Om bij tijd, eens terug te genieten van de plaatsen waar je ooit geweest bent! De wereld in een muisklik http://www.alovelyworld.com/index2.html
OP REIS MET DE BLAUWE VOGEL - Cruise op deNijl -
1.Lezers die het hele REISVERSLAG WENSEN TE LEZEN.... weet dat dit in omgekeerde orde staat.
Het begint met de terugreis 15.09.06 (zie blog vanaf 3december 06) en eindigt met het vertrek op 01.09.06 ( zie blog vanaf 3 oktober 06)
2.Verder wordt deze blog aangevuld met EGYPTE NU:actuele feiten en vondsten...
31-05-2006
Elke koningsharem heeft zijn danseressen
Stilaan komt dans los van zijn religieuze betekenis. Rijke en voorname mensen laten steeds vaker hun feesten opluisteren door danseresjes, begeleid door (vrouwelijke) muzikanten in linnen jurken. Elke koningsharem heeft zijn danseressen, hbjt genoemd. Die staan lager aangeschreven dan de muzikanten, al noemt de farao hen 'vreugdeschenksters' (shmh-jb). Ze dansen naakt, met uitzondering van een heupgordel van houten kralen, waarin pitten rammelen tijdens het dansen. Hun dans bestaat uit acrobatische figuren en pirouettes, sierlijke handbewegingen en wiegende heupen, gekruid met handgeklap, kleppers en crotalen.
Vrouwen werden betaald voor het werk dat ze verrichtten en ze konden hun eigen eigendom bezitten, kopen en verkopen, een testament opmaken en bepalen welk van hun kinderen van hen zou erven. Veel vrouwen bezetten een religieuze post en er zijn ook vrouwen bekend die titels droegen als "gouverneur", "rentmeester", "opzichter van artsen" en zelfs "vizier", de hoogste ambtelijke rang na de koning. De monarch was doorgaans een man, maar in minstens vijf gevallen werd de troon bezet door een vrouw.
Hoewel vaak wordt beweerd dat er geen bewijs is voor het bestaan van vrouwelijke klerken, moet een aantal vrouwen vanwege hun officiële taken in staat zijn geweest geschreven documenten te raadplegen. Tegen de Grieks-Romeinse tijd is de geletterdheid van vrouwen duidelijk bewezen: de beroemde Cleopatra de 7e kon minstens zeven talen spreken en schrijven, waaronder het Egyptisch
In de vroege dagen van de egyptologie ontdekten de heren geleerden uit Europa tot hun schrik afbeeldingen van Egyptische vrouwen in vooraanstaande of zelfs dominante rollen. Veel van wat ze aantroffen, deden ze af als "fictief" of "ritueel" en zelfs nu nog is het onderwerp van gelijkwaardigheid omstreden. Maar in het oude Egypte waren vrouwen wettelijk onafhankelijke burgers en hadden ze uiteenlopende maten van zelfbeschikking die ongebruikelijk was in de door mannen gedomineerde oude wereld. Zeker de Grieken waren geschokt door hun vrijheid: de historicus Herodotus (5de eeuw v Chr.) schreef dat vrouwen "naar de markt gaan en deelnemen in de handel, terwijl mannen thuiszitten en weven". De Egyptenaren, concludeerde hij, "lijken de normale praktijken van de mens te hebben omgekeerd".
Over het algemeen trouwden vrouwen en kregen ze kinderen, maar ze waren niet temin zichtbaar in de hele Egyptische samenleving, werkend op velden en naast de mannen ingelijfd voor maatschappelijke werken. Zowel mannelijke als vrouwelijke bedienden zijn afgebeeld terwijl ze huizen schoonmaken, bedden opmaken, brouwen en bakken, al werd het wassen gedaan door professionele wasmannen. De mannen werkten doorgaans buitenshuis, terwijl vrouwen een aanzienlijk groter deel van hun tijd binnenshuis doorbrachten, al zijn ze ook te zien in openluchttaferelen, wat tot uiting komt in het artistieke gebruik, dat hun een lichtere huidskleur geeft. Maar zowel mannen als vrouwen bezochten sociale gebeurtenissen.
