Petrus toont zijn groot hart en wil zijn medemensen tot zeven maal toe vergeving schenken. In de bijbel geeft het getal zeven een overvloed weer. Maar Jezus verwacht dat wij het zeventig maal zeven keer weer goed maken met een ander mens. Jezus bedoelt dat wij altijd barmhartig moeten zijn.
Vergeving schenken is het kenmerk van de ware christen. Een gelovige moet zelf de hand uitsteken om tot verzoening te komen.
De praktijk ziet er anders uit. En inderdaad is dat niet gemakkelijk. Als iemand een grove belediging moet slikken of sterk benadeeld wordt, dan heeft hij tijd nodig om dat te verwerken. Die tijd wordt hem gegund maar hij mag de deur niet helemaal dicht slaan. Omdat God ons vergeving schenkt, moet een gelovige altijd de deur op een kier laten staan en in het gebed kracht vragen om naar de andere toe te gaan.
De manier waarop is ook heel belangrijk. Na een preek vertelde een bedrijfsleider aan de pastoor dat in de firma een hogere betrekking open stond maar dat een jonge man hem over het hoofd was gesprongen. Hij eiste van de jonge man verontschuldiging en uitleg. Zo werkt het natuurlijk niet. Verzoening veronderstelt gelijkwaardig respect.
Zelf heb ik met mensen ernstig gebotst, o.a. met mijn prelaat. De keuze tot prelaat was spannend verlopen. Aan de toegewezen opdrachten was te zien wie er aan de kant van de prelaat stond. Bij zijn naamfeest heb ik de prelaat in naam van de novicen geluk gewenst maar er ook op gewezen dat best alle medebroeders volgens hun talenten kansen kregen. De menselijke reactie heb ik enkel jaren mogen voelen.
Voor mijn plechtige geloften is het dan tot een dieper gesprek gekomen. We waren er beiden van overtuigd dat onze houding niet christelijk was. We wilden naar elkaar toegroeien maar ik voegde er aan toe: 'Begin nu niet te overdrijven, anders geloof ik er niet meer in'.
Er is tussen ons een sterke band gegroeid en een warme vreugde vulde heel mijn hart. Dat gelukkig gevoel zet mij aan om het altijd opnieuw te proberen. Lukt verzoening dan altijd ? Nee, nee maar als het niet gaat, dan hebt ge toch de innerlijke vrede dat ge u er hebt voor ingezet.
Jezus vraagt van ons een grote vergevingsgezindheid en dat is inderdaad de beste weg naar een diep geluk.
Ook gescheiden mensen kunnen zich nog inzetten in het parochieleven. Als leken kansen en vertrouwen krijgen en daarbij begeleid worden, kunnen zij grote hulp verlenen in hun parochie.
Een voorbeeld.
Vier jonge vrouwen wilden ouders voorbereiden op het doopsel van hun kind. Uit eigen beweging gingen zij lessen volgen en zochten in andere parochies hoe men daar te werk ging. Er zou maar één keer per maand een doopsel toegediend worden.
ZIi wilden graag teksten aanbrengen voor een doopboekje maar wilden die wel met de pastoor bespreken. Daar stonden goede ideeën in, waaraan de pastoor nooit gedacht zou hebben. Er was ook een tekst, waarbij de pastoor zich niet zo gelukkig voelde. Na zijn uitleg waren zij er volledig mee akkoord dat die tekst niet opgenomen werd.
Zij zouden alle vier naar de eerste doopviering komen maar daarna omwille van hun gezinsleven maar met twee om de twee maanden. Bij de eerste keer waren zij heel enthousiast en zegden aan de pastoor dat ze altijd met vier wilden komen.
Leken, gescheiden of niet, zijn tot heel veel in staat.
Gescheiden mensen kunnen ook persoonlijk hun geloof verdiepen.
Zij kunnen zich vaker in een gebed tot God richten. Als ge op reis gaat, blijft de liefde voor uw ouders levendig en denkt gij aan hen. Op dezelfde manier kan God heel nabij worden in het leven. God is altijd nabij, alleen moeten wij daarvan meer bewust worden.
Ook een gescheiden mens kan gedurende één of meerdere dagen een bezinning volgen.
