Woordenboek Westends Dialect
Inhoud blog
  • Dit is mijn laatste artikel op mijn blog ‘Westends Dialect’
  • Guklit up zu Westeëns
  • Pluzantstu dieëruguluudn
  • Een drietal moppen om 2021 in te zetten
  • Wata dandru meënsjhun vieng - Wat de andere mensen vinden

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Laten we dat niet verloren gaan
    11-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 14: Kledij Juwelen Maquillage

    Aakn e noogn: haken en ogen
    Aaänguklit: aangekleed
    Aaängutjootult: raar of slecht aangekleed
    Aaänsjhoeë: handschoen
    Aaänsjhoen: handschoenen
    Agturbeuzu: achterzak
    Alpingsju: muts
    Alsbant: halsband
    Andoeën: aandoen
    Ang mo ju paaltoo an du portumaantoo: hang maar je mantel aan de kapstok
    Angurtju: hangertje
    Anklein: aankleden
    Anen: aanhebben
    Anpasn: aanpassen
    Antasu: handtas
    Baretu: baret
    Batkostuumu: badpak
    Batmutsu: badmuts
    Bazasu: rugzak
    Biekienie: bikini
    Bievakmutsu: bivakmuts
    Bijbiedol: babydoll, nachtkleding voor de vrouw, sexy lingerie
    Bijbieklirtjus: babykleertjes
    Binubeuzu: binnenzak
    Binuzak: binnenzak
    Blienk: schoensmeer
    Bloeëzu: bloes
    Bloezong: korte jas       Fr blouson
    Boerka: kledingstuk gedragen door Islamitische vrouwen; bedekt heel het lichaam, inclusief gezicht
    Boerkienie: boerkini; zwemoutfit dat enkel handen, voeten en gezicht vrijlaat
    Boksaaänsjhoeën: bokshandschoenen
    Boloeët: bolhoed
    Boöj: trui
    Botien: hoge schoenen

    Botienu: hoge schoen                   Fr  bottine
    Braaänzulee of Braaänzjulee: armband
    Brijn: breien
    Broekbeuzu: zak van de broek
    Broeksju: broekje
    Broekspuupu: broekspijp
    Brosju: speld                      Fr broche
    Burgurkleeërn: burgerkleren
    Deekoltee: laag uitgesneden halsopening       Fr décolleté
    Djieëns: jeans
    Djirsee: jersey, katoen of wollen machionaal gefabriceerde stof
    Duukpak: duikerspak
    Emdu: hemd    =>  u nemdu: een hemd
    Falaar: sluier, hoofddoek                Fr foulard
    Flieës: fleece, vacht, gebreide en geruwde stofsoort
    Frak: jas
    Gabardjinu: regenjas in lichte stof    Fr gabardienne
    Getn: beenstukken (vroeger van militairen)       Fr guetrons
    Goedn ketienk: gouden ketting
    Goedn orloozju: gouden uurwerk
    Goeduwerk: juwelen, sieraden, goud
    Guzigtsmasjhur: gezichtsmasker
    Kajuutn: rubberen pantoffels waarin de voeten geweldig zweetten, wat tot zweetvoeten leidde
    Kanadjinu: overjas                 Fr canadienne
    Kapootu: mantel met kap              Fr capote
    Kapu: kap
    Kapuusjong: kap vastgemaakt aan de jas        Fr capuchon
    Katoeën: katoen
    Kazuuvul: kazuifel, mouwloos opperkleed gedragen door de priester als hij de mis opdraagt
    Ketienk: ketting
    Kiemonoo: kimono; Japans kledingstuk. Losse mantel of japon met wijde mouwen die met een ceintuur wordt dichtgebonden
    Kiendurkleeërn: kinderkleding
    Klaksju: klakje
    Klaku: klak, pet
    Kleeën medu laptju: met welke kledij ook, er goed uitzien
    Kleeërbustul: kleerborstel
    Kleeërn: kleren, kledij
    Kleeërn voe du vijlugijt: veiligheidskleding
    Kleeërn voe tu feeëstn: feestkleding
    Kleeërn voe tu werkn: werkkleing