Jaarlijks werden er meer dan vijftig publieke feesten gevierd. De Egyptenaren waren de eerste die een kalender van 365 dagen aanhielden, bestaande uit 360 dagen plus vijf grote, heilige dagen om de geboortedagen van Osiris, Isis, Horus, Seth en Nephthys aan te duiden. Andere belangrijke feestdagen omvatten het Feest van Hathor, wanneer het beeld van de godin uit haar schrijn in Dendera werd gehaald en aan het volk werd getoond te midden van vrolijke muziek en danspartijen ter viering van een goede oogst. Vergelijkbare gebeurtenissen vergezelden het bruiloftachtige Feest van de Prachtige Ontmoeting, waarbij het beeld van Hathor van Dendera naar het zuiden reisde om twee weken door te brengen bij haar "echgenoot" Horus, in Edfu.
In gezelschap van een grote stoet priesters, priesteressen, musici en dansers liep de hele bevolking tijdens deze algemene vrije dagen uit om deel te nemen aan de vreugde en te genieten van grote hoeveelheden voedsel en drank, dronkenschap werd actief aangemoedigd als een vorm van eerbetoon aan de goden.
Het jaarlijkse feest van Opet in Thebe was er één van een reeks belangrijke feesten die waren bedoeld om de kracht van de koning te vergroten en te sterken. Tijdens dit feest werd het heilige beeld van Amun, de nationale god van Egypte, te midden van een feestende menigte stroomopwaarts vervoerd van Karnak naar de tempel van Luxor, waar de koning deelnam aan een geheime rite in de binnenste schrijn. Hierna verscheen hij in het openbaar, goddelijk en met hernieuwde kracht, voor zijn uitzinnige onderdanen.
Het middelpunt van elk oud-Egyptische nederzetting was de tempel, een groot centrum van activiteiten dat naast zijn godsdienstige functie dienstdeed als combinatie van stadhuis, school, bibliotheek en medische kliniek. Echter, alleen priesters waren bevoegd om het gewijde binnenste deel van de tempel, dat werd beschouwd als een soort opslagplaats van goddelijke macht, te betreden. Het was de taak van de priester om die macht door middel van rituelen te sturen en om de goden te dienen.
De vertegenwoordiger van de goden op aarde was dekoning, die dus de belangrijkste priester van elk tempel was. Maar omdat er in elke stad minstens één tempel was, delegeerde hij zijn priesterlijke plichten aan de hogepriester van elk tempel.
Onder de hogepriesters bestonden verschillende rangen van geestelijkheid, van de "lector-priester", een zeer oude geestelijke die ingewijd was in de geheime geschriften, tot hen die de heilige koeien van de tempel verzorgden. Veel priesters werkten in deeltijd, gedurende één maand per kwartaal.
Priesters woonden in hun eigen kleine gemeenschap, die was verbonden aan de tempel. In Karnak woonden ze aan het heilige meer van de tempel, een kunstmatige vijver waar alle priesters zich tweemaal per nacht te wassen, omdat zij die betrokken waren bij heilige riten volkomen rein (waab) moesten zijn. Om dezelfde reden moesten priesters ook om de dag hun lichaamshaar scheren en mochten ze enkel gewaden van zuivere linnen dragen.
