn geliefde sokken natuurlijk, anders slaap ik vanavond niet!) Ook mijn draakje nog eens bewonderd en al stevig ingepakt in vuile was. Méér gaan stinken dan hij al doet kan toch niet. Overdag ziet hij er nog véél "plastic-er" uit, maar is hij ook nog een stuk schattiger. Ik ben er echt heel blij mee.
Toen we om zes uur naar Ao Nang vaarden zat er een koppel op de boot, zij was t fijnste, kleinste Thaike dat ge u kon indenken, met een tailleke van de omtrek van mijn bovenbil. En hij was zon reus van een Amerikaan. Ik vond het echt een stuitend zicht. Het leek alsof hij t kind kon opvouwen en in zijn handbagage kon meepakken. Maar voor de rest heb ik hier in t dorpje eigenlijk geen gore bars of uitgesproken sextoeristen gezien.
De zonsondergang viel weer dik tegen. t Begon zelfs weer heel even te regenen dus hebben we ons vanaf de pier door een tuk-tuk direkt naar t Japans restaurant van gisteren laten rijden.
Onderweg staan op 't strand overal borden met de "tsunami-evacuation-route". Ge wordt verondersteld van 600m parallel aan 't strand te lopen alvorens ge de bergen in kunt rennen. Ge kunt dus wel best op tijd vertrekken denk ik zo. En loopschoenen aandoen. Over welke sokken ge best aantrekt ga ik het niet hebben
Toen we bij de Japanner terug de menukaart doornamen kregen we in de mot dat we de vorige avond in feite een "party-schotel voor 4 personen" besteld hadden Vandaar die 50 sushis dus. Ik vond dat gisteren al vrij ruim berekend voor 2 personen. Vanavond hebben we een sashimi-schotel besteld. Maar dan eentje voor een party van twee. De vis was kraakvers en verrukkelijk lekker.
Na de maaltijd nog even gewandeld, sigaretten gaan kopen (mijn Marlboro-griezelprentjes verzameling is nu kompleet! Ze zetten hier de gruwelijkste fotos op de verpakking om t roken te ontraden, en nu heb ik heel de collectie!) en terug met de hotelboot naar huis gevaren. Het bliksemde zo hevig en zo frequent dat uw ogen niet de tijd kregen om terug aan de duisternis te wennen. De bliksems flitsten om de seconde. De langste tussentijd was vier seconden! Het was precies dag! En toch viel er geen druppel regen. Als klank- en lichtspel kan dat hier wel elke avond tellen. Ik vind dat een heel goeie uitvinding, dat droog onweren.
We hebben van de assistent-manager gedaan gekregen dat we morgen onze kamer, in plaats van om 12 uur, pas om 16.30u moeten verlaten, dus hebben we nog iets aan onze dag als we vanavond nog alles ingepakt krijgen. Maar om mijn visschoteltje te laten zakken wou ik toch eerst even rustig op t terras zitten schrijven.
Ik wil trouwens nog efkes iets vies vertellen. Ja, ik weet het, dat zijn jullie van mij écht niet gewoon. Maar t is een interessant fenomeen.
Thuis vind ik het zeer genoeglijk om voor t slapengaan eens in mijn neus te peuteren, daar komt dan vanalle zooi uit. Zeker in tijden van verbouwingen met gyproc, maar anders toch ook. En daarnet ben ik tot de constatatie gekomen dat ik hier in drie weken tijd nog zelfs de behoefte niet gevoeld heb voor mijn avondlijke peuter. Gewoon omdat er hier niks in mijn neus zit! (Voor de wetenschappelijke onderbouw van deze bewering heb ik trouwens juist nog eens gecheckt.) Dus ge kunt u indenken wat een verschil van luchtvervuiling er is tussen hier en bij ons.
Lees verder : 25. "Een kano met chauffeur". Klik hier
Het drieentwintigste deel van mijn reisverhaal. (Al de vorige afleveringen kan je vinden in de linkerkolom van mijn blog)
Zondag, 26 november 2006.
23. Engelstalige apen.
Het ontbijt was weer klasse! Jammer dat ik niet veel honger had, ik was een beetje groggy van mijn regels. Het eeuwige lot van de vrouw, 5 dagen van de maand depri lopen te wezen van een pms-ke, en er dan als beloning nog eens 5 dagen "ongesteld" (wat een woord!) bovenop krijgen... Er zijn wel meerdere redenen, buiten niet meer te moeten werken, waarom ik rap een échte senior wil worden.
Aan tafel worden we bediend door Natty. Een rasecht homootje! Hij spreekt redelijk goed Engels, in feite zingt hij het. Waaaant some mooooore tea madáááááám? Elk zinneke eindigt drie toonhoogtes hoger dan het begonnen is. Zijn manierkes zijn zo verfijnd en precieus als die van een Thais danseuske. Hij is de vriendelijkheid en voorkomend hij in persoon. In een van de verhalen die ik aan't schrijven ben komt een homootje voor dat "Toetje" heet. Dus toen ik Natty zo bezig zag kreeg ik weer een lading inspiratie en begon ik dus zoals steeds ijverig in mijn notaboekje wat ideeën te noteren. Met mijn kop vol Toetjes-gedachten kwam Natty met zijn theekan voorbij getrippeld en aangezien ik nog wel een taske lustte riep ik : Toetje! Can you plea-. Paul proestte bijna in zijn eigen tas thee, maar Natty vond het zo te zien niet erg om eens met een andere naam aangesproken te worden en schonk, sierlijk zijn een pinkske in de lucht, "the madáááááám" haar taske nog eens vol.
Paul en lieve Natty.
Het meisje dat u naar uw tafel begeleid is een klein fijn Thais dingske met een beugeltje rond haar tanden. Een design-beugeltje - zoals alles hier in dit hotel - maar dan een blauw! Als dat kind dus lacht dan ziet ge zon felblauwe grijns. Knap zenne.
Het bestek is ook zo design dat ge er amper mee kunt eten. Het is dure Wedgwood maar de steeltjes zijn rond, dus ge moet heel goed oppassen als ge soep eet dat ge uw lepel goed vastklemt want anders draait hij rond in uw hand en giet ge de soep telkens terug in uw kom. Op die messen hebt ge natuurlijk ook geen grip. De glazen zijn onderaan smaller dan bovenaan dus daar kunt ge ook best uw aandacht bij houden om geen ongelukken te doen.
Het leven van een rijke mens is blijkbaar niet comfortabel. Hyacynth Bouquet zou zich hier rot amuseren.
We genieten echt van ons paleis. We doen al geen moeite meer om nog een strandbed te gaan reserveren want op ons eigen terras is t veel beter om te relaxen, onze kamer ligt in de laatste blok van het baaike, dus we zitten pal aan zee. Dan ook nog aan t mooiste stukje, direkt tegen de rotswand. Beter kan hier echt niet. Rustig, een mooi zicht en ver weg van t drukke centrale gedeelte.
Paul heeft zijn "ontbijt-verteer-dutje" gedaan, ik heb geschreven, en dan zijn we gaan zwemmen. De zee is hier toch viezer dan in Koh Ngai, dat komt natuurlijk omdat er een dorpje in de buurt is en ook door het vele bootverkeer langs de kust.
Op de rand van het jacuzzi-bad dat overloopt in het grote zwembad.
Aan Thom, de half-Engels-talige spiegelglasbrildragende macho van de kanos, ben ik gaan vragen wanneer de boot naar t dorp s avonds vertrekt en aan de receptie zijn we dan de ticketjes gaan halen om straks eens met het hotelbootje naar t dorp te varen. Alles netjes conform de geplogenheden...
We vroegen ook ineens aan de receptioniste waar onze dagelijkse Bangkok Post toch bleef, want we hebben nog geen enkele avond de beloofde krant ontvangen. Ze antwoordde doodleuk : Oh? We hang it every evening on your door, but monkeys will have taken it!Waarop Paul repliceerde : Do you really think Thai monkeys are able to read English??? En o wonder, dit intelligente wezen zag de humor van de grap in en schoot in de lach. De eerste Thai met een echte, gemeende, schaterlach in plaats van het eeuwige ondoorgrondelijke glimlachje, die we hier in t hotel al tegen gekomen zijn! Ze verdient om manager te worden. Morgen vraag ik haar beslist als ultieme examenvraag de hoogte van de rotswand.
Tijdens t poetsen van de kamer zijn we rustig op ons terras blijven liggen. Normaal duurt een kamerkuiske 10 minuutjes maar aan dit gedoe zijn ze dus wel een klein uurke bezig. Nochtans hou ik het zelf heel goed op orde en ben ik zuinig op t verbruik van handdoeken enzo want het wringt me wel dat ik hier mensen in de tuin, gehurkt onder een grote zonnehoed, met de hand onkruid zie uittrekken die misschien maar evenveel per maand verdienen als onze kamer per dag kost.
Daarstraks werd er gebeld (ja, wij hebben een heuse deurbel, dat moet ook wel want dit kot is zo groot dat ge t kloppen op uw voordeur niet hoort) en een hotelbediende kwam een fruitmand aanbieden. Zonder woorden vanzelfsprekend. Er lagen van die vruchtjes op die ik vanmorgen aan t ontbijt als decor beschouwde Ofwel is die mens ons dus eten komen brengen ofwel een schoon decoratief bloemstukje
Na Paul zijn uitgebreid bezoek aan 't fitness-center hebben we wat op de lauwe deinende zee liggen drijven. Hoe plezant dat ook is, het geeft niet hetzelfde exotische gevoelals in Koh Ngai omdat ze hier niet zo zuiver en helder blauw is.
Er kwam een longtailboot naar t strand gevaren, de jongen sprong uit de boot en waadde aan land om hem vast te leggen, ondertussen rinkelde zijn gsm, hij nam die uit een zakje van zijn hemd, hurkte op t strand en begon in t natte zand ijverig een telefoonnummer te krassen dat hem duidelijk door zijn opbeller gedikteerd werd. Een enig beeld van de nieuwe soort van beschaving die hier zijn intrede doet.
Toen we terug boven waren weerklonk de hevigste donderslag die ik al ooit gehoord heb, en hij bleef maar duren! Hij weerkaatste blijkbaar tussen al de rotsen. Ondertussen scheen de zon dapper verder. Heel vreemd.
De eerste druppels beginnen te vallen, dus doe ik maar een regendanske!
Maar iets later, net toen we de boot gingen nemen begon het te gieten. Wij dus met ons parapluke naar de drijvende pier die helemaal aan de linkerkant van onze baai ligt. Ik dacht dat we de enige gekken zouden zijn die gingen uitvaren, maar nee hoor, de rest kwam ook allemaal uit zijn kamers gesopt op weg naar zijn goedkoop diner in Ao Nang! Heel grappig zicht. Gelukkig stopte de bui toen de boot vertrok en bleef het voor de rest van de avond droog.
Op de drijvende pier om het hotelbootje te nemen.
We vaarden, onder de schitterendste wolkenlucht en de ondergaande zon, wéér helemaal langs de twee baaien van Ao Nang en legden aan op één van de weinige plekken waar de speedboat aan land kan zonder dat de kostbare toeristjes hun voetjes nat moeten maken.
Onderweg naar Ao Nang. Als je heel goed kijkt zie je links aan de horizon, in de mistnevels, een nieuw groot hotelcomplex in aanbouw staan. Ik zou er nooit willen logeren want hun gasten gaan er altijd eerst een heel drukke baan moeten oversteken alvorens ze 't strand bereiken. Ziet ge u al in bikini den Boomsesteenweg oversteken?...
Daar stonden verschillende tuktuks te wachten die de mensen helemaal terug rijden, alweer langs die twee baaien, naar de andere zijde van de rots die ons dus van t dorp scheidt. Heel omslachtig allemaal om toch maar die vijf minuten niet door zee te moeten waden, of over die Bobbejaanheuvel te moeten klauteren. Het waren tuktuks van een soort die ik nog nergens gezien heb. Het is hier een brommerke met een soort maxi-"side-car" aan vastgemaakt. In het overdekte bakske kunt ge desalniettemin met een vijftal Westerlingen zitten, of een tiental Aziaten.
Op 10 minuten, en voor 40 bath, waren we dus terug op de plek waar we elke avond gingen eten. Maar deze keer was ons doel een tocht langs de twee winkelstraten. 't Was een lange aaneenschakeling van souvenirwinkeltjes, schildersateliers waar ze kopieën van o.a. Dali aan de lopende band maken, kleermakers, reisbureautjes, bars, restaurants, horlogewinkeltjes, gekopiëerde videotape-verkopers, en nog meer prul- en bazaartoestanden.
Modern massage-centrum met airco.
Schilderijen-kopieërders-atelier.
De Boedha-souvenirs die ge hier vindt zijn duurder en van een veel slechtere kwaliteit dan diegene die ge tegenwoordig bij ons bij Blokker of Casa kunt kopen. Dus gedaan met loodzware godenbeelden van over heel de wereld mee naar huis te sleuren. Ferm gemakkelijk. Want als ik er over nadenk hoeveel van die loodzware beelden onze Paul al van overal heeft moeten meesleuren voor mij... 't Kon niet missen dat toen ik tot die constatatie kwam mijn arme muilezel ineens een stralende glimlach op zijn snoet kreeg.
Wel enkele toffe kussenovertrekken gekocht in Thaise zijde. Ik stond even te twijfelen over de aankoop omdat ik niet wist of die stof kon gewassen worden en toen Paul me vroeg waarom ik aarzelde sloeg ik een van de heerlijkste versprekingen sinds maanden uit mijn voeten : Ik koop ze niet zo graag omdat ik bang ben dat het kassens zijn waar de kutten niet op mogen pissen. Dat had dus moeten zijn : dat het kussens zijn waar de katten niet op mogen pissen. We lagen zo ongeveer dubbel van 't lachen. Uiteindelijk hebben we ze toch gekocht en heb ik nog wat plezante kleren gevonden ook.
De zijden kussenovertrekken waarop onze katten zich goed gaan moeten gedragen.
Een van onze doelen was ook een goed restaurant vinden. Ik ben al heel mijn leven gek op de Thaise keuken maar met wat ik deze reis allemaal al tussen mijn kiezen heb gekregen is mijn enthousiasme wat bekoeld geraakt. OK, alles kan altijd erger want in Vietnam hebben we eens 5 weken aan een stuk nog véél slechter gegeten. En de 4 weken in Birma is mijn maag ook nog niet vergeten. Maar deze reis is ze toch ook echt wel ongelukkig aan 't worden. Aangezien we allebei dol zijn op Japans voedsel gingen we dus vanavond een Japans restaurant trachten te vinden. En een betaalbaar, want in ons hotel is er wel eentje maar daar betaalt ge meer dan 100 bath voor 1 sushi-ke.
We vonden een mooie eethut aan een relatief rustige straat waar we een schotel sushi bestelden voor 850 bath. Er lagen er maar liefst 50 op!!! Overheerlijke, koele, verse sushi's... Verrukkelijk! En we hebben die allemaal opgegeten. Goddank dat we maar 1 schotel besteld hadden. We hebben in geen tijden zo lekker gegeten!In ons hotel zou dat grapke dus 10 maal zoveel gekost hebben. Net zoals een blik bier hier 25 bath kost en in t hotel 250 bath (aan t zwembad dan nog, niet eens in de nachtclub.)
Het schoteltje sushi...
Na het 't goddelijke diner moesten we kiezen tussen ofwel nog een uur tussen de winkeltjes ronddarren en een taxi terug naar die pier nemen om met de boot terug te varen, ofwel te voet onze berg over te klimmen. Toch maar besloten ons nog maar wat langer in t dorp te amuseren om de vermoeiende apenwandeling te vermijden. Ik wou nog een draakje om - volgens de regels van de feng shui - mijn nieuwe "hobbithol", dat ik de laatste maanden thuis aan 't bouwen ben geweest, te beschermen, en ik had er leuke gezien. Het enige jammere was dat de verkopers allemaal hartstochelijk bleven beweren dat de draakjes uit sandelhout gesneden waren terwijl ik na grondige keuring voor 100% zeker ben dat ze van plastic of kunsthars gemaakt zijn. (Ik heb me 1 keer op Koh Samui plastieken goden laten aansmeren, dus ik zal t verschil nu toch wel kennen zeker!) Desalniettemin heb ik op de duur, willens en wetens toch maar, na het obligate afpingelen, zon draakje gekocht. Eens die kwatta doorhad dat ik er aan gesnoven had en wist dat het plastic was ging de prijs van 550 naar 350 bath. Nóg veel te duur voor wat het is, maar kom, ik vind het een lollig beeldje dat een herinnering aan een geestige avond met zich meedraagt.
Mijn draakje begint aan zijn eerste taak : de bescherming van de hotelkamer!
Dan hebben we met pak en zak terug een tuktuk genomen naar dat piertje waar de rest van de zwaarbeladen en volgevreten hotelcollegas ook aan t instappen waren. Alweer zat dat bootje vol. Een beetje verkeerd vol, want het geraakte niet weg en liep vast in t zand. Op de duur zijn we toch kunnen vertrekken onder de donkere sterrenhemel, alweer konstant opgelicht door bliksems. Heel raar, maar ik heb het in Thailand al zo dikwijls weten bliksemen zonder dat het regent.
Bij onze thuiskomst zat onze Bangkok Post ineens aan de deur vastgemaakt! De aap zal zijn bril niet op zak gehad hebben waarschijnlijk. Ofwel had hij zijn Humo nog niet uitgelezen. Morgen ga ik alleszins die lieve receptioniste bedanken en haar de laatste examenvraag stellen, als ze juist antwoordt dan promoveer ik haar tot directeur van t spel. De cruciale vraag zal dus luiden : How high are the rocks that are surrounding the hotel?