    Kleeërn voer in du vrieju tiet: vrijetijdskleding
    Kleeërn voer int guvegt: gevechtskleding
    Kleeërn voer uut tu goön; uitgangskleding
    Kleeërn voet snagts: nachtkleding
    Kloefn: klompen
    Knoptju: knoopje
    Koentukletsur: pitteleer, lange jas bij feestelijkheden
    Koesn: kousen
    Koesn die slookurn: kousen die afzakken
    Kokmutsu: koksmuts
    Kolaän: kousbroek     Fr  collant
    Komuuniezong: onderjurk             Fr combinaison
    Kopspelu: kopspeld
    Korsee: keurslijf                       Fr   corset
    Kostuumu: pak
    Kotieln broek: fluwelen broek
    Kroontju: kroontje
    Krosjteern: haken met een haakpen           Fr crochete
    Kultun: kleren
    Leëzn: laarzen
    Linun: linnen
    Maaänsjetu: manchet                     Fr manchette
    Maaänsjetuknoop: manchetknop
    Masjhur: masker
    Mieniekienie: minikini
    Moentmasjhur: mondmasker
    Monokul: oogglas       Fr  monocle
    Monookienie: monokini, bikini zonder bovenstuk
    Mutsu: muts
    Naaldu: naald
    Nagtemdu: nachthemd
    Neegliezjee: gemakkelijk ochtendgewaad            Fr négligé
    Niekam: nikam
    Nielong: nylon
    Nielongs: nylonkousen
    Noeërujaagurtju (u): strikdas, vlinderdasje
    Noöt: naad
    Noöjmasjien(u): naaimachine
    Noöjn: naaien
    Nunukleeërn: religieuze kleding van een non
    Oarmbant: armband
    Oeët: hoed     => Noeët (u): een hoed
    Oeëwu zieëju gie doö nu aangutjootult?:Hoe ben jij nu aangekleed?

    Oendurbroek: onderbroek
    Oendurgoeët: ondergoed
    Oendurlief: onderhemd
    Oeërujaagurtju: strikje
    Oendurlievutju: onderhemdje
    Oogsjhaduw: oogschaduw
    Ooörbelu: oorbel
    Ooörrieng: oorbellen
    Ooörrienk: oorbel
    Oovral: overall
    Oovurgoojur: overgooier, wijde mouwloze jurk zonder taille die over het hoofd wordt aangetrokken
    Orlogu: uurwerk
    Orloozjubantju: uurwerkbandje
    Paltoo: mantel, overjas                     Fr paletot
    Pardusuu: mantel                      Fr pardessus
    Pasturkleeërn : religieuze kleding van priester
    Peërul : parel
    Pelsun frak: pelsmantel
    Piekubestu  => up zu piekubestu guklit zien: piekfijn gekleed zijn
    Piewantn: wanten
    Pinwaar: ochtendjas meestal gedragen bij het opstaan en vóór het slapengaan       Fr  peignoir
    Pirmanaäntu: haargolf blijvend     Fr   permanent
    Plastrong: das                    Fr plastron
    Ponsjoo: poncho, van origine Zuid-Amerikaans kledingstuk, rechthoekige doek met in het midden een gat om het hoofd door te steken
    Poönu: fluweel
    Pulumutsu: puntmuts
    Reegnkaptju: regenkapje
    Reegnmantul: regenmantel
    Rieëmtju: riempje
    Rieëmu: riem
    Riekooördu: schoenveter
    Rieleëzun: rijlaarzen
    Rowkleeërn: rouwkleding
    Sandaaln: sandalen
    Sandaalu: sandaal
    Satien: satijn
    Savatn: pantoffels
    Senteuru: riem             Fr ceinture
    Sjakosju: handtas            Fr sacoche
    Sjarpu: sjerp                                  Fr écharpe
    Sjetu: sajette, wol
    Sjhabu: schort
    Sjhortu: schort
    Sjort: short
    Slepu: hemd     =>    in zu slepn roentloopn: rondlopen zonder broek, in zijn hemd
    Sletsn of Slufurs: pantoffels
    Sliep: onderbroek
    Slieptju: slipje
    Smookieng: smoking
    Snelzeikr: open vrouwenbroek
