“Zijn lach is onweerstaanbaar en hij heeft iets met brandweermannen, haaien en slechteriken die in de bomen langs de snelweg wonen.” MML Iets met brandweermannen en haaien, die fascinatie snap ik. 'k Heb ooit eens een grote kalender gekregen met zeemonsters. Haaien zijn indrukwekkend. Die met de brandweermannen heb ik toen zelf gekocht. Als tegengewicht. Ook indrukwekkend.
Over de slechteriken in de bomen ben ik nog aan het nadenken. Kan het zijn dat de jongste een avonturenfilm gezien heeft, zo iets waar de struikrovers zich uit de bomen laten vallen. Misschien een film à la Robin Hood? Dat zijn dan wel goeie slechteriken, maar het is misschien nog wat ingewikkeld voor een hoofdje van vijf dat er ook nobele bandieten bestaan. Robin Hood, Zorro, … er zijn er zeker nog, maar ze schieten me niet te binnen.
Bandieten die in bomen wonen dus, en die bomen staan dan best langs de snelweg omdat daar veel licht is en men een regen van bandieten ziet aankomen. Men ziet ze uit de bomen springen. Veel licht geeft een veilig gevoel. Ja, als ik bandieten in bomen had, 'k zou ze ook langs de snelweg doen wonen hoor.
“Morgen is de oudste van de partij en die inviteert me op friet met curryworst. Wel in een fijn restaurant, waar ik misschien aan de curryworst kan ontkomen.”
Meiske! Als het oudste kleinzoontje zo galant is zijn oma van zijn spaarcenten te trakteren op feestelijk eten als friet met curryworst, dan vind ik het flauw van u dat ge zoudt willen ontkomen aan die curryworst. Wees een dame! Rug recht, diep ademhalen en eet-die-curryworst!
"Het oude kerkhof, dat gelegen was in het centrum van de gemeente, is in onbruik De formule 'eeuwigdurende eigendom' is nog letterlijk in voege. Vele overledenen hadden nog hun plaatsje in een familiegraf. De gewone zerken die tien jaar mochten blijven, waren weggehaald
Het viel meteen op, verspreidde veldjes met wilde grassen en netels. En dan die oude familiegraven, her en der, grote bouwsels in graniet en arduin, scheefgezakt met afgebrokkelde beelden van engelen, verdoken onder takken en planten, en stukken van dorre coniferen.
Namen in arduin gebeiteld, haast onleesbaar, achter struiken, en soms in 't zand een stukje foto op een stenen boek. Langs de hoofdweg stonden ook nog vervallen kapellen, familiekelders, waarin men geen voet meer zet. Zou het luguber zijn in dit park wanneer het donker wordt?
In een brede laan zag ik een verwaarloosde arduinen zerk, waarvan de hoofdsteen er in al zijn breedte nog stond met nog enigszins leesbare gebeitelde letters: 'geb.... 24-01-1880. In de negentiende eeuw! De grote deksteen was verdwenen. Er lagen vier gezinsleden in 'eeuwige rust'. Mijn gedachten gingen naar de tijd van hun kinderen en kleinkinderen, de tijd die immer voortloopt, beladen met zovele herinneringen!
Het was onwezenlijk stil op het kerkhof. Enkele bomen stonden er half kaal te dromen. Hoe zou het hier met Allerheiligen zijn? Zouden chrysanten de troosteloosheid een beetje opheffen?
Eens verdwijnt dit oude kerkhof , wanneer het gemeentebestuur door stemming besluit dat 'het eeuwigdurend eigendom' niet meer 'eeuwigdurend' is! Dan blijven er alleen namen dromen in het gemeentelijk archief." GMA
De gronden in en nabij woonwijken zijn goud waard. Terwijl wij lopen te mijmeren tussen de vergane glorie zitten elders gladde projectontwikkelaars te lobbyen bij de pousse-café en verschuiven politiekers het eeuwigdurend eigendom via administratieve achterpoortjes weer een beetje naar minder-eeuwigdurend.
Oud Kerkhof, Arnaud Bex
Op het Net staan veel foto’s over oude begraafplaatsen, van zeer sfeervol tot povere horrorkitsch. Daarover heb ik ook een en ander gevonden. Maar dat is voor een andere keer.
Wanneer iemand iets helder uitlegt, dan sta ik in bewondering. Soms word ik er stil van. Kookprogramma of kwantummechanica, breipatroon of spellingsregels, wanneer de uitleg duidelijk is dan word ik blij. Vooral als ik een stukje kunnen volgen heb van dat breipatroon en die kwantummechanica. Dat laatste ivm de monstergolven op bepaalde breedtegraden.