Hij kan een cursus over godgeleerdheid of over het evangelie volgen. Het evangelie kennen we natuurlijk helemaal van buiten. Maar hoever is het ook tot ons doorgedrongen ? Als ge de teksten achter elkaar leest, waarin Jezus voorrang geeft aan mensen boven een voorschrift, dan voelt ge sterk aan hoever we nog verwijderd staan van de gedachtengang van Jezus.
Een gescheiden mens kan een godsdienstig boek lezen. Als hij een boek leest over onze mystiekers Hadewijch, Beatrijs of Jan Ruusbroec, dan zal hij verdieping vinden.
Ook gescheiden mensen kunnen zich elke avond tot God wenden en zich afvragen welke kansen tot liefde zij hebben laten liggen.
Als een mens, gescheiden of niet, zo leeft dan is hij op zoek naar God en dan laat God zich vinden.
Een wederopname in de kerk veronderstelt een boetedoening.
nieuws.be.msn.com
Een wederopname in de kerk heeft geen zin als men gewoon verder leeft zoals de mensen in de wereld. Een bekering is nodig.
In de eerste eeuwen moesten de berouwvolle zondaars jarenlang vasten, zich heel vele dingen ontzeggen en bidden. Dat was een teken van hun goede wil.
Vanaf de zesde eeuw konden de monniken in de Ierse en in de Engelse kloosters hun geweten laten zuiveren door een ervaren medebroeder. Dat hoefde geen priester te zijn. De zondaars toonden hun goede bedoeling door zich te laten begeleiden door zulk een medebroeder en zij werden door hem ook onderwezen. Als de monniken naar Europa kwamen en vele streken doorkruisten, viel deze begeleiding weg.
In onze tijd bestaan er vele mogelijkheden om tot een dieper geloofsleven te komen. Men kan zich op geestelijk gebied persoonlijk verder ontwikkelen, zich inzetten voor de kerkgemeenschap en voor de derde wereld.
De onverbreekbaarheid van het christelijk huwelijk
stress-symptonen.nl
Als verloofden in de katholieke kerk elkaar voor altijd hun ja-woord hebben gegeven, dan blijven zij onverbrekeleijk met elkaar verbonden tot een van hen sterft.
Toch hebben kerkelijke rechtbanken in afzonderlijke gevallen geoordeeld dat dat huwelijk ongeldig was. De redenen worden heel ernstig onderzocht. Na zulk een uitspraak kunnen beiden opnieuw voor de kerk in het huwelijk treden. Meer en meer worden huwelijken ongeldig verklaard om psychologische redenen.
Ook paus Franciscus zoekt verdere oplossingen in deze richting. Daarbij heeft hij de bedoeling niet lichtzinnig maar eerlijker over mensen te laten oordelen.
Kerkelijke vergeving en boete in de loop der tijden
multiadvice.nl
In 203 schrijft de priester Terulianus in Cartago een verhandeling over de boete.
Als een christen een moord heeft begaan of onder de druk van vervolgingen van het geloof afvallig is geworden of echtbreuk heeft gepleegd, dan kan hij nog éénmaal opnieuw met de kerk verzoend worden.
De mens moet dan in een volle kathedraal zijn zonde aan de bisschop bekennen. De bisschop sluit hem uit van de eredienst en verplicht hem tot een lange periode van boete. Hij moet dan vasten, zich van vele dingen ontzeggen en bidden. Daarna neemt de bisschop hem terug in de kerkgemeenschap op.
Vanaf 580 komen Ierse en Britse monniken naar Europa. Zij leren dat gelovigen na een zware zonde altijd vergeving kunnen bekomen. Zij hebben tarieven voor iedere zonde.
In 589 gaan Spaanse bisschoppen vreselijk te keer tegen deze nieuwigheid.
In 650 verklaren 45 bisschoppen in Chalson-sur- Saône ( Frankrijk) dat deze nieuwe vorm van verzoening nuttig is voor alle mensen. De bisschoppen hebben deze manier van vergiffenis vlug aanvaard. Tot in onze tijd is dat de normale vorm van biechten.
De geschiedenis van de kerk leert ons dat gelovigen in de eerste eeuwen na een echtbreuk opnieuw in de kerk werden opgenomen en dat een ontwikkeling in de verzoening met God en met de kerkgemeenschap mogelijk is.