    Soetjeën: bustenhouder         Fr soutien
    Soetoönu: soutane, onderdeel priesterkleding
    Stofu: stof
    Streksju: strikje
    Striekiezur: strijkijzer
    Striekn: strijken
    Strieng: string, soort onderbroek of zwembroekje dat schaamstreek bedekt en verder bestaat uit een touwtje of smal stukje stof om het middel en door de bilspleet
    Taal a ju gat ang: al je geld uitgeven aan kledij
    Talongs: hoge hakken                       Fr talon
    Tanga : tanga, damesslip
    Tieritu: rits                   Fr tirette
    Toepet: haarstukje    Fr toupet
    Tooga : toga, kledij van de rechter
    Turnslufurs: turnpantoffels
    Tuulu: mazenweefsel (doorzichtig)
    U boöj brijn: een trui breien
    Upgutietumatoojt: opgemaakt/opgezet
    Uunieformu: uniform
    Uutloötn: uitlaten, vergroten of verlengen van kleding
    Uutrustiengu: uitrusting
    Uutstriekn: uitstrijken
    Veln mantul: bontjas
    Vestubeuzu: zak van de jas
    Viengurrienk: vingerring
    Vlindurdasju: vlinderdasje, hoerenjagertje
    Vrowukleeërn: vrouwenkleren
    Vuliengu: (op)vulsel
    Vurklindurn: verkleinen, inpakken
    Vursjhooön: verschonen, verversen (baby)
    Wienturkleeërn: winterkleren
    Wulu: wol
    Wuuvukleeërn: vrouwenkleren
    Zeulu: zool  (van u sjhoeë: van een schoen)
    Ziedu: zijde
    Zilvurn ketienk: zilveren ketting
    Zilvurn orloozju: zilveren uurwerk
    Zjartiln: jarretellen, onderdeel van het damesondergoed ter voorkoming van het afzakken van de kous
    Zjielee: vest                        Fr  gilet
    Zokn: sokken
    Zoksju: sokje
    Zoomurkleeërn: zomerkleren
    Zunuklaksju: zonnepetje
    Zuutwestur: zuidwester, hoofddeksel gedragen door zeevaarders


    Lipustiftu: lippenstift
    Makiejoözju: make-up                                Fr  maquillage
    Misaaänplie:
    Oogsjhaaduw: oogschaduw
    Pirmanaantu:

    11-03-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 13: Geld Financies

    Aalmoeëzu: aalmoes
    Aksjus: acties, aandelen
    Al slaapundu rieku wordn: al slapend rijk worden, er niets moeten voor doen
    Andeeëln: aandelen
    Andeeëloedur: aandeelhouder
    Bankbieljet: bankbiljet
    Bankbrieftju: bankbriefje
    Bankgugeim: bankgeheim
    Bankkluuzu: bankkluis
    Bankkoörtu: bankkaart
    Bankleeëniengu: banklening
    Bankofsjhriftu: bankafschrift
    Bankreekniengu: bankrekening
    Bankroeët: bankroet
    Banktugoeët: banktegoed
    Batju: koopje
    Beeteewee: BTW belasting op de toegevoegde waarde
    Bendug: zuinig
    Beuzu: beurs (instelling en zak)
    Biebutaaliengu: bijbetaling
    Biedraagu: bijdrage
    Bielegn: bijleggen
    Biepasn: bijpassen
    Bievurdieën: bijverdienen
    Bievurdieënstu: bijverdienste
    Binbrieng: binnenbrengen (als bijdrage aan gezinskosten, bvb)
    Boekoediengu: boekhouding
    Boekoedn: boekhouden
    Borgsteliengu: borgstelling
    Brantkasu: brandkast
    Brieftju: briefje (van twintig euro bvb)
    Budervn: bederven
    Budriefsbulastiengu: bedrijfsbelasting
    Bukostugiengu: bekostiging
    Bukostugun: bekostigen
    Bulastboör: belastbaar
    Bulastieng: belastingen
    Bulastieng oentduukn: belastingen ontduiken
    Bulastiengaängiftu: belastingsaangifte
    Bulastiengefiengu: belastingsheffing
    Bulastiengoftrek: belastingsaftrek