De Bangkok Post. Maar trieste avondlectuur want de moslimrellen zijn hier maar een hondertal kilometer zuidelijker nog altijd in volle gang. Ze eisen dat de boedhistische en christelijke winkeliers, in plaats van alleen op zondag te sluiten, ook op vrijdag hun zaak dicht houden. Als ze aan die nieuwe regel niet gehoorzamen worden ze vermoord. En dat gebeurt dan ook dagelijks. Er zijn de laatste dagen ook al heel veel leerkrachten gedood en de scholen zijn gesloten. Kan al beter mijn eigen verhalen verder gaan schrijven, die zijn een pak vrolijker.
Nog lekker wat schrijven op 't monsoon-terras.
Een andere vraag die ik eens ga proberen te stellen aan wat hoger kader is Which nationality does the hotel-manager have?, maar ik moet die vraag simpeler maken dus ik ga het omvormen tot : Where does manager come from? Anders is het te moeilijk. Het intrigeert me van waar hij komt want op die man zijn badge staat precies een Oost-Europese naam en hij spreekt mooi Engels. Ik ben nu met Paul aan t wedden welke antwoorden we hierop gaan krijgen. Het is natuurlijk multiple choice. Ik word een echte Gokchinees en heb er op gegokt dat het antwoord gaat zijn : Manager come from room 1.
Kans twee is : Manager now sleep.
Mogelijkheid drie : Here.
Keuze vier : Yes.
Ofwel vijf : ???
Maar ge zult zien, ze zullen me toch verrassen met nog andere antwoorden. Ze zijn moeilijk in te schatten deze jongens.
Als ge hier s avonds vanop de trap naar onze kamer naar boven kijkt, tegen de rotswand omhoog, waarop bomen groeien waarvan ge niet kunt begrijpen hoe ze zich tegen die steile zijkant ooit kunnen geworteld hebben, dan hebt ge t gevoel dat ge aan t duiken zijt. Het lijkt alsof ge op de bodem van de zee staat en de rots lijkt dan begroeid met planten waarvan de bovenste lagen hun silhouet tegen de maanverlichte lucht afsteekt als tegen een donkerblauw wateroppervlak. Precies wat ge overdag onderwater in t miniatuur ziet als ge maar diep genoeg duikt en dan uw blik omhoog richt. Alle dingen in de wereld keren steeds maar terug. Soms in t heel klein, zoals in het kleinste stukske van een koraal dat nog altijd uit microscopische bloemekes met tentakeltjes blijkt te bestaan en dat hoop en al een halve centimeter groot is. En soms in rotsen van honderden meters hoog. Zeeën zijn verwisselbaar met luchten, vissen met vogels, en koralen met bomen.
En nu ga ik mijn kussenovertrekken bewonderen en zien of er echt wel ritssluitingen aan zitten die open en dicht kunnen of dat ik toch weer in t zak gezet ben. En me daarna oprollen in mijn superbed. Ah nee. Eerst nog de worsteling met al de jaloezieën...
Lees verder : 24. "De tragedie van de sokken." Klik hier.
Deel tweeëntwintig van mijn reisverhaal. (De vorige afleveringen vinden jullie in de zijkolom van mijn blog)
Zaterdag, 25 november 2006.
Paul schrikt zich een floeren aapke!
Gisterenavond als al de jaloeziën dichtgetrokken waren, de terrasluiken gesloten (die werken gelukkig elektrisch), al de ventilaren afstonden, en het laatste lichtknopke van die 17 lichten gevonden was, was het dus ineens een half uur later. Ik dacht op een bepaald moment dat ik de receptie ging moeten bellen om het laatste lichtje gedoofd te krijgen, maar 't is dan toch gelukt.
Bij t binnenkomen van zon kamer steekt de receptioniste uw sleutel in het electriciteitsgleufje en ineens branden dan alle lampen, dat geeft een spectaculaire inkom. Maar de eerste avond zijt ge dan wel gezien, ge kunt uw sleutel niet uit dat gleufke halen want dan sluit ge ineens álle elektriciteit af, de airco incluis, dus op dat moment zijt ge wel verplicht om heel die cinema manueel te gaan doven en kan de zoektocht naar alle netjes verborgen lichtknopkes beginnen. Nogal een karwei in deze kamer
De dag brak aan met nog veel dramatischere technische problemen! De toilet had s nachts helemaal de geest gegeven
Ik werd wakker van t geluid van mijn dierbare die met de ijsemmer en de waterkoker aan t proberen was zijn ochtendboodschapke door te spoelen. Ik had tijd genoeg om tegoei wakker te worden en me te realiseren wat de vreemde geluiden waren aangezien de jongen daar toch een volle tien minuten mee bezig is geweest. Dat zegt veel over de grootte van ons ijsemmerke en de waterkoker of over de grootte van iets anders.
Als we nu tenminste al een volwassen emmer bezaten, maar ja, in zon luxueus spel moet ge u dus met luxe-voorwerpen behelpen.
Dus, het call center, telefoonnummer 7 - een héél belangrijk nummer! - gebeld. Hier kunt ge dus niet zelf naar housekeeping, of de receptie, of de fitness, of t restaurant bellen. Hier moet alles via het call center. Gewoon omdat daar iemand een soort Engels spreekt en op al de andere diensten niet. Een hopeloze toestand want het soort Engels dat die madam spreekt is verrevan toereikend voor haar job. Ge zijt ook zwaar gehandicapt omdat er aan de telefoon van uw eventuele pantomime die ge staat op te voeren niks overkomt natuurlijk.
Desalniettemin had de madam het probleem begrepen : Engineer will come soon.
Alles dat hier een overall aan heeft wordt the engineer genoemd. En inderdaad the engineer verscheen vrijwel direkt, hoogstwaarschijnlijk zo snel omdat hij vreesde dat hoe langer hij deze klus uitstelde hoe onprettiger ze zou kunnen worden. Binnen t half uur hadden wij terug een toilet dat, als we t met de nodige tederheid behandelen, normaal functioneert. Ondertussen zat the madam lekker in haar slippers en badjas van t hotel op terras 1. En laat de boeren maar dorsen, en de engineers maar repareren!...
Aangezien Paul zijn dagtaak veel vroeger begonnen was dan de mijne had hij razende honger en eerlijk gezegd scheurden we ook van nieuwsgierigheid naar dat ontbijt met het gouden prijskaartje.
Op pad naar 't ontbijtrestaurant.
Het restaurant is heel mooi, het terras ligt aan een vijver met rotsen en een hangbrug (alles "Center Parc"-nep natuurlijk, maar wel netjes afgewerkt). Het buffet was zeer verzorgd en uitgebreid. Vele dranken die ge normaal niet krijgt, zoals tomatensap en guavesap. Zelfs sojamelk. Een uitgebreid assortiment van vruchten. Zelfs dragonfruit lag erbij en nog wat dingen die er naar mijn mening meer als decoratie bij lagen dan om op te eten, maar ik kan me vergissen.
Er was een lange marmeren toog, waarop wat keuze uit charcuterie, gerookte zalm met room en lekker smeuïge kazen (van t soort die zelfs op de luchthaven van Deurne al voor bomalarm zouden zorgen). Voedsel dat hier in Thailand toch niet zo evident is. Voor de rest waren er natuurlijk ook alle mogelijk Japanse en Chinese ontbijtdingetjes. Ge kon zelf uw miso-soep verrijken met allerhande kruiden en groenten. Ge kon Thaise noodlegerechten maken met verschillende groenten. En er was natuurlijk ook de eierbakker! En ge weet hoe belangrijk de eierbakker is voor mij om mijn quotatie van 't hotel te kunnen geven!
Deze eierbakker kon het allemaal de baas. Hij kent het vocabularium van het ei in t Engels. Waarschijnlijk niks anders, maar alles over het ei beheerste hij feilloos. Het is de eerste keer dat ik in een Aziatisch land iemand het woord yolk, eierdooier dus, (we zitten hier dus al op t hoge niveau van een ónderdeel van een ei te spreken!) heb weten verstaan! Een man vroeg om de dooier van zijn spiegelei te doorprikken en die eierbakker die dééd dat gewoon!!! Ik liet mijn ei bijna uit mijn pollen vallen van t verschieten van zon intellect.
Er waren enkele soorten broodjes, maar nu niet overdreven veel, en de toaster was als gewoonlijk een ramp.
Wat wel heel mooi gevonden was, was een lange honingraat die in een zilveren stellage stond opgesteld, zodat de honing langzaam in een gootje, dat onderaan bevestigd was, naar beneden sijpelde en in een kom terecht kwam. Echt sjiek, ik had zon ding nog nooit gezien.
De "honingraat-stellage".
Na mijn fruitsapke (lekker vers, eindelijk eens geen klassieke mierzoete brol), heb ik mij aan die lekkere kaasjes gewaagd, vervolgens een zalmke met room, ajuintjes en koriander op mijn vorkske gespietst, om daarna de kunde van de eierbakker te testen en hem spiegeleikes met spek te laten bakken. Ze waren inpeccable! Daarna heb ik afgerond met een Japans miso-soepke met fijngesneden tofu en verschilllende soorten Thais groen onkruid die er naast lagen en die ge allemaal zelf mocht mengen. (Zalig voor de alchemist in mij!)
Het Japanse miso-soep buffet.
t Was allemaal fijn, heel vers en lekker. Alleen een thee-stand ontbrak! Die serveerden ze aan tafel uit de kan. Vreselijk straf spul en dus ook totaal geen keuze. Nogal stom. In t simpelste hotel zetten ze al een tafelke met verschillende soorten zakskes en hier krijgt ge alleen koffie of thee uit een kan. Dat vind ik dus niet kunnen. Maar voor de rest was t goed en t was ook allemaal in design-toestanden gepresenteerd. Wel knap. Desalniettemin is mijn streng oordeel : serieus overpriced.
Voor de helft van de prijs kregen wij in t Santika Hotel in Jogyakarta op Java een buffet dat wel drie keer zo uitgebreid was. Vanaf 4 uur s ochtends stond daar dagelijks een buffet met álle ingrediënten voor Europese, Aziatische, Amerikaanse en Engelse ontbijten. In de Japanse afdeling lag er zelfs sashimi en sushi! En echt waar, daar vonden wij zelfs biefstukken en fritten! Nu niet dat ge daar om zes uur s morgens direkt zon goesting in hebt, maar kom, t is de mannen hun geste die telt hé.
Enfin, t was een aangenaam brunch-achtig ontbijt moet ik zeggen en er viel ook wat te zien. Er paradeerden wat sofistiquée madammen rond met open- en vooral neervallende boezems, maar de meesten mensen zaten er eenvoudig in short en t-shirt te eten. Netjes, maar gewoon. Eén madam vond ik verrukkelijk, t was dikke, slordige Engelse met een veel te klein oud schortje aan en een strakke t-shirt, met op haar zeer uitbundig aanwezig zijnde boezem, de opdruk Eagle Mountain. Awel, op dat balkon was inderdaad plaats om een koppel arenden hun nest te laten bouwen.
Eagle Mountain.
Terug op de kamer wou Paul het internet aansluiten, maar dat kan alleen door via t call-center een wachtwoord aan te vragen. En dat ging natuurlijk boven de madam haar petje. Zelfs toen Paul er persoonlijk naartoe ging bleek ze t nog altijd niet te snappen en de IT-figuren kreeg hij niet te spreken. Gewoon omdat die niet aanspreekbaar waren, waarschijnlijk door gebrek aan noties van de Engelse taal. Aangezien "Madam-Call-Center" de zaak toch niet gered kreeg, ging er een engineer naar de kamer komen.
Op de langen duur zaten er al twee engineers - waaronder de IT-manager van t hotel - op onze kamers vanalles in en uit mijn "Pandorake" te trekken en draadjes in de muur te knutselen. Ze spraken geen Engels en aangezien ik over pcs toch niks kan uitbeelden ben ik maar gaan zwemmen in de hoop mijn kwal terug te zien.
En maar prullen en prutsen aan mijn arm Pandorake...
Dus ik, gewapend met een onnozel zwembrilleke - in plaats van met mijn snorkelbril en snorkelpijp - en mijn fotoapparaat in zijn onderwaterbakske, de zee ingestapt. t Was een waterkanske dat ik dat kwalleke terug zou vinden natuurlijk, maar ge weet maar nooit.
Maar nee, er is hier onder water echt niks te zien. Een krab, af en toe een schooltje van heel klein grijze viskes, en dan hebt ge t echt wel gehad. Ik was vrij ver achter de rotsen gezwommen om t hier toch nog een kans te geven, maar t bleef triest en doods. Gelukkig waren er vandaag geen pikkedingen in t water en was t zalig warm om te zwemmen en te zwalpen. Heerlijk.
Ver weg in zee vond ik een drijvende vlinder die aan t verdrinken was. Die moest dus dringend gered worden. Ik zette hem op mijn hand en zwom naar de rotswand maar ja, wat kan een vlinder daar zitten doen? Ook niks natuurlijk.
Nat, moe, maar levend.
Ik nam er een paar fotos van en besloot hem toch maar mee te nemen naar t vasteland om hem in de tuin neer te poten. Maar aangezien ik geen zwemvinnen aanhad, en gehandicapt was doordat ik mijn camera al vast had, was t redelijk moeilijk zwemmen met 1 hand boven water waarop die vlinder zat. En t was een heel eind.
Ik spartelde dapper verder in mijn ongelukkige zwemstijl, die ge in dit geval als vlinderslag zou kunnen bestempelen, tot ik plots van in de verte een longtailboot een scherpe bocht zie nemen en pal mijn richting zie uitvaren. Ik "strompel-zwem" rustig verder met 1 hand boven water en die boot komt helemaal tot bij mij. Bleken die vissersgedacht te hebben dat ik in nood was! En met mijn hand boven water om hulp zat te wapperen... Toen ze zagen dat ik iets perfects normaals aan t doen was een vlinder redden op gevaar van eigen leven keerden ze hun boot en vaarden terug weg. Goddank hebben ze me niet aangesproken want ik had me kunnen indenken dat ik echt wel te weinig adem over had om te gaan proberen uitleggen wat ik aan t uitspoken was.
"Vlinderslag"
Het begint de verkeerde kant uit te gaan...
Uiteindelijk is die vlinder dan nog eens in t water terecht gekomen door een onnozel golfke en toen ik t land bereikte bleek hij schielijk overleden. Ik heb nog een reanimatie-poging ondernomen door hem in de tuin op een bloem te zetten maar t was tevergeefs.
Rigor Mortis.
De twee engineers kregen het computer-gedoe niet aan t werk, konden t ook niet uitgelegd krijgen want ze konden alleen Kap zeggen,dus besloten ze om gewoon stiekum de server van t hotel zelf te laten gebruiken, met het wachtwoord van de IT-manager himself. Secret! No tell! kwam er als enige Engelse woorden uit en toen konden we ineens mailen. Gratis en voor niks dan nog wel!
Ondertussen had ik al een poging ondernomen om op t terras te zonnebaden maar dat is echt te heet, dat heb ik spoedig moeten opgeven. Als ge dan oververhit onder die regendouche gaat staan is dat echt een verademing! En die badkamer is zo groot dat ik mijn uitgebreidste regendans kan staan doen zonder een muur te raken. Machtig gewoon!
Haartjes kammen. In deze badkamer staat ge nog eens voor uw plezier voor een spiegel
Na nog een lekkere zwembeurt in zee zijn we wat door t hotel gaan wandelen. Het valt nu op dat iedereen hier op zijn zonnebedje ligt met zijn gratis fleske water naast zich. Eén koppel bestelde een pintje en ze dronken er met zijn tweetjes van. Echt grappig want normaal ziet ge in hoteltuinen toch altijd drankjes op de tafeltjes naast de zonnebedden staan. Hier dus niet. Ik vind t echt stom dat ze t zo duur maken want op deze manier verkopen ze niks en staat hun personeel er toch ook maar voor noppes. Zelfs gisterenavond waren de vier restaurants van t hotel zo goed als leeg en was t in t dorpje en de luxehotels voorbij de rots een drukte van belang in de eetgelegenheden.
Aan het Japans restaurant van ons hotel ligt nog een heel stijlvol zwembadje en een mooie vijver. Ik ben er een foto gaan nemen van een lotusplant waar ge in één en dezelfde plant heel zijn cyclus kunt zien, van knopje, over schitterende bloem, tot - groene, en later bruine - zaadknop. Het is echt de perfecte plant. En voor ge begint te twijfelen, t is gene Center Parcs.
Lotusbloem met knop en zaaddoos.
Het rustige zwembad aan 't Japans restaurant.
Onderweg aan verschillende personeelsleden van hogere rang gevraagd hoe hoog het amfitheater van rotsen is waarin ons hotel genesteld ligt. Want dat fascineert me al sinds mijn aankomst hier. Het hotel is zo groot en toch lijkt het zo nietig door die rotswand.
Sir, do you know the height of the rockwall?
(Bij hoger personeel spreek ik de eerste zin nooit in kinnekes-Engels. Ah ja, anders denken ze dat ík den debiel ben!)
Yes???
How high rocks?
???
Rocks 100 meter high?
Yes!
Or Rocks 200 meter high?
Yes!
You dont know?
Hihihi
De man sprak vervolgens het personeelslid naast hem aan en vroeg aan hem de hoogte van de rotsen. Die kerel bekeek hem met een blik van Dat kan nu toch niet? Met wat houden die onnozele toeristen zich bezig! Wie weet nu in boedhasnaam hoe hoog die stomme rots zou kunnen zijn? Die heeft toch niks met ons hotel te maken? t Zijn toch kiekens hé, zon toeristen?!
