Inhoud blog
  • VISSER ZONDER NAAM, VROUWENMANTEL EN MORE.
  • VERKIEZINGEN ANDERS.
  • PAARDENKONT, EEN MEREL EN DE MOOISTE VIER WOORDEN.
  • DE MAAGD.
  • ARDEENSE HOOGTES, BELCANTO EN DREAMS.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    SEVEN VERTELT
    ochtendvruchtjes vol liefde
    28-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UNTERLAUTEN, GONGGRIJP EN HET ZESDE ZINTUIG

    UNTERLAUTEN, GONGGRIJP EN HET ZESDE ZINTUIG

    "Sommige dingen kan je alleen maar vaststelllen." De lucht draagt weer grijs, als eentonig uniform in januaridagen. Boris, de hond van boer Nest stapt door het veld. Het regent hard, de aarde ligt nog diep te bed en de mist sluimert nog over de jonge morgen. In de greppels ligt het water uit de hemelsluizen er stil bij. De beek aan de bosrand voelt zich toch een beetje beduusd met al dat water in zich. Elbert (al vroeg wakker) bladert door grauwe velden die doorweekte stoppels vertonen. De krakende dode weilanden ten einde van droeve regendagen maken een loos gebaar. Het is kil voor wie de warmte mist. Een vogel zoekt -voorlopig vruchteloos- stro om een nest te maken.

    Unterlauten, Gonggrijp en het zesde zintuig.

    Vroeg, té vroeg wakker en terwijl ze op de klok kijkt draait ze zich nog even om. “Ik heb nog tijd”, denkt ze.

    Elke nacht omhelst intiem haar dromen, een beetje dwalend in 't onverwerkte van een vervlogen dag. Wanneer de nacht bijna verkeken is, het eerste licht wakker maakt omarmt ze nog enigzins vermoeid haar dromen. Langsheen de rij vuurtorentjes tekent een veeg wind zich zonder betekenis. Verbinden -haaks op- verwerken overmand de nestwarmte terwijl op het kastje een omgeslagen bladzijde tot leven komt. Ook Bert Deben zoekt “de weg”.

    Ik zocht nooit echt naar wat ik vond
    er was gewoon een leven lang
    een soort van vreemde samenhang
    van wat moest zijn en reeds bestond

    en als ik zocht, was het op plekken
    waar leven meer een voelen was
    geen wegenmap of geen kompas
    ik zocht nooit echt, ik wou ontdekken

    het lag, denk ik, al klaar voor mij
    ik moest het enkel leren zien
    en af en toe wat meer doorgronden

    het meeste ging ook weer voorbij
    ik zocht het nooit, het heeft misschien
    veel eerder altijd mij gevonden.

    Unterlauten, Gonggrijp en het zesde zintuig.

    Gonggrijp heeft zijn paraplu bij. Ochtend, regen en wind. In een dichtbundel herschikken zinnen zich. Het regent je als zonet, het regent je klaarblijkelijk als tijd wint van nooit aflatend geduld en het zich laat blijken in zoals het schijnt. Lenaerts wandelt langsheen de muren. Geparafraseerd kronkelt verdriet zich in een schrijn dat zich af en toe opent. Haar ogen priemen zich vast op het dunne uitzicht uit het raam, het ijle licht als een Vermeer. Afwisselend knippert ze met en sluit ze haar ogen. Buiten bomen kaal en donker, kriskras door elkaar. Even lijkt het of een solist een vluchtige melodie speelt die ze kwijt is zodra ze opkijkt.

    Unterlauten, Gonggrijp en het zesde zintuig.

    Ik nip aan mijn derde tas koffie. Buiten vechten papraplu's een gevecht uit met natuurelementen. “De rosse” slaapt nog en hoort niet hoe ik me afvraag hoe het nog zou gaan met de mensen van Unterleuten? Mijn vraag krijgt géén antwoord. Met zachte aanslag schrijf ik een “JIJ ZIET ME GRAAG GEDACHTE”. Een kort verhaal waarin ik slaapoogjes -nog even vechtend tegen de nieuwe dag- lichtjes weggezonken in een hoofdkussen laat rusten.Ik laat haar denken aan tedere knuffels.Cursief laat ik hun samen zonder gepraat verstrengelen in elkaars armen om ware liefde te delen. Zijn lieve kusjes op haar voorhoofd zijn woorden uit een zoveelste boekdeel. Ik laat haar terug denken aan die mooie dagen aan zee, aan de zon en zijn grapjes. Herinneringen die stiekem onverwacht uit haar ogen komen vloeien uit de letterbak en rollen over haar wangen. Hier -zo op papier- ziet ze hem met haar half geopende oogjes en voelt ze hem in gedachten dichtbij. In haar kleine schriftje een prachtzin : * Jij ziet mij graag zoals ik ben* Zeven woorden, alleszeggend over haar ware liefde voor hem. 
    Als de morgen het wint van de nacht laat ik haar naar beneden lopen. Met beide handen omknelt ze een warme mok geurende koffie en lijkt het of ze zijn warmte tussen haar vingers voelt. Glimlachend begint een nieuwe dag, waarin ze weer van hem houden zal.

    Unterlauten, Gonggrijp en het zesde zintuig.

    Maandagochtend, de radio op zacht. Nog koffie. Méér dan mijn bekommernis om de mensen van Unterlauten denk ik aan de littekens van haar ziel. Januaridagen, regen. Gisteren hadden regen en wind ook al hun eigenzinnig spel gespeeld. Terwijl ik lurk aan een eerste sigaar (ik weet het, no good) speelt mijn zesde zintuig mij parten. Een gevoelsmens als ik worstelt soms met gevoelens. Uit mijn bibliotheekkast pluk ik een werk weg van H.C.Berendt :”Voorgevoelens”. “De rosse” (ondertussen wakker) stoort er zich niet aan, zelfs niet als ik haar zeg dat voorkennis, of precognitie, niet bepaald een zeldzaam fenomeen is.”Ik heb/had het voorzien!” heeft iedereen al wel eens gezegd.

    Unterlauten, Gonggrijp en het zesde zintuig.

    Ik trek mijn jas aan. Wandelend in het park regent mijn gezicht vol. Haastige forenzen (die een short-cut nemen naar het station) hebben géén aandacht voor mijn mijmeringen. Op een doorweekt stukje papier schrijf ik neer (in vraagvorm) of de mensen van Unterlauten het goed stellen, of Gongrijp zijn paraplu het wel hield in de regenvlaag en of mijn zesde zintuig het allemaal goed inschatte.

    28-01-2019 om 07:39 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFRIKAANSE KLEUREN, OMFLOERST MOMENT EN GEHECHTHEID.

     

    AFRIKAANSE KLEUREN, OMFLOERST MOMENT EN GEHECHTHEID.

    Ochtend. Koud, kil terwijl een maanmuzikant zijn laatste noten speelt op een viool waarin verdriet verdampt. Op de hooizolder-op het erf van boer Nest- luisteren katten mee met grote oren. Even staat de tijd stil en zoekt zijn verloren wijzers. Straks is er het schitteren van de zon op de toren,het plein vol sneeuw rondom de ijskoude kiosk. De daken met ijskegels en kristallen die breken.

    In Lenaerts gedachten staan in dit besneeuwde dorp -bij een kraam- moeder en kind (in die warme Afrikaanse kleuren) frieten te eten. Schijnbaar smaakt het hen. Gelukkig...Hoe ze hier terecht kwamen, god weet vanwaar en waarom. Stevig ingepakt kijkt de sneeuwman mee van over de muur.

    Afrikaanse kleuren, omfoerst moment en gehechtheid.

    Buiten op een tak stilte rouwt geen blad meer om winter, ze zijn gevallen. De wasdraad is dezer dagen eenzaam verlaten tot deze week zich sneeuw plooide rondom zijn strekking. Hij wordt ingedekt en verwarmd in gedachten. Het eitje waar een vogel zijn klaaglied zingt, al is het maar voor even iemand die luistert. Zo zijn wasdraad, vogel en sneeuw elkaars winter vrienden.

    Tussen de plooien van de nestwarmte palaveren vraag en antwoord op zoek naar de kleur van haar ziel. Het is een soort mengproces tussen schimmen van stilte.Een weten zonder woorden zoals de meeuw die tuurt over het strand en een volzin wil stelen.

    In gedachten laat ze hun woorden vliegen zonder vleugels. Nog half slaapdronken weet ze dat hun woorden elkaars gezicht weerspiegelen in de stilte van het water, dat het zich liet strelen om het zwijgen te laten in gedachten als een zending.

    Afrikaanse kleuren, omfloerst moment en gehechtheid.

    De verdwijnende duisternis baart een omfloerst moment. Poëziedagen liggen er stil bij, Nodigen uit tot het woord terwijl luisterbereidheid een witte vlag strijkt. Lenaerts zoekt tijd, een onzeker lichaam met dat oneindige harnas. Buiten bepaalt de natuur de regels in het landschap. Het is de wind die richting geeft aan het jaargetijde, 
    vaak nat en diep is de aarde zwijgzaam. Een koppig kind stampvoetend zonder redenen, het water wild, uitzinnig in zijn kolken. Voor wiens rekening, denk je dan. . Dat hij het zelf niet weet wind wat hij is, en dan verdwijnt. Hij schuilt in stilte met zijn recht op adem van wie hij hem ontnam,vervormd naar de grillen waartussen overleven telt,zelfs dat landschap breekt op de muur van zijn tijd.

    Afrikaanse kleuren, omfloerst moment en gehechtheid.

    De rosse” is wakker. Ik herlees een mooie tekst terwijl ik nip aan een eerste tas koffie.

    Vijfentwintig jaar getrouwd zijn en elkaar nog in de armen vliegen op het perron van de Gare du Nord zoals in een film noir van Jean Renoir. Langs de zee wandelen tot de broekspijpen nat zijn, en dan toch nog in dat chique restaurant gaan eten, en daarom lachen. Elkaar een boek voorlezen. Is dat romantisch? Ja, maar dat is de liefde ook, romantisch. Niet elke dag, maar van tijd tot tijd wel.”  Mooi hé. Het is nog vroeg. Terwijl ik denk dat woorden trager gaan in de koude, vlaagt er zacht wit dwalende zijde zacht een vlokje door de ochtend. Aarzelend tussen licht en donker komt de regen. Even wolkend smelten mijn gedachten weg in onze gehechtheid.

    Afrikaanse kleuren, omfloerst moment en gehechtheid.

    Het is zaterdag. Uit de letterkast wurmen zinnen zich naar het klavier. Ik schep een heerlijke thuis waar kaarsjes branden, de kachel zijn vurige rode gloed etaleert en zij rust in liefdevolle armen waarin ze weg droomt. Mooie en tedere momenten lopen voorbij terwijl ze zonder voorschrift geniet tedere geborgenheid. Met hun ware liefde voor elkaar wandelen ze nu samen door het leven. Ze kijken even elkaar aan, morgen gaan ze opnieuw een nieuwe mooie dag inslaan. Zachtjes rust het boek in haar schoot terwijl hij haar kort door de haren strijkt. Handen omarmen een mok koffie. straks strengelen de hare om de zijne. Het zijn winteravonden in nestje wel te vree zonder woorden. 
    Ze sluit haar ogen en luistert stil. Gedachtengoed met muziek van de ruisende zee, orkest van achtergebleven voetstappen. Ware liefde vervat in stilte. Bruisend en cosy intiem als lichamen spreken in vloeiende bewegingen. De kachel en het boek stille getuigen, de kaarsjes langzaam dovend en zij beiden bedwelmd in een warme ware liefdesmood.

    Afrikaanse kleuren, omfloerst moment en gehechtheid.

