BABY-SITTER: Jongeling die zich moet gedragen als een volwassene opdat de volwassenen zouden kunnen uitgaan en zich gedragen als jongelingen.
BANKIER: Persoon die je een lening wil toestaan als je kan bewijzen dat je er geen nodig hebt.
SCOUT: Een kind dat gekleed is als een idioot en geleid wordt door een idioot die gekleed is als een kind.
KAPITALIST: Persoon die vanuit zijn kantoor met airco in een wagen met airco naar zijn club met airco rijdt om daar in de sauna te gaan.
ECONOMIST: Expert die morgen zal weten waarom vandaag niet uitgekomen is wat hij gisteren voorspeld heeft.
GYNECOLOOG: Persoon die op een plaats werkt waar anderen zich amuseren.
INTELLECTUEEL :Persoon die gedurende twee uur aan iets anders kan denken dan aan sex.
HOOFDPIJN: Het door de vrouw meest gebruikte voorbehoedsmiddel.
HUWELIJK: Verbond dat twee personen toelaat problemen op te lossen die ze niet zouden gehad hebben als ze vrijgezel gebleven waren.
ORTHODONTIST :Tovenaar die een deel van wat hij uit je zakken haalt in je mond steekt.
PESSIMIST: Optimist met ervaring.
PROGRAMMEUR: Onbegrepen persoon die op een onbegrijpelijke manier een onbegrijpelijk probleem oplost, dat enkel door een programmeur gecreëerd kon worden.
PSYCHOLOOG :Iemand die andere mensen bekijkt als er een mooie vrouw binnen komt.
SARDIENTJE :Visje zonder kop dat in olie leeft.
GEHEIM : Informatie die men slechts aan een persoon per keer doorgeeft.
SNOBISME: Zaken kopen die men niet graag ziet met geld dat men niet heeft om indruk te maken op mensen die men niet mag.
SYNONIEM :Woord dat men gebruikt in de plaats van een ander waarvan men de schrijfwijze niet kent.
GROEPSWERK :Mogelijkheid om fouten op de rug van een ander te schuiven.
VEDETTE: Persoon die zijn hele leven hard werkt om bekend te geraken en dan een donkere bril opzet om niet herkend te worden.
|