Om bij tijd, eens terug te genieten van de plaatsen waar je ooit geweest bent! De wereld in een muisklik http://www.alovelyworld.com/index2.html
OP REIS MET DE BLAUWE VOGEL - Cruise op deNijl -
1.Lezers die het hele REISVERSLAG WENSEN TE LEZEN.... weet dat dit in omgekeerde orde staat.
Het begint met de terugreis 15.09.06 (zie blog vanaf 3december 06) en eindigt met het vertrek op 01.09.06 ( zie blog vanaf 3 oktober 06)
2.Verder wordt deze blog aangevuld met EGYPTE NU:actuele feiten en vondsten...
01-06-2006
votiefbeeldjes van koninginnen
De wereld ontstond volgens de Egyptenaren toen Atoem oprees uit het Oerwater.
Nadat hij het godenpaar Sjoe en Tefnoet voortbracht kwam er diversiteit in de wereld. Daarom was het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk voor de Egyptenaren fundamenteel.
Godinnen worden net zo belangrijk als goden. Het rechterbeeldje is de godin Moet, echtgenote van Amon, Koning-der-Goden. Haar symbolen zijn de gier en de dubbele kroon van Egypte.
De godin links is Neith, die de kroon van Neder-Egypte draagt. Zij was de strijdbare godin, vergelijkbaar met de Griekse Athene.
De godin in het midden is de kattengodin Bastet. Die draagt de attributen van muziek, zang en dans, waar zij de beschermvrouw van is.
De vierde figuur, met leeuwinnenkop, is Wadjet, dochter van zonnegod Re. Zij staat tegen een obelisk en symboliseert de zonnestralen, die vijanden vernietigt en plagen kan verspreiden. De holle obelisk stelt niet alleen zonnestralen voor, maar vormt ook een sarcofaagje voor een ichneumon (exotisch diertje).
Heel lang geleden vereerden mensen meerdere godinnen en goden. De priesteressen waren een medium tussen de mensen en de goden/godinnen. Buikdansen was een tempeldans. De priesteressen dansten zichzelf in trance en openden zichzelf als communicatie kanaal. De mensen konden verzoeken doen aan de godin van de vruchtbaarheid of haar bedanken.
In die tijd was het geloof in de reïncarnatie heel sterk. Dat hield in dat het bij het bedrijven van geslachtgemeenschap zich een kanaal opende bij de vrouw waardoor zij een kind vanuit de hemel kon reïncarneren. Door het nabootsen van de bewegingen van de geslachtsdaad en door zich in de trance te dansen, geloofden de priesteressen dat ze op deze manier zwanger konden worden.
In het buikdansen zien we bewegingen die te maken hebben met bevallen. Vrouwen hielpen elkaar tijdens de bevalling door in een kring om de barende vrouw heen te staan en de bewegingen mee te maken. Op deze manier ontstond een gezamenlijke dans. Dit zou de basis-oorsprong zijn van het buikdansen. Pas later heeft buikdansen een ruime culturele en kunstzinnige context gekregen. Het buikdansen kan echter niet als geheel begrepen wordenzonder de basis oorsprong van deze dans te begrijpen.
Wat we weten van het Oude Egypte is van tekeningen in graven of graftomben.
Door de hiërogliefen die bij de afbeeldingen staan kan met zekerheid worden gezegd wanneer het om dansers gaat. Een rietpluim, een been en een pion vormen samen de betekenis danser.
Er zijn dansvoorstellingen te zien, maar niemand kan met zekerheid weten hoe deze mensen hebben bewogen, aangezien er nog geen video was.
De dans in de Egyptische oudheid was verweven met de begrafeniscultuur. De dood was het symbool van levenskracht en de dans symboliseerde nieuw leven. Na de dood ging de overledene naar het dodenrijk, wat een betere wereld was met volop overvloed en geluk.