    No more coffee, ik ga douchen. “De rosse” slaapt terug. Op een notitieblokje kriebel ik eerst nog snel : “garageke, kastje, afstandsbediening”, het is mijn eigen manier om kernwoorden te onthouden. Terwijl een fijn ochtendmoment wegebt draag ik haar liefde mee, probeer ik Afrikaanse kleuren te begrijpen en lees hoe een omfloerst moment begrijpende gehechtheid in ware liefde sterker maakt.

    26-01-2019 om 13:18 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WAT ZINNEN DOEN

    Ochtendvruchtje...

    WAT ZINNEN DOEN

    De daken vol rijm, pannen lijken als wafels met suiker wit bestrooid. Op het erf van boer Nest vallen echte vlokken. Het sneeuwt, het ganse landschap wordt van witte orde ongerept zo blank als een kinderziel. In de kerk -net géén zeven- preparen kinderen zich voor de eerste biecht. Meisjes, die nog maagdelijk wit dromen, monsteren de ouwe pastoor met argusogen. Dreams.. Over een dag die wegglijdt in de rust van een avond waar ware liefde zich nestelt in een vertederende omarming. Aan het haardvuur popelende stapels houtblokken die een eigen spel willen spelen in het vuur. Ogen sprekend als stemmen zonder woorden, terwijl kriebels zich een weg vechten uit schoenen. Idyllische klanken sluipen uit harten terwijl twee glazen rode gloed wachten op verstrengelde handen. De ware liefdeswereld glimlacht zichzelf de zetel in. Het donzend deken, uitnodigend decor. Zachte handen reiken naar elkaar. Laat de nacht maar komen. Ware liefde, dat cosy gevoel.

    Wat zinnen doen.

    Ze is net wakker. Buiten is de taxushaag is wit, het terrasje ook. Sporen van een kleine vogel in het eerste laagje sneeuw lijken morse-tekens. Een lapjeskat op winterpoten sluipt heel leep en traag door het schaarse gras.

    Tussen de plooien van de nestwarmte denkt ze hoe vaak ze soms een vogel volgt die de winter doorkruist en ' s avonds bij zonsondergang hoog achter de horizon schiet. Ze ziet hem in feite niet en waar hij gebleven is weet ze ook niet. Het zijn gedachten, terwijl de avond rookt uit de huizen in het blauwe tussen de scheiding van dag en nacht. Even blijft ze hemelwaarts wolken en sterren volgen, als een vreemde jurk van het seizoen die stil over de wereld waait in een stilte zonder woorden.

    Wat zinnen doen.

    Boris is wakker. Als een geoefende viervoetige krijger sluipt hij over het erf. Het is nog stil als het bevroren weiland probeert een nieuwe dag te groeten. Kleine -anonieme-voetstappen die sporen hebben gemaakt trekken Boris aandacht. Het lijkt of oude knotwilgen sidderen en hun geruis een eentonig concert spelen. Het is koud vanochtend. Summier licht schijnt in de kamer waar vragende ogen zoeken om helpende handen. Een zucht glijdt langsheen bevriezende naaktheid als het recht zich toe-eigenend triomfantelijk kraait. Negatieve temperaturen, ijsvorming en de werkelijkheid die met voldane blik een nieuwe dag winter inwandelt.

    Wat zinnen doen.

    Straks na de sneeuw zal de aarde weer een dag  grijs zijn. Het deken over de huizen, hun daken , de straat en het landschap verdwijnt. Niet alleen de winter is een bipolair seizoen, gespleten in schoonheid en gevaar dat loert achter hoeken en kanten. In een klein schriftje leest ze over een tijd van vertroebeling. Op het boekenrek Fjodor Michajlovitsj Dostojevski worstelend met schuld en boete.

    Wat zinnen doen.

    Koffie en verse “rosse” brokjes. Bij het dalen van de nacht in de fonkeling van het eerste licht bemerkt mijn geest dat je naar me kijkt. Een ster, daar bespeur ik jouw lach. Terwijl ik nip aan een eerste tas koffie stel ik me voor dat jij bij me bent. Jij, als een koele bries die in één moment mijn wang streelt. Ik voel jouw liefde die je zacht en ademloos met me deelt. Bij het summiere licht van het ochtendgloren en de stilte van de nieuwe morgen bekijk ik een foto. 
    In een poging “schoonheid” te beschrijven kom ik aan deze zinnen. 
    Een parel ben jij, een soort koningin dartelend op het strand aan de zee. Of mijn oester, zorgzaam gekoesterd. 
    Lief, zorgzaam en aardig maar vooral rechtvaardig. Samen het ware liefdespad belopen, liefdesvuur niet te doven. Verzonken in gedachten monster ik telkens weer dat fotografisch beeld. Jouw glimlach en ogen zeggen zoveel over ware liefde.  Lurkend aan een sigaar denk ik hoe we wederzijds het geluk van mooie en intense momenten, maar ook mindere ogenblikken en tranen met elkaar delen.
    Ware liefde zit vervat in kleine dingen, gevoelens en zonder woorden. Mijmeringen bij een kop heerlijk geurende koffie die de vlinders in mijn buik telkens weer tot leven brengen.
    Ogenblikken van intens geluk en warme gloed, de start van een nieuwe dag...of wat zinnen met een mens kunnen doen. Ik voel me woorddronken.

    24-01-2019 om 03:36 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SUIKERGLAZUUR, ZILVERDRAAD EN JIJ

    Ochtendvruchtje..

    SUIKERGLAZUUR, ZILVERDRAAD EN JIJ

    Op bevroren kleine plassen stapt koning Winter richting bosrand. Het lijkt of een soort geest -met raadselachtige glimlach- door het landschap dwaalt. Ijzig blauw de lucht, de stilte wintert. Een jonge buizerd roept kraakhelder de hulp in van zijn ouders, als hij opschrikt door het geluid van een in de verte razende vroege trein naar nergens.

    Galmende kerkklokken klepelen zich vanaf de ietwat overhellende toren de koude ochtend in. De dorpskerk - nog verlaten- , bekers leeg voor de morgendauw en een kelk die wacht op zoete wijn.

    Suikerglazuur, ziverdraad en jij.

    Nog gekoesterd door de nestwarmte denkt ze aan de vele knuffels en vertroetelingen die haar ziel teder raakten. Het lijkt een puzzel van honderden stukjes, foto's en beelden van emoties die door haar gedachten lopen als vloeibaar suikerglazuur. Nostalgisch rekbaar omfloerst het haar hart. In een land zonder naam tovert iemand zilverdraden, zijn er toonladdersdie koorddansers laten balanceren in een spiegel van ware liefde. Het lijkt even of een viool haar ziel zoekt. Ze streelt fijnbesnaard langs de weemoed in haar hart. Binnenkamers buigt een licht gewelf, stokt haar adem en breekt een gesponnen zilverdraad.

    Suikerglazuur, zilverdraad en jij.

    In de verknipte werkelijkheid wil ze in het ijs schrijven wat zich bikkelhard uitspreekt in haar ziel.De realiteit. Knoestige knisperende ijzige vorst, rijpende nevel op een witte korst. Oranje gloed, zon bevrijd. Stilte heerst, bevroren tijd. Buiten hoort ze mensen praten -zo vaak als het goed gaat- maar muisstil zijn als de storm toeslaat. Principes brengen schoenen vol met lood, empathie vreet aan een voetzool. In het kleine schrifje herleest ze geschreven zinnen. “Als we respect geven, hoe dan ook
    willen we op zijn minst begrip terug.” Haar hart gaat overboord.

    Suikerglazuur, zilverdraad en jij.

    Stad van duizend en één culturen. Vroeg wakker zie ik een wolk, eenzaam en verlaten door soortgenoten die hooghartig neerkijken- maar zo, prominent aanwezig, mij persoonlijk raakt. Een wolk neemt even het zonlicht wegvan de nieuwe morgen, vertaalt alle kleuren naar zijn grijs, terwijl jij mij vertelt in een paar tellen over zinloos gepreek, illusie van en nog zinlozer energieverlies. Ik luister en zwijg en hoop. Uit mijn knuffeldoosje pluk ik liefdeswarmte, verpak het in dun teder papier en laat het door het geopende raam wegwaaien.

    Suikerglazuur, zilverdraad en jij.

    Door-en langsheen mijn wereldstad slingert zich het Albertkanaal, rookt de vredespijp telkens als de opkomende zon vorst ontmoet. Ik laat Leanerts wandelen in haar eigen tekst. “De rosse” snapt het niet. Buiten geeft de lucht wat ze beloofde, de straat kleurt wit en de wind slaat striemen. Het lijken vlugge vingers die een koude bolster openen en zichzelf een weg naar binnen graven. Bij een vierde tas koffie moet ik denken aan de eenzame accordeonman die ik vaker zie zitten aan het station. Wankel krukje, doffe blik en een geblutste koekendoos als een soort geldkluis. Hij speelt ook steeds hetzelfde deuntje en fluistert in zichzelf ‘dat weten ze toch niet’. Barkoud tovert hij -zomaar uit zijn instrument- vinken, lijsters, nachtegalen in goud en zilver,in rood en blauw of purper tinten in een regenboog aan kleuren. De vogels, ze herhalen telkens weer hun stereotype strofenzang terwijl ik ze zie fladderen rondom zijn pet. Schrijversgewijs laat ik ze verdwijnen in de plooien van zijn accordeon. Wiegend en breed lachend buigt hij met zijn hoofd en werpt een schalkse kus langsheen de schuifelende forenzen. Soms komt hij ook bij mij terecht, die vrije vogel kus. Dan denk ik aan jou … aan suikerglazuur en zilverdraad.



    22-01-2019 om 11:03 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    JONG LUIPAARD, TIJDSROVER EN BEETJE KOUD

    In een wereldstad duikt uit de winterse mist de eerste bus op, als een soort reptiel op wielen sluipend reizend het binnenland in. De winter verbindt daklozen in de kou van hun aftandse jassen. Een jas als een jong luipaard met trendy ego, en toch heel alleen stapt huiswaarts.

    Ik worstel nog met letters en laat mijmers langs mijn hart glijden.

    Ik zie hoe ze mij -ochtendlijk vroeg- een kopje koffie brengt. Zij ziet hoe ik mijmerend naar het onbeschreven vel papier zit te staren. Haar vragende slaapoogjes ontlokken mij spontaan deze zin. 
    * Vandaag wordt het een dag zoals die dag waarop jij mij de eerste keer gekust hebt, de dag waarop jij mijn woorden gestolen hebt met je lippen* 
    Glimlachend llaat ik ze dan mijn werkkamer uitlopen. De tijd heeft ons samen gebracht in ware liefde uitgedrukt in eigen stijl.

    Jong luipaard, tijdsrover en beetje koud.

    Aan de bosrand vriest krakende stilte zich rondom de vijver. Een vroege eenzame wandelaar lijkt woorden te wandelen in de lichte winterstilte van januari. Als hij even halt houdt monstert hij het uitgemergelde riet waarin een winterspin zich doeloos laat zakken aan een draad. “Zinloos”, denkt hij wat ze doet. Het hiphoppen van een merel kort bij de beek heeft iets echt vrolijk. Rondom het erf van boer Nest ligt barre aarde in de kou te verstijven, het lijkt of het gras net uit een kapsalon gewandeld is “snit bros” terwijl de mist -treurig traag- zijn adem dicht plooit langsheen de schuur. Té oud geworden sleept -de vogel die niet meer vliegen kan- zijn vleugels over de gronden van het braakland waar hij wil vertrekken.

    Oeyen schrijft een mooie zin over wolken heen. “Het ochtelijk licht draagt de kracht van levenslust traag naar de middag.”

    Jong luipaard, tijdsrover en beetje koud.