De katholieke kerk biedt trouwlustigen een verloofdencursus aan op 2 of 3 avonden, op een zondag of op een weekeinde. Tegenwoordig legt men vooral de nadruk op relatievorming. Dan kunnen verschillende vragen aan bod komen: Wat betekent liefde voor u ? Waarom zou men zich aan elkaar binden ? Hoe verschillen van elkaar aanvaarden ? Hoe kan men leren vergeving schenken ? Hoe kan men de vriendschap verder tot ontwikkeling brengen ?
Dat is allemaal heel mooi maar het is maar de vraag of het kan voorkomen dat vele echtparen uit elkaar gaan. Overigens zijn de verloofden niet verplicht deze cursus te volgen.
Soms zoeken mensen een andere oplossing.
Na de tweede wereldoorlog waren Britse soldaten in ons land gelegerd. Zij zochten toenadering tot de meisjes. Na hun diensttijd keerden zij naar Engeland terug en was de vriendschap uit. Soldaat John en Ilse wilden trouwen. De pastoor antwoordde: 'Kom volgend jaar maar eens terug.' Daarmee zou Rome zeker niet akkoord gaan. Maar de pastoor was verstandiger dan Rome en John en Ilse zijn een gelukkige familie geworden.
Wilfried en Magda wilden voor de kerk trouwen. In die tijd ging een derde van de gehuwden uit elkaar binnen de twaalf maanden. Zij vertelden de pastoor dat ze eigenlijk al voor drie jaar wilden trouwen maar dat ze toen zo'n grote schrik hadden. De pastoor heeft hen gerust gesteld: 'Drie jaar geleden had ge reeds het plan opgevat om te trouwen. Jezus kijkt naar uw bedoeling en heeft zeker begrip voor u. Bovendien wens ik u geluk omdat uw wens nu in vervulling gaat.'
Jaren geleden was het kermis in het dorp. Na het dansen zijn Bert en Margriet niet naar huis gegaan. Margiet was zwanger. In die tijd was de sociale druk heel hoog: het kind moest een vader hebben. Zij huwden. Bert had een geliefde in de stad en kwam niet naar huis. De zoon heeft zijn vader bijna nooit gezien. De tijden zijn veranderd. Die sociale druk is weggevallen maar Margriet en zoon lijden nog altijd onder deze last.
Angele was een levenslustig, heel modern meisje. Haar vader was een oerconservatieve man. Elke dag was het daar hevige ruzie. Angele wilde weg van huis. Haar oplossing was: zwanger worden en trouwen. Jammer genoeg is dat geen goede basis voor een degelijk huwelijk.
Liesbeth studeerde aan de universiteit. Zij had een grote belangstelling voor alles, alleen niet voor jongens, tot zij Jean tegenkwam. Jean was al voor de kerk getrouwd. Na een maand was zijn vrouw voor altijd verdwenen. Het is duidelijk: voor het huwelijk moet er al een grote tekortkoming geweest zijn. anders gaat men niet na één maand weg.
Ludo was gescheiden. Met zijn nieuwe vriendin heeft het ook niet lang geduurd. De derde keer had hij geluk. Anna had hetzelfde meegemaakt. Nu werd het voor beiden de grote, langdurige liefde. Is dat nu alleen maar een kwestie van geluk ? Ludo is niet de perfeckte man en ook Anna is niet zonder gebreken. Waarom gaat het nu wel goed ? Uit hun ervaringen hebben zij een grote waarheid ontdekt: het geluk valt niemand zomaar in de schoot. Een mens moet daaraan werken, ieder dag opnieuw.
Moeten we deze huwelijken door dik en dun als christelijk huwelijk verdedigen ?
Nu kwam Jezus in Kafarnaum, een stad in Galilea. Daar gaf hij op de sabbat onderricht.
Zij waren geestdriftig over zijn onderwijs, want zijn woorden hadden gezag.
In de synagoge was iemand die in de macht was van een onreine, demonische geest. Luidkeels krijste hij :
' Hé, wat wilt u van ons, Jezus van Nazareth ? Bent u gekomen om ons te vernietigen ? Ik weet wel wie u bent : de heilige van God.'