Dans gaf uitdrukking aan de cyclus van het leven: de seizoenen met groei, bloei en het afsterven van de natuur; van geboorte naar dood. Herhalingen gaven de cyclus weer, zoals een hartklop en ademhaling.
In de grafkelders werden veel mensen afgebeeld met een opgeheven hand op borsthoogte. Het kan betekenen: een groet aan de zon; aan het goddelijke; een groet van bezoekers van de onderwereld (het buitenland was ook de onderwereld); een groet aan het leven.
In 1938 heeft Brunner-Traut een publicatie geschreven over dans in het oude Egypte. Zij observeerde de muurschilderingen in de graven van het Midden- en Nieuwe Koninkrijk en ontdekte dat er dansers waren geweest onder de naam 'Muu' (uitspraak waarschijnlijk 'Moeoe'). De Muu droegen kronen van riet en stelden gestorven koningen voor. Hun dans was een onderdeel van de begrafenis volgens de riten van Osiris, de heerser over het dodenrijk en de Egyptische dodenrechter.
Dansen was ook het alledaagse vermaak van de Egyptenaren Zodra iemand begon met dansen, volgde de rest. Er zijn dan ook nauwelijks afbeeldingen te zien van een enkele danser. Er zijn tekeningen te vinden van mensen in acrobatische houdingen, als de radslag, salto-mortale's, het springen in elkaars armen en een brug achterover. Er wordt dan ook gesproken van gymnastische dansen die grote lenigheid en langdurige training vereisen.
Wat niet te zien is zijn nabootsingen van dieren of paardansen waarbij de man de vrouw leidt. Wanneer er afbeeldingen zijn van paren, dan verwijst dat naar een groep meisjes die twee aan twee dansen terwijl ze elkaars handen vasthouden.
Bij groepsdansen had iedere deelnemer een eigen patroon van figuren. Wat opvalt is dat mannen en vrouwen nooit samen in een afbeelding te vinden zijn en dat vrouwen het meest worden afgebeeld.
In het Oude Rijk werden voor het eerst sportieve elementen zoals springen en stampen toegevoegd aan de afbeeldingen.
In het Nieuwe Rijk werd de dans gekenmerkt door meer levendige, vloeiende en bevallige bewegingen. Er verschenen ook nationale dansen van de buurvolken uit Nubië, Libië en Syrië. Uit de Late Tijd laten de afbeeldingen voorstellingen zien die te maken hebben met publieke feesten of godsdienstige riten.
"Er zijn verschillende scènes bewaard gebleven die tonen hoe vrouwen in hun handen klappen om de dansers in de maat te houden.
Danseressen droegen gewoonlijk een kort rokje, open van voren of met franje afgezet, en bij andere gelegenheden losvallende tunieken (doorzichtig tijdens het Nieuwe Rijk) met schouderbandjes of zij hulden zich simpelweg in lange sjaals. Soms dansten zij naakt, afgezien van een smalle band om de buik.
Uit de gespierde dijen van sommige danseressen heeft men afgeleid dat zij beroeps waren. Zulke meisjes worden inderdaad in documenten vermeld onder de naam chebeijet, in het bijzonder in de harems van koningen. Men beschrijft hen als 'weldoorvoed en vriendelijk' hetgeen een heleboel meer geïmpliceerd kan hebben.
Dansen vond plaats op de tonen van muziek en zang, met name zang met muzikale begeleiding. Specialisten beweren dat instrumentale muziek als zodanig niet voorkwam in Egypte en dat onbegeleid zingen zeldzaam was.
Tijdens het Oude Rijk werd de begeleiding verzorgd door een enkel instrument, zelden door meer dan een. Tijdens het Nieuwe Rijk begeleidde de zanger of zangeres zichzelf -we zien vaak zingende harpspelers- of werd hij of zij begeleid door een groot of klein gemengd ensemble. Later nam het aantal instrumenten geleidelijk weer af".