    In de tuin staan nog wat resten van kolen als een winterparaplu zonder doel. Knoestige kale takken van de beukenhaag hebben nog dorre blaadjes. Laag bij de grond blaast de gure noorderwind. Vinken slaan gretig om zich heen bij het voer op een tafeltje, familie Gull komt zoals dagelijks een groet kwetteren en ziet hoe vetbollen lonken. Ze leest in het kleine schrift hoe mooi Lenaerts momenten vangt in zinnen.”Een ogenblik tijd houdt zich geklampt aan de dringende doortocht. Lucht heeft zich kwistig gestreept, zwaarmoedig om het behoud van de aanblik. Maar niemand kan de tijdsrover hier vangen. Zelfs een witte krater weent om het vluchten bij het afleggen van zijn gescheurde mantel. Huivert voor deze tegenstelling, ook dit moment verlaat alweer zijn wortels.”

    Jong luipaard, tijdsrover en beetje koud.

    Schaakmat gezet blijft de dag nog even liggen. Het raam, de muren en de stilte. Ze hoort hoe de koude uit de bomen valt. Zo vroeg bij morgen, Intensief voelbaar In een indringende stroom van ijzige lucht die zich rondom haar slingert. Gevallen boek, gevallen doek...In een dichtbundel vraagt iemand zich af : wie kan mij zeggen wat niet te zeggen valt, dat ik bij jou wil zijn altijd hier en nu ook als het niet kan of wellcht niet mag. Dan nog zijn het koude harde noten te kraken tussen de tanden van de tijd, ik weet dat jij het begrijpt als ik brieven wil schrijven zonder woorden.
    Als deze waarheid altijd verwrongen of ontkend en dan geen waarheid meer is, hoe dan de herfst in mij groeit zonder ooit de zomer te zijn van een blinkende hoogvlieger. Of hoe de liefde (ach, het woord) zich verkleedt voor vele goden die dan hun epos bevestigen zonder schaamte. Hou mij dan toch vast, laat me niet ontglippen op de adem van hoop die ik in jou nooit wil verliezen.

    Jong luipaard, tijdsrover en beetje koud.

    De rosse” is wakker. “Het is een beetje koud”, stamel ik haar toe. Géén reactie. Ik nip aan mijn zesde kopje koffie, ik voel hoe iets in mij binnendringt alsof het een warme gloed is van een houtkachel. En toch... In een zonder woorden tafereel maar alles zeggend laat ik op papier twee mensen samen genieten van kleine dingen. De ontluikende nieuwe dag, de vrieskou en hun vrije dag. Stilletjes hoopten ze op sneeuw. Samen kuieren op het wit tapijt. Nadien onwijs romantisch en gezellig hun natte sokken in de wasmachine stoppen. Hun benen en lichtjes bevroren tenen laten verstrengelen. Blauwe plekken tellen na de glijpartij. Een goed boek en warme chocomelk, genesteld in de zetel. Hier laat ik hun rusten, zacht en teder in elkaars armen. Zonder woorden tafereel maar alles zeggend. Stijn's Lijsternest heet hier Ware Liefdesnest. Terwijl ik lurk aan een sigaar en “de rosse” al ontbeten heeft ebt de warme gloed weg. Ik tuur naar buiten. Door de vrieskou heen zie ik onzichtbare draden zinnen weven over afstanden heen. Het mooie van het onbegrijpbare is voelbaar. Telepathie, voorspelbaarheid als de tijdsrover wegrent zichzelf in een schaduw achterlatend. Een jas als een jong luipaard met trendy ego 
    en toch heel alleen, is eveneens verdwenen. Als de sporen van zijn uitgewist, klaart de nieuwe morgen volop. Het werd een beetje koud...het was een beetje...

    20-01-2019 om 08:32 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ERGENS TUSSEN NIETS EN IETS

    ERGENS TUSSEN NIETS EN IETS

    De nieuwe morgen ontwaakt. Langzaam wordt hij wakker in de verregende lucht, terwijl de wind zijn spel speelt in het langschap en aan de takken van de bomen schudt als een wildeman. In de voren tussen de weilanden, dichtgeslibd, verrichten de laatste bladeren hun trage dodendans. Aan de bosrand, langsheen drie kortgewiekte bruine maisakkers houdt familie Chew een onderonsje met professor Tawny Owl. Op een skeletvormige struik gaat het gezin Magpie wippend en bekvechtend tekeer. Neen, bessen vallen er niet meer te pikken. Het bos zwijgt zijn stilte terwijl een kille dag langzaam druipt tussen de takken. Een schichtige eekhoorn -moe en beu van het wachten op Godot- springt als een acrobaat van tak naar tak. In de stal van boer Nest liggen de koeien nog loom te herkauwen.

    Ergens tussen niets en iets.

    Tussen de plooien van de nestwarmte laat Lenaerts woorden glijden. Ze ontwaakt langzaam en ziet zichzelf bergen maken van hopen herinnering die ze beklimt. Soms verdwaalt ze in haar woorden op hun ruggen en vindt de rust in een bos met toekomstpoorten. Ze praat er met de dieren, oude vrienden en ziet nieuwe boodschapdragers aan de voet van de bergen. Soms overvalt haar honger en dorst maar proviand in een rugzak heeft zij altijd bij. Voor vandaag en ook voor morgen. Buiten waait de wind zacht en terwijl ze nog gevangen in dons de rug strekt, hoopt ze dat de wind haar woorden naar hem toe waait waar de tijd hun nu scheidt.

    Ergens tussen niets en iets.

    In de schrijfkamer heerst een soort weekendmodus. Uit de stapels ochtendvruchtjes herleeft een pagina. Het vertelt over hoe het is als de avond valt en de nestwarmte mij omarmt en schapen tel. Ik tel...tel nog meer hoeveel maal jij reeds verscheen. 
    We wandelen samen door the streets of London. Monsterden vliegtuigen op London Stansted en dansten in gedachten bij een glas wijn een tango in Buenos Aires. 
    In het hard geworden zand aan zee tekenden wij een hartje. De nacht als bühne en jij in de hoofdrol. Sterren fonkelen en verlichten de donkere paden. Mijn leven is een hemel, jij mijn favoriete ster. Ik koester mijn gedachte, maar nog meer mijn hoofdrolspeelster. Ik sluit mijn al half slapende ogen terwijl ik ons zie dansen in het donker.
    Dit is het toneelstuk van ware liefde met constante extra verlengingen.

    Ergens tussen niets en iets.

    De rosse” -al de zoveelste maal- weggezakt in een extra kattenslaapje merkt er niets van hoe ik nip aan mijn derde tas koffie en haar ondertussen bestudeer.

    In de stilte van de ochtend aanhoort het aroma van een kop koffie mijn mijmeringen. Over haar met opgewaaide korrels zand vermengde glanzende haren, haar ogen vol twinkels en zoete zachte lippen. Hoe ze beiden hun hart volgden, elkaar plagen en samen lachen. Over hoe ware liefde altijd wint. 
    Op mijn werktafel ligt een boek in wachtmodus. Buiten strekt de nieuwe dag zich uit. 
    Ik sluit even de ogen, zie haar in gedachten en prevel bij mezelf ... ik zie je zo graag! 
    Als ze straks de nestwarmte zal ruilen voor de ontbijttafel,
    hoop ik dat de volgende regels haar een glimlach om de lippen toveren. Want de schoonheid van ware liefde is....

    Ergens tussen niets en iets lag het begin...Stilletjes te wachten op een tovervonk...
    die JIJ wakker kuste...die eerste kus vol ware liefde dat is onze blijvende reden!

    Ergens tussen niets en iets.

    Het licht heeft gewonnen van de donkere nacht. Het is koud en kil, herfstige tijden vol wind en regen.

    Het genoegen van een onzichtbare omhelzing vermengt zich met de geur van de schrijfkamer Buiten huilen de weergoden zachtjes, gevallen tranen tikken tegen het raam maar tussen onze harten schijnt een regenboog. Ware liefde is nooit verpakt in gekleurd toverpapier, maar schuilt in gevoel en bekommernis vertaald in oprechte lieflijk gedeelde woorden. En zo gaan ook vandaag mijn woorden hun eigen weg, ergens tussen niets en iets.

    19-01-2019 om 07:17 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BRIEF VAN HAAR HART

    BRIEF VAN HAAR HART
    Nat als een waterhoen is de ochtend. Het is koud. 
    Nog even en dan gaat de week in bad, schrobt zich helemaal schoon en zoekt nieuwe kleren. Weekend. Wakker. 
    Tussen de stilte van de muren breekt de kilte. 
    Zware luchten drijven een klad eksters over de velden als haar vertederende middelbare hart denkt aan teder blanco ontwaken. Zo net wakker lijkt vandaag mooier dan gisteren als ze denkt aan zijn guitige jongensogen. 
    Op de met nestwarmte gevulde matras glippen gedachten haar hoofd binnen. 
    In een parafraserende tekst verschuilt zich de waarheid. 
    Met een dubbel beeld en gespleten tong speelt de geveinsde goede huisvader pater "omni potens" over zijn eigen bekrompen kleine rijk. Hij nodigt niet uit, verbergt zich in muffige gedachtenschuiven waar voorbedachtheid altijd om de hoek loert. 
    Minzaam strijkt hij neer, klieft lijf en leden, aanmanend zachte toon in de schaduw van de schone schijn. Eventjes mag je nog eens je gedachten luchten, opgegeven braaf verzet en een minzame glimlach verder gekortwiekt.
    Brief van het hart.
    De denkbeeldig gespannen barrière van schrikdraad begeeft. 
    Zoekende ogen, nauwe opwelling terwijl ze de ingehouden strakheid van een duwende handpalm voelt. Buiten speelt de strakke gure noorderwind om het huis als diep van binnenuit vezels zich verbijten en een blote bast mee buigt met de wind mee, als een zucht een bliksemschicht door de kamer jaagt. In het fluwelen kussen verschuilen zich doorstane stormen. Woorden zwijgen, alles gaat gedempt terwijl een gedachte breekt en zich laat meevoeren bij eb en vloed. 
    De warmte van haar gedachtendroom spoelt weg als vingertoppen langzij drijven. De geest bevriest als vluchtig steigeren zich hult bij het summiere licht in een mantel van bedriegen wijl een lichaam liegt. 
    Langzaam verwoestend gespeeld gestreeld, natte wang zwart geproefd. Dwangmatig gefriemel van een tong en poriën van de huid die vechtend verliezen van de melancholie. Schaduwschelfen in spiegelbeeld en gesnoerd vast in nevelen, verschrikt en verloren meewandelend denkend aan het huis van ware liefde, het is daar waar haar hart is. 
    Geweten en gedachten navigeren een route. 
    Brief van het hart.
    Voor de spiegel werkt een aangezicht de rimpels der zorgen weg. Dat ze zichzelf soms niet meer is komt ze met wrevel tegen.Een spiegel verraadt niets, weerkaatst haar aan de buitenkant maar ziet de binnenkant niet en daar gebeurt iets dat haar tegen een muur drukt. Soms wil ze hem slopen om bovenop te gaan zitten en victorie te kraaien. 
    De muur, keikop van gewapend beton die weet dat ze haarzelf zal bijstellen. Het is een raderwerk dat loopt in de tijd, met trage slag minuten aangeeft. Haar hoofd zoekt rust, de motor bijstellen en gedachten luchten. Ze hapt naar adem, voelt de wind die haar naar elders meevoert alsof hij haar naar ware liefde vleugelt.
    Als de maand straks de deuren sluit wachten buiten bomen op de nieuwe lente. 
    Regendruppels vangen nieuw licht als de schrijver enigszins stoïcijns en in het omslagpunt midden het geruis van zijn woorden lurkt aan een zoveelste sigaar en op een foto een schelp bekijkt die zanderig ligt te blinken.
    Een echo van ware liefde schalt zichzelf de kamer in. 
    Op het bureau rusten Ilja Leonard Pfeijffer zijn idyllen. Op de vertrouwde schouder die geboden wordt sterken alle tedere dappere liefdeskrachten zich in een extra veerkrachtige stap. 
    Met veel begrip en bijna zonder woorden verstrengelen vingers zich in een verhaal. 
    De deelzaamheid van gebundelde sterkte. De kracht van ware liefde in samen gedragen momenten. Volmaakte eenheid in gedeelde tranen.
    Brief van het hart.
    In de letterbak knuffelen wat vederwoorden elkaar. Lenaerts fluistert me toe over het geloof in schaduwstilte die ongevraagd komt, maar ook zo weer vertrekt. 
    “De rosse” snort in poezendroomland terwijl ik voel hoe een goeie morgen een beetje uit de richting vloog maar zacht landt in mijn hart. Terwijl ik nip aan mijn zesde tas koffie deel ik het gekraak in een ziel, voel de deur van weemoed dicht vallen en geroep om wat troost. Ook al zie ik haar niet, ik lees de brief van haar hart. En ik denk, laat me eens wonen...ja daar.
    Ridder Klaroen begrijpt me en knipoogt.