Jezus strafte hem af : 'Houd uw mond en ga uit hem weg.' De demon slingerde hem midden in de kring en ging uit hem weg zonder hem enig letsel toe te brengen.
Allen werden door ontzetting bevangen en ze zeiden tegen elkaar : ' Wat zegt hij daar ? Met krachtdadig gezag geeft hij bevelen aan de onreine geesten en ze gaan weg.'
En zijn roep verspreidde zich overal in de streek.
In Antiochië beweerden gelovigen uit Judea dat ook de heidenen zich moesten laten besnijden en de Joodse voorschriften moesten onderhouden. Er onstond een heftige discussie met Paulus en Barnabas. Omdat zij er niet uitgeraakten gingen zij naar Jeruzalem.
Daar hielden de apostelen en de oudsten een bijeenkomst. De discussie was even hevig. Petrus nam het woord en vertelde dat de heiden Cornelius hem had uitgenodigd en dat daar de Heilige Geest neerdaalde over allen. God maakte duidelijk geen onderscheid tussen Joden en heidenen. Hij wilde aan de heidenen het juk van het Jodendom niet opleggen omdat zij even goed als de Joden gered worden door de genade van Jezus.
Jacobus vindt het maar niets dat de gelovigen uit de heidenen aan geen enkel voorschrift meer onderworpen zijn en er zo maar op los zouden mogen leven. Hij kent zijn bijbel goed en doet beroep op het gezag van Mozes. Hij haalt voorschriften van Mozes aan voor de heidenen : zij mogen niet deelnemen aan een afgodendienst, mogen geen gemeenschap hebben met verwanten, mogen geen verstikt vlees eten en geen bloed tot zich nemen.
Het bloed is in de bijbel een beeld van het leven en het leven komt aan God toe. Ondertussen blijven wij genoeg overtuigd van de waarde van het leven zonder afstand te doen van een lekkere bloedworst.
Het Joodse voorschrift van de besnijdenis had voor Petrus geen zin meer en moest aan de heidenen niet opgelegd worden.
Volgens de traditionele inzichten heeft Mozes (1200 v. Chr.) de tien geboden geschreven. Moderne inzichten denken aan Hizkia of Josia (700 tot 500 v. Chr.).
Hammurabbi historydropoff
Hammurabbi was koning van Mesopotamië van 1792 tot 1750 v. Chr. Zijn wetteksten komen sterk overeen met de wetten uit het Oude Midden-Oosten. Ook enkele wetten van Mozes lijken erg op de wetteksten van Hammurabbi.
De ingang van een school lag in een stille straat. Alleen de leerkrachten reden met de auto naar de parkeerplaats.
Het fietspad kwam uit tegenover de schoolingang. Volgens het schoolreglement moesten de leerlingen te voet de straat oversteken. Op een morgen had Herman toezicht bij de ingang. Op het laatste moment kwam Frans aangefietst. Hij zag dat Herman een oogje toedrukte, fietste de straat over en kon net op tijd zijn fiets opbergen. De directeur stond achter Herman en zei: ' Het is de bedoeling dat de leerlingen aan de overkant van de straat afstappen en te voet de rijbaan oversteken'. Karel was germanist en wist goed dat te voet de straat oversteken niet de bedoeling was maar het voorschrift. Hij gebruikte die uitdrukking om zijn terechtwijzing niet te hard te laten aankomen. Herman had goed uitgekeken naar links en naar rechts en op dat ogenblik was er geen auto meer te bespeuren. Wanneer hij naar de klas ging, tintelden er binnenpretjes in zijn ogen. Want de echte bedoeling dat er geen ongelukken zouden gebeuren had het gehaald op een voorschrift dat op dat moment maar weinig zin meer had.
Natuurlijk mocht er op de speelplaats niet gefietst worden. Op woensdagnamiddag reed een leraar met vijftig leerlingen per autobus naar het zwembad. Na een uur zwemmen keerden zij terug naar school. Daar fietsten zij snel over de speelplaats naar huis. Het was niet nodig hen met het schoolreglement om de oren te slaan. Zij hadden honger en wilden zo vlug mogelijk naar huis. Geen enkele leerling dacht er aan om de onnozelaar uit te hangen en een ongeval te veroorzaken.