    Bulastiengsjhievu: belastingsschijf
    Bulastingsiestiïm: belastingssysteem
    Bulastiengvrie: belastingsvrij
    Bulegiengu: belegging
    Bulegur: belegger
    Bulooniengu: beloning
    Bumiduln: bemiddelen
    Buslaglegiengu: beslaglegging
    Buspoöriengu: besparing
    Busteediengu: besteding
    Butaalboör: betaalbaar
    Butaaliengu: betaling
    Butaalkoörtu: betaalkaart
    Butaaln: betalen
    Buzitieng: bezittingen
    Buzoldiegiengu: bezoldiging
    Dadis giïn gelt: dat is goedkoop
    Dieëru: duur
    Dieëzn: duurder worden
    Dran toesteekn: geld verliezen op een door jou betaalde zaak
    Drienkgelt: drinkgeld
    Dur gelt uutsloön: winst maken
    Dur warmtjus iïn zitn: er warmpjes inzitten, veel geld hebben
    Erfunisu: erfenis
    Ervn: erven
    Fajiet(u): bankroet
    Fortuunu: fortuin
    Garaaänsju: waarborg
    Gasboeëtu: gasboete, opgelegd door de gemeente
    Gelt moe roln: geld moet rollen
    Gelt rieëkn: geld ruiken, voelen dat er iets te verdienen is
    Gelt uut utwieën zu zak klopn: iemand te veel doen betalen
    Gelt vurdieën lik sliek: op gemakkelijk manier veel geld verdienen
    Gelt vurdoeën: geld uitgeven
    Geltzak: rijke
    Gin rostu kluutu en: niets bezitten
    Gupast gelt: gepast geld
    Ienkulgelt: muntstukken, kleingeld
    Iepoteeku: hypotheek
    Infloösju: inflatieInt zwart werkn: in het zwart werken
    Ju gelt plaseern: je geld vastzetten op termijn
    Ju gelt vastu zetn: je geld vastzetten
    Ju ku gin kei vloön: je kunt niets ontnemen aan iemand die niets heeft
    Ju mag ut up ju buuk sjhrievn: je zult nooit betaald worden
    Kapietaal: kapitaal
    Kasu: kassa
    Kiendurgelt: kindergeld
    Kluturgelt: kleingeld
    Kluutu: tien centiem oud Belgisch geld
    Kluuzu: kluis in de bank
    Kortiengu: korting, afslagKoruupt zien: korrupt zijn
    Krebu bietn: armoe, hongerlijden
    Kroozn (va ju gelt): rente
    KrotEnKompanjieë: grote armoede
    KrotEnOörmoeë: grote armoede
    Krotu: armoede
    Lamurn: geld geven
    Leeëniengu: lening
    Leeflooön: leefloon
    Leevun van du dis: onderhouden worden door het OCMW
    Leevun van zu rentn: leven van de opbrengst van zijn geld
    Meeërweërdu: meerwaarde
    Met u fursjetu sjhrievn: te veel aanrekenen
    Ne gi naagul voe zu gat tu krabuln: hij bezit niets en hij heeft geen geld
    Nis me zu gat in du butur guvoln: hij is in een rijke familieterechtgekomen
    Nu biet u frang in tweeën: het is een gierigaard
    Nu zoet u frang in tweeën bietn: hij is erg gierig
    Nu zit op zu geld: hij is gierig
    Ofbieën: afbieden
    Obliegoösju: obligatie
    Oenkostn: onkosten
    Ofbutaaln: afbetalen
    Ofgusleegn: prijs is verminderd
    Ofkortn: een schuld afbetalen
    Ofslag: korting
    Oftrekn van ju bulastieng: aftrekken van je belastiengen (gedane onkosten, forfait)
    Oftrogln: aftroggelen
    Ofpriezn: afprijzen
    Ofslag: afslag
    Oörmoeë: armoede
    Oörmoeë troef: daar heerst armoede
    Oovursjhot: overschot
    Oovursjhrieviengu: overschrijving
    Otomoöt: geldautomaat
    Parkeerboeëtu: parkeerboete
    Parkeergelt: parkeergeld
    Poenku: spaargeld (verdoken)
    Portufuju: portefeuille
    Portumonee: geldbeugel        Fr portemonnaie
    Pronostiekn: een pronogstiek invullen
    Reeguulariezoösju: regularisatie