    18-01-2019 om 05:37 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ORATORIUM TROOST EN VRAAG

    Ochtendvruchtje...

    ORATORIUM TROOST EN VRAAG

    Akkers en weilanden sluimeren, doods zonder bedrijvigheid. Het januari landschap lijkt een blinde muur, wekt een waas van geheimzinnigheid op terwijl een witte nevel langsheen wachtende bomen glijdt en hun wenkt uit hun stam. Ochtend, geur en kleur met allerlei gezichten ontwaakt. Dreigend donker of bevrijdend lichten? Fluisterende bladeren zijn reeds al een tijd gestorven, aan de bosrand palaveren eekhoorns over 't laatste grote dierenbosnieuws terwijl op het erf van boer Nest haan Boris zijn kippenharem luidkeels wekt. Verborgen verlangens komen boven, dierengedoe. Op het tuinhek hebben koolmeesjes verzamelen geblazen, ze lijken euforisch. Er is nieuw leven op komst.

    Wolken drijven zachtjes op het ritme van de wind, onbezorgd en doelloos.

    Oratorium van troost en vraag.

    Tussen de plooien van de nestwarmte sluipen gekartelde herinneringen. Foto's halen het verleden naar boven, gekneed tot vandaag in belevenissen van toen. Haar ogen glijden over een mandje vol bedenkingen in zoiets als : ach weet je nog? Zachtjes laat ze haar hand glijden over een imaginaire geoglief waar haar ware liefde in gegrift staat. Aan de muur -gevangen in een kader- lijkt de zee tot leven te komen. Rigoreus zou Elbert zeggen. Het is ochtend en ze hoort een stem die vertelt dat het leven dreint. Het strand schampert, briest en stroomt met éénzijdige verlangens naar binnen. Toornig is het melkwitte bruisen, storm en stampvoetend kolken. Langsheen de muren van haar hart schrijft onzichtbare inkt hoeveel gedogen er is in het mededogen, zolang de storm nog aanlijnd is in een koele schijn van even zijn.

    Oratorium van troost en vraag.

    In een klein schriftje liggen gesloten ogen die je niet hoeft te drogen. Langsheen de rand ligt het verstand, mist het hart vermogen en vraagt raad om tijd. Angst is wreedheid's vangst. Cursief de dwarrelingen van wrange nasmaak die als bevroren tranen naar beneden parelen. Onderaan glijdt moed langsheen verdwenen wolken. Dwalen met gesloten ogen, lippenzoekende liefdeslust tot je de ware liefde kust. Pagina vier, Audenaerd leest. “Wij zijn, tussen twee vingertopjes, elk woord dat jij zoekt. Dat steeds begint als een voorzichtig raken en dan verblindt, daarna...”

    Oratorium van troost en vraag.

    Ochtend van...de ruiten blijven ongeschonden, ook al dwarrelt haar blik naar buiten. De stoelen aan de keukentafel bezet, ellebogen op het tafelblad. Een gebruikte tas blijft onberoerd, de koffie blijft in de kan. De glazen kaarsenhouder – gisteren nog vol van vet en vuur- nu onbenut,
    kaarsen helemaal opgebrand. De ruimte lijkt wel leeg, het gemoed vol. Buiten slingert een trein zich door het landschap. Digitale wegen verwerken aan kruissnelheid het verkeer. In een boek ontwaakt pagina zeven. Terwijl ze bladert
    merkt ze hoe haar bladwijzertje verdwenen is. Tussen pagina 77 en 78 vindt ze een handgeschreven papiertje. * VENI-VIDI- AMAVI*. 
    Ze moet glimlachen.
    Hier en nu dacht ze hoe hij haar telkens attentvol wist te verrassen. Deze drie woorden zeiden alles. In het Engels betekenen ze : we came, we saw and we loved. Dat hadden ze gedaan, dat doen ze voor eeuwig. Voor haar lijkt hij Julius Caesar wel. Stilletjes onderdrukt ze een lachje onderdrukken, denkt hoe ware liefde schuilt in herinneringen van momentopnames, maar ook er zijn in troost.

    Oratorium van troost en vraag.

    In mijn wereldstad, in dagen van grijze kou lijken mensen onbereikbaar in woord. Vroege forenzen -met de nacht achter hun voetstappen- als schuifelende schaduwen wennen aan de zachte duisternis op het asfalt. De ochtend is bitter streng, wil hun verbannen maar blijft roerloos steken bij een poging. “De rosse” bekijkt het allemaal met haar gekende poezenargwaan. Terwijl ik nip aan mijn zesde tas koffie bedenk ik hoeveel openingszinnen van ochtendvruchtjes ik al geschreven heb. Géén idee. Nu ik hier zo zit -in de stilte van een nieuwe ochtend- borrelen gevoelens op. Wanneer schrijf ik een openingszin in geloof bij een oratorium voor troost? Vandaag dan maar. Ik verpak ze in een teder zacht papier, stop er een -vrij te gebruiken- korte boodschap in voor jou en laat een ruiker stilte zich neervleien aan de voeten van onze liefdes boomstam. De horizon van zachte moed daagt op, een hand vol sterkte streelt je ziel en ik schrijf straks een slotzin in een toekomst op een heldere morgen.

    Poging zonder nummer. Ingo fluistert me ongemerkt iets in mijn oor. ik kan slechts stil bevestigend zwijgen, het enkel schrijvend vragen. Ik zie je dan, jij regen in je haar wimpert mij toe. Het schemert in jouw ogen en in je ene hand ligt ’t verleden, in d’ andere de toekomst. Opengeslagen op het bed
    wil ik zwemmen -traag in onze hemel- waar de klok geen wijzers kent. Dijen, jouw lippen glanzend nat als ik jouw lief met heel mijn zijn en vraag of je het wil. Stil bevestigend zwijgen in één handgebaar.

    17-01-2019 om 05:59 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DECEMBER MORNING

    DECEMBER-MORNING
    Een wintermorgen, dwars door de vlakte van verlaten weilanden is rijm van de partij. 
    Dagen worden langzaam langer en nachten hollen achteruit. Tussen de plooien van zijn donkere en grillige kleren draagt koning Winter afwezigheid met zich mee. 
    Ook Lenaerts ziet hoe hij het zonlicht op een min heeft gezet en beslist -bij zijn gratie- wanneer het langzaam weerkeert. Winter spreekt harde en koude taal wanneer hij zijn schare onderdanen uitzendt over berg en dal. 
    Hij laat de schrale
    oostenwind bijten in onze huid, water laat hij bevriezen zonder pardon. 
    De duisternis hanteert hij kwistig tussen de kale bomen hangt heer Vriezemans'adem. De ijsprinses schalt met dunne lippen haar bewondering voor doorzichtigheid uit. 
    De winter draagt geen wanten of sjaal, mens en dier moeten zich verzetten tegen zijn wil en wet die hij hanteert. Tussen Kerst en nieuw verjagen ze hem bij de haard en het vuur. 
    In de keuken van boer Nest schenkt de vlam licht op een brandende kandelaar. Dan zit de winter op zijn honger, eenzaam in zijn eigen stijl en koppigheid van winter te zijn. 
    December-morning.
    Twee mensen in een wereld van chaos en emotie omhelzen elkaar nabij de vloedlijn. Onzichtbaar gebouwde brug van ware liefde. Zachte gebaren geslagen vanuit hun harten, dieper voelbaar dan gesproken woorden. Ware liefde, als stilte een taal geworden is en waar gedeelde smart zichzelf mag zijn.
    December-morning.
    Haar flanellen pyjama koesterde -tussen de plooien van de lakens- nog even de nestwarmte. In haar hart wakkert de warmte voor hem. 
    Slaapoogjes zoeken tastend naar haar bril. Vannacht had hij naast haar nog open geslagen boek een briefje gelegd. Zijn handschrift had haar een mooie zin getoverd. 
    * Voor de hele wereld ben je iemand, maar voor mij ben je de hele wereld *. Ze drukte het briefje tegen zich aan. 
    In de stilte van de ochtend fluisterde ze bij zichzelf hoe zeer ze zijn liefde koesterde. 
    Het zwerfkind op zoek naar ware liefde was eindelijk op de juiste bestemming. 
    December-morning.
    "L'amour, c'est être toujours inquiet de l'autre.". 
    De nieuwe morgen ontwaakt terwijl achter grijze wolken zich hongerige ogen verschuilen. De kracht in haarzelf spiegelt zich even en trekt een cape aan. De duisternis verhult het moment van de plaaggeest , momentum van herkenning der rillingen. 
    Wijl het innerlijke brult lijkt de wereld even leeg. Een doosje knuffels opent zich, aan de muur neemt een stil natuurgebaar zijn eigen plaats in. 
    Aan zee eren vrije vogels hun kode strandleven terwijl een rotskust van schelpen in getijden de eigen gedachten laat verteren. 
    Als een verdwaalde merel neerstrijkt op de vensterrand terwijl ze in nachtjapon nog aan een traantje wegpinkt, denkt ze aan hoe ware liefde smaakt. 
    Straks maakt een eerste slokje koffie haar nog bewuster van de schoonheid van gedeelde bekommernis.
    Moeilijke dagen. Als gisteren al voorbij is en morgen in feite nog niet vandaag is, praten zielen. Het liefdeslandschap vult zich met emoties.
    December-morning.
    In een wereldstad vult kaarslicht de schrijfkamer. Hij bedenkt hoe het rare weken zijn, voor mensen die ware liefde kennen en koesteren.Terwijl hij nipt aan een vierde tas koffie vult de pen zich met gedachten. Hoe hij aan God gevraagd had om wijsheid en problemen kreeg om ze te leren op lossen. Om moed had hij gebeden en God hem angsten had gegeven om te overwinnen. 
    Rijkdom was een droom maar God gaf hem hersenen en spieren om mee te werken. Hij vroeg om gunsten en God gaf hem kansen. Op een dag had hij ware liefde gevraagd. God vroeg hem geduld en gaf hem op een dag haar. Kerstmis is verleden tijd, maar toch had hij God nog een vraag gesteld. Of hij in het nieuwe jaar -één keer?- ridder Klaroen mag zijn. Een bede. Nu vraagt hij niets meer. 
    December-morning.
    Het is bijna 2019. Schimmen dansen nog een laatste maal met angsten. Samen spreken ze met zorgen en hoe moeilijk het ook is of was, ware liefde maakt alles waterpas. 
    Terwijl “de rosse” nog in poezendromenland snort vindt ware liefde troost in droefheid, stilte in tumult, rust in onrust en hoop in wanhoop. 
    Hoe mooi, “schoon” is het niet alleen te zeggen dat ik nooit zal vergeten hoe jij me alles vertelde, zonder iets te zeggen. December-morning, US-ochtend.