Ook de Farizeeën en enkele van de schriftgeleerden, die uit Jeruzalem waren gekomen, hielden zich in zijn nabijheid op. En toen ze zagen dat sommige leerlingen brood aten met onreine handen, dat wil zeggen met ongewassen handen, ( de Farizeeën en andere Joden eten namelijk pas als ze hun handen gewassen hebben, omdat ze zich aan de tradities van hun voorouders houden, en als ze van de markt komen, eten ze pas als ze zich helemaal gewassen hebben en er zijn nog allerlei andere tradities, waaraan ze zich houden zoals het schoonspoelen van bekers en kruiken en ketels) toen vroegen de Farizeeën en schriftgeleerden hem :' Waarom houden uw leerlingen zich niet aan de tradities van onze voorouders en eten ze hun brood met onreine handen ?' Maar hij antwoordde :' Wat is de profetie van Jesaja toch toepasselijk op huichelaars zoals u ! Er staat immers geschreven : Dit volk eert mij met de lippen maar hun hart is ver van mij: tevergeefs vereren ze mij, want ze onderwijzen hun eigen leer, voorschriften van mensen.
De geboden van God geeft u op maar aan de tradities van mensen houdt u vast. En hij vervolgde :' Mooi is dat, hoe u Gods geboden ongeldig maakt om uw eigen tradities overeind te houden ! Heeft Mozes niet gezegd : 'Toon eerbied voor uw vader en uw moeder' en ' Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet ter dood gebracht worden' ? Maar u leert dat iemand tegen zijn vader of moeder mag zeggen :' Alles wat van mij is en voor u van nut had kunnen zijn, is korban (wat offergave betekent) waarmee u hem niet toestaat nog iets voor zijn vader of moeder te doen en zo ontkracht u het woord van God door de tradities, die u doorgeeft en zo doet u nog veel meer van dit soort dingen.
In Israël en in de naburige volkeren leefden er 'zieners'. Zij werden door de koning geraadpleegd, bijvoorbeeld of het goed was om een oorlog te beginnen of niet.
Na de scheuring van het koninkrijk treft men in het noordenrijk vele beroepsprofeten aan. Zij waren ambtenaren, werden door de koning betaald en spraken hem naar de mond.
Ezekiël visioen grt.pjg
Echte profeten gingen ook ongevraagd naar de koning. Zij waren er zich van bewust dat God hen gezonden had. Zij hadden de opdracht de koning op zijn plichten te wijzen. Volgde de koning de richtlijnen op, dan zou hij de gunst van God ondervinden.
Jeremia Wikipedia
Later heeft het volk door toedoen van de koningen zich van de ware God afgekeerd. Dan richten de profeten zich niet alleen tot de koning maar ook tot het volk.
Het hoogtepunt van de profeten was toen voorbij : zij gingen meer en meer gissingen over de toekomst uitspreken. Van daar is de volkse opvatting ontstaan dat de profeten vooral de toekomst voorspellen. God zou hen ingeven wat er gaat gebeuren.
Voor een diaken in de katholieke kerk priester wordt gewijd, moet hij de rubrieken instuderen hoe hij de eucharistie moet vieren. Bij de offerande is er voorgeschreven dat hij water bij de wijn moet voegen, anders begaat hij een doodzonde. Van dat beetje water hangt dus heel zijn eeuwig geluk af. Dat is nogal kras.
G.A.Jungmann geeft in zijn boek Missarum Solemnia II uitleg. Al in de tweede eeuw werd het toevoegen van water uitdrukkelijk voorgeschreven. Cyprianus geeft daaraan een symbolische verklaring: als het water met de wijn is vermengd, zijn ze niet meer te scheiden. Zo sterk zijn ook de gelovigen met Christus verbonden. In de middeleeuwen beweren theologen dat zo ook de kerkgemeenschap tot stand komt. Dat is er voor Maarten Luther net juist te veel aan : de verlossing door God hangt niet af van een menselijke handeling. Het concilie van Trente verdedigt natuurlijk het oude gebruik. Indien een priester in de eucharistie geen water bij de wijn doet, kiest hij voor Maarten Luther en gaan alle gelovigen, die aan zijn zorgen zijn toevertrouwd, mee over naar het Protestantisme. Het concilie vond deze keuze belangrijk genoeg om ze tot doodzonde te verklaren.