"Gelukkige uil nummer 1" wendde zich terug tot mij : He also not now. Sorry, sorry!
Nog eentje geprobeerd met t zelfde resultaat en dan de manager himself aangepakt, die kenden we ondertussen toch al en die spreekt heel goed Engels.
Hij keek eens omhoog naar de rotswand alsof hij die nog nooit eerder had opgemerkt en mummelde bedachtzaam : Well,.. the rockwall, I must say , I dont exacty now. But what I do now is that the single rock in the sea in front of the beach is about 200 meter high .
Enfin, dat was dan toch al een antwoord. Alleen is onze James Bond-rots in zee echt zo hoog niet, ik schat haar hooguit vijftig meter. Maximum. De rotswand achter ons moet misschien wel tegen de 150 meter zijn. En dan te bedenken dat hier in de buurt heel veel mensen komen rotsklimmen en dat dat dus een serieuze bron van inkomsten is. Maar er eens bij stilstaan dat wel eens iemand de hoogte zou kunnen vragen van het voornaamste attractiepunt van uw hotel nee hoor.
Maar kom, t hotel is nog jong, t is pas 14 dagen geleden officiëel ingewijd door de prinses. (Alhoewel ze al met een soft-opening bezig zijn sinds december vorig jaar). Van deze informatie uitgaande concludeer ik dus dat ze nu denken dat hun hotel af is.
Awel, ik heb daar een ander gedacht over. Sommige delen zijn inderdaad af - op t randje van versleten zelfs, zie onze loodgieterij maar het gebouw van de watersporten staat nog altijd leeg te koekeloeren en hun bibliotheek (een heus gebouw op zich) bestaat uit massas schabben bevolkt door een tiental door toeristen achtergelaten beduimelde, plakkerige boekskes.
Ze zouden trouwens best wat gebouwen afbreken want alles staat veel te veel op mekaar geperst, er blijft veel te weinig open ruimte waar de mensen rustig in de tuin kunnen liggen. En dat is toch uiteindelijk wat mensen hier komen doen, liggen en rusten. Bij voorkeur met een pintje of een cocktail op het tafeltje naast hun zonnebed. Maar hier ligt naast elke toerist één van de gratis waterfleske die s avonds op uw kamer gezet worden om zogezegd te gebruiken om uw tanden veilig mee te poetsen. Ja, den brouwer zijn boot gaat hier niet dikwijls moeten aanleggen.
Bij nader onderzoek blijken er wel 30 blokken van 6 kamers opeengepropt te staan met daartussen nog veel afzonderlijke gebouwkes, de suites, en dan nog een heel Spa-gedoe, 4 restaurants, 2 zwembaden, en een grote lobby. Ge kunt uw kont niet keren of ge stapt in een vijverke. De zonnebedjes staan op de wandelpaden, zodanig dat ge amper vooruitkomt zonder uw scheenbenen te stoten. Nee, dat had ik hier toch een beetje ruimtelijker aangepakt en ofwel de kamers kleiner gemaakt ofwel de helft minder gebouwd.
Toen we terug van zee kwamen en ons weer boven installeerden bleek ineens de houten scheidingswand tussen onze kamer en die van de buren open te staan. De buurkamer bleek onbewoond en als we zouden willen zouden we nu ook nog in de openlucht- jacuzzi op dat terras kunnen gaan zitten. Maar ik hou niet zo van sudderen in eigen nat. In ben perfect gelukkig in mijn eigen groot en gerieflijk paleis.
Het is wel zeer doordacht om, als ge de kamers wilt verdubbelen voor grote gezinnen, ge de terrasscheidingswand te kunt wegnemen. Meestal maken ze de mogelijkheid tot vergroting van kamers door een tussendeur in de kamer zelf te plaatsen die kan ontsloten worden indien nodig. Maar als ge dan per toeval in een kamer met die mogelijkheid moet logeren is dat niet plezant want dan hoort ge alles van uw buren omdat zon onnozel deurke helemaal niet geluidsdicht is. Dit systeem is dus veel slimmer en mooier. Iedereen houdt zijn privacy, de isolatie blijft intact, en toch kunt ge moeiteloos van 2 kamers 1 geheel maken indien gewenst.
Ik heb me comfortabel op mijn terras geïnstalleerd, door een paar handdoeken achteloos op strategisch plaatsen te hangen kan ik zelfs in mijn blootje zonnen en schrijven. Zelfs onze Paul heeft eens stukje van een van mijn verhalen uitgetikt om mijn polsen wat te sparen. Ja, we zitten hier wel goddelijk op die kamer. Zo zalig dat we zelfs besloten hebben om geen auto te huren om hier te gaan rondrotsen. Paul vreest dat we, aangezien we geen reisboeken, landkaarten of kompas bij hebben, hopeloos verloren gaan rijden omdat we aan geen mens de weg kunnen vragen. Op een Thais eiland rondrijden is geen probleem, dat hebben we al dikwijls gedaan, echt hopeloos verloren rijden kunt ge daar toch niet want ooit komt ge toch weer terug aan een kustweg. Maar hier op t vasteland zouden we wel eens na 1000 km verloren rijden ineens in Bangkok kunnen staan, want geen mens kent hier de weg, weet hoe 't volgend dorp noemt, of is in staat iets in 't Engels uit te leggen. Dus zon tripke zullen we ooit wel eens gaan doen met een degelijke voorbereiding. Laat ons nu maar wat van ons paleis genieten. Trouwens ik voel mij ook maar minnekes want er is weer een PMS-ke in volle gang.
Paul is s avonds naar de fitness gegaan en ik heb hier lekker kunnen voorttypen aan mijn prachtig bureautje, alle jaloeziën dicht en onder de geluidloze draaiende fan. Wat een luxe-gevoel!
We zijn pas laat gaan eten, en we wilden met ons pillampke door de donkere zee naar t dorp dabbelen maar dat mislukte jammerlijk. Halverwege moesten we terugkeren want we struikelden over de rotsen die we, zelfs ondanks onze pillamp, niet onder water zaten liggen, de zee stond ook al veel te hoog voor deze escapade. Dus onverrichterzake weer aan land gesukkeld en alweer te voet via dat Bobbejaanland-plankier de rots over Vermoeiend.
Ineens stond Paul stokstijf stil! Op de houten leuning zat een aap! En geen kleintje. Een exemplaar van meer dan een halve meter, staart niet incluis. We moesten dus via ons plankierke van nog geen meter breed voorbij dat beest geraken... Ambetant, want ge weet niet of het bijterkes zijn of niet. In de jungle hoorden we nog een hele bende van zijn collegas in de bomen zwieren.
Maar de aap negeerde ons kompleet, wandelde vrolijk over de reling voorbij en keurde ons geen blik waardig. Goddank is dit gisteren niet gebeurd toen we die tros bananen bij hadden, dan waren we er niet zo makkelijk af gekomen denk ik.
Paul was zich wel een floeren aapke geschrokken.
Den aap!!!! Nee, sorry. Vergissing. De echte aap was veel te snel weg om een foto te kunnen nemen.
Het laatste deel van de berg was vanavond onverlicht dus waren wij heel blij met onze pillamp. De boomtakken hangen zo laag dat ge u moet bukken en vele planken ontbreken. Het pad wordt ook ineens een halve meter smaller maar de leuning blijft gewoon doorlopen, dus als ge daar zonder licht over moet valt ge onherroepelijk in dat gat als ge de leuning blijft volgen. Het lijkt wel een Vietnamese boobytrap! Ik mag er niet aan denken hoeveel ongelukken hier al moeten gebeurd zijn met toeristen die s nachts, met een pintje te veel op, terug van t dorp naar dit hotel strompelen
Maar misschien heeft een luxe-hotel wel een luxe-EHBO-doos?...
Neenee, hij heeft niet in zijn broekske gedaan van 't verschieten van die aap. Dat was nog nat van onze poging om door de zee langs te rots te stappen. Op deze foto ziet ge trouwens goed hoe gevaarlijk het is als ge blindelings hun reling zoudt volgen...
Hetzelfde restaurant van gisteren viel vanavond tegen. De tempura was weer heel lekker maar mijn green-curry bleek oneetbaar. Gloeiend pikant, de helft van de groenten ontbraken en de kip zag er uit als verongelukte inktvis. Niet leuk, zeker niet als ge er zon klimtocht voor hebt moeten ondernemen.
Teruggewandeld over t donkere strand onder miljoenen sterren waaronder t Zuiderkruis. Prachtig, die sterrenhemel, met maantje, die afsteekt tegen de rotswand en dan nog af en toe wordt opgelicht door bliksems. En dan terug over dat mysterieus rotswegeltje uitkijkend naar apen. Uniek!
Toch wel efkes rusten halverwege. Want met een volle maag is die berg best hoog...
Toen we om 10 uur terug op t hotelterrein aankwamen bleek het Thaise trouwfeest dat ze hier vanavond hadden georganiseerd al opgeruimd. Bruid en bruidegom stonden op de Japanse brug te mijmeren. We hebben hen even gefeliciteerd, de man sprak goed Engels en raadde ons aan hier zeker de visgerechten te proberen want het eten was het gezelschap goed meegevallen.
Sinds vanavond zullen die ouders van dat koppelke wel geruïneerd zijn. Want ik mag er niet aan denken wat een groot trouwfeest in dit spel organiseren wel niet mag kosten. Maar ja, misschien was t daarom om 10 uur allemaal al gedaan, omdat hun gasten na t diner niks meer mochten drinken omdat ze de prijskaart ondertussen ontdekt hadden.
We zijn dan ook even naar de nachtclub gaan zien die onder dat restaurant ligt. Gewoon om het ontwerp eens te bewonderen. Het is een ufo-achtig ding onder de grond en één wand wordt gevormd door een groot aquarium dat ge ook kunt zien als ge onder water in t Japans zwembad zwemt. Speciaal. Het leek eigenlijk op een decor uit Lost, een kille futuristische onderwaterbunker. In dit oerknusse lokaal zaten twee toeristen verloren in een hoekje iets te drinken. En dat op een zaterdagavond. Van een succesnummer gesproken.
Het blauwe raam achteraan is eigenlijk een kijk op een groot aquarium, waar doorheen je 't water van 't zwembad ziet.
Gezelligheid troef in deze futuristische nachtclub!
De restaurants waren weer allemaal verlaten, gelukkig hadden ze nog een seminarie van een grote firma waar toch een 150-tal genodigden waren. Dus dat zal samen met dat trouwfeest dan hun zaterdagavond-inkomsten moeten goed gemaakt hebben.
Ik ga toch niet beleggen in dit hotel denk ik.
Als bij wonder heeft Paul dan bij thuiskomst ook nog ons internet terug in gang kunnen lopen met t geheime paswoord van de IT-manager himself. Dus dat was een fijne verrassing. Maar daardoor wel weer veel te laat in bed natuurlijk
En elke avond sta ik weer met die rot-jaloezieën te sukkelen... Wat een karwei toch, zo'n verblijf in een sjiek hotel...
Deel tweeëntwintig van mijn reisverhaal. (de vorige afleveringen vinden jullie in de zijkolom van mijn blog)
Zaterdag, 25 november 2006.
22. Paul schrikt zich een floeren aapke!
Gisterenavond als al de jaloeziën dichtgetrokken waren, de terrasluiken gesloten (die werken gelukkig elektrisch), al de ventilaren afstonden, en het laatste lichtknopke van die 17 lichten gevonden was, was het dus ineens een half uur later. Ik dacht op een bepaald moment dat ik de receptie ging moeten bellen om het laatste lichtje gedoofd te krijgen, maar 't is dan toch gelukt.
Bij t binnenkomen van zon kamer steekt de receptioniste uw sleutel in het electriciteitsgleufje en ineens branden dan alle lampen, dat geeft een spectaculaire inkom. Maar de eerste avond zijt ge dan wel gezien, ge kunt uw sleutel niet uit dat gleufke halen want dan sluit ge ineens álle elektriciteit af, de airco incluis, dus op dat moment zijt ge wel verplicht om heel die cinema manueel te gaan doven en kan de zoektocht naar alle netjes verborgen lichtknopkes beginnen. Nogal een karwei in deze kamer
De dag brak aan met nog veel dramatischere technische problemen! De toilet had s nachts helemaal de geest gegeven
Ik werd wakker van t geluid van mijn dierbare die met de ijsemmer en de waterkoker aan t proberen was zijn ochtendboodschapke door te spoelen. Ik had tijd genoeg om tegoei wakker te worden en me te realiseren wat de vreemde geluiden waren aangezien de jongen daar toch een volle tien minuten mee bezig is geweest. Dat zegt veel over de grootte van ons ijsemmerke en de waterkoker of over de grootte van iets anders.
Als we nu tenminste al een volwassen emmer bezaten, maar ja, in zon luxueus spel moet ge u dus met luxe-voorwerpen behelpen.
Dus, het call center, telefoonnummer 7 - een héél belangrijk nummer! - gebeld. Hier kunt ge dus niet zelf naar housekeeping, of de receptie, of de fitness, of t restaurant bellen. Hier moet alles via het call center. Gewoon omdat daar iemand een soort Engels spreekt en op al de andere diensten niet. Een hopeloze toestand want het soort Engels dat die madam spreekt is verrevan toereikend voor haar job. Ge zijt ook zwaar gehandicapt omdat er aan de telefoon van uw eventuele pantomime die ge staat op te voeren niks overkomt natuurlijk.
Desalniettemin had de madam het probleem begrepen : Engineer will come soon.
Alles dat hier een overall aan heeft wordt the engineer genoemd. En inderdaad the engineer verscheen vrijwel direkt, hoogstwaarschijnlijk zo snel omdat hij vreesde dat hor langer hij deze klus uitstelde hoe onprettiger ze zou kunnen worden. Binnen t half uur hadden wij terug een toilet dat, als we t met de nodige tederheid behandelen, normaal functioneert. Ondertussen zat the madam lekker in haar slippers en badjas van t hotel op terras 1. En laat de boeren maar dorsen, en de engineers maar repareren!...
Aangezien Paul zijn dagtaak veel vroeger begonnen was dan de mijne had hij razende honger en eerlijk gezegd scheurden we ook van nieuwsgierigheid naar dat ontbijt met het gouden prijskaartje.
Op pad naar 't ontbijtrestaurant.
Het restaurant is heel mooi, het terras ligt aan een vijver met rotsen en een hangbrug (alles "Center Parc"-nep natuurlijk, maar wel netjes afgewerkt). Het buffet was zeer verzorgd en uitgebreid. Vele dranken die ge normaal niet krijgt, zoals tomatensap en guavesap. Zelfs sojamelk. Een uitgebreid assortiment van vruchten. Zelfs dragonfruit lag erbij en nog wat dingen die er naar mijn mening meer als decoratie bij lagen dan om op te eten, maar ik kan me vergissen.
Er was een lange marmeren toog, waarop wat keuze uit charcuterie, gerookte zalm met room en lekker smeuïge kazen (van t soort die zelfs op de luchthaven van Deurne al voor bomalarm zouden zorgen). Voedsel dat hier in Thailand toch niet zo evident is. Voor de rest waren er natuurlijk ook alle mogelijk Japanse en Chinese ontbijtdingetjes. Ge kon zelf uw miso-soep verrijken met allerhande kruiden en groenten. Ge kon Thaise noodlegerechten maken met verschillende groenten. En er was natuurlijk ook de eierbakker! En ge weet hoe belangrijk de eierbakker is voor mij om mijn quotatie van 't hotel te kunnen geven!
Deze eierbakker kon het allemaal de baas. Hij kent het vocabularium van het ei in t Engels. Waarschijnlijk niks anders, maar alles over het ei beheerste hij feilloos. Het is de eerste keer dat ik in een Aziatisch land iemand het woord yolk, eierdooier dus, (we zitten hier dus al op t hoge niveau van een ónderdeel van een ei te spreken!) heb weten verstaan! Een man vroeg om de dooier van zijn spiegelei te doorprikken en die eierbakker die deed dat gewoon!!! Ik liet mijn ei bijna uit mijn pollen vallen van t verschieten van zon intellect.
Er waren enkele soorten broodjes, maar nu niet overdreven veel, en de toaster was als gewoonlijk een ramp.
Wat wel heel mooi gevonden was, was een lange honingraat die schuin in een zilveren stellage schuin opgesteld, zodat de honing langzaam in een gootje dat onderaan bevestigd was naar beneden sijpelde en in een kom terecht kwam. Echt sjiek, ik had zon ding nog nooit gezien.
De "honingraat-stellage".
Na mijn fruitsapke (lekker vers, eindelijk eens geen klassieke mierzoete brol), heb ik mij aan die lekkere kaasjes gewaagd, vervolgens een zalmke met room, ajuintjes en koriander op mijn vorkske gespietst, om daarna de kunde van de eierbakker te testen en hem spiegeleikes met spek te laten bakken. Ze waren inpeccable! Daarna heb ik afgerond met een Japans miso-soepke met fijngesneden tofu en verschilllende soorten Thais groen onkruid die er naast lagen en die ge allemaal zelf mocht mengen. (Zalig voor de alchemist in mij!)
Het Japanse miso-soep buffet.
t Was allemaal fijn, heel vers en lekker. Alleen een thee-stand ontbrak! Die serveerden ze aan tafel uit de kan. Vreselijk straf spul en dus totaal geen keuze. Nogal stom. In t simpelste hotel zetten ze al een tafelke met verschillende soorten zakskes en hier krijgt ge alleen koffie of thee uit een kan. Dat vind ik dus niet kunnen. Maar voor de rest was t goed en t was ook allemaal in design-toestanden gepresenteerd. Wel knap. Desalniettemin is mijn streng oordeel : serieus overpriced.