    16-01-2019 om 05:51 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TIKT DE TIJD

    TIKT DE TIJD
    Het regent . Aan de bosrand, natte bankjes waar niemand gaat zitten. Doorweekte gangpaden en zijn plassen zonder blijdschap. Twee vroege wandelaars schrijnen langzaam als grijze, stille en langzame schaduwen door de zondagochtend. Het regent op de zon van de verleden dagen. 
    Ze kijkt vanuit haar slaapkamerraam naar de trieste, bijna onbeschaamde regen. Er zijn zo van die dagen dat het zwaar valt in gedachten. Het regent nu op geluk, op herinneringen. Motregen op beelden en de stilte van een regenbui. Meander, haku. Donzen deken dekt ,langzaam ontwakend landschap, zon aarzelt nog wat.
    Tikt de tijd verder.
    Door de gordijnen slingert de schemer van de verhulling rond. In het kleine schriftje trekt een blauwe lijn de grens tussen het vroeger van voorheen, tussen het nu en later van aanstonds.
    Gonggrijp leest zijn “stille getuigen”. Parafraserend over de ruimte weer een kamer laten worden, de haperende vingers langs een kapotte snaar en vervlogen noten in een echo. Verstomde verhalen vol van de ochtend. Tegen het vergeten in, zegt Elbert klinkt een geruststellende gedachte vol ware liefde. 
    Tikt de tijd verder.
    Bijna 2019. Ondanks alles wat men heeft gezien, tikt de tijd verder. Ondanks alles wat men heeft gehoord, tikt de tijd verder. In kille situaties, lijkt de tijd te stoppen, ..voor een poos. 
    De liefde, de haat, van gezellig samenzijn tot eenzaamheid. Toch tikt de tijd verder.Tik tak, alsof het nooit gebeurd is. Tik tak, alsof er nooit verandering in komt. Iedere situatie, lijkt in tijd te verschillen. Maar toch tikt de tijd voor iedereen even snel. Ondanks alles wat men nog moet horen en moet zien, tikt de tijd verder.
    Tikt de tijd verder.
    Deben ontwaakt, dicht een vers over druppels op een hete plaat. Bert, en toch...als er vele druppels dansen op een hete plaat dan wint de dans van de onverschilligheid. 
    Ik zucht even, laat Deben weten dat ik niet akkoord ga. 
    In dezelfde zucht blaas ik hem toe dat voor mij ware liefde inhoudelijk een bijzondere peilbare combinatie is van begrip en bekommernis in een zielengevecht. Ook ridder Klaroen is wakker. 
    Zachtjes heelt hij het schreeuwen dat op de rand van haar lippen balans verliest, Vertelt over hoe vallende bladeren haar zacht zouden strelen in een geruisloos vallen en een schreeuw, weggeslopen zijn eigen weg gaat. 
    Waar jij niet bent, spreekt de stilte onderhuids.
    Tikt de tijd verder.
    Geerts wandelt in mijn wereldstad. In de verlaten straat een olievlek in de vorm van Belgisch Congo.
    Op de lantaarnpaal een kraai, die roept : “Kharma van de Sarma !” Straks de eerste tram vol Kenny’s en Benny’s, Gina’s en Marina’s en één enkele Rachid.
    Straks wordt 2019 geboren. Ik geef mijzelf de beste wensen. Om mijn hoofd even vakantie te geven, kneed ik langdurig deeg, kijk ik de pretoogjes van “de rosse” af, bind ik mijn loopschoenen aan en trap in het park bevroren plassen aan scherven. Of geldt dat van die scherven enkel voor een kostbaar servies? Ten slotte pel ik een mandarijntje, hopend dat ik bij negen partjes een wens mag doen, nog altijd telt. 
    Tikt de tijd verder.
    Ik nip aan een vierde tas koffie. Zondagmorgen, dit is de tijd. De klok tikt, maar daden verlopen een héél lichaam langs de lege stoel zijn afwezige oprechte verhaal. 
    Buiten fladderen vogels gehaast naar hun onbepaalde verte. Op de zetel ligt een handdoek. 
    Ik verwonder mij, omdat ik haar niet heb uitgevonden zoals jij met mijn wereld doet, en ik mijmer over een fijnbesnaard liefdesspel in deze grijze onbestemde morgen. 
    Wij, zwanen in vederdonsen ware liefde. 
    Tikt de tijd verder.
    Lees de krant van mijn ziel. Het dimlicht -van even, daarnet- is gedoofd, een nieuwe dag heeft zich ontworteld uit de nacht terwijl mijn innerlijk vuur brandt. Ik prevel tedere woorden in eenvoudige taal. Het voertuig van mijn geest omzwachtelt je. Het vruchtje is volmaakt als Klaroen je dit tenslotte nog vertelt. 
    Nog voor...wil ik mijn liefde in en uitzingen. Het laten klinken in etherische muziek, je hart als wilde boter laten smelten op de warmte van een enkel door ons begrepen melodie. 
    Ik vloei als de maan en het tij bij je binnen, beroof je van je zinnen en kijk in het diepste van je ziel. 
    De golven waarop ik glijd en dans, mijn evenwicht verlies en gans ondergedompeld in je overga. Me overwinnen laat, op zachte baren. Het schip dat we samen zijn, verdrinken op het einde van het lied en...zwijgen, gewillig in elkaar.
    Tikt de tijd verder, over littekens heen.

    15-01-2019 om 07:15 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HUIS VAN LIEFDE

    HUIS VAN LIEFDE 
    Straks wanneer de nacht zichzelf omruilt voor een nieuwe dag is in een wereldstad een schrijver al klaar met een nieuw ochtendvruchtje. 
    Het nog slapend Vlaanderen weet het dan nog niet maar het is koud en nat buiten. 
    Ergens slaapt een Queen nog, droomt ze van ware liefde maar zal ze straks bij het ontwaken zien dat de nacht de ramen heeft laten tranen.
    Wakker, laat ze hartverwarmende klanken van Jonas Winterland zorgen voor haar persoonlijke ochtendkoestering. 
    Buiten hoort ze hoe forenzen met rode oren, verkleumde handen verborgen in een regenjas in voorzichtige pas straatstenen wakker maken. 
    In de mistroostige tuin heeft de regenton, half verdoken achter een door de herfst geteisterde struik een regenlaagje als mantel gekregen. Terwijl de laatste regendruppels -van de dag voordien- nog plengen als tranen, om straks over te gaan in vastere vorm heeft ze een ontmoeting met zichzelf en haar gedachten. Een warm gevoel overvalt haar als zij denkt hoe straks, in geduld weggelegd ware liefde zal vloeien in een woordenval. 
    Huis van liefde.
    Woorden van ware liefde over hoe hij al haar onzekerheden heeft weggenomen, zijn hart steeds weer kleurrijk penseelt en haar tedere lichaam zich innig verstrengelt met het zijne. 
    Hoe zij mag rusten aan de oevers van zijn mannelijkheid, haar gesloten ogen worden gekust en twee paar voeten close elkaars warmte zoeken. 
    Straks zullen fluisterzachte woorden de juiste toon krijgen, weg vliegen en meegenomen worden door een zeebries. 
    Op de achtergrond vult radio Romantica op haar eigen wijze de kamer. Een liedje van Mama's jasje – naar het origineel van Peter Schaap- “Adem, mijn adem” maakt haar vrolijk. Ware liefde is de krachtigste zuurstof. In een lange zucht van verlangen denkt ze terug aan de eerste kus. 
    Huis van liefde.
    In een klein schrift herleest ze ridder Klaroen. De tekst waarin hij vraagt of ze voelt hoe hij met zijn onzichtbare hand al haar zorgen van morgen mag wegnemen? 
    Nog even put zij uit zijn inspiratiebron een emmertje letters. Hoewel hij in zijn vruchtjes zelden een Angelsaksische toets gebruikt, leest ze hoe hij de letters vandaag door elkaar schudt en schrijft dat : “true love has the habit of staying forever”. Het is een liefelijke gedachte. Het is al enkele pagina's geleden, maar het is haar bijgebleven dat hij geschreven had -en gevraagd ook- of hij één keer mocht wonen in haar huis van liefde. Schoon, teder en om nooit te vergeten. 
    Huis van liefde.
    Bij een tweede kopje koffie zoek ik de juiste zinnen. 
    De letters lijken vandaag een snipperdag te nemen. Zelfs de geopende mailbox staat er mistroostig bij als ik worstel met woorden en zekere schrik aftastende vragen neerpen, op zoek naar antwoorden die onbewust verborgen delen wakker maken. Gevoelens en gedachten raken mij, in een eenzame koestering van herinneringen en gewaardeerde mooie momenten. Bijzondere dingen. 
    Met nog lichtjes gesloten ogen mijmer ik over onverzettelijke overwinningsdrang, het overleven om uiteindelijk gegroeid te zijn in een onafscheidelijke band. Bij een nieuwe zin met vraagteken weet ik dat antwoorden altijd een mens over een pijngrens heen draagt. 
    Het inzicht van de waardering in de eerlijkheid van openheid die -at last- meer vreugde dan verdriet zal brengen.. 
    Gisteren was ik nog met luid kloppend hart onder het deken van mijn comfortzone gekropen en terwijl hemels sterrenpracht schitterde in de nacht had ik deels vruchteloos gezocht naar de slaap. Ik nip aan de tas koffie, lurkt aan een sigaar terwijl mijn zachte handen moeizaam de juiste aanslag zoeken. 
    Vandaag maar - nog meer – de komende weken worden we overspoeld met liefdesteksten.
    Dra trekt Ridder Valentijn op zijn romantische tocht doorheen het land. 
    Stilletjes denkt hij aan de mensen die het ware liefdesgeluk niet kennen. Ook zij verdienen de duurzame knusheid, de rust in hun leven met de juiste persoon aan hun zijde. 
    De klok telt op dat ogenblik geen tijd meer, alleen maar de momenten. 
    Een thuis staat niet meer voor een hoop bakstenen, maar wel voor een gevoel. 
    Op die momenten hoor je de klanken van je hart niet meer, je voelt ze en wil ze blijvend delen met je geliefde. 
    Een dag vol romantiek, kleine dingen die net dat ietsje meer zeggen dan wat onze consumptiemaatschappij ons voor ogen wil houden.
    Een dag waarin ware liefde vervat kan zitten in een knipoog, een guitige lach of een tedere zoen. Vervat in bekommernis, deelzaamheid en eerlijkheid. 
    Voor hen die ridder Valentijn nog niet zagen passeren, blijf jezelf. 
    Ware liefde komt ooit voorbij, blijf geloven en droom verder.
    Huis van liefde.
    “De rosse” is ook wakker, zich totaal onbewust van het feit dat ik vertoef in een soort ridderlijk tafereel, waar ik langs de kantelen van een burcht banieren laat wapperen. Kaligrafische teksten golven, gedragen door de wind. Valentijn maakt zich klaar terwijl ridder Klaroen voelt hoe gemis in zijn maliënkolder woekert. 
    De pen danst, de inkt zingt. De muze geeft hem woorden die nog niemand hoorde. In de zeldzaamheid van ware liefde heerst blauw in een wit wolkengeluk. 
    Zuinig pluk ik welgekozen letters uit een woordenvat. Het woord wachtwoord wacht. De processor warmt zich aan mijn vingertoppen. Rondzwervend zoekt een werkwoord zijn plaats als de tekstverwerking een passende tedere passierode kader zoekt. 
    Ware liefde, de rekensom van samen plussen door alle minnen heen. Optellen en alles samen delen. 
    Als de lente komt zal hij haar een Convallaria majalis plukken. Een heerlijk geurend bloempje want dat is zij voor hem. Zijn eigen meiklokje voor het leven. Of hoe ware liefde zich bij het lentegevoel zal laten aanspreken als Convallaria majalis. Ridder Klaroen sluit de ogen en droomt van één keer wonen in haar liefdeshuis.