Dagelijks eerden de priesters de godheden met een constante stroom van voedseloffers, wijn, parfums, wierook en bloemen, waarbij ze exacte procedures en rituelen volgden. Ook werden de goden onderhouden door tempelmusici en dansers: één tekst verhaalt van de riten die zijn geassocieerd met "de gouden godin, Hathor", waarbij zangers bezwering zongen en dansers bewogen op de ritmische begeleiding van de sistrum, een gewijde ratelaar. Zulke godsdienstoefeningen zouden de geest van de godheid aanmoedigen zijn intrek te nemen in het heilige beeld dat werd bewaard in een schrijn in de donkere, binnenste heiligheid van de tempel, waartoe alleen de koning en de hogepriester toegang hadden. Alleen door het handhaven van de goddelijke aanwezigheid in elke tempel kon de kosmische orde bewaard blijven tegenover de wanorde en de chaos die aan de buitenkant van de tempel waren afgebeeld.
Elke ochtend ging de hogepriester de donkere heiligheid binnen, schaars verlicht door flakkerende olielampen. Zorgvuldig opende hij de verzegelde houten deuren van het altaar en ging naar het goddelijke beeld, groette het en bracht het offers van parfum. Met de pink van zijn rechterhand zalfde hij het voorhoofd van de godheid met heilige oliën van ceder en mirre. Vervolgens werd het beeld opgesmukt met cosmetica en ceremoniële kleding, waarna het voedsel, drank en grote boeketten bloemen kreeg voorgezet, men geloofde dat de geur van de bloemen die van de goden zelf was. Wierook, gebruikt om de goden te verwelkomen en te sterken en om kwaadwillende geesten af te stoten, was van groot belang. Het werd in grote hoeveelheden door de priesters gemaakt in "parfumlaboratoria", waar lijsten van aromatische ingrediënten op de wanden waren vastgelegd.
Dames uit de betere kringen deden er alles aan om er fris en aantrekkelijk uit te zien. Ze gingen vaak in bad, gebruikten parfum en lieten zich masseren met stoffen die hun huid zacht hielden.Ze gebruikten henna, een kleurstof waarmee ze hun nagels en haren rood verfden.
Om zich op te maken gebruikten ze kohl, een zwarte stof waarmee ze hun wenkbrauwen insmeerden,hun ogen omlijnden en hun wimpers donkerder maakten.
Dorpelingen kwamen vaak bij elkaar om te zingen en muziek te maken, Wanneer er gedanst werd,deden de mannen en vrouwen dat niet samen.
De Egyptenaren waren niet in staat hun muziek op papier te zetten, we moeten dus maar raden hoe die geklonken heeft.Tijdens chique feestjes werden de gasten vermaakt door professionele musici, acrobaten en schaars geklede danseressen.De gastheer en gastvrouwzaten naast elkaar, terwijl verder alle mannen,vrouwen en kinderen in aparte groepen zaten.
Zoals het zo vaak gaat op feestjes, aten ook de Egyptenaren vaak te veel en sommige dronken zelfs zoveel dat ze naar huis gedragen moesten worden.
In het Oude Rijk en het Middenrijk waren veel vooraanstaande vrouwen priesteres, vooral in de tempels van de godinnen Hathor en Neith.
Ze drongen echter nooit door tot hogere posities dan het middenkader en in het Nieuwe Rijk waren priesteressen geheel verdwenen. De vrouwen voerden ook geen bestuurlijke taken uit in de tempels.
Wel werkten ze in de tempels als musici, als danseressen of als 'portiers'.
De musici zongen liederen en bespeelden een soort ratel, het sistrum. De vrouwelijke muzikanten dienden onder een vooraanstaand vrouwelijk leidinggevende, de 'grote leidster van de troep der uitvoerend musici'.
Terwijl de mannelijke musici uit de lagere klassen afkomstig waren, kwamen vrouwelijke musici uit alle lagen van de bevolking; het waren eerder vrijwilligers dan ingehuurde krachten.
De geschiedschrijver Diodorus vermeldde dat een deel van de overeenkomst, afgesloten bij het huwelijk, was dat de vrouw de controle over haar echtgenoot zou hebben, en dat geen bezwaren mochten geuit worden over haar bevelen.