Voor de helft van de prijs kregen wij in t Santika Hotel in Jogyakarta op Java een buffet dat wel drie keer zo uitgebreid was. Vanaf 4 uur s ochtends stond daar dagelijks een buffet met álle ingrediënten voor Europese, Aziatische, Amerikaanse en Engelse ontbijten. In de Japanse afdeling lag er zelfs sashimi en sushi! En echt waar, daar vonden wij zelfs biefstukken en fritten! Nu niet dat ge daar om zes uur s morgens direkt zon goesting in hebt, maar kom, t is de mannen hun geste die telt hé.
Enfin, t was een aangenaam brunch-achtig ontbijt moet ik zeggen en er viel ook wat te zien. Er paradeerden wat sofistiquée madammen rond met open- en vooral neervallende boezems, maar de meesten mensen zaten er eenvoudig in short en t-shirt te eten. Netjes, maar gewoon. Eén madam vond ik verrukkelijk, t was dikke, slordige Engelse met een veel te klein oud schortje aan en een strakke t-shirt, met op haar zeer uitbundig aanwezig zijnde boezem, de opdruk Eagle Mountain. Awel, op dat balkon was inderdaad plaats om een koppel arenden hun nest te laten bouwen.
Eagle Mountain.
Terug op de kamer wou Paul het internet aansluiten, maar dat kan alleen door via t call-center een wachtwoord aan te vragen. En dat ging natuurlijk boven de madam haar petje. Zelfs toen Paul er persoonlijk naartoe ging bleek ze t nog altijd niet te snappen en de IT-figuren kreeg hij niet te spreken. Gewoon omdat die niet aanspreekbaar waren, waarschijnlijk door gebrek aan noties van de Engelse taal. Aangezien Madam-Call-Center de zaak toch niet gered kreeg, ging er een engineer naar de kamer komen.
Op de langen duur zaten er al twee engineers - waaronder de IT-manager van t hotel - op onze kamers vanalles in en uit mijn "Pandorake" te trekken en draadjes in de muur te knutselen. Ze spraken geen Engels en aangezien ik over pcs toch niks kan uitbeelden ben ik maar gaan zwemmen in de hoop mijn kwal terug te zien.
En maar prullen en prutsen aan mijn arm Pandorake...
Dus ik, gewapend met een onnozel zwembrilleke - in plaats van met mijn snorkelbril en snorkelpijp - en mijn fotoapparaat in zijn onderwaterbakske, de zee ingestapt. t Was een waterkanske dat ik dat kwalleke terug zou vinden natuurlijk, maar ge weet maar nooit.
Maar nee, er is hier onder water echt niks te zien. Een krab, af en toe een schooltje van heel klein grijze viskes, en dan hebt ge t echt wel gehad. Ik was vrij ver achter de rotsen gezwommen om t hier toch nog een kans te geven, maar t bleef triest en doods. Gelukkig waren er vandaag geen pikkedingen in t water en was t zalig warm om te zwemmen en te zwalpen. Heerlijk.
Ver weg in zee vond ik een drijvende vlinder die aan t verdrinken was. Die moest dus dringend gered worden. Ik zette hem op mijn hand en zwom naar de rotswand maar ja, wat kan een vlinder daar zitten doen? Ook niks natuurlijk.
Nat, moe, maar levend.
Ik nam er een paar fotos van en besloot hem toch maar mee te nemen naar t vasteland om hem in de tuin neer te poten. Maar aangezien ik geen zwemvinnen aanhad, en gehandicapt was doordat ik mijn camera al vast had was t redelijk moeilijk zwemmen met 1 hand boven water waarop die vlinder zat. En t was een heel eind.
Ik spartelde dapper verder in mijn ongelukkige zwemstijl, die ge in dit geval als vlinderslag zou kunnen bestempelen, tot ik plots van in de verte een longtailboot een scherpe bocht zie nemen en pal mijn richting zie uitvaren. Ik strompel-zwem rustig verder met 1 hand boven water en die boot komt helemaal tot bij mij. Bleken die vissersgedacht te hebben dat ik in nood was! Toen ze zagen dat ik iets perfects normaals aan t doen was een vlinder redden op gevaar van eigen leven keerden ze hun boot en vaarden terug weg. Goddank hebben ze me niet aangesproken want ik had me kunnen indenken dat ik echt wel te weinig adem over had om te gaan proberen uitleggen wat ik aan t uitspoken was.
"Vlinderslag"
Het begint de verkeerde kant uit te gaan...
Uiteindelijk is die vlinder dan nog eens in t water terecht gekomen door een onnozel golfke en toen ik t land bereikte bleek hij schielijk overleden. Ik heb nog een reanimatie-poging ondernomen door hem in de tuin op een bloem te zetten maar t was tevergeefs.
Rigor Mortis.
De twee engineers kregen het computer-gedoe niet aan t werk, konden t ook niet uitgelegd krijgen want ze konden alleen Kap zeggen,dus besloten ze om gewoon stiekum de server van t hotel zelf te laten gebruiken, met het wachtwoord van de IT-manager himself. Secret! No tell! kwam er als enige Engelse woorden uit en toen konden we ineens mailen. Gratis en voor niks dan nog wel!
Ondertussen had ik al een poging ondernomen om op t terras te zonnebaden maar dat is echt te heet, dat heb ik spoedig moeten opgeven. Als ge dan oververhit onder die regendouche gaat staan is dat echt een verademing! En die badkamer is zo groot dat ik mijn uitgebreidste regendans kan staan doen zonder een muur te raken. Machtig gewoon!
Haartjes kammen. In deze badkamer staat ge nog eens voor uw plezier voor een spiegel
Na nog een lekkere zwembeurt in zee zijn we wat door t hotel gaan wandelen. Het valt nu op dat iedereen hier op zijn zonnebedje ligt met zijn gratis fleske water naast zich. Eén koppel bestelde een pintje en ze dronken er met zijn tweetjes van. Echt grappig want normaal ziet ge in hoteltuinen toch altijd drankjes op de tafeltjes naast de zonnebedden staan. Hier dus niet. Ik vind t echt stom dat ze t zo duur maken want op deze manier verkopen ze niks en staat hun personeel er toch ook maar voor noppes. Zelfs gisterenavond waren de vier restaurants van t hotel zo goed als leeg en was t in t dorpje en de luxehotels voorbij de rots een drukte van belang in de eetgelegenheden.
Aan het Japans restaurant van ons hotel ligt nog een heel stijlvol zwembadje en een mooie vijver. Ik ben er een foto gaan nemen van een lotusplant waar ge in één en dezelfde plant heel zijn cyclus kunt zien, van knopje, over schitterende bloem, tot - groene, en later bruine - zaadknop. Het is echt de perfecte plant. En voor ge begint te twijfelen, t is gene Center Parcs.
Lotusbloem met knop en zaaddoos.
Het rustige zwembad aan 't Japans restaurant.
Onderweg aan verschillende personeelsleden van hogere rang gevraagd hoe hoog het amfitheater van rotsen is waarin ons hotel genesteld ligt. Want dat fascineert me al sinds mijn aankomst hier. Het hotel is zo groot en toch lijkt het zo nietig door die rotswand.
Sir, do you know the height of the rockwall?
(Bij hoger personeel spreek ik de eerste zin nooit in kinnekes-Engels.)
Yes???
How high rocks?
???
Rocks 100 meter high?
Yes!
Or Rocks 200 meter high?
Yes!
You dont know?
Hihihi
De man sprak vervolgens het personeelslid naast hem aan en vroeg aan hem de hoogte van de rotsen. Die kerel bekeek hem met een blik van Dat kan nu toch niet? Met wat houden die onnozele toeristen zich bezig! Wie weet nu in boedhasnaam hoe hoog die debiele rots zou kunnen zijn? Die heeft toch niks met ons hotel te maken? t Zijn toch kiekens hé, zon toeristen?!
Gelukkige uil nummer 1 wendde zich terug tot mij : He also not now. Sorry, sorry!
Nog eentje geprobeerd met t zelfde resultaat en dan de manager himself aangepakt, die kenden we ondertussen toch al en die spreekt heel goed Engels.
Hij keek eens omhoog naar de rotswand alsof hij die nog nooit eerder had opgemerkt en mummelde bedachtzaam : Well,.. the rockwall, I must say , I dont exacty now. But what I do now is that the single rock in the sea in front of the beach is about 200 meter high .
Enfin, dat was dan toch al een antwoord. Alleen is onze James Bond-rots in zee echt zo hoog niet, ik schat haar hooguit vijftig meter. Maximum. De rotswand achter ons moet misschien wel tegen de 150 meter zijn. En dan te bedenken dat hier in de buurt heel veel mensen komen rotsklimmen en dat dat dus een serieuze bron van inkomsten is. Maar er eens bij stilstaan dat wel eens iemand de hoogte zou kunnen vragen van het voornaamste attractiepunt van uw hotel nee hoor.
Maar kom, t hotel is nog jong, t is pas 14 dagen geleden officiëel ingewijd door de prinses. (Alhoewel ze al met een soft-opening bezig zijn sinds december vorig jaar). Van deze informatie uitgaande concludeer ik dus dat ze nu denken dat hun hotel af is.
Awel, ik heb daar een ander gedacht over. Sommige delen zijn inderdaad af - op t randje van versleten zelfs, zie onze loodgieterij maar het gebouw van de watersporten staat nog altijd leeg te koekeloeren en hun bibliotheek (een heus gebouw op zich) bestaat uit massas schabben bevolkt door een tiental door toeristen achtergelaten beduimelde, plakkerige boekskes.
Ze zouden trouwens best wat gebouwen afbreken want alles staat veel te veel op mekaar geperst, er blijft veel te weinig open ruimte waar de mensen rustig in de tuin kunnen liggen. En dat is toch uiteindelijk wat mensen hier komen doen, liggen en rusten. Bij voorkeur met een pintje of een cocktail op het tafeltje naast hun zonnebed. Maar hier ligt naast elke toerist één van de gratis waterfleske die s avonds op uw kamer gezet worden om zogezegd te gebruiken om uw tanden veilig mee te poetsen. Ja, den brouwer zijn boot gaat hier niet dikwijls moeten aanleggen.
Bij nader onderzoek blijken er wel 30 blokken van 6 kamers opeengepropt te staan met daartussen nog veel afzonderlijke huizekes, de suites, en dan nog een heel Spa-gedoe, 4 restaurants, 2 zwembaden, en een grote lobby. Ge kunt uw kont niet keren of ge stapt in een vijverke. De zonnebedjes staan op de wandelpaden, zodanig dat ge amper vooruitkomt zonder uw scheenbenen te stoten. Nee, dat had ik hier toch een beetje ruimtelijker aangepakt en ofwel de kamers kleiner gemaakt ofwel de helft minder gebouwd.
Toen we terug van zee kwamen en ons weer boven installeerden bleek ineens de houten scheidingswand tussen onze kamer en die van de buren open te staan. De buurkamer bleek onbewoond en als we zouden willen zouden we nu ook nog in de openlucht- jacuzzi op dat terras kunnen gaan zitten. Maar ik hou niet zo van sudderen in eigen nat. In ben perfect gelukkig in mijn eigen groot en gerieflijk paleis.
Het is wel zeer doordacht om, als ge de kamers wilt verdubbelen voor grote gezinnen, ge de terrasscheidingswand te kunt wegnemen. Meestal maken ze de mogelijkheid tot vergroting van kamers door een tussendeur in de kamer zelf te plaatsen die kan ontsloten worden indien nodig. Maar als ge dan per toeval in een kamer met die mogelijkheid moet logeren is dat niet plezant want dan hoort ge alles van uw buren omdat zon onnozel deurke helemaal niet geluidsdicht is. Dit systeem is dus veel slimmer en mooier. Iedereen houdt zijn privacy, de isolatie blijft intact, en toch kunt ge moeiteloos van 2 kamers 1 geheel maken indien gewenst.
Ik heb me comfortabel op mijn terras geïnstalleerd, door een paar handdoeken achteloos op strategisch plaatsen te hangen kan ik zelfs in mijn blootje zonnen en schrijven. Zelfs onze Paul heeft eens stukje van een van mijn verhalen uitgetikt om mijn polsen wat te sparen. Ja, we zitten hier wel goddelijk op die kamer. Zo zalig dat we zelfs besloten hebben om geen auto te huren om hier te gaan rondrotsen. Paul vreest dat we, aangezien we geen reisboeken, landkaarten of kompas bij hebben, hopeloos verloren gaan rijden omdat we aan geen mens de weg kunnen vragen. Op een Thais eiland rondrijden is geen probleem, dat hebben we al dikwijls gedaan, verloren rijden kunt ge toch niet. Maar hier op t vasteland zouden we wel eens na 1000 km verloren rijden ineens in Bangkok kunnen staan, want geen mens kent de weg of is in staat iets in 't Engels uit te leggen. Dus zon tripke zullen we ooit wel eens gaan doen met een degelijke voorbereiding. Laat ons nu maar wat van ons paleis genieten. Trouwens ik voel mij ook maar minnekes want er is weer een PMS-ke in volle gang.
Paul is s avonds naar de fitness gegaan en ik heb hier lekker kunnen voorttypen aan mijn prachtig bureautje, alle jaloeziën dicht en onder de geluidloze draaiende fan. Wat een luxe-gevoel!
We zijn pas laat gaan eten, en we wilden met ons pillampke door de donkere zee naar t dorp dabbelen maar dat mislukte jammerlijk. Halverwege moesten we terugkeren want we struikelden over de rotsen die we, zelfs ondanks onze pillamp, niet onder water zaten liggen, de zee stond ook al veel te hoog voor deze escapade. Dus onverrichterzake weer aan land gesukkeld en alweer te voet via dat Bobbejaanland-plankier de rots over Vermoeiend.
Ineens stond Paul stokstijf stil! Op de houten leuning zat een aap! En geen kleintje. Een exemplaar van meer dan een halve meter, staart niet incluis. We moesten dus via ons plankierke van nog geen meter breed voorbij dat beest geraken... Ambetant want ge weet niet of het bijterkes zijn of niet. In de jungle hoorden we nog een hele bende van zijn collegas in de bomen zwieren.
Maar de aap negeerde ons kompleet, wandelde vrolijk over de reling voorbij en keurde ons geen blik waardig. Goddank is dit gisteren niet gebeurd toen we die tros bananen bij hadden, dan waren we er niet zo makkelijk af gekomen denk ik.
Paul was zich wel een floeren aapke geschrokken.
Den aap!!!! Nee, sorry. Vergissing. De aap was veel te snel weg om een foto te kunnen nemen.
Het laatste deel van de berg was vanavond onverlicht dus waren wij heel blij met onze pillamp. De boomtakken hangen zo laag dat ge u moet bukken en vele planken ontbreken. Het pad wordt ook ineens een halve meter smaller maar de leuning blijft gewoon doorlopen, dus als ge daar zonder licht over moet valt ge onherroepelijk in dat gat als ge de leuning blijft volgen. Het lijkt wel een Vietnamese boobytrap! Ik mag er niet aan denken hoeveel ongelukken hier al moeten gebeurd zijn met toeristen die s nachts met een pintje te veel op terug van t dorp naar dit hotel strompelen
Maar misschien heeft een luxe-hotel wel een luxe-EHBO-doos?...
Neenee, hij heeft niet in zijn broekske gedaan van 't verschieten van die aap. Dat was nog nat van onze poging om door de zee langs de rots te stappen. Op deze foto ziet ge trouwens goed hoe gevaarlijk het is als ge blindelings hun reling zoudt volgen...
Hetzelfde restaurant van gisteren viel vanavond tegen. De tempura was weer heel lekker maar mijn green-curry bleek oneetbaar. Gloeiend pikant, de helft van de groenten ontbraken en de kip zag er uit als verongelukte inktvis. Niet leuk, zeker niet als ge er zon klimtocht voor hebt moeten ondernemen.
Teruggewandeld over t donkere strand onder miljoenen sterren waaronder t Zuiderkruis. Prachtig, die sterrenhemel, met maantje, die afsteekt tegen de rotswand en dan nog af en toe wordt opgelicht door bliksems. En dan terug over dat mysterieus rotswegeltje uitkijkend naar apen. Uniek!
Toch wel efkes rusten halverwege. Want met een volle maag is die berg best hoog...
Toen we om 10 uur terug op t hotelterrein aankwamen bleek het Thaise trouwfeest dat ze hier vanavond hadden georganiseerd al opgeruimd. Bruid en bruidegom stonden op de Japanse brug te mijmeren. We hebben hen even gefeliciteerd, de man sprak goed Engels en raadde ons aan hier zeker de visgerechten te proberen want het eten was het gezelschap goed meegevallen.
Sinds vanavond zullen die ouders van dat koppelke wel geruïneerd zijn. Want ik mag er niet aan denken wat een groot trouwfeest in dit spel organiseren wel niet mag kosten. Maar ja, misschien was t daarom om 10 uur allemaal al gedaan, omdat hun gasten na t diner niks meer mochten drinken omdat ze de prijskaart ondertussen ontdekt hadden.