De structuur van een uitleg: een ingewikkeld concept, een begrip, een idee afbouwen tot een duidelijke schets en vervolgens weer opbouwen tot een voorstelling van het oorspronkelijk geheel, dat soort uitleg, daar kan ik gelukkig van worden. Daar kan ik van genieten, van het feit dat iemand haar/zijn kennis wil delen en dat doet op een manier die bevattelijk is voor leken. Dan voel ik bewondering en dankbaarheid ook. Wanneer iets knap is uitgelegd, ja dat is genot. Een geruststelling ook : er zijn nog altijd mensen die het kunnen, ondanks de verkleutering en de verleuking van het onderwijs.
Ergens in de jaren 70 kwamen in het Brusselse de Chinese restaurants in beeld. In en rond Antwerpen waren ze er al langer. Voor de verworpenen der Culturele Revolutie duurde het blijkbaar iets langer om Brussel te bereiken dan om Antwerpen te vinden.
Die eethuizen waren relatief goedkoop en lekker en werden onmiddellijk populair. Ook al waren ze in achterafstraten gevestigd, de adressen werden doorgegeven en binnen afzienbare tijd waren in die straten parkeerproblemen. Populair dus.
Zo was er een nieuw gedoe in de Timmermansstraat in Jette en dat restaurant moest uitgeprobeerd worden natuurlijk. Wie heeft er al gegeten? Niemand? Zullen we die nieuwe Chinees dan eens proberen? Allen daarheen en de hond ging mee. Dat kon toen nog, met een hond op restaurant gaan.
De hond heette Pinjoef, was zwart, iets kleiner dan middelgroot, had slimme oogjes en ondanks haar temperament wist ze zich bij momenten welopgevoed te gedragen. Wat zeer vreemd was, want niemand had haar opgevoed. Zo bedelde ze bvb niet, zelfs niet aan tafel. Straatadel. Ze was een beetje nuffig ook.
Het restaurant was ingericht met veel rood en zwart, aan de muur taferelen met draken, en op de vensterbanken stonden vazen met bloemen óp ipv ín.
We waren met veel en we werden naar de grote ronde tafel geleid. We waren de eerste klanten. Dat is oké, een rustige moment, dan hebben de mensen van de zaal en van de keuken geen coup de feu, de service verloopt vlotjes. (weet ik)
Er kwam een aperitief, de kroepoek was toen nog gratis, en de bestellingen werden genoteerd. Voor een groot gezelschap is een ronde tafel zoveel plezieriger dan een rij rechthoekige tafels die bijeen geschoven worden. Men ziet iedereen, men hoort ook alle anderen, iedereen is opgenomen in de kring.
Pinjoef had zich onder de tafel geïnstalleerd en lag daar met het kopje op de poten te genieten van het feit dat zoveel mensen met haar meegekomen waren naar die fijne plek.
Het eten werd geserveerd en ten gerieve van ons werd de muziekinstallatie geactiveerd. Uit de luidsprekers kwamen tokkelinstrumenten en hoge vrouwenstemmen die melodieën produceerden. Toen nog niet echt voor ons Westers oor, maar goed, we leefden in een sfeer van verdraagzaamheid. Het eten was lekker en tolerantie was het modewoord. De term multicultureel moest nog uitgevonden worden.
Wij aten en wij praatten en wij dronken en alles was goed en aangenaam behalve dat hoog gemiauw van de Chinese zangstemmen uit de luidsprekers. Tolerant of niet, trop is teveel. Pinjoef dacht daar anders over. Zij genoot. Het duurde efkes eer ik begrepen had dat een bijgeluidje van onder de tafel kwam en niet uit de luidsprekers. Ik keek en daar lag ze, oogjes toe, muiltje ook toe, daar lag ze te genieten van de Chinese muziek en ze piepte/miauwde mee. Waarschijnlijk was ze de enige van het gezelschap die de muziek wist te waarderen. Iemand van de bediening kwam met een blij gezicht zeggen : ‘dog music oké!’ = zelfs de hond vindt de muziek mooi.
Yes, zei ik, verschrikkelijk gegeneerd dat die mensen zo Oosters beleefd waren. 'k Had onder de tafel willen kruipen van schaamte. Maar daar lag dat zelfgenoegzaam hondje al, te miauwen.