    14-01-2019 om 08:58 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    13-01-2019 om 07:58 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZEE, WATER EN STAREN

    ZEE, WATER EN STAREN
    Het vlakke land moet nog ontwaken. 
    De nestwarmte schrijft gevoelens neer terwijl het skelet van de haag trilt zich tussen de schrale noordenwind in. Vetbollen wachten op hongerige kladden vliegers. 
    Schraal geworden graszoden bedekt onder een dun nat ochtendtapijt van regendruppels verlangen naar de eerste zonnestralen. 
    In de verte raast een vroege trein door het landschap, de lucht trekt dreigend langs het slaapkamerraam voorbij terwijl een lijvig boek rust op opgetrokken dijen, als twee kleine slaapoogjes de weekendmodus zoeken. 
    Terwijl de gemoedsrust denkbeeldige zoentjes maakt droomt ze nog even over tedere handige vingers van een grijszachte man met een groot hart. Dorstig naar de bekommernis van ware liefde rust haar wang in het kussen.
    Zijn adem in de wandelgang van haar gedachten tovert een glimlach. De nacht had vlinders gebracht welke zich niet in woorden laten beschrijven. 
    De pelgrimage van hun ware liefde had tijd en strijd gekost. Haar hart is niet altijd vol van woorden maar de stilte die spreekt zegt alles. 
    Ergens wacht een maagdelijk blank vel papier op een laag zinnen. Bij het aroma van een sigaar sprokkelt de schrijver het alfabet bij elkaar. Woorden zullen straks zinnen verzinnen terwijl buiten de wind huivert over de daken. 
    Je kunt de zee niet oversteken door alleen naar het water te staren. 
    In het gedichtenland van Lenaerts wandelt Carmen. Ze ziet er zichzelf in, elke nacht voor het slapen gaan kijkend aan het raam vol verwachting.
    Een nacht met zoveel sterren aan de hemel, duizenden ogen om te speuren van wie naar waar.
    Alles schiet door elkaar als vuurpijlen, het heelal dat daar zo maar uit deint, dat danst en rent
    En daarboven de volle maan,van lichtend geel staat hij daar hoog boven de staalblauwe duisternis.Hij straalt.
    Het is zondagochtend. De kale sparren nemen elkaar bij de armen, ze wiegen en buigen voor hun Meester bij een trage rijendans die ze ten beste geven.
    Met de glimlach van de maan heeft zij een verbond gesloten. Ze houdt van deze onbereikbare ballon die ze koestert en die ze ook haar diepste geheimen toestuurt, het blinde solide vertrouwen in haar oranje lichtende God. Soms houdt hij haar wakker en praat ze met hem als tot een eigen kind.
    Ze is in de ban van zijn woorden en van zijn daden, van Meester maan.
    Zuchtend fluistert ze de grote stilte toe.genesteld in de plooien van de nestwarmte. 
    Ze schrijft haar wondere verlangens neer op zijn rug die ze bewaart onder zijn dikke mantel alvorens het licht weer regeren gaat. De maan zal haar niemand ontfutselen! 
    Je kunt de zee niet oversteken door alleen naar het water te staren. 
    In een wereldstad klapwiekt een engel aan het raam. 
    Hij brengt hem een boeket warme verbeelding.
    Nippend aan mijn tweede tas koffie (het is even na 5 in de ochtend) bedenk ik dat ware liefde het betreden is van een kasteel, niet over de muur maar door de bressen. 
    In huizen speelt het schemerlicht van de ochtend zijn eigen spel met de ontwakende lichamen.Terwijl de nevel in het nabij gelegen park zich hult in stilzwijgen, krijst een klad kauwen hun jongen bij elkaar. De dag zoekt nog zijn weg, lichamen elkaar. 
    Het zijn een soort traag wiegende liefdesklanken zonder begeleiding. 
    Ik schrijf hoe ze vers verbonden glans geven aan de prille ochtendstond en laat wat extra ware liefdesgedachten voorbij wandelen. 
    Je kunt de zee niet oversteken door alleen naar het water te staren. 
    Ik hoor gestommel in de badkamer. 
    “De rosse” heeft zich genesteld op een gevouwen handdoek. Er hangt liefdesgeur die opstijgt uit een uitzonderlijk flacon, zonder woorden.
    Nog koffie. Digitaal wacht een maagdelijk blank vel papier op een laag zinnen. Bij het aroma van een sigaar sprokkel ik het alfabet bij elkaar. 
    Woorden zullen straks zinnen verzinnen terwijl buiten de wind huivert over de daken. De nieuwe morgen traant. Meedogenloze regen maakt zich meester van de stad. 
    Het was voorspeld, voorzien ook eigenlijk. Natuurelementen hebben een zekere voorspelbaarheid in zich, maar ook het leven heeft soms dat “predictable”. 
    Je kunt de zee niet oversteken door alleen naar het water te staren. 
    In een klein schriftje herlees ik wat oude teksten. Zinnen van vroeger, over treinreizen en een hard geworden kustlijn waar vooraf gekanaliseerde onuitgesproken afspraken zich teder vermengd hadden met eerdere lichaam-hints. Ware liefde. Het zijn flarden, fragmenten en stukjes in een soort kleurrijke gedachtenvoorstelling. 
    Buiten ontvouwt een natuurelement verder zijn natte mantel terwijl de vroeg wakkere stedelingen zich richting croissants haasten. Zondagse ritueel, herhaling zeven dags gewijs. 
    Ik vraag me af hoe het zou zijn op het erf van boer Nest. 
    Zou de haan triomfantelijk kraaien -het eigendomsrecht zich toe-eigend- als de dag aanbreekt? Zou aan de bosrand een schuilplaats te vinden zijn, nu de jacht -zonder woorden- traag maar vastberaden zich aanmeldt? 
    Nog koffie. Samen steken we de brug van passie over, die ons van pijn naar ware liefde brengt. Je kunt de zee niet oversteken door alleen naar het water te staren. Predictable ten spijt.

    13-01-2019 om 07:07 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    13-01-2019 om 04:22 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROLLING STONES, GEVOEL EN BLOOT

    Ochtendvruchtje...

    ROLLING STONES, GEVOEL EN BLOOT

    Januari. De zon wil niet dat ze hier nu gezien wordt, ze spaart voor een nieuwe zomer.

    Een grijs allround -van sterren beroofd- wolkendek, een vinnige valk bidt z’n ochtendgebed hoog boven in de plataan. Op het erf van boer Nest brandt er reeds licht in de woonkamer. Januari, de vroege ochtend en het zicht op glooiende verlaten velden. De holle weg langs de bosrand waar meidoornhagen geduldig wachten, knotwilgen -wilde en takkenloos- als Rolling Stones langs de gracht. Het lijkt wel de Vlaamse heimat uit een streekroman. Het spek, de bonen, de litanieën van alle heiligen, paternoster ....

    Rolling Stones, gevoel en bloot.

    Net wakker bewijst haar glimlach, als een lamp aan het venster van haar gezicht, dat haar hart eindelijk thuis is. Bij hem voelt en ziet ze de schoonheid in de kleinste dingen. Het maakte haar leven zoveel mooier. 
    Hun ware liefde spreekt de universele taal, van hart naar hart. Hoe intens is hun simpele samenzijn. 
    Op hun eigen speelveld van beminnen
    elkaar liefdevol en teder omarmen. Ogen spelen liefde met elkaar. 
    Een tedere zoen met mijmeringen aan “ als de dag van toen”. Vlinders niet meer te bekoelen, eeuwig ware liefde voelend.

    Rolling Stones, gevoel en bloot

    De nieuwe morgen ontwaakte terwijl achter grijze wolken zich hongerige ogen verschuilen. Een soort sluipend kwaad hamert langsheen de raamkozijnen, de duisternis verhult nog even een moment terwijl op de vensterrand heggemussen tsjilpen. Twee eksters, in duo conclaaf proberen af te dingen op de prijs van gemaakte buit. Langsheen de bedrand opent zich een doosje knuffels.De vuurtoren zijn lichtjes alterneren langzaam, de digitale wekker is zich bewust van tijd en realiteit terwijl ze tussen de plooien van nachtelijke nestwarmte voelt hoe de wereld even leeg is. Nog even en straks voor de spiegel -in een eigen- momentum van ware liefde luistert ze naar hem. Hij fluistert zachtjes door haar haren heen hoe je moeilijkheden overwint en de mooiste dingen in het leven niet kan vastpakken maar alleen maar kan voelen met je hart. 
    Over stormen in een mensenleven waarin je altijd terug kan vallen op zijn regenboog van ware liefde. Die ene glimlach en aandacht, de wereld van verschil bij die ene persoon. Honderduit begeesteren zijn zinnen. 
    Niemand merkt het hoe ze -stilletjes in gedachten- zich nog steviger tegen zijn naakte borstkas vleit en geniett van zijn stem. 
    Koesterend respect en vertrouwen, dankbaar met elkaar. 
    Door hem ziet ze iedere dag nog meer de mooie dingen van het leven. Hij die stil verdriet herkent en tastbaar maakt. Nu delen ze samen mooie gaven in ware liefde. Twee harten vol liefde, een luisterend oor en helpende handen. 
    Ware liefde met doorzettingsvermogen. In een gestokte woordenvloed vloeit het ritme van ware liefde dat zelden laag tij kent.

    Rolling Stones, gevoel en bloot.

    Zaterdagochtend, mijn wereldstad. Als het klavier ontwaakt gun ik het nog even rust. Ik nip aan een eerste tas koffie en herlees een filmquote. *"You're a beautiful woman. You deserve a beautiful life."* Terwijl ik probeer Robert Pattinson uit de film Water for Elephants te imiteren kijkt “de rosse” mij vertederend aan. Het stormt regels in mijn hoofd. Ik reis langsheen de digitale snelweg, streel met een vingertop haar foto en bewierook haar omdat haar sterke schouders al zovele lasten van het leven hebben gedragen. Nieuw leven had ze gebaard, de pijn van bevallen doorstaan. Moederschapsmoeilijkheden overwonnen. Vechtlust om nooit te versagen. Haar hart lijkt een immense emmer vol liefde. 
    Die zorgzaamheid kenmerkt haar, ook al is ze moe of ziek. Loyaal en trouw verzorgt mijn hart en ik beschermt he hare. Haar schoonheid zit niet in haar figuur, kapsel of kleren. Ze zit in haar ogen die voor mij de deur vormden naar haar hart.

    Rolling Stones, gevoel en bloot.

    Grijze wolken kleuren de ochtend, regen als tranen vallen tegen het raam terwijl het gevoel voelt. Een eenzame ekster met zijn kleptomanie op een laagje pitje en doorweekte vliegers in een schaars geklede bomenrij zien dronken uitgaanders zwijmelend door de verlaten straten schuimen. 

    Naast een kaars koester ik tedere gevoelens, monster in de kast de kus van Rodin en verschijnt in mijn droom haar beeltenis. 
    Op een zekere manier voel ik verbintenis. Die is er altijd, alsof een onzichtbare draad een vaste verbinding 4G heeft. Eventjes – 4 tassen- koffie verder lijkt mijn schrijfkamer even een grot, een soort kosmopolitische plek vol hoop en spiritualiteit die uitnodigt tot een innig gebed. 
    Ik steel een gedicht, leen mijn pen tot diefstal en schrijf.
    BLOOT
    Misschien is dit dan wel het leven
    naast je liggen, lezen, schrijven
    denken aan het doen en even
    later het dan ook bedrijven
    nog nooit heb ik het zo omschreven
    als jij en ik het durven zijn
    of wij het in elkaar beleven
    een wolf, vampier en zelfs een zwijn
    en naast jou ook mezelf nadien
    dan ben ik lang de dichter niet
    ook niet in woorden heel bedreven
    alleen maar jij mag mij zo zien
    het kleine bundeltje verdriet
    dat zich een keer durft bloot te geven.