We zijn dan ook even naar de nachtclub gaan zien die onder dat restaurant ligt. Gewoon om het ontwerp eens te bewonderen. Het is een ufo-achtig ding onder de grond en één wand wordt gevormd door een groot aquarium dat ge ook kunt zien als ge onder water in t Japans zwembad zwemt. Speciaal. Het leek eigenlijk op een decor uit Lost, een kille futuristische onderwaterbunker. In dit oerknusse lokaal zaten twee toeristen verloren in een hoekje iets te drinken. En dat op een zaterdagavond. Van een succesnummer gesproken.
Gezelligheid troef in deze futuristische nachtclub!
De restaurants waren weer allemaal verlaten, gelukkig hadden ze nog een seminarie van een grote firma waar toch een 150-tal genodigden waren. Dus dat zal samen met dat trouwfeest dan hun zaterdagavond-inkomsten moeten goed gemaakt hebben.
Ik ga toch niet beleggen in dit hotel denk ik.
Als bij wonder heeft Paul dan bij thuiskomst ook nog ons internet terug in gang kunnen lopen met t geheime paswoord van de IT-manager himself. Dus dat was een fijne verrassing. Maar daardoor wel weer veel te laat in bed natuurlijk
En elke avond sta ik weer met die rotdingen te sukkelen... Wat een karwei toch, zo'n verblijf in een sjiek hotel...
Het eenentwintigste deel van het reisverhaal. (Al de vorige afleveringen vinden jullie in de linkerzijkolom)
Vrijdag, 24 november 2006.
Central Krabi Bay Resort.
Een zekere discrepantie in de hotel-accomodaties.
Na ons laatste ontbijt op het lieflijke Koh Ngai gingen we even terug naar onze hut om de tandjes te poetsen en ondanks dat Wee een verlofdag had kwam ze speciaal naar boven om toch nog eens afscheid te nemen. Ze bleek uit Rangoon, Birma, te komen en was zeer verheugd dat wij hun Shwedagon de mooiste tempel ter wereld vinden. En ik heb dat zelfs zonder pantomime uitgelegd gekregen!
Ze liep mee naar de receptie en daar hebben we een foto genomen met al de meiskes, de manager en Mek - de snorkelman - de grote getijdenkenner.
Mek liet me zeer trots twee grote inlegbokalen zien waarin in elke pot een viske zat.
Is fighting.
Then you should put them back in the sea!
No, is fighting
(Ja seg, die twee piepekleine viskes hebben toch genoeg plaats in zee dat ze daar niet gaan vechten zeker! Wat is dat nu!)
No Mek, those fish no good in pots, fish must swim in sea!
No possible, is fighting!
Where are you going to put them in then?
Hij wees vaag in de richting van de kikkerpoeltjes.
Toen kwam de manager ter hulp.
Is no sea-fish, is sweet-water-fish.
Ah, I see, you are going to put them in the frogpools! Theyll be happy there.
No, no, is fighting!
But the frogpools are big enough! You cant keep them in these little pots!!!
Toen wees hij een beetje verder naar een vies vuil aquarium-achtig iets dat naast de kikkerpoelen stond. Wat ik ook al zon zielig recipiënt vond om die beestjes in te steken.
Uiteindelijk geraakte de zaak opgelost.
Is fighting fish! Must fight! Like cock-fight!
Ah, and then you gamble on it?!!! Oh youre so Chinese
Hoe kunnen die dat toch met hun boeddhistische geest in overeenstemming brengen, dat als ze dieren niet mogen laten lijden dat ze ze toch altijd tegen mekaar moeten opzetten en ze laten vechten, zodat zij hun onbedwingbare goklust kunnen botvieren?! Zoetwaterboeddhisten!
Enfin, tijd om hem te bekeren had ik toch niet meer want we moesten vertrekken. De meiskes van de receptie pakten allemaal een klein stukske van onze handbagage om mee te kunnen lopen tot op t einde van de pier om ons tot op t laatste moment te kunnen uitzwaaien. Ontroerend lief.
En toen stoven we weg in de speedboat samen met de vuile was van t hotel.
I
Vanzelfsprekend zat ik daar weeral met tranen in mijn ogen naar mijn kleiner wordend paradijsje te staren. Ik ben dan maar rap op t uiterste topke van de boeg gaan zitten - ge kunt beter uw blik op de toekomst richten - en trouwens op die plek waaien tranen op zon speedboat rap weg. Toen ik daar zo zat, twee meter boven t onder mij doorflitsende water, met mijn kop in de stevige bries, niets dan lucht boven mij, en af en toe een voorbijschietend rotseiland, wist ik hoe de vogels zich hier moeten voelen. Zalig gewoon!
Op t vasteland stond een luxueus minibusje ons op te wachten en we vertrokken onmiddellijk richting Ao Nang waar we eerst moesten gaan inchecken en dan met een bootje naar het Central Krabi Bay Hotel zouden gevoerd worden. Het super-de-luxe-hotel waar we onszelf eens mee gingen verwennen voor de laatste dagen van de vakantie...
Het werd een eindeloos saaie rit van twee uur over een drukke baan. Toen we langs een lange strandboulevard - midden in een toeristische nederzetting met souvenirs- en kledingwinkeltjes, en hopen kleermakers en massagesalons aankwamen - stopte onze chauffeur en mummelde zijn eerste woorden van de rit : Is Ao Nang.
Ja, en dan? Hij vond blijkbaar dat hij met de woorden Is Ao Nang. al voldoende had gesproken voor deze dag en daar stonden we dan. In een auto met draaiende motor, een chauffeur die niet t flauwste benul bleek te hebben waar we naartoe moesten en die ook nog geen woord Engels verstond.
We hebben dan met onze gsm naar dat hotel gebeld en gevraagd of ze die mens in t Thais konden uitleggen wat de bedoeling was, en hem de weg naar dat incheck-centrum van hun hotel te wijzen. Dat lukte vrij aardig. We sloegen een zijweggetje in dat leidde naar de voet van een hoge rots en daar doemde een sjiek gebouw op. Dat bestond uit niets anders dan enkele sjieke luchtige paviljoenen met een receptie, wachtsalons met tv, internet en bar, en twee tennisvelden. Meer niet.
We kregen ijskoude handdoekjes om ons te verfrissen en een lekker drankje terwijl de receptioniste de formaliteiten vervulde. Maar ze snapten blijkbaar nog altijd niet dat wij gewoon een dubbele kamer geboekt hadden en geen twee singles.
You wait for your friend now?
No, we have no friend.
(Ik had bijna mijn treurzang aangevangen die ik ooit eens tegen een opdringerige winkelier in Bangkok heb afgestoken toen die ons persé juwelen wou aansmeren voor heel mijn familie. No sir, I have no children, not even a sister or a brother, even my parents are dead. Im completely alone in the world Maar ik heb dat dus in dit geval maar zo gelaten, want deze gelegenheid leek me toch iets te sjiek om al direkt zo onnozel beginnen te doen.)
There is NO friend coming. We only booked ONE room for the TWO of us. We are a couple, a married couple. We expect noone else.
Goddank verstond dat wicht vrij goed engels, begreep ze dat De Derde Man nooit ging opdagen en konden we vlug in een volgend busje stappen dat ons heel die strandboulevard terug afreed en ons op t einde daarvan naar een steigertje bracht waar een deftige speedboat op ons lag te wachten. Luxueus, bekleed met tapis-plein.
Het incheckgebouw.
De boot vertrok in de richting van waar we gekomen waren Hélemaal terug langs die strandboulevard! Dat was dus de derde keer dat we die zagen. Straffer nog, we voeren gewoon voorbij die incheck-nederzetting naast die rotswand waar we juist vandaan kwamen! Maar vlak achter die rotswand, die in zee uitstak, lag een kleine baai en daarin lag het hotel genesteld in een enorme inham van de reuzerots.
Een duur sjiek ding maar zo op 't eerste zicht niet direkt uitgesproken mooi van stijl. We werden met onze bagage in een golfwagentje naar onze kamer gereden. Overal in het complex waren watervallen maar die waren gemaakt van nep-rots uit beton. Een beetje sneu als ge hier tussen al die echte karstrotsen zit. Dat zou ik nu toch anders aangepakt hebben.
Op deze foto zie je het linkse deel van het hotel. Ongeveer een vierde van het totale complex.
Het hotelcomplex - maar liefst 190 kamers verdeeld over meer dan 20 blokken die aan de voet van de karstrotsen in een tuin verspreid liggen - is dus volledig omsloten door een halve cirkel van haast loodrechte rotsen van meer dan 100 meter hoog!!! Als ge aan komt gevaren lijkt het hotel erg klein omdat die rotspartij zo indrukwekkend is. Maar dat is dus een vergissing. Het hotel is groot, de rotswand is reusachtig.
Toen we eindelijk aan de kamer kwamen was t even schrikken van t formaat. Eerst komt ge binnen in een soort patio waar een chaîse-longue, een tafel en stoelen staan. Allemaal in openlucht, maar met elektrische stoffen rolluiken aan de zijkanten om eventuele zon of regen buiten te houden. Het monsoon-terras dus. Daarachter ligt het ruime zonneterras met kingsize ligbedden. In dit L-vormig geheel staat een grote glazen kamer met een salon met tv, een groot bed, en een bureau. Daarachter ligt een gangetje waarin zichde minibar en de thee-zet toestand, en enkele ruime kasten - waarvan de binnenverlichting automatisch aanspringt als ge ze opent - bevinden. Op t einde van dat gangetje is een toilet met glazen wanden en uitzicht op de bergen achteraan via een raam van de vloer tot het plafond. Gelukkig hangen er overal jaloezieën die dicht kunnen getrokken worden. Naast de toiletkamer (met telefoon, voor als uw wc-papier op is waarschijnlijk) ligt de lavabokamer. Zeer mooi, alles in marmer, met alle voorzieningen, tot en met een weegschaal. De achterwand is volledig van glas en ziet uit op de rotsmuur. De tegenoverliggende muur is eveneens uit glas en daar doorheen ziet ge de badkamer.
Dit is dus de achterzijde van onze villa die even licht en luchtig is als de voorzijde. Tussen die twee delen ligt de bad- en douchekamer. Met ligbad, gewone douche en regendouche. Ze is ook volledig in glas gemaakt en de wanden kunnen opgeschoven worden. Een erg geslaagd concept want ge kunt de wind door heel uw gedoe laten spelen als ge alle glazen wanden van heel t spel tegen mekaar open zet. In elke kamer, en ook op de beide terrassen, hangen plafondventilators en binnen is er airco. t Is groot genoeg om in rond te lopen en mekaar niet tegen te komen als ge wilt. Paul liep er als een eierenverkoper in rond want die was als de dood om tegen een openschuifbare glazen wand op te botsen die hij nog niet als dusdanig herkend had. Een oprecht sjieke kamer. Nog een heel pak straffer dan het Conrad Hotel in Hong Kong. Mag ook wel voor 9000 baht per dag natuurlijk. Maar voor die prijs zou ik dan toch ook wel zeezicht willen in plaats van het unieke zicht op de airconditioning op t dak van de kamer op de rij voor ons
Dus maar naar de receptie gebeld en gevraagd of we geen kamer op de hoogste verdieping konden krijgen. Want zoveel geld betalen om in de avondzon te liggen genieten van het uitzicht van de ondergaande zon, achter een dak, in plaats van boven zee, vind ik wat tegen veel. Ik wil best af en toe eens onzinnig veel geld uitgeven maar dan moet ik er ook de volledige show voor krijgen.
We hebben er twee uur op moeten zitten wachten maar t is dan ook gelukt. (Dat wachten in zon luxueuze kamer is trouwens niet echt een marteling. Ik zat in de luwte van het monsoonterras te typen en een theetje te drinken en Paul lag op de sofa naar t voetbal op TV te kijken.)
De kamer linksboven op de hoogste verdieping van het gebouw vooraan werd ons nieuwe "thuisje".
De nieuwe kamer die we ter goedkeuring kregen aangeboden heeft een superligging! Ze is nog iets groter dan het vorige appartement want ze heeft in plaats van één, twee kingsize bedden. Ze ligt op de hoogste verdieping op een hoekske van een gebouw dat helemaal aan t uiteinde van de baai staat, vlak aan t strand. We genieten dus zowel van t zicht op de zee, de ondergaande zon, én de gigantische rotswand die ons aan de rechterzijde omsluit en die s avonds indrukwekkend verlicht is. Dit is een van de "goedkope" kamers, de dure hebben ook nog een bubbelbad op een van hun terrassen, en ik kan me niet voorstellen hoe de suites er moeten uitzien. Ik veronderstel dat die mensen in hun kamer kunnen voetballen én basketballen tegelijkertijd. Wel opletten met al dat glas natuurlijk.
E
Eerst hebben we de design-lavabo laten repareren want die liep niet door. Morgen zullen we het toilet eens laten reviseren want het water blijft lopen Onbegrijpelijk toch dat zoiets kan in zon duur spel. Dan hebben we handdoeken moeten vragen en een theekoker want die stond er ook niet, en eens alles dan eindelijk in orde was - de snelheid van de service laat héél veel te wensen over - zijn we afgedaald naar zee.
Die was zich aan razende snelheid aan t terugtrekken omdat het strand hier zeer geleidelijk afloopt. De uitgevreten onderkant van de grote karstrots, die voor ons strand in zee ligt, rees helemaal uit het water. Het leek alsof de rots een reuzepaddestoel werd die uit de zee begon te groeien. t Is een rots van de grootte van een flinke kerk.
We zijn in zee gaan zwemmen, t is te zeggen, de eerste honderd meter gaan wandelen alvorens we water genoeg hadden om te kúnnen zwemmen.We zagen bijna direkt een magnifiek kwalletje. Intens jammer dat ik mijn duikbril en mijn fotoapparaat niet bij had. t Zwemmen zelf viel tegen. Hoewel t water glashelder is zitten er pikkedingen in zoals destijds in Langkawi. Heel uw lichaam wordt konstant gestoken door duizenden onzichtbare dingetjes. Ge krabt u onnozel. Dan maar snel naar t zwembad gelopen om van de irritaties vanaf te geraken.
Onderweg kwamen we enkele poolboys tegen maar die konden weer op geen enkele vraag antwoorden. Goddank riepen ze er een heel fancy kereltje bij met een flashy zonnebril, eentje dat dacht dat hij goed engels sprak. En inderdaad hij was bij momenten verstaanbaar. Hij kon ons een zinnige uitleg geven.
De kayakken die hier liggen zijn gratis en ge moogt er hier telkens een uurtje in de baai mee gaan rondpeddelen. Qua snorkelen is hier vlakbij niks te zien, daarvoor zouden we naar een eiland een uurtje verderop moeten. Maar bovenal wist die mens van het bestaan van een getij af!!! Hij zag er zelfs een regelmaat in!!! Nóg straffer : hij had een blad met de getijdenuren! Ik viel bijna plat achterover. Ik wou er direkt een foto van nemen zodanig dat ik voor de volgende dagen ook weet hoe de uren van het tij liggen (kwestie van te weten wanneer ge te voet langs die rotswand tot in t dorp kunt waden) en tot mijn opperste verbazing gaf die kerel me één van zijn fotokopieën mee. Ik heb nu begot een getijdenlijst!!! Stel u voor dat onze Mek zich daar ooit bewust van zou worden dat er zoiets bestaat als een getij voorspellen! Dan denkt hij dat hij kan toveren!
De tuin staat vol van de beste zetels met de dikste handdoeken maar iedereen ligt kop aan staart. Ze hebben zo gewoekerd met ruimte om reuzekamers te bouwen en 4 restaurants in deze baai te foefelen dat ze serieus hebben ingeboet aan tuin. De zetels staan zelfs tot op de wandelpaden! Das een grote stommiteit.
Het grootste zwembad bestaat uit verschillende niveaus die met watervallen in mekaar overlopen, wat een heel geraas geeft maar dat is ook nodig om t lawaai van de voorbij varende longtailboten in de baai te overstemmen. Overdag is dat gebrom van al die talloze boten storender dan dat ge in een hotel aan een luchthaven logeert. Zeker omdat al het lawaai nog extra weerkaatst wordt door onze gigantische rotswand, die werkt als een klankbord, als een oud Grieks theater. Maar ja, misschien ben ik als notoire stilte-liefhebber wel hopeloos verwent geweest op Koh Ngai...
De beide zwembaden zijn ook niet echt groot, en hoewel ze zeer imposant zouden moeten lijken zijn ze dat niet. Maar dat komt waarschijnlijk omdat wij t in het westen tegenwoordig zo goed gewoon zijn. Vroeger was bij ons een zwembad een stomme rechthoek. Meer niet. Maar nu heeft elke Center Parcs zijn landschapszwembad met nep-palmboomkes en nep-rotsen en watervallekes. Dus als ge hier nu in zoiets zwemt met nep-rotsen, tja, dan geeft dat ineens een beetje een Center Parcs-gevoel vind ik. Trouwens er zijn veel te veel gasten voor dit formaat van zwembad en van tuin. Ge hebt geen privacy.
Toen we daar naar de zonsondergang lagen te kijken ging Paul twee blikjes bier kopen aan de bar. Die twee lauwe blikjes waren op zich al duur, maar toen kwam er nog 17% salestaks bij, en dan nog eens 10% BTW, tegen dan hadden we dus twee lauwe pintjes voor 500 bath (11 Euro)!!! Dit is gewoon belachelijk!