Binnen de Egyptische mythologie stond muziek hoog in het vaandel.
Dat blijkt uit het feit dat er in het Oude Egypte twee muziek- goden waren: Bes en Hathor.
Bes was een mannelijke dwerg die behalve voor de muziek ook opkwam voor de vreugde en voor de vrouwen en kinderen. Hij was vooral in de Late Tijd populair.
Hathor was een vrouw in de vorm van een koe, die vooral in het Nieuwe Rijk (enkele eeuwen voor de Late Tijd) populair was. Ook zij was behalve godin van de muziek de godin van de vreugde.
Bastet werd omschreven als de Meesteres van het Sistrum. In veel van de beelden die van haar zijn gemaakt, heeft zij dan ook een sistrum in haar hand. De castagnetten, een soort slaginstrument, waren opgedragen aan de godin Hathor.
De derde instrumentengroep binnen de Oud-Egyptische muziek was de groep van de snaarinstrumenten.
Sinds het Oude Rijk werden bogen gebruikt om harpen van te maken. Zulke harpen hadden acht tot twaalf snaren die waren gemaakt van darmen van dieren. Zowel mannen als vrouwen konden de harp bespelen. In het Nieuwe Rijk werd er met de grootte en het aantal snaren meer en meer geëxperimenteerd.
De Egyptenaren waren wellicht de eersten die de luit gebruikten. Het bestond uit een kleine klankkast met zes of acht gaten. De luit had twee tot vier snaren. De nek van de luit had veel weg van die van de moderne gitaar: de noten werd bepaald als de snaren werden ingedrukt op de plek waar zich een fret (Fretten zijn een mechanisme om snaren tijdens het bespelen van een snaarinstrument zodanig in te korten dat de snaar vrij kan trillen tussen twee vaste gedefinieerde punten.)
Leven in het oude Egypte: De vrouw in juridisch opzicht gelijkwaardig aan de man
De vrouw was gelijkwaardig aan de man. Zij kon contracten sluiten, als aanklager of getuige voor de rechtbank optreden, de voogdij over een kind op zich nemen .
De bezittingen van haar man gingen echter over op haar kinderen, omdat het erfrecht zich beperkte tot bloedverwanten.
Het doel van elk huwelijk was zorgen voor nakomelingen . Deze moesten voorzien in de oude dag van hun ouders. Bovendien waren ze ook verwantwoordelijk voor het voortzetten van de dodencultus bij het ouderlijk graf. Hoewel het aantal kinderen per gezin heel hoog was, was het sterftecijfer onder de jonge kinderen ook hoog .
De opvoeding van de kinderen lag tijdens de eerste jaren voornamelijk in handen van de moeder. Bij de zoon nam de vader vanaf een bepaalde leeftijd deze plicht over. Hij leidde hem op tot zijn helper en opvolger. Indien de kinderen een andere beroep wilden uitoefenen dan hun vader, stuurde men ze naar scholen, die dikwijls een onderdeel van een tempel waren. Hier leerde men vooral rekenen, lezen en schrijven. Een ander belangrijk punt in de opvoeding was de vorming van de persoonlijkheid.
Een Egyptisch reliëf toont een vrouw die met haar lichaam de 'brug' maakt, wat meer dan waarschijnlijk een religieus geladen dansfiguur is.
Misschien houdt ze immers verband met Noet, de godin van de kosmos, die uitgebeeld wordt als een brug over de aarde. Vast staat in ieder geval dat hbj niet alleen 'dans' betekent, maar ook de naam is van de gymnastische oefening 'de brug', die nu nog altijd voorkomt in Indische dans.