    Riekdom: rijkdom
    Rieku stienkur: rijke stinker/man
    Rinuweern: ruineren
    Rusuu: ontvangstbewijs        Fr  reçu     
    Rutu: blut
    Senteuru doeën: de riem toehalen om te besparen                    Fr ceinture
    Sentn: centen
    Sjhaavurgoeëdiengu: schadevergoeding
    Sjhatbuwoördur: schatbewaarder
    Sjhatkistu: schatkist
    Sjhatrieku: schatrijk
    Sjhuldn: schulden
    Sjhuldn maakn: schulden maken
    Sjhuldn ofbutaaln: schulden afbetalen
    Sjik: cheque
    Sjikboek: chequeboek
    Sliek van deërdu: geld   
    Smooörrieku: zeer rijk
    Speelsjhuldn: speelschulden
    Spoörboeksju: spaarboekje
    Spoörgelt: spaargeld
    Spoörkasu: spaarkas
    Spoörn: sparen
    Spoörn voe ju noedun dag: sparen voor de oude dag
    Spoörreekniengu: spaarrekening
    Sponsurn: sponsteren, steunen met geld
    Steeg: stijf
    Steeg van ofgoön: gierig zijn
    Steeënrieku: steenrijk, zeer rijk
    Stortiengu: storting
    Suukurtantu: suikertante, rijke tante zonder kinderen
    Teëru doeën: verteren, geld uitgeven
    Tgelt deur deurun en viïnsturs smietn: geld door deuren en vensters gooien
    Tgelt dur deuru jaagn: veel en snel geld uitgeven
    Tgelt groejt nie up mu rik: het geld groeit niet op mijn rug, ik ben spaarzaam want ik moet er hard voor werken
    Tis eeën me kluutn: één met kluiten, een rijke
    Toar zoet deur ju klaku groejn: je geld zou ervan op geraken
    Tu nieëtu goön van tgelt: waardevermindering van het geld
    Tvolt va nie oogu: het is niet duur
    Tzoet up ju patatn nie vurdieën: heel weinig verdienen
    U fluutu van u sent: een kleinigheid
    U kleeën peënsjoeëntju: een klein pensioen
    U kostlik batju: een dure aangelegenheid
    U lotju koopn: een lot kopen
    U neuroo: een euro
    U neezul en die geld sjhiet: over onuitputtelijke geldbron beschikken
    U nomaaliengu doeën: geld inzamelen
    U zak gelt en: rijk zijn
    Up du poef koopn: kopen op afbetaling
    Up gin frang/euroo kiekn: het komt niet op een frank/euro
    Up ju geld zitn: gierig zijn
    Up zwart zoöt zitn: op zwart zaad zitten, geen financiële mogelijkheden meer hebben
    Upbrieng: opbrengen
    Upbriengstu vaju gelt: opbrengst, rente
    Upslag: opslag
    Uutspoörn: uitsparen
    Vakaaänsugelt: vakantiegeld
    Van zu gelt klapn lik u boer van zu kleeënu patatjus: van zijn geld spreken zoals een boer van zijn kleine aardappelen
    Voe gin gelt van du weeërult: voor geen geld van de wereld, wat je ook mag bieden
    Voe tzeëfstu gelt: voor hetzelfde geld
    Vraagn kost giïn gelt: vragen kost geen geld, toch vragen als er weinig kans op slagen is
    Vraagpries: vraagprijs
    Vrie van taks: vrij van belastingen
    Vurdieën: verdienen
    Vurdieënstu: verdienste
    Vureurn: verhuren
    Voöksupvoeëdiengu: volksopvoeding
    Voe nietn: gratis, kosteloos
    Voer u napul en u nei: zeer goedkoop
    Vooördeeël: voordeel
    Vooördeeëlug: voordelig
    Vooörnsjhieëtn: voorschieten
    Vooörsjhot: voorschot
    Vurdoeën: uitgegeven => aal zu gelt vurdoëen aaän snoep
    Vurgoeëdiengu: vergoeding
    Vurkoopupbriengstu: verkoopopbrengst
    Vurkwistiengu: verkwisting
    Vurlieës: verlies
    Vurlieëzn: verliezen
    Vurigtiengu: verrichting (op bankrekening)
    Vuriekn: verrijken