Een instructie uit het Nieuwe Koninkrijk (ca. 1500 voor Christus) bevestigt het verslag van Diodorus:
Controleer uw echtgenote niet in haar huis, Wanneer je weet dat ze efficiënt is; Zeg niet "Waar is het? Haal het!", Wanneer ze het op de juiste plaats gelegd heeft. Laat je ogen haar observeren in stilte, Dan zal je haar vaardigheid (h)erkennen: Er is vreugde wanneer je hand bij haar is, Weinigen weten dit.
De uitdrukking en de houding van gehuwde paartjes afgebeeld op Egyptische kunstwerken tonen diepe liefdesgevoelens, affectie en warmte.
Een aantal gedichten drukken een waarneembaar deels romantische liefde uit. Deze uitwendige tekenen van warmte en liefde, vooral onder gehuwde paren, zijn uniek in de kunstwerken van de oude wereld.
Egyptische liefdesgedichten hebben ons een aantal uitzonderlijke uitingen van gevoelens nagelaten, zowel door jonge geliefden, als gehuwden.
In de Egyptische liefdesliedjes betekenen de woorden 'broer' en 'zus' gewoon 'liefste' en duiden dus niet op bloedverwantschap. Het stelt symbolisch de opperste hemelse liefde voor tussen de mythische broer en zus, Osiris en Isis.
Hierna volgt een kleine bloemlezing van een paar liefdesgedichten:
Laat haar komen naar de lotusvijver, Mijn mooie geliefde, In haar doorschijnend gewaad Van fijn linnen. Laat haar baden dichtbij mij, Tussen de bloemen, Zodat ik haar kan vasthouden Zodra haar ledematen uit het water verrijzen.
Ik zal binnen gaan liggen en ziekte veinzen, Mijn buren zullen binnenkomen en mij bezoeken, En mijn meisje zal komen en de artsen doen blozen van schaamte Want zij alleen kent mijn ziekte.
Het moederschap was geliefd en gekoesterd in het oude Egypte. De volgende sage vat dit samen:
U zult nooit vergeten wat uw moeder voor U gedaan heeft. Zij heeft u gebaard en op alle mogelijke manieren gevoed. Als U haar zou vergeten, zou zij U dat kunnen kwalijk nemen, zij zou haar handen kunnen heffen naar God, en Hij zou haar klacht horen.
Zij voedde U op, en toen U naar school ging, en leerde schrijven, kwam zij dagelijks tot bij uw leraar met brood en bier uit haar huis.
Gedurende bepaalde perioden uit de antieke geschiedenis was het wettelijk toegelaten dat de oude Egyptenaren, Atheners en Hebreeërs huwden met een zus van dezelfde vader, maar niet geboren uit dezelfde moeder.
Slechts weinig Egyptenaren deden dit, en dan nog alleen als deze halfzuster de wettige erfgename was, zodat ze op die manier de troon konden erven. De Ptolemeeën keken niet naar deze beperking van vaders zijde, maar de Ptolemeeën waren geen Egyptenaren.
De Wijze Man, Ptah-hotep, geeft volgende raad aan mannen:
Als u een man van aanzien bent, Zoek voor uzelf een huishouden En hou van je echtgenote bij jou thuis, Zoals het betaamt. Vul haar buik, kleed haar rug; Zalf haar ledematen met haar medicijnen. Maak haar hart blij, zolang ze leeft; zij is een goed veld voor haar heer.
Volgens sommigen mochten de Egyptische priesters slechts 1 vrouw hebben, terwijl de rest van de gemeenschap mocht kiezen hoeveel echtgenotes zij hadden.
Afbeeldingen op monumenten tonen echter steeds individuen met 1 gemaal/gemalin. Wederzijdse affectie, tederheid en liefkozingen kunnen afgeleid worden uit de tedere manier waarop zij samen zitten met hun partner en hun kinderen.