Stilaan komt dans los van zijn religieuze betekenis. Rijke en voorname mensen laten steeds vaker hun feesten opluisteren door danseresjes, begeleid door (vrouwelijke) muzikanten in linnen jurken. Elke koningsharem heeft zijn danseressen, hbjt genoemd. Die staan lager aangeschreven dan de muzikanten, al noemt de farao hen 'vreugdeschenksters' (shmh-jb). Ze dansen naakt, met uitzondering van een heupgordel van houten kralen, waarin pitten rammelen tijdens het dansen. Hun dans bestaat uit acrobatische figuren en pirouettes, sierlijke handbewegingen en wiegende heupen, gekruid met handgeklap, kleppers en crotalen.
Vrouwen werden betaald voor het werk dat ze verrichtten en ze konden hun eigen eigendom bezitten, kopen en verkopen, een testament opmaken en bepalen welk van hun kinderen van hen zou erven. Veel vrouwen bezetten een religieuze post en er zijn ook vrouwen bekend die titels droegen als "gouverneur", "rentmeester", "opzichter van artsen" en zelfs "vizier", de hoogste ambtelijke rang na de koning. De monarch was doorgaans een man, maar in minstens vijf gevallen werd de troon bezet door een vrouw.
Hoewel vaak wordt beweerd dat er geen bewijs is voor het bestaan van vrouwelijke klerken, moet een aantal vrouwen vanwege hun officiële taken in staat zijn geweest geschreven documenten te raadplegen. Tegen de Grieks-Romeinse tijd is de geletterdheid van vrouwen duidelijk bewezen: de beroemde Cleopatra de 7e kon minstens zeven talen spreken en schrijven, waaronder het Egyptisch
In de vroege dagen van de egyptologie ontdekten de heren geleerden uit Europa tot hun schrik afbeeldingen van Egyptische vrouwen in vooraanstaande of zelfs dominante rollen. Veel van wat ze aantroffen, deden ze af als "fictief" of "ritueel" en zelfs nu nog is het onderwerp van gelijkwaardigheid omstreden. Maar in het oude Egypte waren vrouwen wettelijk onafhankelijke burgers en hadden ze uiteenlopende maten van zelfbeschikking die ongebruikelijk was in de door mannen gedomineerde oude wereld. Zeker de Grieken waren geschokt door hun vrijheid: de historicus Herodotus (5de eeuw v Chr.) schreef dat vrouwen "naar de markt gaan en deelnemen in de handel, terwijl mannen thuiszitten en weven". De Egyptenaren, concludeerde hij, "lijken de normale praktijken van de mens te hebben omgekeerd".
Over het algemeen trouwden vrouwen en kregen ze kinderen, maar ze waren niet temin zichtbaar in de hele Egyptische samenleving, werkend op velden en naast de mannen ingelijfd voor maatschappelijke werken. Zowel mannelijke als vrouwelijke bedienden zijn afgebeeld terwijl ze huizen schoonmaken, bedden opmaken, brouwen en bakken, al werd het wassen gedaan door professionele wasmannen. De mannen werkten doorgaans buitenshuis, terwijl vrouwen een aanzienlijk groter deel van hun tijd binnenshuis doorbrachten, al zijn ze ook te zien in openluchttaferelen, wat tot uiting komt in het artistieke gebruik, dat hun een lichtere huidskleur geeft. Maar zowel mannen als vrouwen bezochten sociale gebeurtenissen.
Jaarlijks werden er meer dan vijftig publieke feesten gevierd. De Egyptenaren waren de eerste die een kalender van 365 dagen aanhielden, bestaande uit 360 dagen plus vijf grote, heilige dagen om de geboortedagen van Osiris, Isis, Horus, Seth en Nephthys aan te duiden. Andere belangrijke feestdagen omvatten het Feest van Hathor, wanneer het beeld van de godin uit haar schrijn in Dendera werd gehaald en aan het volk werd getoond te midden van vrolijke muziek en danspartijen ter viering van een goede oogst. Vergelijkbare gebeurtenissen vergezelden het bruiloftachtige Feest van de Prachtige Ontmoeting, waarbij het beeld van Hathor van Dendera naar het zuiden reisde om twee weken door te brengen bij haar "echgenoot" Horus, in Edfu.