Aan de zwembaddouche kwamen we in gesprek met een Engels koppel en die vertelden ons leuke wetenswaardigheden. Onder andere dat s avonds t hotel leeg liep omdat iedereen dan ging eten in t dorp achter de rots, Ao Nang. Het was ons al opgevallen dat we zoveel mensen in een short en op blote voeten met grote draagtassen zagen verdwijnen achter de rotspunt die ons scheidt van het dorpje. Ik vond het al vreemd dat al die mensen in zon sportieve kleding s avonds nog gingen wandelen. Maar als ge de prijzen van de hotelrestaurants in dit complex bekijkt dan wordt ineens wel veel duidelijk. Ze vertelden ook dat er een gevaarlijk paadje over de rots liep zodat ge ook te voet terug kon geraken als t vloed werd. Maar dat had ik ondertussen zelf al uitgevogeld. Een derde manier om uit onze rotsarena te geraken is met het bootje van t hotel. Om de twee uur kunt ge gratis mee en dan wordt ge helemaal aan de andere kant van Ao Nang aan dat piertje afgezet waar wij vanmiddag ingestapt waren. Er is geen enkele andere plek waar een boot kan aanmeren blijkbaar, t is overal veel te ondiep. Van daaruit moet ge dan een taxi nemen tot aan t dorp... dat dus in feite in vogelvlucht, of vissenvaart, op 100 meter van ons hotel ligt...
Na onze aderlating van die twee blikjes bier besloten we om de rest van de kudde te volgen en onze inkopen te gaan doen in t dorp en de mini-bar in onze villa braaf ongerept te laten en in t dorp te gaan eten.
Wij die dus gedacht hadden van hier s avonds in lange kleding en sjieke witte broeken rond te paraderen, liepen dus weer in zwembroek en short met zeesloefen naar een restaurant te djompelen. Mijn zwart handtasje bleef alweer in de kast. Het was hilarisch!!! Net toen we aan onze zeewandeling wilden beginnen bleek het hotelbootje te vertrekken. Dus wij rap naar t einde van de vlottende pier, maar nee, we mochten niet mee. t Was weliswaar gratis voor hotelgasten maar ge moest eerst een ticketje gaan halen aan de receptie en op voorhand zeggen met welk bootje ge terug wou varen. Ja seg, dat ze t dan al lang zo laten. We zouden wel door t water stappen. Maar toen bleek dat we onze pillamp op de kamer hadden laten liggen, dus is Paul helemaal terug gelopen om die te gaan halen terwijl ik wat zonsondergangfotos heb gemaakt.
Vol goede moed zijn we dan aan onze waterwandeling langs de rotswand begonnen en op nog geen 5 minuten.waren we aan t volgende strand en het dorpje. Echt een makkie want het water kwam amper tot aan onze knieën.
Op dat hele lange grote strand lagen eerst tientallen overdekte maar muurloze massageafdakjes. Allemaal in volle aktie. Geluidloos werden er in de duisternis dikke toeristen in zwemkleding gemasseerd. Vervolgens kwamen we aan een reeks luxe-hotels die allemaal leuke en goedkopere restaurants in hun grote tuinen hadden liggen. In sommige speelde zachtjes een orkestje. Na een halve kilometer wandelen kwamen we aan de drukke strandboulevard van Ao Nang waar wel verkeer toegelaten was. Hier was t gedaan met de rust en begon de klassieke Thaise wespennest van boetiekskes, supermarktjes, souvenirstalletjes, restaurantjes, reisbureaus en hordes toeristen.
In een supermarkt enkele blikjes drinken en lunch voor morgen gekocht (Instant noodles! Nog nooit gegeten, ben zeer benieuwd! In t slechtste geval wordt het de absurdste souvenier die ook meegebracht zal hebben. Voor de veiligheid toch ook maar noten en bananencakejes meegenomen voor t geval dat die zwel-noodles oneetbaar blijken). Dan zagen we in een stalletje een tros bananen liggen maar eer we die konden kopen moesten we er eerst mee naar een andere winkel wandelen want de madam sprak geen Engels, de madam van de volgende winkel wist niet wat de bananen kostten, dus die moest weer aan iemand anders gaan vragen wat ze moest doen. Uiteindelijk kregen we vier bananen voor 10 bath, maar omdat we er 8 wilden hebben vonden ze dat weer een zeer moeilijke berekening. Heel de aankoop heeft 10 minuten geduurd en dan hadden we nog niet eens de moeite genomen om te pingelen.
Met onze zak mondvoorraad voor morgenmiddag zijn we dan terug naar die mooie rustige verkeersvrije strandweg gewandeld en hebben daar overheerlijk gegeten in een proper en heel mooi verzorgd restaurant. Linnen servetten (niet die fluffy papierkes die al wegrotten als ge ze nog maar vastpakt van op Koh Ngai), knappe tafels (glazen platen op bakken die gevuld waren met zand en schelpjes, zodat uw bord precies op een heldere zee met een bodem van zand drijft), géén muziek en verkoelende plafondventilators. t Voorgerecht werd zelfs netjes vóór het hoofdgerecht geserveerd! We konden zelfs met zijn tweetjes gelijktijdig eten!
Met drankjes, voorgerechten en hoofdgerechten waren we evenveel geld kwijt als voor die twee blikjes bier in ons hotel daarstraks. (Redelijk belachelijk dat er in onze lavabokamer een weegschaal staat! Precies of iemand gaat in dat hotel verdikken!) Kan niet missen dat heel ons hotel hier op deze plek zit te eten! t Was dan bovendien ook nog goedkoper dan op Koh Ngai en honderd keer lekkerder.
Maar dan moesten we wel terug naar onze afgesloten baai natuurlijk. Over een pikdonker strand onder een lucht vol sterren die gelukkig regelmatig opgelicht werd door bliksems boven zee.
Het paadje over de rots bleek helemaal niet zo gevaarlijk als de Engelse madam ons gezegd had. (Na de jungle van Koh Ngai lijkt voor ons nu waarschijnlijk alles een wandeling over de Meir)
Ze hadden zelfs een plankier over de rotsen aangelegd. Allemaal ongelijke planken, schots en scheef, en al eens eentje vergeten hier en daar, maar vrij stevig. Ge krijgt het gevoel alsof ge te voet over de houten roetsjbaan van Bobbejaanland loopt. De hoogte en de afstand van de plankskes zal zo ongeveer t zelfde zijn. Als opperste luxe brandde er om de 10 meter zelfs een lamp! Het was wel een zware klim want het pad liep veel hoger over de rots heen dan we verwacht hadden, maar toch waren we op een half uurtje van t restaurantje weer tot op onze kamer aan t uiteinde van ons baaike. Dat valt dus goed mee.
Het paadje over de rotsen.
Paul zit nu op het ene terras in de chaîse-longue zijn sudoku-puzzeltje te maken en ik zit op de ligbedden van t voorste terras verhalen te typen. Beide terrassen hebben zijdelings zicht op die indrukwekkend verlichte rotsmuur en aan de andere kant zien we t bliksemen boven zee. Een waanzinnige ervaring!
Van t ontbijt morgen verwachten we héél veel. Want we hebben de prijs er al van gezien. Zo maar eventjes 1000 bath per persoon Al een chance dat we een kamer met ontbijt inbegrepen hebben. Maar wat ik nu moet verwachten weet ik niet want voor die prijs moeten hun eieren niet alleen warm zijn maar vind ik ook dat ze hun kiekens eerst nog moeten masseren en de eieren met een gouden voddeke opblinken alvorens ze in een zilveren panneke te bakken. Ik ben eens curieus
Nu ga ik onder mijn regendouche staan - vooral zien dat ik zonder bril niet tegen een van al de glazen muren loop - en dan kruip ik in een van de kingsize bedden.
Ja, t is wel een once in a lifetime-ervaring zon hotel, maar ik denk toch ook met weemoed terug aan eergisteren toen om 10 uur s avonds, als alles donker en gesloten was in t hotel op Koh Ngai toen wij onze laatste mail in t bureau zaten te versturen, een van de receptionisten al heel gezellig in een bollekes-pyama rondliep. Dat zie ik hier niet zo direkt gebeuren.
Mja, er is wel een zekere discrepantie in de aard van onze logies deze reis.
Alleen al qua verlichting! Van drie zielige lampkes in de boomhut naar de 17 lichtpunten en een reeks indirecte verlichting in dit paleis. Soit, ik ga ze nu toch alle 17 uitdoen, mijn drie terrasdeuren op slot doen, mijn twee ventilators afzetten, en een ontelbaar aantal jaloezieën laten zakken.
Dus : Hep koe nai!, zoals de madam in t restaurant mij daarstraks zo lief toewenste.
Waarmee ze eigenlijk wou zeggen : Have a good night!"
De openschuivende wanden van de badkamer, met achter het bad de "lavabokamer, alweer gescheiden door een glazen wand. Links zie je de toegang tot het toilet en de gang met de ingemaakte kasten en de bar. Heel de achterwand bestaat dus ook uit ramen maar op deze foto zijn al de jaloezieën neergelaten. Alles is in prachtig hout afgewerkt.
Lees verder : 22. "Paul schrikt zich een floeren aapke!" Klik hier.
Het twintigste deel van mijn reisverhaal. Donderdag, 23 november 2006.
De eerste dag van de schepping van de wereld.
Onze laatste dag op Koh Ngai breekt aan en 't is triest deze rust te moeten verlaten, die mooie eindeloos veranderende wolkenluchten, dat prachtige huisrif, ons zalig boomhutje dat een waar nest geworden is. Het enige dat we zeker niet zullen missen is t eten. (t Begint op te vallen dat de hotels met de mooiste uitzichten altijd t slechtste eten hebben. Food en View zijn omgekeerd evenredig. Een nieuw axioma voor de reiziger.)
Alvast afscheid genomen van ons kamermeisje, Wee. Ze was heel blij met haar flinke fooi, ze had ook prima voor ons gezorgd. Ik heb haar ook mijn lipstick gegeven, want die heb ik hier toch niet gebruikt. Ik heb hier zo ongeveer altijd in dezelfde lap stof en een bos natte, ongekamde haren rondgeparadeerd. t Zal varen om morgen naar dat luxe-hotel te moeten en terug echte kleren en meer van die onzin te moeten dragen. k Heb zon spijt dat ik dat hotel op voorhand betaald heb, anders hadden we gewoon die laatste vijf dagen hier kunnen blijven.
Afscheid van lieve Wee.
Na t ontbijt ben ik nog een laatste keren tussen mijn geliefde rotsen gaan klautaren. Op het junglepaadje naar de zuidpunt van t eiland is een heel klein tempeltje van één of ander zeer mysterieus godje. Ik denk een Chinees. Het ligt verscholen in t bos .
Ik ben rustig wat aan dat tempeltje blijven zitten, heb wat wierrook gebrand en heb met de Chinese stokjes die er stonden mijn toekomst voorspeld. t Zag er niet echt rooskleurig uit. Maar ja, ik ben dan ook geen vakman.
Iets verder ligt een klein inhammetje van een meter of 10 breed met een vierkante meter strand tussen de meest veelkleurige en vreemd gevormde rotsen Op die plek kwam toch geen mens voorbij dus als ik het te warm kreeg kon ik gewoon efkes tussen de rotsen in zee gaan liggen zwalpen met zicht op die magnifieke eilanden en mijn fotografiespullen laten liggen.
Ondanks het feit dat het plekje nog geen 100 meter van t hotel ligt waant ge er u alleen op de wereld toen hij nog maar net geschapen was. Heerlijk!
Er kwam dan ook nog ineens een leguaan vanuit zee aangezwommen en ze kroop aan land. Ik had zelfs de tijd om haar te filmen. Toch wel praktisch die T1-fotoapparaatjes. Fotograferen én filmen. Onder én boven water.
Het zicht werd hoe langer hoe dramatischer want elke dag pakken zich tegen de middag grote cumulus-wolken samen boven t vasteland in de verte en die evolueren dan stilaan naar hier. Met of zonder regen. Vandaag alweer zonder.
Terug op ons strand had ik t heel moeilijk om naar de kamer te gaan want de lucht bleef maar veranderen. Betoverend gewoon! Ik had echt verdriet dat ik t strand moest verlaten.
De tuinmannen kennen me heel goed want ik kom daar altijd gerief en bloemetjes voor mijn geknutsel halen en ze hadden twee superdikke kokosnoten voor ons geplukt. Dus hadden we ineens een heel lekkere lunch op ons terrasje. Gisterenmiddag had Wee, het kamermeisje, ons ook al zon sappige reuzekokos gebracht. Voor mij is dat eten en drinken, ik laat er zelfs mijn picknick voor staan, waar de parelhoen van t hotel me dan weer heel dankbaar voor is.
De tuinmannen kweken heel zorgvuldig jonge plantjes om de hoteltuin te kunnen verfraaien.
Rond vier uur was t water laag genoeg om een interessante snorkel te kunnen gaan doen. Ik wou van al mijn vissen afscheid nemen. Ik had ze allemaal kunnen kussen, de zeeëgels en de kreeften incluis. t Was weer heel erg mooi.
Het kopje van een 2cm klein visje dat uit zijn holletje in zijn koraal komt piepen.
Een harde laag groene koraal die over een uitstekende rots gegroeid is. De steen lijkt er wel door overgoten.
Een leeuwevis. Maar heel diep gefotografeerd daarom is zijn rode kleur amper zichtbaar.
Een featherstar op wandel.
De laatste fotootjes nemen...
Allerlei soorten koraal.
Het lichaampje van een gestreepte zeeëgel.
Een witte featherstar komt uit haar koker.
We zijn weer helemaal tot aan de twee rotsen gezwommen. Daar groeit koraal dat ge normaal pas op 15m diepte vindt. Het is echt een aards paradijs onder water. Het ene zachte koraal verdringt het andere. En die kleuren!!! t Was er vandaag zelfs vrij makkelijk zwemmen, er stond amper stroming. Terug uit het water geraken was natuurlijk weer niet simpel want de zee was op haar allerlaagste. Het is weer met het nodige gestrompel en gescharrel gebeurd op hoogst onelegante wijze. Maar we zijn er toch nog relatief ongeschonden uit geraakt.
Onze laatste zonsondergang bij de "Goddess of Mercy", vanuit het water getrokken.
Dan werd het tijd om in te pakken om morgen te verkassen naar Krabi. Maar dit is een makkelijke inpak want dat komt niet zo nauw, we moeten gewoon maar met de speedboat naar Pak Meng Pier en vandaar gaan we met een taxi naar Ao Nang, vanwaar we met een bootje naar dat luxehotel gevoerd worden. Als ge niet moet vliegen moet alles niet zo compact ingepakt zijn. Trouwens, driekwart van mijn kleding is nog niet uit de plastic zakken geweest. Ik heb hier hooguit vier bikinis en drie pareos versleten. Ja, die scherpe lava teistert niet alleen uw lichaam maar ook uw kleding als ge zoals ik overal onder en tussen kruipt om fotokes te nemen.
Ondertussen was Paul op t bureau de reisverhaaltjes gaan versturen en de rekening gaan betalen.
Can I pay the bill please?
Pi???
Onze boomhut had 2800 bath per dag gekost met ontbijt inbegrepen, dus dat vind ik een heel redelijke prijs voor zon paradijselijk plekje. Over de telefoonrekening met de UPS-kantoren over heel de wereld zullen we maar wijselijk zwijgen. Jacky belde ondertussen vanuit Trang om nog een knuffel te geven en te zeggen dat, waar we ook in Thailand zijn en als we ooit met iets problemen hebben, we hem altijd mogen mailen en dat hij ons graag wil helpen. Daarna kwam de manager een babbeltje doen in zijn schabouwelijk Engels, als ik hem mijn onderwaterfotokes doormail dan gaat hij ze op zijn website gebruiken. Hij vertelde dat het hotel 103 kamers heeft en dat het vanaf volgende maand volgeboekt is. Dus wij hebben in deze periode wel heel veel chance gehad dat we hier altijd maar met iets tussen de 20 en de 50 gasten gezeten hebben.
t Doet wel pijn van heel die plezante bende personeel afscheid te nemen.
Toen we aan tafel gingen kwamen ze als bedankje twee reuze kokosnoten brengen.
Paul vroeg daarstraks aan een van de tuinmannen die de kokospalmen aan t snoeien was en de noten aan t oogsten, hoeveel keer per jaar ze een oogst konden binnenhalen.
How many time in year you pick coconut? (Ja, ge moet hier kinnekes-Engels spreken want als ge volledige zinnen vormt dan slaan ze helemaal tilt.)
???
Two times a year? Or three times?
???
OK. Now november. When you pick new coconuts?
Oh! Tomorrow at 9 oclock.
Dit formaat van kokosnoot is voor mij wel eten én drinken...
Soit, veel wijzer was hij dus weer niet geworden. Maar Paul geeft niet op, die blijft proberen tot hij zijn antwoord heeft, dus vervolgens moest de kelner er aan geloven en na een minuut of vijf, een vraag of twintig, en mijn pantomime die groeiende, dikker wordende en vallende kokosnoten moest voorstellen zijn we aan de weet gekomen dat ze drie oogsten per jaar hebben. Ondertussen genoten wij van onze zalige aperitief! En t leukste is dat ge aan zon grote kokos ook ineens een portie stevig eten hebt. Altijd interessant als wat ge als eigenlijk avondmaal besteld hebt weer oneetbaar blijkt te zijn. Als bij wonder was dit echter deze keer niet t geval. Noedels met een soort onkruid, maar best te eten.
Toen kwam de maître dhotel ons nog twee polo-hemdjes met t logo van t hotel, netjes ingepakt, als kado brengen. t Zijn toch zon schatten!
Pandorake stond op tafel en we hebben hen enkele onderwaterfotos en filmkes op t scherm laten zien. Ze konden niet geloven dat dat zich hier allemaal onder t wateroppervlak voor hun voordeur afspeelde.