Mannen en vrouwen zaten samen of afzonderlijk in een ander gedeelte van de kamer. Ze werden niet afgezonderd zoals in het oude Griekenland het geval was. De Egyptenaren behandelden hun vrouwen heel anders, wat voldoende bewezen wordt door beeldhouwwerken en verslagen van oude schrijvers. Vrouwen werden verwacht deel te nemen aan bepaalde openbare evenementen, samen met hun echtgenoot of partner.
De beste omschrijving van de Egyptische vrouw werd gegeven door een weduwnaar die over zijn overleden echtgenote schrijft:
Haar gesprekken zijn nuttig, haar conversaties aangenaam, zij geeft goede raad in haar brieven, alles wat over haar lippen komt is zoals het werk van Ma-at, de 'netert' van de Waarheid, een perfecte vrouw, aanbeden in haar stad, de hand reikend aan iedereen, sprekend over goede dingen, herhalend wat men liefheeft, genot schenkend aan iedereen, niets kwaads kwam ooit over haar lippen, zij is meest geliefd door iedereen
Zoals vermeld waren vrouwen de personificaties van belangrijke aspecten of attributen van de Ene God.
Vermits vrouwen de wettige erfgenamen van de troon waren, speelden zij een belangrijke rol in de Staatszaken. Zij waren een soort makelaars van macht. De koninginnen van Egypte hadden soms uitzonderlijke invloed als raadgeefsters van de Farao's.
Sommige koninginnen bestuurden Egypte gedurende een lange tijd. Vooral Hatshepsoet is een goed voorbeeld van een vrouw-Farao.
Vrouwen konden om het even welke positie bekleden in de tempel. Er waren priesteressen van de "neteru". Verschillende onder hen bereikten de status van "heilige vrouwen". En een aantal van die laatste (vergelijkbaar met onze huidige heiligen) hadden hun eigen speciaal schrijn.
Reeds van in de vierde of vroege vijfde dynastie zijn er vermeldingen van vrouwelijke artsen. Eén ervan droeg de titel "Mevrouw directrice van Mevrouwen artsen".
Ook het beroep van schrijver was niet voorbehouden aan mannen, we weten dat er ook vrouwen waren die deze titel droegen.
Vrouwen hadden alle rechten met betrekking tot eigendommen, en hun wettelijke status liet hen toe handel te drijven (kopen en verkopen) en wettelijke activiteiten uit te oefenen.
De Egyptische beschaving was aan de vrouwen toevertrouwd. De vrouw (de prinses) en niet de man, was de wettige erfgename van de troon. De man met wie zij verkoos te huwen, zou de heersende Farao worden.
Ook de koninklijke autoriteit en de opperste leiding bij zaken werden zonder voorbehoud aan vrouwen toevertrouwd. Gedurende de gehele Egyptische geschiedenis was het de prinses die het "zonnebloed" doorgaf aan de volgende generaties.
Zij was verantwoordelijk voor de zuiverheid van de stamboom en de continuïteit van de dynastie.
Egyptische koningen eisten het recht op de troon door te huwen met de erfgename. De Egyptenaren wisten dat de manieren en de moraal van de mannen zouden aftakelen als de vrouwen niet met respect behandeld werden of hun invloed op de gemeenschap niet mochten uitoefenen.
In geen enkel verleden noch hedendaagse maatschappij werden of worden vrouwen zo geëerd als in het Oude Egypte.
In iedere maatschappij waar vrouwen hoog geacht worden, is het vanzelfsprekende resultaat de gelijkheid tussen man en vrouw. De belangrijkste aspecten/attributen/beginselen van God werden door vrouwen gepersonifieerd.
De 'netert' (verkeerdelijk vertaald als 'godin') Ma-at, is de personificatie van het principe van de kosmische orde. Zij houdt het universum in evenwicht, orde en harmonie. Haar kosmische macht is de bron zonder welke de andere 'neteru' (goden en godinnen) machteloos zijn.