In gezelschap van een grote stoet priesters, priesteressen, musici en dansers liep de hele bevolking tijdens deze algemene vrije dagen uit om deel te nemen aan de vreugde en te genieten van grote hoeveelheden voedsel en drank, dronkenschap werd actief aangemoedigd als een vorm van eerbetoon aan de goden.
Het jaarlijkse feest van Opet in Thebe was er één van een reeks belangrijke feesten die waren bedoeld om de kracht van de koning te vergroten en te sterken. Tijdens dit feest werd het heilige beeld van Amun, de nationale god van Egypte, te midden van een feestende menigte stroomopwaarts vervoerd van Karnak naar de tempel van Luxor, waar de koning deelnam aan een geheime rite in de binnenste schrijn. Hierna verscheen hij in het openbaar, goddelijk en met hernieuwde kracht, voor zijn uitzinnige onderdanen.
Het middelpunt van elk oud-Egyptische nederzetting was de tempel, een groot centrum van activiteiten dat naast zijn godsdienstige functie dienstdeed als combinatie van stadhuis, school, bibliotheek en medische kliniek. Echter, alleen priesters waren bevoegd om het gewijde binnenste deel van de tempel, dat werd beschouwd als een soort opslagplaats van goddelijke macht, te betreden. Het was de taak van de priester om die macht door middel van rituelen te sturen en om de goden te dienen.
De vertegenwoordiger van de goden op aarde was dekoning, die dus de belangrijkste priester van elk tempel was. Maar omdat er in elke stad minstens één tempel was, delegeerde hij zijn priesterlijke plichten aan de hogepriester van elk tempel.
Onder de hogepriesters bestonden verschillende rangen van geestelijkheid, van de "lector-priester", een zeer oude geestelijke die ingewijd was in de geheime geschriften, tot hen die de heilige koeien van de tempel verzorgden. Veel priesters werkten in deeltijd, gedurende één maand per kwartaal.
Priesters woonden in hun eigen kleine gemeenschap, die was verbonden aan de tempel. In Karnak woonden ze aan het heilige meer van de tempel, een kunstmatige vijver waar alle priesters zich tweemaal per nacht te wassen, omdat zij die betrokken waren bij heilige riten volkomen rein (waab) moesten zijn. Om dezelfde reden moesten priesters ook om de dag hun lichaamshaar scheren en mochten ze enkel gewaden van zuivere linnen dragen.
Dagelijks eerden de priesters de godheden met een constante stroom van voedseloffers, wijn, parfums, wierook en bloemen, waarbij ze exacte procedures en rituelen volgden. Ook werden de goden onderhouden door tempelmusici en dansers: één tekst verhaalt van de riten die zijn geassocieerd met "de gouden godin, Hathor", waarbij zangers bezwering zongen en dansers bewogen op de ritmische begeleiding van de sistrum, een gewijde ratelaar. Zulke godsdienstoefeningen zouden de geest van de godheid aanmoedigen zijn intrek te nemen in het heilige beeld dat werd bewaard in een schrijn in de donkere, binnenste heiligheid van de tempel, waartoe alleen de koning en de hogepriester toegang hadden. Alleen door het handhaven van de goddelijke aanwezigheid in elke tempel kon de kosmische orde bewaard blijven tegenover de wanorde en de chaos die aan de buitenkant van de tempel waren afgebeeld.