Tot opeens de kelner vroeg: Where your dog?. Ik dacht dat de mens gisteren op t scherm per toeval fotos van onze poezen gezien had. Een Thaise garçon is nu geen Einstein maar het verschil tussen een hond en een kat zouden ze toch moeten kennen vond ik. Maar ik liet het maar passeren, want om nu nog een pantomime te moeten gaan spelen die duidelijk maakte wat t verschil tussen die twee beesten was, vond ik nu ook wat tegen veel op dit uur van de avond.
Na nog enkele fotos bekeken te hebben vroeg hij weer Where your dog?
We have no dogs, we have cats.
Yes, but were your dog?
Toen was t mijn beurt om met grote vraagtekens in mijn ogen te staan. Maar hij verklaarde zijn vraag zeer behulpzaam :
You at swimming pool with your dog in the sun!
En toen viel mijn euroke natuurlijk! Die mens had mij mijn beer zien fotograferen aan 't zwembad en hij had gedacht dat dat een hond was!
Dus liet ik hem wat berenfotos zien. Die vond hij dus helemaal t einde. Nog véél leuker als al die stomme vissen. Vandaar dat die dus maar bij elke superbe anemoonfoto was blijven vragen Where your dog?
Ge ziet, ik verzin al die communicatieproblemen niet hé! Dat gebeurt hier allemaal in t echt. Erger nog, das hier zelfs normaal.
Alles staat ingepakt klaar. Nu ga ik slapen want morgen is t vroeg dag. Ik hoop dat het in Krabi even tof is als hier, maar dat kan ik moeilijk geloven. Ik vraag me ook af of er gaat gesnorkeld gaat kunnen worden, of het alleen een rustverblijf in een luxe-hotel gaat worden... Anders is deze foto, met mijn geliefde steenvis naast mijn hoofd, wel de laatste onderwaterfoto van deze reis... Als hij niet zo giftig was geweest had hij een kus gekregen...
Lees verder : 21. "Een zekere discrepantie in de hotelaccomodaties." Klik hier.
Het negentiende deel van mijn reisverhaal. Woensdag, 22 november 2006.
19. God schept den dag (en het getij). En moeder de soep (de rauwe ajuinsoep).
Vanmorgen ontdekte Paul bij t nakijken van onze reservatie voor dat sjiek hotel in Krabi dat die per vergissing twee single kamers in plaats van een dubbele geboekt hebben. Gelukkig hebben we dat nog kunnen rechtzetten. Want zo rap kunnen we nu ook de derde man niet vinden.
Tavorn, een van de receptionistes, was zo blij dat we nog wat langer op Koh Ngai bleven dat ze me spontaan vastpakte. Mek en de bootsman liepen ook rond aan de receptie dus dachten we dat zij de ideale mensen waren om te vragen naar de exacte uren van t getij, zodat we die ambetante stroming bij de avondsnorkel zouden kunnen vermijden. Maar dat was weer een gesprek in "kindjes-Thai-Engels" dat op niets uitliep.
Mek at what time exactly is the tide at his lowest tonight?
Poeh, maybe four oclock? Maybe three? Maybe 15 past three? Yes, think so
De bootsman mengde zich in t gesprek en maakte een zwaaiende beweging met zijn hand : Sea comes, sea goes Maybe high now, maybe high later
Yes, we know, but do you have a timetable of the tides?
Poeh, sometimes comes at three oclock, sometimes comes now. Water high, water low. Depends
En dat allemaal met zon verveelde en tegelijkertijd gegeneerde blik van Ja, die onregelmatigheid van die zee die hangt ook soms ons voeten uit zenne, maar das iets waar ge moet mee leren leven hé
Ge zoudt toch denken dat de mensen die hier verantwoordelijk zijn voor de bootexcursies - die haast allemaal om snorkelen draaien - toch een getijdentabelleke bezitten. Of er maandelijks eentje van t internet afplukken. Ik weet wel, de getijden en de stromingen in de straat van Malacca zijn niet te onderschatten, dat hebben we op de zeiltochten met de Star Flyer ook ondervonden, maar er moet toch een officiële uurtabel van uitgegeven worden, dat kan toch niet anders?
Maar nee, sea comes, sea goes, God schept den dag en moeder de soep zoals ze bij ons zeggen, en voor de rest zullen ze wel zien
Ik ben in afwachting van het laagste tij dan wat gaan snorkelen tegen de rotsen aan t strand, die later op de dag (god weet dus wanneer) boven water gaan komen liggen en de meditatie-poeltjes zullen vormen.
Als die keien en stenen onder water liggen zijn ze nog mooier, dan komt hun kleur nog beter uit. Sommigen zijn glad als babybillen en er is precies een laag gestolde pudding over gesmost. Ronde stenen met een andersgekleurde laag er bovenop die er dreigt af te sijpelen. Heel raar. Vlak ernaast liggen dan scheermesscherpe stukken rode of zwarte lava. De pasteltinten van de dooraderde stenen lijken onder water feller. t Moet hier ook echt een aards paradijs voor een geoloog zijn denk ik. Ik begrijp nog altijd niet hoe hier zoveel verschillende steensoorten samen gekomen zijn. Een vraag die ik hier maar aan niemand ga stellen, want hoogstwaarschijnlijk is de vreemdsoortige samenstelling van het eiland hun nog nooit opgevallen
Bij valavond dan toch maar naar de twee rotsen gezwommen en een flinke barracuda tegengekomen met een bek vol tanden. Ik hing ook wel even met mijn bek vol tanden. Indrukwekkend gebitje als ge dat zo van dichtbij voor ogen krijgt!
De rotsen waren vandaag omringd door wolken van vis. Alle soorten, groot en klein.
t Was precies de wekelijkse marktdag aan de rots. Iedereen kwam snoepen en grazen.
We zagen ook een heel platte vleermuisvis. Een flinterdunne schijf vis. Even dun als een pladijs maar dan in verticale positie. Een vis met anorexia. Maar schoon! Met lange sierlijke gekrulde vinnen. t Zal een fotomodel geweest zijn.
De vleermuisvis. (Het moet wel een beroemd fotomodel geweest zijn want hier zijn al twéé fotografen aan 't werk! Ik nam deze foto en ge ziet ook nog een stukske van Paul, mijn collega fotograaf, in de rechterbovenhoek...)
Nog even gaan dag zeggen aan de schorpioenvis! Veel zegt hij niet terug natuurlijk, want hij hoopt nog altijd dat wij hem voor een steen aanzien
"Oh, mijn anemoon is al dicht, en ik ben mijn sleutel vergeten!"
"Ja, wij zijn ook te laat uit geweest..."
Giftig, maar o zo mooi. Rechts zie je al enkele poliepjes die open staan.
Ik denk dat God de onderwaterwereld gemaakt heeft vlak nadat hij de snoepwinkeltjes geschapen had. Dit zijn toch écht wel zuurstokkleurtjes!
t Was weer indrukwekkend om in zee te dobberen onder dat dak van dikke cumulus-wolken. De zon bescheen nog juist de eilanden voor ze onderging en die kregen allemaal zon groen-geel kleurbad dat maakte dat ge ze nog helderder kon zien dan overdag. Magnifiek is dat hier s avonds.
Toen ik met veel pijn en smarten en gescheurde knieën uit t water sukkelde - of wat er van over was - ben ik gewoon nog wat op t zand blijven zitten om te genieten van t schouwspel van wolken en licht. Heel de dag heeft de dramatische lucht hier voor andere tableaux vivants en regenbogen gezorgd en toch is hier geen druppel regen gevallen. Wat een prachtige dag toch weer.
Ik ben echt stapelverliefd op deze plek. Het is lang geleden dat ik ergens nog zo genoten heb op zo'n klein plekje. Normaal ben ik na enkele dagen alweer op pad om andere, nieuwe dingen te gaan bezien, maar hier is niets anders dan mijn klein stukje natuur en ik word er met de dag gekker op. Ik zou de luchten kunnen blijven fotograferen...
Het avondeten stond weer in hevig contrast met de perfectie van de dag.
Rauwe ajuinsoep met fritten. t Is zo weer eens iets anders.
Vanavond hebben we voor de eerste keer "Pandorake" op t netwerk van de receptie aan kunnen sluiten om t eerste reisverhaal door te sturen. Nu maar hopen dat de Vijgen na Pasen ook inderdaad gaan aankomen bij de vrienden thuis die al zo lang op hun honger zitten Maar ja, eigenlijk is dat niks te veel. Wij hebben hier ook al dikwijls op "onzen honger" gezeten nietwaar?
Nee, nee, niet wanhopen, die heb ik niet in mijn soep gevonden. Die zat in onze kamer gezellig een hels lawaai te maken. Zo'n krekel is ook weer zo'n schepsel waarvan ik niet begrijp dat er uit zo'n nietig dier zo'n kabaal kan komen. Dus die heb ik voor 't slapengaan even terug in de tuin van de buren gezet
Lees verder : 20. "De eerste dag van de schepping van de wereld." Klik hier.
Hieronder het achtiende deel van mijn reisverhaal.
Dinsdag, 21 november 2006.
De offergaven voor "God Stofnest.
En elke ochtend vertrek ik weer altijd hoopvol uit onze boomhut op weg naar 't ontbijt...
Op t ronduit zielige ontbijt stonden vanmorgen weer de twee potten met confituur. Ze worden belegerd door insecten en niemand van de gasten wil er nog van eten. Dat is 't personeel blijkbaar toch opgevallen, want ze hebben er niet beter op gevonden dan permanent een meisje naast die potten te zetten met een lepel. Telkens er een beest in valt schept ze het er uit en smeert ze het netjes naast de pot. Maar eerst probeert ze wel te verhinderen dat er slachtoffers vallen door over die potten heen en weer te staan zwaaien met een plumeau! Smakelijk wel.
Een klein vliegennetje over die schaaltjes zou wonderen doen, maar begint ze zoiets maar uit te leggen Maar kom, die oplossing zou toch niet geaccepteerd worden want dat zou waarschijnlijk geen Thai Technology zijn
Het Franse koppeltje dwaalt op de meest hulpeloze manier door Thailand rond. Het meisje spreekt geen woord Engels, en de jongen snapt geen snars van Thai-Engels. Het is een hopeloze sukkelreis voor die mensen. Ze vonden vanmorgen ook weer niets zinnigs bij t onbijt en Paul stelde hen voor om Verloren Brood te bestellen. Gebakken boterhammekes in eikes gedompeld. Dat is hier best eetbaar. En ja, zij lustten ook heel graag Pain Perdu maar ze hadden dat hier nog nooit op een menukaart zien staan. Ah nee, natuurlijk niet! Dat noemt hier French Toast! Het kind plooide bijna dubbel van t lachen. Hadden ze door dat stomme misverstand al heel hun reis hun favoriete ontbijt gemist. Mais enfin, pourquoi appellent-ils Pain perdu Toast à la Française?!!!" gierde het meisje. Als ge uw talen niet een klein beetje beheerst moet reizen inderdaad geen simpele onderneming zijn, ge loopt zelfs verloren in menukaarten, wat moeten zon mensen niet meemaken in busstations of luchthavens?
Maar blijkbaar spreek de modale Fransman alleen Frans, de Amerikaan enkel Engels en de Japanner slechts Japans. t Zijn alleen de inwoners van relatief kleine landjes die de moeite nemen om zich te leren behelpen in verschillende talen. Al de toeristen uit de Scandinavische landen weten zich in haast perfect Engels te redden.
Tijdens t ontbijt werd de stookolie voor de hotelgenerator geleverd. (Toch weer zo zonde voor t milieu dat ze hier geen gebruik maken van zonne-energie!) Allemaal olievaten die per boot aankomen en dan met een jeep 200 meter de berg opgereden worden tot aan het generatorenafdak, door de enige auto op t eiland en over de enige weg die hier ligt. Er werd zeer slordig mee omgesprongen, ik hoop van harte dat hier nooit een vat olie kapot valt op de steiger want dan kunnen ze hun huisrif wel vergeten.
Paul vond dat het nu toch wel hoog tijd werd dat ik eindelijk eens aan een schijfje citroen geraakte voor in mijn thee. Hij zag een Thaike dat bezig was met vers fruit en verse groenten netjes op een schaal te ordenen en ging er op af. Gelukkig dat zijn euroke rap viel en dat hij niets van die schaal pikte, want het betrof de offergaven voor het Chinees Godje dat hier in een hoekje op de grond in een huisaltaar staat. Het zou weer een schoon godslasterend incident kunnen opgeleverd hebben! Die arme God heeft tenandere al pech genoeg want al t vuil wordt in hoekskes bijeengekeerd en zijn tempeltje staat op een zeer ongelukkige plek. Maar misschien hoort het zo en is t God Stofnest en is dat weer iets dat Westerlingen met hun beperkt bevattingsvermogen niet begrijpen. 't Zal wel zoiets zijn.
Misschien richt ik thuis ook wel een altaarke op voor "God Stofnest". I k denk dat die zich hier bij momenten heel gelukkig zou kunnen voelen. Zou er geen "God Kattenharen" bestaan?...
Aangezien de onderwaterfotos van mijn lievelingsrots zo slecht zijn wou ik het nu eens anders aanpakken. Ik ging haar filmen! Ik legde eerst mijn schone grote schelpen die ik op 't strand gevonden had op zijn plaats, propte die vol toast in de hoop zo vissen te lokken, maar tegen dat ik dat allemaal gedaan had dreef alles vol zand en opgelost brood zodanig dat ik weer niets dan troebel water overhield. Ondertussen was de camera dan ook nog aangedampt en heb ik het project maar stopgezet. Tijdens al dat gesukkel was ik er dan ook nog in geslaagd om Paul zijn snorkelpijp te verliezen, maar goddank werd het vloed en vond ik ze iets later aangespoeld terug. Ja, iets "in scène" proberen te zetten onder water is iets waar ge beter niet aan kunt beginnen. Dat hebben we dan ook weeral bijgeleerd.
Hier probeer ik nog heel naïef grote schelpen in rotsen te plaatsen om eens een romantisch decor te maken... Een noodlottig plan dus. Een mens mag niet aan de natuur zitten prutsen Verbeteren kunt ge ze toch niet.
Ik was heel zenuwachtig tegen dat de boot van 1 uur ging aankomen dus besloten we om maar even te gaan snorkelen om onze gedachten te verzetten. De boot kwam echter een kwartier te vroeg dus ben ik maar direkt volle gas van t rif naar t einde van de steiger gezwommen om te zien of mijn "Pandorake" meegekomen was. En ja!!! Ze sleepten meerdere dozen aan land en daar zat een grote kartonnen doos op met Fragile en onze naam erop! Ik had kunnen dansen!!! De bootsjongens snapten er niets van. Ik heb dan geduldig gewacht tot ze haar op een karretje naar de receptie reden want ik wou hun niet - in bikini, drijfnat, en met mijn snorkelgerief onder mijn arm - die doos gaan afpakken want hoe had ik dat in boedhasnaam weer moeten gaan uitleggen?
Gelukkig stond er in grote letters diverse malen "Fragile" en "Handle with care!" op de doos...
De lieve blije receptionistes!
Aan de receptie was iedereen dolblij! Paul en ik kregen de doos overhandigd, maar wat bleek die doos rammelde Op van de zenuwen maakten we haar open en tot onze ontzetting bleek Pandorake daar los in te zitten. Geen isomo-korreltje of plastic luchtzakje of propje krantenpapier om haar tegen de schokken van de reis te beschermen!!! Weer bijna een hartaanval! Paul heeft haar terplekke aangesloten om te zien of ze nog werkte, ik trilde zo hard dat ik zelfs haar deksel niet openkreeg.
En o wonder - de batterij viel er weliswaar, boenk, direkt uit - maar nadat die terug geplaatst was ging haar lichtje branden en lichtte haar scherm op! Ze had die wonderlijke tocht langs 7 luchthavens overleefd!!! Zaventem, Keulen, Dubai, Pampanga, Singapore, Bangkok, Hat Yai, én een speedboattrip, in die gammele doos en ze werkte nog!!! Van een mirakel gesproken!
De mensen van t hotel stonden in volle bewondering mee naar de fotos van onze poezen thuis te kijken.
We zijn er dan mee naar onze hut gegaan en daar heb ik een massieve huilbui gekregen. Een ontlading van de spanning, de UPS-miserie van de afgelopen twee weken en van het schrikken van haar zo hulpeloos slecht ingepakt te zien aankomen. Hoe kunt ge nu zon kostbaar ding waar mensen zoveel moeite voor doen om haar te laten nazenden zo zorgeloos inpakken? Al het materiaal om haar degelijk in te pakken lag in onze winkel voor t grijpen! Ik was er zo van aangedaan dat ik bijna stikte in mijn tranen. Ik had op t eerste beste vliegtuig willen springen om de dader van deze misdaad de nek om te gaan wringen.
Ik was zo overstuur dat ik efkes moest gaan liggen. Kwaad, maar tegelijkertijd heel gelukkig. Niet simpel zenne
Met moeite een beetje eten door mijn keel kunnen wringen en dan gaan snorkelen.
De zee stond zo laag dat er delen koraalveld boven water uitstaken. Het was een prachtig zicht! Al die uitstekende puntjes met daarachter de vier eilanden waarvan er twee verbonden waren door een regenboog!
Regenboog die ontspringt achter Koh Ma. Laat de natuur maar zijn eigen decors maken, die zijn al mooi genoeg...
We zwommen naar onze rotsen maar t viel tegen, de stroming was heel sterk omdat het tij juist aan t keren was. We gingen eens achter de hoek van ons eiland kijken, aan de voet van de Goddess of Mercy om te zien of daar ook mooie koralen groeiden maar er was niets te zien. Al t moois situeert zich duidelijk aan onze twee rotsen. Waarschijnlijk tieren al die planten daar zo welig omdat ze twee keer per dag een flinke stroming over zich heen krijgen.