Verder hebben we Isis, Moet, Sekhmet, Nephthys, Hathor, Seshat en vele andere vrouwelijke 'neteru', die de grootste aspecten van de Ene Universele God verpersoonlijken.
De plaats waar het hoofd van Osiris was begraven, Abydos, was een belangrijk pelgrimsoord in het Middenrijk. Van deze is alleen de entree over .
De kapel werd gewijd door priester en koninklijk opperbeeldhouwer Oeserhat.
De inscripties en afbeeldingen op de deurposten waren met bladgoud bedekt. Op de dorpel staan offergebeden aan de goden van de begraafplaats, onder meer Anoebis en Wepwawet.
Oeserhat zelf staat in de hoeken daaronder twee keer weergegeven. De deurstijlen dragen een aan de persoon van Oeserhat aangepaste hymne van vier coupletten aan de opstandingsgod Osiris.
Dodenteksten kwamen in de loop van de Egyptische geschiedenis steeds dichter op het lichaam van de overledene.
Eerst stonden ze op de muren van de grafkamer, dan op de wanden van de lijkkisten, later op papyrusrollen naast de dode, en tenslotte, tijdens de Ptolemaëentijd, op papyri tussen de windsels of op het linnen van de windsels zelf.
De afbeelding is het begin van een Dodenboek, geschreven op een linnen windsel.
De tekst is deels in ouderwetse hiërogliefen, deels in het hiëratisch.
Het eindigt met een spreuk die toegang tot de hemel geeft en met een andere spreuk waardoor een licht achter het hoofd van de dode zal worden ontstoken, als eenwording van de dode met de zonnegod.
Uit ritmische overwegingen was percussie, met in het bijzonder de idiofonen, in de Egyptische muziek een zeer populaire instrumentengroep.
(Bij idiofonen verkrijgen we klank door het laten trillen van het klanklichaam zelf . Dit kan door slaan, wrijven, schudden, tegen elkaar slaan - Idiofonen als barchimes - castagnetten - claves - concertcymbalen - cymbaal - gong guiro - maracas - sleigh-bells - triangel - woodblock)
De goden Sekhmet en Bes worden overal geassocieerd met de percussie.
De twee belangrijkste percussie-instrumenten uit de Egyptische oudheid zijn de menat, een kleiner variant op de castagnetten, en het sistrum Castagnetten waren in de mythologie opgedragen aan Hathor en het sistrum was vooral een middel om Aton te eren.
Het grote aantal idiofonen dat werd gebruikt, naast het sistrum en de menat en dikwijls ook instrumenten als kleppen en crotales, tonen aan dat ritme een belangrijk onderdeel was in de Egyptische muziek.
Om dit ritme te bestendigen werden niet alleen muziekinstrumenten, maar ook de handen gebruikt. Leden van het orkest, en ook het publiek, klapten in hun handen ter ondersteuning.
Dit handgeklap was een vast onderdeel in veel liederen.
Blaasinstrumenten waren de eerste muziekinstrumenten die in de Egyptische muziek werden gebruikt.
Aanvankelijk hadden ze de vorm van de (van oorsprong Grieks) auloi, een soort dubbele hobo. De auloi werd gebruikt sinds ongeveer de 28e eeuw v. Chr. en bestond uit twee delen, waarvan één deel korter was dan het andere, om zo verschillende tonen te kunnen spelen. Het langere gedeelte kon ook gebruikt worden om akkoorden of lange noten te spelen.
In het leger en in bij de verering van goden als Ptah en Ra werden ook trompetten gebruikt.De trompetten van Toetanchamon zijn hiervan een mooi voorbeeld. De trompet werd gebruikt vanaf het Nieuwe Rijk.
In de 2e eeuw v. Chr. introduceerde Ktesibios uit Alexandrië het waterorgel, dat in de laatste eeuwen van de Egyptische oudheid steeds populairder werd