Als een mens zo eens op straat loopt en hij komt toevallig iemand tegen, dan moet ge toch weten waarover te praten hé. Meestal begint het met de vraag “en hoe is ’t nog met u”, om dan meestal te eindigen over het weer.
Ja, dat zijn de grote klassiekers in de straatgesprekken als er geen verkiezingen zijn.
De laatste tijd kunnen we potverdekke elke dag over het weer klappen. Och…er is wel altijd kritiek te geven hoor! Vandaag is het te warm en morgen te koud. De aarde warmt op en daar gaan we de fout rap bij een ander leggen om zeker niet in een slecht daglicht te komen, want je weet maar nooit dat je tegen een groene aan het klappen bent. We hebben de zomer bijna kunnen rekken tot in december en ook nu is het weer te zacht voor de tijd van het jaar
Voeger zaten de mensen te klagen over hun stookkosten en dat hun lippen aan het slot van de wagen gevroren waren tijdens een poging om alles te ontdooien. Ja, dat waren nog eens winters. Waar is de tijd dat het varken van mijn grootouders dood gevroren was?Ja ja, vroeger hielden de mensen op den buiten een varken om vet te mesten, maar dat jaar was het al ingevroren voor ze het konden slachten. Ze gaven hun varken elk jaar een naam en toevallig heette het toen “Markies" om toch iets van adel in huis te hebben zeker? Maar tijdens die fameuse winter had het niet alleen blauw bloed zoals de adel het wil, maar zagen ook de varkenspoten en zijn krulstaartje blauw. Daar zal nu geen gevaar voor zijn!
Naar het schijnt zijn de seizoenen aan het opschuiven en begint de wereld vierkant te draaien.
Allé, neem nu de laatste stormen ergens in dec waar je die normaal in oktober /nov verwacht! Op zee een 12 beaufort gemeten, wat gelijkstaat met orkaankracht en in het binnenland kwamen we ook aan 9 beaufort. Ja, de storm raasde aan zee en over onze kleine dorpen! De hanen op de kerktorens konden niet rap genoeg hun gat draaien om te zien vanwaar de wind nu juist kwam. Ja, naar het schijnt zou het één van de zwaardere stormen geweest zijn die onze contreien te verduren kregen hoewel het al bij al nog meeviel. En als de storm dan gaat liggen, dan komt de mens terug naar buiten. Eerst om de schade op te nemen om daarna het gesprek over het weer terug aan te gaan met één of andere passant. Ondertussen staan onze monumenten al eeuwen de weergoden te trotseren en is het klappertanden van de dakpannen op één of ander huis of schuur de normaalste zaak. Het is soms eigenaardig hoe oude constructies stand houden tijdens zware stormen, daar waar de nieuwe al vlug een paar pluimen verliezen.
Ja, waar is den tijd van vroeger hé. Ik zit nu wel te praten over die storm omdat het winterweer uitblijft, maar met dubbel glas en een perfecte isolatie is daar niet veel meer van te merken.
Vroeger moest het zelfs niet stormen! Nee, dan lag ik in mijn bed dood van schrik te luisteren hoe de wind zijn deuntjes floot tussen de kieren van deur of raam. En in de gang voelde je zelfs hoe de koelte op je schouders viel en hoe de wind door je haren blies door de dakpannen van de zolder. Ik herinner me zelfs nog een jaar dat er op onze zolder een laagje sneeuw lag, omdat de stofsneeuw gewoon onder de dakpannen werd geblazen. Het is pas daarna dat mijn ouders het dak langs de binnenkant toegestoken hebben met platen.
’s Morgens waren er op mijn kamerraam mooie ijstekeningen te zien en onderaan schreef ik dan mijn naam alsof ikzelf de kunstenaar was. Buiten kraakte het gras onder je voeten en in een zinken emmer stond een grote klomp ijs. Water drinken van de pomp was in de winter onmogelijk want alles was bevroren.
Och…de weergoden met hun zachte winter geven mij de kans om eens terug te blikken naar vroeger en dat is een enorme waarde. Of het weer door de jaren veranderd is of dat het plots unieke weersverschijningen zijn zou ik niet durven zeggen.
Als ik vroeger mijn grootvader hoorde praten, werd er niet gezegd dat het weer aan het veranderen was en was het dan eens een jaar van extremen, dan moest de mens er maar tegen kunnen. In de zomer stonden de boeren ook onder de brandende zon te oogsten. De jonge gasten kwamen helpen in hun bloot vel, om ’s avonds met een rode rug aan tafel in een dikke boterham te bijten. Maar de echte boeren hielden hun hemd aan en na een paar sikkelslagen veegden ze hun zweet aan de mouw van hetzelfde hemd. Ik kan het mij nog zo goed voorstellen want één van mijn speelmaatjes was een boerendochter!
In de winter deed ma een paar extra scheppen kolen op de stoof en af en toe staken we de voeten tegen de stoof tot onze kousen begonnen te dampen. Ze lieten thuis de stoof uitbranden en we kropen ingeduffeld of met een warme waterkruik in het bed. En ondertussen gierde de wind tussen de spleten en maakte kunstenaar winter zijn ijstekeningen. Ja, waar is de tijd?
Vandaag waait het wel af en toe maar de ijstekeningen blijven achterwege. ’t Is zelfs warm voor de tijd van het jaar. Ja, het is al een paar jaar op rij dat we een weersverandering zien, maar of daarom alles gaat veranderen?
De geleerden praten over het weer in termen die we niet altijd verstaan en als we dan al eens iets verstaanbaars opgevangen hebben, dan is het om schrik van te krijgen. Ja, de vraag is wat we nu juist willen hé?
De mensen willen een warme zomer en trekken zelfs naar de heetste landen op vakantie. Anderen kunnen dan weer niet tegen de warmte en zitten een ganse zomer onder de parasol. Sommigen willen een echte winter, met een witte kerst en bevroren meren waar ze de schaatsen kunnen onderbinden. En anderen houden niet van de kou en willen de stookkosten beperken en kijken telkens uit naar een zachte winter.
En zo zitten we weer met het probleem dat we telkens ontmoeten bij de mens. Goed doen voor iedereen is onmogelijk en daarom zullen de weergoden zelf af en toe aanpassingen doen zeker?
Och…het weer is altijd een wreed spel geweest in de volksmond, gewoon omdat iedereen het anders aanvoelt.
Ik zou zeggen, laat de zon schijnen voor iedereen en het mag af en toe ook eens waaien of winteren.
|