    I'm with you!

    12-01-2019 om 08:39 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET OMGEKEERDE LEVEN

    HET OMGEKEERDE LEVEN
    Heb je er wel eens aan gedacht wat er gebeurt als je achterstevoren zou leven? Lijkt me veel leuker.
    Om te beginnen sta je op uit de dood een spectaculair begin... als je uit de kist stapt word je verwelkomt door je familie en beste vrienden, die hoef je dus niet meer uit te zoeken... en ze hebben allemaal een bloemetje meegenomen.
    Dan mag je een jaar of 20 lekker doen waar je zin in hebt, kaarten en tuinieren, af en toe een uitstapje voor de helft van de prijs, iedere dag een paar Duvels en elke maand kassa ... pensioen.
    Op een dag staat er ineens een vent voor je deur met een gouden horloge. Die biedt je meteen een goed betaalde baan aan.
    Naarmate de jaren voorbijgaan, krijg je ook steeds meer zin om te werken, je voelt je steeds beter, je kunt zoveel roken als je wilt, want je longen worden steeds schoner. 
    Je kan drinken wat je wilt, de katers worden steeds kleiner. 
    Je raakt je buik kwijt zonder dat je er iets voor hoeft te doen. In het begin heb je maar 1 keer seks per jaar, maar op het laatst 10 keer per week 😋
    Op een gegeven moment moet je naar school maar je weet alles al, dus je doet geen flikker. 
    En de laatste jaren van je leven kan je lekker in de zandbak spelen, zeuren en lastig zijn, en je kan snoepen wat je maar wil want al je tanden ben je toch weer kwijt. 
    Dan nog een paar maanden aan een vrouwenborst sabbelen en nog 9 maanden in de warme moederschoot, en daarna verdwijn je in één gelukzalig orgasme!

    12-01-2019 om 04:10 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WARE LIEFDE REIST

    WARE LIEFDE REIST
    Onder een dun laagje ijs zwemt en droomt een langzame karper. Aan de rand van het bos groet een beukenreus koning Winter. Kale takken vieren bijna een nieuw jaar, bij het spelen van de wind. 
    Noordwaarts de ruisende zee vol vrede gevende gedachten, invoelbaar tevree. Ze kabbelt voort, ongestoord mijlen verder langs verlaten duinen waar een zomer geleden haar blote voeten struinden. Vandaag - zo net wakker- tuurt ze door het slaapkamerraam en hoort de branding, ziet ze een meeuw bezig met zijn landing op schelpen in het slik. Het lijkt alsof de golven haar gevoelige snaren raken, zachtjes glijden door haar wapperende haren. Ze voelt de gemoedsrust van het strand terwijl in haar eindeloze aanblik een klein schelpje verzandt.
    Ware liefde reist.
    Zonopkomst, de dag lacht. Het winterse tuinleven begint. Door de gordijnen verschijnt een lach. 
    De sneeuwklokjes fleuren, penselen de tuin in kleuren waar koolmezen en merels scharrelen. Kauwen roepen met de kerkklokken mee.
    Aan de dorpskerk ratelt Geerts over spaargeld en zaagsel, roest en betonrot : hier hangt de lijfgeur van 't dorp. 
    De adelaarsneus van Boer Nest snuift de nieuwe morgen. Mist bedekt de graslanden, oude hekken scharnieren niet meer. Het erf is vandaag nog een vaag zichtbare boerderij. Riet langs de slootkant buigt nog dieper, wilgen -bladvrij- door de wind gevormd snakken naar een straaltje zon terwijl schapen -in de nevelrand- mysterieus een dierlijke cirkel vormen.
    Ware liefde reist.
    Net als Deben schudt ze de nacht uit dekens. De mist is gelopen, het innerlijke gordijn gesloten.
    Na het onweer, er is alleen maar stilte en buiten de geur van december. De wind huilt als een failliete staalwalserij deze ochtend. Gekneusde ezelsoren in een klein schriftje, een oude kat -bandenloos en tandenloos- zigzagt over het tuinhek terwijl naakt op het dressoir woorden de juiste klemtoon zoeken. 
    Zo net voor het nieuwe jaar welke als -als volleerd sprinter- in de startblokken zit laveert ze samen met Rutger Kopland door mijmeringen. Een gedicht grijpt haar naar de keel. 
    “Ze moesten inderdaad gaan, ik had het gezien. Aan hun gezichten die langzaam veranderden van die van kinderen in die van vrienden, van die van vroeger in die van nu. En gevoeld en geroken als ze me kusten, een huid en een haar die niet meer voor mij waren bedoeld, niet zoals vroeger, toen we de tijd nog hadden. 
    Er was in ons huis een wereld van verlangen, geluk, pijn en verdriet gegroeid, in hun kamers waarin ze verzamelden wat ze mee zouden nemen, hun herinnering. Nu ze weg zijn kijk ik uit hun ramen en zie precies datzelfde uitzicht, precies die zelfde wereld van twintig jaar her,toen ik hier kwam wonen.”
    Ware liefde reist.
    Ik zeef de woorden in het ochtendgloren. 
    Prille dauw, slaperig wakker laat ik me door hem bekoren. Iedere ochtend -sinds kort- is hij me schijnbaar trouw. Een soort natuurlijke wekker geworden, heer Merel in maatpak. Terwijl ik in de letterbak letters pluk geniet ik van zijn muzikaal tuinbehang. Pierenpakker, solo artiest van de ochtend. 
    “De rosse” heeft het zich gemakkelijk gemaakt. 
    Tussen Kaaiman en Books in ligt ze te spinnen, terwijl ik Audenaerd parafraseer. Soms geurt de lucht naar miljoenen herinneringen en diepe emoties. En toch, in de geur van een decemberochtend verbergt zich het geluk van mijn simpele ware liefde. 
    Ware liefde reist.
    Ik nip aan mijn zesde tas koffie en vraag me af hoe het met de beuk zou zijn, of zijn boktor al een antwoord heeft voor mij -misschien in morse- en mij blij maakt. 
    In het kopje troost lijkt het of de nieuwe morgen zich heeft neergelegd als een gestild laaiend vuur dat langzaam uitdoofde. Langs een gewonde stam wacht, als steeds in verte van de uren, de schaduw van ware liefde. 
    De agenda -bijna verleden- herleest nog even gemaakte afspraken. Ik wrijf over de gekneusde ezelsoren, streel ze met tederheid en veeg een laatste kerf uit haar broze lichaam. Pierenpakker, Kaaiman en Books begrijpen mij.
    In mijn hart rent ridder Klaroen, is de oude -bandenlose en tandloze- kat ingeslapen en hebben op het dresssoir woorden de juiste klemtoon gevonden. Nog koffie...
    Troost, tederheid en bekommernis hollen de wereldstad uit richting platteland. Ware liefde reist.

    12-01-2019 om 04:09 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WAAR JIJ WOONT

    WAAR JIJ WOONT
    Aan de bosrand doen bevroren december-nevels kale bomen witte pelsen jassen aan. 
    Op de dakrand aan het terras zit een boordje grijze lucht te grijnzen naar de nieuwe dag. 
    De kille tuintafel -lichtjes beregend- is een kort wandelpad geworden voor roodborstjes, die -kop in de veren- restanten van een maaltijd eten. 
    Nog even ligt het platteland te wachten op herrijzen. Lenaerts waant zich even een Parisienne, laat herenmussen Aznavour zingen en damesmussen Piaf. 
    Verzamelde Parijse gevleugelde vrienden tjilpen een zachte morgengroet op Cimetière du Père-Lachaise. 
    Waar jij woont.
    Aan een kleine vijver in het licht van wat geweest is, leest een steen zijn eenzaamheid. In de muur, het hoofd vol zorgen in de dompige benauwdheid van waar ijdele hoop was. En toch, laat deze vesting, deze meters dikke muur -even met een scheur- ruimte voor hoop. 
    Hoop geput uit het schijnbaar hopeloze vertrouwen, in wat kwam, terugkomt, door wat geweest is. Aan de muur hangt hij, dunnetjes met bijna alle blaadjes weg. De kalender, vrees en wond, overleeft. 
    Het leven zoekt er dagelijks een toevlucht. 
    Waar jij woont.
    Het is nog vroeg, té vroeg eigenlijk als ze -net wakker- door het slaapkamerraam naar buiten kijkt. 
    In de tuin lijkt een raadsel van standvastigheid zonder juiste woorden te groeien. Vandaag, een nieuw jaar. 
    In haar gedachten voelt ze de zee. 
    Ze laat Lenaerts wandelen in de mist die hangt te snijden bij de vaargeul. De oceaanreuzen liggen zwanger te wachten op hun bevalling tot hun buik zich openen zal. Ze zijn verlicht met lampionnen, langs de masten schittert het licht over het waterpaleis dat weerkaatst in de diepte van het water. Hier en daar hoort ze zingen en dansmuziek, een winterse lach uit de tropen. De containers wachten in duisternis bij middernacht als de jaarwisseling aanvalt en schepenhoorns trompen als een vloot het anker licht. Nieuwjaarsnacht in de haven, een feest met een bijzondere noot. 
    In de weemoed die haar overvalt voelt ze hoe koude handen over haar bange hart wandelen. 
    Waar jij woont.
    Op de tuintafel een achtergebleven stukje vilt, dat geduldig had gewacht tot 2018 afdroop. Het licht valt binnen als een tekstballon die 's ochtends woorden invult. Tussen twee bomen van vogels hoort ze het klapwieken. Wolken lossen langzaam op. 
    Op een klein schrijftafeltje ligt nadenkend een agenda. 2019, het eerste etmaal. 
    Het is stil buiten, géén auto’s die razen langs stoplichten die ook ’s nachts hun eigen ritme volgen: aan en uit. 
    In de dorpskern etaleert alleen de bakkerij bedrijvigheid, in een soort schilderij dat zich verlaat. 
    Waar jij woont.
    Vitrine, gelagzaal vol blije mensen. Ik zag alleen jou op een zalig bankje, zo houterig in het bos waar je (h)eerlijk oogde. Langzaamaan kwam je wat los. De wereld scheen strak geel, wat wind die je gezicht een nog mooiere kleur gaf. Wij zaten daar en spraken, en snoven er elkaars geur. Je boog je hoofd zachtjes neer. Ontspanning, ik voelde trots. 
    Weer los jezelf kunnen zijn, je sprak van branding, je rots, jouw vuurtoren.
    Waar jij woont.
    Nieuwe morgen, verse koffie. De aard van dingen en het nieuws van gisteren. Vriesweer na een zachte westenwind. 
    Ik nip aan mijn vijfde tas tas terwijl verlangens naar eigen fantasieën op papier een weg zoeken. In de bibliotheekkast ligt een boekje voor het bloeden van je hart. 
    Aan “de rosse” vertel ik hoe ik iedere dag nieuwsgierig ben naar je dromen.
    Ik heb een la geopend, vanochtend vroeg in de kou van het ontwaken. Lieflijk lag het verleden, bijna punctueel, mij in de handen. 
    Op het tijdstip van verschijnen, naakt als een gevraagd feit. Deze morgen berust ik in de wetenschap dat er één lade voor altijd onafgesloten blijft. Daar woon jij! 
    Waar jij woont.
    Het is 2019. Het is stil hier. In die stilte van de eerste ochtend druppelt een traan op het blad en schrijft de schoonheid van ware liefde zichzelf in onzichtbare inkt. 
    Ik laat ochtendvruchtjesgewijs twee mensen in een wereld van chaos en emotie elkaar omhelzen nabij de vloedlijn. Onzichtbaar gebouwde brug van ware liefde. Zachte gebaren geslagen vanuit hun harten, dieper voelbaar dan gesproken woorden. Ware liefde, als stilte een taal geworden is. 
    Daar woon jij! 
    Waar jij woont.
    Op het klavier glijden woorden. 
    Het blazoen van ridder Klaroen draagt de sporen van zijn verlangen. Aan de zijkant van een kale vlakte bijt hij in een appel die hij deelt met haar. Zachtjes tekent zijn zwaard een hartje in wat mul zand. Hoe mooi, het tafereel waarin woorden elkaar vinden in een rand vol ware liefde en bekommernis. De jaarwissel hangt als loden klederen aan de ophaalbrug, gedachten vloeien langsheen de burcht terwijl hij haar lief toezingt, vol begrip. Daar woon jij! 
    Dwars door alles héén, in voor-en tegenspoed vol gedeelde warmte van twee mensen. 
    Bij de warmte van het vuur telt Klaroen de dagen en denkt aan een beuk.