Even opgedoken op aan de voet van de Goddess of Mercy. Hier zien jullie de witte linten die de mensen er rond komen binden als offer voor vruchtbaarheid.
Groene koraalpotjes.
De grote steenvis zat weer op zijn uitstekende schaal van koraal. Die mannen schijnen dus echt op vaste plaatsen te wonen.
Rechtsonder boven het roze koraal zien jullie hem liggen als je goed kijkt...
Hier zien jullie de zogenaamde "steenvis", die in feite, volgens de boekskes, een "schorpioenvis" is, van dichtbij! Maar ja, ge kent mij en namen van al die onderwaterdinges...
We vonden ook een magnifiek fijn groen koraalbosje waar minuscule harige bruine krabbetjes in huisden. Ze waren amper te onderscheiden want ze waren nog geen twee centimeter groot, maar t waren wel perfecte krabben met alles erop en eraan. Het was onmogelijk om er een goede foto van te nemen zonder t risico te lopen de plant te beschadigen dus hebben we dat maar wijselijk zo gelaten.
De foto is onduidelijk, maar de twee bruine harige dingen met de spierwitte oogjes zijn de krabbetjes.
De stroming was zo hevig dat ge, als ge het rotsje waar ge u aan vastgeklampt had om een foto te maken, 1 seconde loste, 10 meter verder gesleept werd. Heel vermoeiend en hopeloos om in deze omstandigheden zinnige fotos te maken. Het was echt alsof ge door een wervelstorm moest zwemmen.
We hebben de zonsondergang met zijn prachtige bewolking van in zee meegemaakt en bij t terug naar huis zwemmen waren de zeeëgels al op pad en begonnen de anemonen zich op te zakken.
Lekker moe in t restaurant een poging gewaagd om t zelfde gerecht als gisteren te pakken te krijgen. You can but try, nietwaar? Het was een moeilijke bevalling want ik had wat last toen de kelner zijn vraag Noedeu with kettibeu? zong. Maar dat lag aan mijn eigen domheid want de mens vroeg gewoon Noodles with vegetables?
Ja schat, noedels met groenten is heel goed, dat klinkt heel veilig, zolang er maar niet ineens een vissekop tussen de slierten onderuit komt piepen ben ik al lang tevreden. En moge god verhoeden dat er ook niet van die zwammen tussen zitten -gelijk eergisteren - waarvan ik nog altijd niet weet of het inderdaad wel paddestoelen waren of dat het ingewanden van een rubberachtig beest waren of een vreemdsoortig zeewier dat ik toen onverrichterzake toch maar naar binnen gespeeld heb
Maar kom, de bestelling viel mee, t was niet direkt wat ik verwacht had, maar zolang ge er niet te lang bij stilstond wat sommige ingrediënten moesten voorstellen, of wat ze in een vorig leven geweest waren, was t best eetbaar. Verteerbaar zelfs.
Een pas aangekomen groepje van 5 Zweden nam volle 20 minuten van de garçon in beslag om hem met hand en tand uit te leggen wat ze nu in feite écht op hun bord wilden krijgen. Dappere mensen die Zweden. Beetje naïef ook wel.
Ze wilden persé als voorgerecht (dus zon bord dat ge in normale landen krijgt alvórens dat ge de rest van uw eten op tafel gesmeten krijgt) twee "springrolls". Twee porties dus. Dit alleen al zorgde voor een Babelse spraakverwarring want de garçon bleef bij hoog en laag beweren dat op een bord springrolls altijd 4 stuks lagen. Maar aangezien zijn klanten er blijkbaar twee wilden was hij, zoals elke behulpzame Thai, best bereid om de portie te halveren en er in plaats van vier, twee te geven. Twee mini-loempiakes voor een tafel van 5 grote Zweden Terwijl die mensen dus probeerden te bereiken dat ze twee porties bestaande uit 4 springrolls gingen krijgen. Acht in totaal dus, en zeker geen twee. Alleen al om dat voorgerecht besteld te krijgen zijn die volle 5 minuten bezig geweest. En zo is dat de rest van hun bestelling verder gegaan. Ik heb het restaurant verlaten voor ze hun eten kregen, dus ik weet niet hoe t afgelopen is. Maar goed kan dat niet gegaan zijn.
Thuis gekomen ben ik dan voor t eerst op "Pandorake" beginnen typen. De grote inhaalbeweging kan nu beginnen. En ik weet op dit moment echt niet hoe
Moet ik nu alles van de eerste dagen beginnen overtypen - dan kom ik nu weer hopeloos achterop - of begin ik over de dag van vandaag te schrijven?... Ik heb dan maar voor t laatste gekozen, en besloten om per dag te proberen 1 oud reisverhaal op Pandora over te typen én dat van de dag zelf. Dan kan ik vanaf morgen beginnen met het verhaal van dag 1 te versturen. t Is wel spijtig want mijn vrienden thuis gaan dan altijd "Vijgen na Pasen" opgediend krijgen. Maar kom, das toch nog altijd beter dan een vissekop met vettige noedels.
Vanaf nu is 't dus gedaan met mijn onleesbare gekribbel in mijn notaboekskes! Hoera!
Lees verder : 19. "God schept den dag (én het getij). En moeder de soep (de rauwe ajuinsoep)." Klik hier.
Het zeventiende deel van mijn reisverhaal. De avondsnorkel van maandag 20 november 2006.
Mondjes of poepekes?
Na onze picknick, die ik elke dag toch gevariëerder weet te maken god zij dank voor dat tupperware-dooske dat zo perfect in mijn smokkelzak past! is Paul de foto-oogst gaan saven zodat we klaar stonden om bij super-laag water terug op snorkeltocht te vertrekken.
Diverse soorten koralen met visjes.
Het was dan al tegen de avond dus de nachtbewoners werden wakker en kwamen stillekesaan al geeuwend te voorschijn. Tenminste ik denk al geeuwend, er van uit gaande dat die opening hun mond is. Anders staan ze al kakkend op. Dat kan ook natuurlijk.
De zwarte zeeëgels gingen op pad, maar ook grijze, en zwarte met witte streepkes. Middenin hun nest van lange, scherpe stekels die als levende mikado-stokskes in alle richtingen heen en weer priemen, groeit een klein zacht bolletje. s Avonds ziet dat eruit als een lantaarntje dat licht geeft. Oranje licht! Betoverend! Op dat lantaarnbollletje van nog geen centimeter groot staan dan ook nog stipjes en boebeltjes en precies enkele oogjes. Maar dat kunt ge pas thuis tegoei bekijken als ge er in geslaagd zijt om een echt scherpe foto te maken. En te bedenken dat vanop t strand zoiets er uit ziet als een stomme zwarte zeeëgel. Een mens mag toch nooit van iets aannemen dat iets eenvoudig of lelijk is zonder het eerst eens echt heel fijn en langdurig te bekijken.
Er waren ook zeeëgels met een blauw lantaarntje waarop kleine zwarte stippen zaten rond een beweeglijk mondje. Zo complex en zo fijn allemaal!
Ik heb dus verrukkelijke macro-opnames kunnen maken van de mond (of de poep?) van een zeeëgel en de lichaamsopeningen van een featherstar. Moeilijk te fotograferen wel. De stekels van de egels zijn scherp en breken rap af. Eens ze in uw huid zitten zijn ze moeilijk te verwijderen. En ik denk echt niet dat ze in 't hotel een pincetjes hebben
Het "lantaarntje" van een zwarte zeeëgel.
"Lantaarntje" van gestreepte zeeëgel.
Een sneeuwwitte featherstar zet zicht uiterst langzaam op de bovenkant van een rots. Deze foto was ook een kanshebber voor mijn kerstkaart. Maar ik denk dat dat mijn nieuwjaarskaart gaat worden want ze lijkt een beetje op vuurwerk.
Een gekleurde featherstar.
Het fijne hartje van de gekleurde featherstar. Dit gedeelte is amper een duimtop groot!
Er zaten hier ook weer van die lange platte schelpen in de rotsen ingebed waarvan ge alleen een 3cm lang spleetje ziet. Als ze de vriendelijkheid willen hebben om te poseren en hun spleetje te openen tenminste. Die rand is fluoblauw met een gelijkmatig patroon van karteltjes en blaasjes en tentakeltjes, precies een versiering van een kroonlijst van een Griekse tempel! Of een biezeke van een schilderijkader op Kreta. Op t eerste zicht lijkt dat blauw gewoon blauw, maar als ge t van heel dichtbij ziet is dat maar een idee. Dat blauw wordt gevormd door tientallen andere kleurtjes. Om dat echt goed te zien probeer ik mijn fotos zo scherp mogelijk te maken zodat ik ze flink kan uitvergroten.
Maar ik hoef ze zelfs niet uit te vergroten, zelfs zo ziet ge hoe fijn ze getekend is!
Anemoonvissen bestaan in vele kleuren. Het zijn niet allemaal oranje-witte Nemo's. Deze woont aan een gevlekte anemoon. Tja, niet iedereen zijn huisstijl is 't zelfde.
"Weg gij papparazzi! Ik wil enkel tegen betaling op de foto!"
Een koffervisje van 4 cm groot verschuilt zich onder een rots.
"Toch eens even komen kijken naar die reuze witte vis die hier voor mijn hol ligt te flitsen..."
"Help! Ik ben de weg kwijt! Wie helpt me uit dit doolhof?!"
Nemo wentelt lekker met zijn poepeke in zijn anemoon.
"Vindt gij uzelf niet een beetje indiscreet?! Mij zo ongevraagd in mijn slaapkamer komen fotograferen!"
Paul tracht in het soms troebele water toch nog een foto te nemen.
Toen kregen we de dagelijkse regenbui over ons heen. Zalig die harde, koele druppels op uw rug terwijl uw buik in een zachte, lauwe zee bengelt. Enfin, zacht, zolang ge uw buik niet tegen zon zeeëgel laat bengelen natuurlijk. Een mens moet al zijn kwabben hier goed onder controle houden.
Elke keer ik mijn kop boven water stak zag ik een prachtige regenboog die uit Koh Ma leek op te stijgen! Magnifiek zicht! Koh Cheuk zag eruit als de paddestoelwolk van een atoomontploffing. Dreigend in een grijze lucht. Indrukwekkend.
Die blaaskes op de turqouise zee, die donkere lucht en dan die kleuren van de regenboog!!! Zoiets zegt op foto spijtiggenoeg heel weinig. Dat is een sensatie die ge moet zien en voelen tegelijk, zelfs een beetje ruiken, want zee en regen hebben een andere geur. Maar ja, eigenlijk is dat niet meer als eerlijk, want anders konden jullie daar allemaal thuis in een gemakkelijke zetel zittend, met een colake mét een schijf citroen, het volledige reisgevoel hebben zonder alle nadelen én nog eens met alle voordelen ook. Dat kan niet hé! Diegenen die voor de reisverhalen moeten afzien die mogen al eens een onbeschrijfelijk extraatje krijgen ook vind ik.
Tijdens het onweer aan land gesukkeld tussen al die half boven water uitstekende rotsen en koralen en toch een foto kunnen maken van de opspattende regendruppels die het zeeoppervlak herscheppen in een poel van kristallen parels. Ge ligt precies in een grote grijsblauwe oesterschelp die boordevol glinsterende, bewegende parels ligt!
"Pandora" is vandaag in Hat Yai geland, een luchthaven op een hondertal kilometer van ons eiland, en per wagen naar Trang gevoerd, Jacky heeft haar in ontvangst mogen nemen en toen hij vroeg wat hij nog moest betalen (die 5200 baht dus) zei die kerel dat er niets meer bij te betalen was Vreemd, waarom hebben wij dan vrijdag al die uren verloren met faxen te versturen waarin we ons akkoord moesten verklaren met dat bedrag? Wat een flauwekul toch allemaal. Jammergenoeg kwam "Pandorake" pas op Jackys bureau aan om 4 uur zodat hij haar niet meer naar de pier kon brengen want de boot naar Koh Ngai was al vertrokken. Ze zal hier dus morgenmiddag met de boot van 1 uur aankomen. Gelukkig weet ik nu al dat ze in de goede handen van Jacky is.
Toen Tavorn, de hoofdreceptioniste, ons het goede nieuws meldde kirde ze heel lief : Oh nice! Your face suddenly different! You look happy! All smiling! Hope Jacky will pack box very carefully! Me so afraid of boattrip! Hope all goes well! Ik was ontroerd door haar bezorgdheid en heel blij dat die spanning er nu af gaat zijn, dat mijn laptopke terecht is en die helletocht overleefd heeft.
Naar omstandigheden hebben we vorstelijk ge-"dineerd". We hadden nog eens geprobeerd om weer t zelfde ontbijtnoedelgerecht te bestellen en hebben vanzelfsprekend weer iets totaal anders gekregen. Noedels met tofu en groentjes in citroensap. OK, dat klinkt misschien wat bangelijk maar dat valt best mee. Ofwel zijn onze smaakpappillen zich stillekesaan aan t harden. Dat zou ook kunnen. Trouwens aan vreemde combinaties geraakt een mens ook wel gewoon, het helpt al veel als ge er de humor van inziet, dan begint het alvast beter te smaken. Qua vertering helpt het niet veel, maar op gebied van smaak dan toch al.
Ik bestelde een colaatje en toen vroeg de kelner heel voorkomend : Teekoedááá?
Nu had hij me toch weer liggen. Ik ben er al heel goed in om voor Paul een grote pint te bestellen Wa láááá bi, no móóóó bi! ("I want a large beer, not a small beer"). Thais-Engels is zo moeilijk niet, eens ge door hebt dat ge alle laatste lettergrepen over boord moet gooien en alles lieflijk zingend moet uitspreken. Maar dit vond ik toch weer een moeilijke en daar heb ik toch wel enkele minuten over gedaan eer ik mee was.
t Bleek anders heel simpel, als steeds. Teekoedááá? is gewoon : Take with ice?
Natuurlijk wil ik ijs in mijn cola schat, ik heb hem hier toch nog nooit anders gedronken? En ooit word ik dapper genoeg om ook te proberen een schijfke citroen te bestellen Maar voor die onderneming voelen mijn zenuwen zich nog niet sterk genoeg.
Naar onze hut gewandeld in een koor van kikkers. Er zitten nu ook al enkele baritons en bassen bij. De Fransmannekes in t puitenkwartier zullen weer goed slapen vannacht Lees verder : 18. "De offergaven voor 'God Stofnest'" Klik hier.
Het zestiende deel van mijn reisverhaal. Maandag, 20 november 2006.
Vazen met vissen en pluimen in de zee...
Er waren vanmorgen zo weinig gasten in t hotel dat ze t weer niet de moeite gevonden hadden om een ontbijtbuffet te zetten. Dus werden we aan tafel bediend door een meisje dat haar naam op haar badge had staan met daaronder haar functie : Horstress. Dáárom dat wij hier stress krijgen van dat eten, 't is paardeneten!
Iedereen vertrekt, zelfs een deel van t personeel stapte op de ochtendboot naar t vasteland. Ziet er iemand een tsunamike aankomen dat wij niet opmerken ofzo?...
We bleven achter met amper 4 koppels en een baby Lekker rustig.
In t zwembad zaten we te praten met een jong koppeltje uit Parijs dat zijn eerste low-budget-reis in Azië maakt. Zij logeren dus in die goedkopere, ellendige kikkerkamers. Hun verrukkelijke en rampzalige verhalen deden ons heel erg denken aan onze eerste reizen toen wij ook met rugzakken met t openbaar vervoer moesten reizen en elke cent eerst een keer extra omdraaiden alvorens hem uit te geven. Moest ik nog zo jong zijn ik zou t direkt opnieuw doen!
Voor de middag hebben we een snorkeltje gedaan vlak voor de deur. De drop-off is hier heel mooi. Onderaan de koraalmuur groeien dikke, bruine vaaskoralen waar viskes in en uit zwemmen.
De zijkant van een vaaskoraal. Deze foto's zijn een beetje troebel en donker, maar vaaskoralen groeien nu eenmaal vrij diep.
Vaaskoraal met groene visjes.
We vonden ook een school piepekleineke visjes die zich schuilhielden in een ros waaierkoraal.
Schelpen die zich op een waaierkoraal genesteld hebben.
En soms fotografeer ik ook al eens een vis
Een hersenkoraal.
Pluimenbosjes onder water. En de witte reflectie van de zeespiegel erboven lijken wel wolken... Wat een wondere wereld toch...
Levende schijven van koraal.
Detail van de poliepen van zo'n koraalschijf.
Er zit ook weer een subliem binnenkijkje in t kleurige lichaam van een doopvontschelp bij. Mijn lievelingsobject. Ik word lyrisch van de kleuren en de vormen die ge binnenin zon schelp ontdekt! Ge kunt er maar door een klein gaatje naar binnen kijken, dat maakt het allemaal zo mysterieus. En dan alleen nog als ge geduldig genoeg wacht tot ze zich terug opent dus tot ge zelf haast gestikt zijt door daar zonder lucht aan uw rotske te hangen...
De intieme delen van de doopvontschelp...
Van zoveel moois moet een mens af en toe op adem komen... Best voor de tropische bui begint...
t Was een korte maar een wreed lastige snorkel want de cameras dampten weer aan en we lagen te sukkelen aan 100 per uur. Ongelofelijk dat dit tripje nog zoveel mooie beelden heeft opgeleverd.
Lees verder : 17. "Mondjes of poepekes?" Klik hier.