Elke ochtend ging de hogepriester de donkere heiligheid binnen, schaars verlicht door flakkerende olielampen. Zorgvuldig opende hij de verzegelde houten deuren van het altaar en ging naar het goddelijke beeld, groette het en bracht het offers van parfum. Met de pink van zijn rechterhand zalfde hij het voorhoofd van de godheid met heilige oliën van ceder en mirre. Vervolgens werd het beeld opgesmukt met cosmetica en ceremoniële kleding, waarna het voedsel, drank en grote boeketten bloemen kreeg voorgezet, men geloofde dat de geur van de bloemen die van de goden zelf was. Wierook, gebruikt om de goden te verwelkomen en te sterken en om kwaadwillende geesten af te stoten, was van groot belang. Het werd in grote hoeveelheden door de priesters gemaakt in "parfumlaboratoria", waar lijsten van aromatische ingrediënten op de wanden waren vastgelegd.
Dames uit de betere kringen deden er alles aan om er fris en aantrekkelijk uit te zien. Ze gingen vaak in bad, gebruikten parfum en lieten zich masseren met stoffen die hun huid zacht hielden.Ze gebruikten henna, een kleurstof waarmee ze hun nagels en haren rood verfden.
Om zich op te maken gebruikten ze kohl, een zwarte stof waarmee ze hun wenkbrauwen insmeerden,hun ogen omlijnden en hun wimpers donkerder maakten.
Dorpelingen kwamen vaak bij elkaar om te zingen en muziek te maken, Wanneer er gedanst werd,deden de mannen en vrouwen dat niet samen.
De Egyptenaren waren niet in staat hun muziek op papier te zetten, we moeten dus maar raden hoe die geklonken heeft.Tijdens chique feestjes werden de gasten vermaakt door professionele musici, acrobaten en schaars geklede danseressen.De gastheer en gastvrouwzaten naast elkaar, terwijl verder alle mannen,vrouwen en kinderen in aparte groepen zaten.
Zoals het zo vaak gaat op feestjes, aten ook de Egyptenaren vaak te veel en sommige dronken zelfs zoveel dat ze naar huis gedragen moesten worden.
In het Oude Rijk en het Middenrijk waren veel vooraanstaande vrouwen priesteres, vooral in de tempels van de godinnen Hathor en Neith.
Ze drongen echter nooit door tot hogere posities dan het middenkader en in het Nieuwe Rijk waren priesteressen geheel verdwenen. De vrouwen voerden ook geen bestuurlijke taken uit in de tempels.
Wel werkten ze in de tempels als musici, als danseressen of als 'portiers'.
De musici zongen liederen en bespeelden een soort ratel, het sistrum. De vrouwelijke muzikanten dienden onder een vooraanstaand vrouwelijk leidinggevende, de 'grote leidster van de troep der uitvoerend musici'.
Terwijl de mannelijke musici uit de lagere klassen afkomstig waren, kwamen vrouwelijke musici uit alle lagen van de bevolking; het waren eerder vrijwilligers dan ingehuurde krachten.
De geschiedschrijver Diodorus vermeldde dat een deel van de overeenkomst, afgesloten bij het huwelijk, was dat de vrouw de controle over haar echtgenoot zou hebben, en dat geen bezwaren mochten geuit worden over haar bevelen.
Een instructie uit het Nieuwe Koninkrijk (ca. 1500 voor Christus) bevestigt het verslag van Diodorus:
Controleer uw echtgenote niet in haar huis, Wanneer je weet dat ze efficiënt is; Zeg niet "Waar is het? Haal het!", Wanneer ze het op de juiste plaats gelegd heeft. Laat je ogen haar observeren in stilte, Dan zal je haar vaardigheid (h)erkennen: Er is vreugde wanneer je hand bij haar is, Weinigen weten dit.
De uitdrukking en de houding van gehuwde paartjes afgebeeld op Egyptische kunstwerken tonen diepe liefdesgevoelens, affectie en warmte.
Een aantal gedichten drukken een waarneembaar deels romantische liefde uit. Deze uitwendige tekenen van warmte en liefde, vooral onder gehuwde paren, zijn uniek in de kunstwerken van de oude wereld.
Egyptische liefdesgedichten hebben ons een aantal uitzonderlijke uitingen van gevoelens nagelaten, zowel door jonge geliefden, als gehuwden.