    11-01-2019 om 07:31 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOFFERS, LAND VAN KAAS EN EEN ZOMER

    Ochtendvruchtje...

    DOFFERS, LAND VAN KAAS EN EEN ZOMER.

    In een grijze nacht had de maan tussen kleine sterretjes staan mediteren. Lagen wind, golvend in vlagen rekt en trekt vastberaden aan het wolkendek. Het is bijna ochtend als zijn wilde adem - in randen en rafels- zwaait en zwiept tegen vensterramen. Januari-dagen nat, die zich langzaam een weg banen naar méér licht en nieuw leven. Aan de bosrand staat winterbeek aan de rand van haar vermogen. Verzadigd ziet ze hoe gehaaste forenzen watergladheid verschalken. Op het erf van boer Nest huilt hond Bas in de richting van het gekerfde maangezicht. Het lijkt een soort medeleven, betuigt als een eenzame wolf die troostend samenspraak voelt. Verder weg -voorbij het Venetië van het Noorden- moet de zee vandaag zich ook onderwerpen aan de kuren van de wind.

    Doffers, land van kaas en een zomer.

    Wakker. Vanop de bedrand van januari rolt ze haar gedachten in een stille woordenstroom uit. Het is stil in de kamer. In een kleine dichtbundel leest ze hoe Lenaerts vertelt iedere dag te lezen als een boek met open raam op een brede liefdevolle wereld. Buiten beginnen katten hun liefdesfeest te zingen met een door merg en been gaande klaagzang. Op de dakrand koeren doffers droef in de regen. Barcelona, Quiévrain, Noyon, Arras. Hoe ver moet je vliegen om te ontkomen? De ochtend is een rover en in zijn eigen wereld maakt hij buit wanneer en als het kan.

    Doffers, land van kaas en een zomer.

    De werkelijkheid drukt de nieuwe morgen zacht de hand. In een wereldstad loopt een schrijver door een stil verhaal, zoekt en wikt hij woorden en vormt letters tot zinnen. 
    In de zekere beperking van zijn dwalen spiegelt zich de horizon van verlangen. 
    In de fluistergang van zijn gedachten worden ergens slaapoogjes wakker en voelt hij hoe tedere vingers over wenkbrauwen glijden. Met een soort muzikale precisie strijken ze littekens glad terwijl het portaal van deelzaamheid beloftes inkadert. 
    Flanellen lakens, rust op een gezicht waarin hij zich graag verstopt. 
    Langsheen kleine rondingen parelen nog nachtzweetdruppels als de vlam van adoratie heviger gaat branden. Papieren vingers trillen als het ware liefdesverhaal zich weerspiegelt in het eerste ochtendlicht. 
    Dagen en afstand zijn tergend langzaam weg gestorven, contouren van denkwerelden duidelijker geworden. 
    Vandaag is er meer dan een beeltenis in de euforie van een nieuwe dag. 
    Januari, februari dan maart als bij avondval – in het land van kaas en nou- de koningin van zijn gedachten zachtjes de ogen sluit, zijn lippen zoentjes laten vormen en ware liefde met innige tederheid een nieuwe bladzijde zal schrijven. Later zullen ze stokoud en samen het boek lezen. Het boek van ware liefde. Het boek zonder einde. Het boek Z/E.

    Doffers,land van kaas en een zomer.

    In mijn gedachten wandelt de lente al. Vogels, vlinders en vee in de verte. Gespring over dampende sloten alsof ik zo een dankdag breng aan het gewas. En dan moet de zomer nog komen. Ik nip aan mijn achtste kop koffie, voel aan hoe scherp de stilte dwaalt in mijn hoofd. Uit de letterbak komt gekrijs alsof het schreeuwen zijn in een tunnel waar ik doorheen moet. Zomers, het zijn een soort cookies die nooit verdwijnen. “De rosse” begrijpt het niet en kijkt me vragend aan. Zomers, van de eerste plannen tot de eenzaamheid en het gemis dat leeg blijft. Het zal wel de verbinding zijn, de textuur van de jaarlijkse moeilijke dagen en slechte animatie die paradeert. Een zomer, het programma dat je kiest, is hoe je lay-out eruit ziet. Ik probeer, duw op de reset knop, maar in de realiteit zit die niet op mijn toetsenbord.

    Doffers, land van kaas en een zomer.

    Aan “de rosse” vertel ik dat liefde alles is wat je nodig hebt,maar zo nu en dan wat chocolade géén kwaad kan. Zij begrijpt het niet. In het boek -van en vol (of omgekeerd)- herinneringen laat hij twee verliefden wandelen in een gezellige binnenstad waar ze genieten ze van een ontbijtje. Samen zijn vinden ze heerlijk. 
    Ze noemt hem soms een “echte beer”. Ze moet lachen als hij dan vraagt of het een ijsbeer mag zijn. Haar oogjes schitteren als hij zegt : “die kan tegen de kou”, waarmee hij eigenlijk zegt “ik kan niet zonder jou”. 
    Voor hem is ze net dat stukje Bounty, zijn eigen paradijs op aarde. Samen vormen ze net twee sneeuwvlokjes, voor elkaar gevallen en gesmolten. 
    Daar
    samen laten ze door de mistige regendag heen de zon weer schijnen. Soms raakt hij even zacht haar hand aan. Vertederend delen ze de ontbijtbroodjes en laten hun ware liefde in stilte gevangen worden bij de geurende koffie. Mooie momenten, blijvende herinneringen. De doffers zijn verdwenen, het land van kaas wacht terwijl de zomer zich opmaakt voor nieuw leven.

    10-01-2019 om 07:24 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOMPASLOZE WITREGELS

    KOMPASLOZE WITREGELS
    Straks, door de gekuiste ramen landt heer Winter op de vensterbank. Buiten hebben twee mussen zich te pletter gegooid vanuit de dakgoot. Kriebels vechten zich een weg uit schoenen, klanken sluipen uit het hart. De “niets” als mensen vragen waaraan ze denkt wervelt zich langs haar hart. 
    Kompasloze witregels.
    Op het clipboard groet een foto zichzelf de nieuwe dag in. Hier in de beslotenheid en stilte van de ontwakende dag schrijft zij een tsunami van ware liefde. In haar kleine schriftje start emotionele rust een dialoog met zichzelf over zachte koesteringen en lyrische lofuitingen. 
    Fierheid gekapseld voor oprechte woorden als verleidelijke troeven van een momentum dansen als lichtflitsen in de slaapkamer. Plagerig verlokkend preekt de passie in het rond. Fladderend traag speelt ware liefde een zoveelste duet. In verstrengeling verbonden hartkamers, vertederen met elkaar. Keurig op een lijn dansen letters en gaat het cursieve schrift uitbundig krullen. Ogen tekenen liefdesgeluk, handen leggen accenten, lippen vinden kompasloos de weg terwijl ware liefde een uitroepteken plaatst. 
    Ware liefde schuilt in kleine dingen, in zinnen waar een witregel soms meer zegt dan woordenvloed, in een belofte, gemaakte afspraken en in de wetenschap dat gevoelens spreken zonder letters. Ze sluit zachtjes het schriftje. 
    Kompasloze witregels.
    Ochtend, de nacht voorbij. Verward dromen biedt géén troost aan d'uitgeputte slaapster. 
    Behoedzaam -op tere spinnenweefseldraden- sluipt loom de nieuwe dag binnen. Het lijkt alsof de hemel zacht een teer klaaglied zingt. Breekbaar dun, dat zelfs een zuchtje wind krachtiger lijkt dan een orkaan. Adem voor twee.
    “Overleef maar zonder angst en zonder meer”. 
    Wanneer de dageraad traag uitsterft in de dag legt dauw zich op de vandaag-wonden en koelt het branden stil.
    Kompasloze witregels.
    Het is grijs en nat buiten. In mijn wereldstad hangt nog de naklank van het feestgedruis als gratis contrast voor het oprukkende leger koopjesjagers. 
    Vannacht trokken jaren vreugde en verdriet mij dromend voorbij. In de nog verlaten straten bewegen -vers en net- aangeplante kalende bomen zich vredig de dag in. Koffie ontvankelijk geeuw ik. 
    Op het klavier bevaart in zekere gemoedsrust een zin, verblijdt van gedachten bevrijdt. De ochtend ontwaakt. Wintersferen spelen met regen en wind, als een late bladval in januari dwarrelt ware liefde tussen de muren. Vannacht heeft de nacht gedwaald en gedirigeerd. 
    Kompasloze witregels.
    Ochtend. Het raam van het verleden slotvast staat hij te trappelen in nieuwe dagdromen. In de hoek van de schrijfkamer rust het zwaard van Klaroen. “De rosse” lijkt waterlaarsjes te zoeken als ze merkt hoe de nacht een ballade van regendruppels heeft nagelaten op het venster. Straks parkeert een nieuwe dag zich aan de horizon terwijl ergens slaapoogjes merken hoe een broos gelaat nog sporen draagt van de voorbije uren. I
    Op de schrijftafel geurt de koffie -zesde kop alwéér- waarin ik mijn hart heb verstopt. Afgemeten wolkje melk, little sign of true love.
    In een boek -derde rij in de bibliotheekkast- dansen verliefde prentjes, vult de dauw buiten de sporen van de regen en delen gedachten kleine tedere momentjes. 
    Ik laat druppels van liefde wegsmelten in woorden die zich vast vechten op een vel papier. Een nieuwe morgen. 
    Als straks een vermoeide stem mijn oor raakt voel ik de immer sterker wordende liefdesband.
    Kinderlijk puberaal spaar ik hartjes uit ramen. Een soort ware liefde in een vloeiende vingerbeweging, hartjes uit ramen. Hart verstopt in koffie. 
    Kompasloze witregels.
    Ridder Klaroen kijkt door het raam. 
    Hij mijmert bij een symfonie van zachte regen. 
    Over hoe de tijd langzaam is voor diegene die wacht, té snel voor diegene die bang is. Te lang voor diegene die rouwt, te kort voor diegene die zich verheugt. Maar voor hem is tijd een eeuwigheid, omdat hij de ware liefde kent. Reeds dagen praat hij met de beuk. 
    Vertelt hem over hoe ze elkaar hadden gevonden, met hun eigen taal als spiegel van hun zielen. Over warme benen en haar stilte die meer zegt dan een spraakwaterval. Koffie en verstrengelde handen, vier voeten op het hard geworden zand en hun armen om elkaar. Hij vindt haar in alles wat hij rondom hem ziet. Ware liefde, hun sleutel tot een burcht met als naam thuis. De beuk luistert, hoopt hij. 
    Ochtend. De jaarwisseling is verleden tijd. 
    Uit een kokertje -verborgen- in zijn harnas haalt Klaroen een briefje. De beuk luistert als hij deze zinnen leest. 
    “Ik kan je geen perfect leven beloven, maar ik zal er altijd voor je zijn. Moeilijke dagen, gewone momenten bijzonder maken. Een bijzonder moment.”

    09-01-2019 om 07:14 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 20/05-26/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!