Zo'n keuze heeft inderdaad langdurige gevolgen. Meer dan 400 jaar later vertelde de katholieke pastoor van Kirchain in Duitsland dat er geen enkele oorspronkelijke inwoner van zijn parochie katholiek was. Al zijn parochianen waren inwijkelingen.
Ondertussen is de situatie grondig veranderd en is er dank zij het oecumenisme al veel water bij de wijn gedaan. Zo zie je maar dat kerkelijk voorschriften, ook al hebben ze dezelfde betekenis niet meer, toch een taai bestaan blijven leiden.
Andere volkeren meenden dat Jahwe slechts een berggod was en buiten de Sinaï geen macht had. De raadslieden van de koning van Aram zegden tegen hem: 'De Israëlieten hebben ons verslagen omdat hun God een berggod is. Maar als we in de vlakte tegen hen strijden, zullen we hen zeker verslaan' (1 Kon.20,23)
In de oudheid geloofden de mensen in veel goden en godinnen. Elke god had een eigen gebied, waarover hij de opperheerschappij bezat.
Waar halen Mozes of de gewijde schrijvers de opvatting vandaan dat er maar één God bestaat ? Door de ervaringen in Egypte, in de woestijn, in het beloofde land en in heel hun geschiedenis komen zij tot de overtuiging dat Jahwe niet alleen de God van de Sinaï is maar dat hij hen overal bijstaat.
De sociale wetten van de tien geboden schrijven voor hoe mensen met elkaar moeten omgaan. Een gelijkaardige gedachtengang is terug te vinden in de Code van Hammurabi, koning van Oud-Babylonië van 1795 tot 1750 voor Christus. Maar dat de Joden maar één God mogen vereren is enig in de toenmalige wereld en dat in een periode waarin de Grieken met al hun wijsheid en hun cultuur nog vele goden en godinnen hadden.
In bepaalde periodes schijnt er in de wereld eenzelfde sfeer op te duiken.
Iedereen was er vast van overtuigd dat de zon rond de aarde draaide. Zonder dat er daartoe een noodzaak bestond, zochten en vonden zowel Galilei als Kepler dat de aarde rond de zon draaide en niet omgekeerd. De vraag naar meer boeken was duidelijk de aanleiding tot het uitvinden van de boekdrukkunst op verschillende plaatsen in Europa. Ook dat was een teken van die tijdsgeest.
Zo hing er tijdens de beginjaren '60 binnen de katholieke kerk ook 'iets' in de lucht. Maar in Rome waren ze allen snipverkouden en konden ze de geur van de nieuwe wind niet opsnuiven. Al eeuwenlang hadden priesters aan de gelovigen de communie uitgedeeld op de tong. Opeens begonnen moderne onderpastoors en vooruitstrevende paters de communie uit te delen op de hand. Dat was niet eens oogluikend toegestaan. Het duurde een hele tijd voordat de verkoudheid in Rome genezen was maar uiteindelijk kwam de toelating er toch.
In plaats van te preken kon een onderpastoor de bisschoppelijke brief voorlezen: voortaan mocht iedereen de communie op de hand ontvangen. Om die voorkeur duidelijk te maken konden de gelovigen de ene hand in de andere leggen met de handpalm naar boven. In de hoogmis bleken vele mensen deze verandering op prijs te stellen. Ook Jan, een jongen van twaalf jaar, stak zijn handen uit. De onderpastoor wachtte even, schudde het hoofd en zei: 'Jan, steek toch uw tong maar uit'. Na de viering spoedde de onderpastoor zich naar Jan. ' Jan, hebt ge goed begrepen wat ik heb voorgelezen ?' - 'Ja, we mogen de communie op de hand krijgen.' - ' Is dat niet raar ? Ik lees de toelating voor en toch vraag ik om uw tong uit te steken'. Jan stak zijn hand naar voor, keek de onderpastoor aan en zei: 'Ge hadt wel gelijk. Een hand, zo volgekribbeld met een balpen, is toch maar vies, hé'.