In de Egyptische liefdesliedjes betekenen de woorden 'broer' en 'zus' gewoon 'liefste' en duiden dus niet op bloedverwantschap. Het stelt symbolisch de opperste hemelse liefde voor tussen de mythische broer en zus, Osiris en Isis.
Hierna volgt een kleine bloemlezing van een paar liefdesgedichten:
Laat haar komen naar de lotusvijver, Mijn mooie geliefde, In haar doorschijnend gewaad Van fijn linnen. Laat haar baden dichtbij mij, Tussen de bloemen, Zodat ik haar kan vasthouden Zodra haar ledematen uit het water verrijzen.
Ik zal binnen gaan liggen en ziekte veinzen, Mijn buren zullen binnenkomen en mij bezoeken, En mijn meisje zal komen en de artsen doen blozen van schaamte Want zij alleen kent mijn ziekte.
Het moederschap was geliefd en gekoesterd in het oude Egypte. De volgende sage vat dit samen:
U zult nooit vergeten wat uw moeder voor U gedaan heeft. Zij heeft u gebaard en op alle mogelijke manieren gevoed. Als U haar zou vergeten, zou zij U dat kunnen kwalijk nemen, zij zou haar handen kunnen heffen naar God, en Hij zou haar klacht horen.
Zij voedde U op, en toen U naar school ging, en leerde schrijven, kwam zij dagelijks tot bij uw leraar met brood en bier uit haar huis.
Gedurende bepaalde perioden uit de antieke geschiedenis was het wettelijk toegelaten dat de oude Egyptenaren, Atheners en Hebreeërs huwden met een zus van dezelfde vader, maar niet geboren uit dezelfde moeder.
Slechts weinig Egyptenaren deden dit, en dan nog alleen als deze halfzuster de wettige erfgename was, zodat ze op die manier de troon konden erven. De Ptolemeeën keken niet naar deze beperking van vaders zijde, maar de Ptolemeeën waren geen Egyptenaren.
De Wijze Man, Ptah-hotep, geeft volgende raad aan mannen:
Als u een man van aanzien bent, Zoek voor uzelf een huishouden En hou van je echtgenote bij jou thuis, Zoals het betaamt. Vul haar buik, kleed haar rug; Zalf haar ledematen met haar medicijnen. Maak haar hart blij, zolang ze leeft; zij is een goed veld voor haar heer.
Volgens sommigen mochten de Egyptische priesters slechts 1 vrouw hebben, terwijl de rest van de gemeenschap mocht kiezen hoeveel echtgenotes zij hadden.
Afbeeldingen op monumenten tonen echter steeds individuen met 1 gemaal/gemalin. Wederzijdse affectie, tederheid en liefkozingen kunnen afgeleid worden uit de tedere manier waarop zij samen zitten met hun partner en hun kinderen.
Mannen en vrouwen zaten samen of afzonderlijk in een ander gedeelte van de kamer. Ze werden niet afgezonderd zoals in het oude Griekenland het geval was. De Egyptenaren behandelden hun vrouwen heel anders, wat voldoende bewezen wordt door beeldhouwwerken en verslagen van oude schrijvers. Vrouwen werden verwacht deel te nemen aan bepaalde openbare evenementen, samen met hun echtgenoot of partner.
De beste omschrijving van de Egyptische vrouw werd gegeven door een weduwnaar die over zijn overleden echtgenote schrijft:
Haar gesprekken zijn nuttig, haar conversaties aangenaam, zij geeft goede raad in haar brieven, alles wat over haar lippen komt is zoals het werk van Ma-at, de 'netert' van de Waarheid, een perfecte vrouw, aanbeden in haar stad, de hand reikend aan iedereen, sprekend over goede dingen, herhalend wat men liefheeft, genot schenkend aan iedereen, niets kwaads kwam ooit over haar lippen, zij is meest geliefd door iedereen