    Vurspiliengu: verspilling
    Wediengu: wedding
    Wedn: wedden
    Witwasjhun: witwassen
    Woekurn: te veel geld vragen
    Woekurpries: veel te hoge prijs
    Woekurwiïnstu: woekerwinst, te veel verschil tussen waarde en gevraagde prijs
    Woörborgu: waarborg
    Zo rieku of datu zeeë diepu is: zo rijk als de zee diep is, zeer rijk
    Zo woörmu lik djop: zo arm als job, zeer arm
    Zoöjn no du zak: de tering naar de nering zetten
    Zu broek draän sjheurn: zijn broek eraan scheuren, verlies lijden
    Zu gelt dur deurujasn: snel veel geld uitgeven
    Zu gelt plaseerun: zijn geld vastzetten, investeren, plaatsen
    Zu gelt zit in u koesu: hij heeft geen vertrouwen in de banken
    Zu slepn draan sjheurn: verlies lijden bij een zaak
    Zwart geld: niet aangegeven geld
    Zwem int gelt: rijk zijn

     

    04-03-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 12: Gemoedstoestand Gevoelens

    Aänjaagn: zich fel haasten
    Agturdogtug: achterdochtig
    Agturloop: veel moeite
    Alturoösju: ontroering
    Ambjaaänsu: stemming                        Fr ambiance
    Andagtug: aandachtig
    Ankurn: hevig verlangen
    Barmertug: barmhartig
    Bendig: nieuwgierig, hevig naar iets uitkijkend
    Beu lik koedu pap: iets zeer beu zijn
    Biebudoeëliengu: bijbedoeling
    Bleëtn: wenen
    Bliedu of blieë: blij
    Blietsjhap: blijdschap
    Bliekboör: blijkbaar
    Bloeëtstolunt: bloedstollend
    Braavu zien: braaf zijn
    Brimstug: geil, bronstig
    Budoeëliengu: bedoeling
    Budoeëln: bedoelen
    Budwieng: bedwingen
    Bugoeftu: behoefte
    Bukn: koppig zijn
    Bukomuriengu: bekommering
    Bukooöriengu: bekoring
    Bukrompn: bekrompen
    Bulachuluk: belachelijk
    Bulang: belang
    Bulangsteliengu: belangstelling
    Buleedugt: beledigd
    Buleeëriengu: belering
    Bulemuriengu: belemmering
    Buletsul: beletsel
    Bumoeëdurn: bemoederen
    Bunowt zien: bang zijn
    Buproeviengu: beproeving
    Burustiengu: berusting
    Busjhaamt zien: beschaamd zijn
    Busjhijdun: bescheiden
    Busjhowiengu: beschouwing
    Buwoöjt: scheel van de goesting (naar eten)
    Da werkt op mu zilmus: dat werkt op mijn zenuwen
    Dankboör: dankbaar
    Deegoe: afkeer          Fr dégoût
    Deeliekoöt: delikaat             Fr délicat
    Dinu doeën: er niet goed van zijn
    Dragtur kun sjhuufuln: erachter mogen fluiten, iets niet krijgen
    Droomweirult: droomwereld
    Drukdoeëndurieë: drukdoenderij
    Du kituls en: gevoelig voor kriebels
    Du krul kriegn: zeer hard op de zenuwen gewerkt
    Dul zien: kwaad zijn
    Dur geërn bie zien: er graag bij zijn
    Dur me ju klaku noö sloön: op goed geluk polsen of raden
    Dur nie goeët vaän zien: er niet goed van zijn
    Dur tertu van iïnzien: er het hart van in zijn
    Durbie kwieëln: erbij kwijlen
    Durvan braakn of spuugn: er genoeg van hebben
    Eeënzaam: eenzaam
    Eëk weërt em: iedereen doet zijn best
    Eëk zu goestu: ieder zijn wil, zijn goesting
    Eemulstuvroet: zeer kwaad
    Eeërlik zien: eerlijk zijn
    Enuvleis: kippenvel (rilling van ontroering, van ‘t verschieten)
    Ertulik: hartelijk
    Espres: opzettelijk                    Fr exprès
    Foeëln: voelen
    Froöj zien: braaf zijn
    Gamuuzeert: geamuseerd
    Gintriseert: geïnteresseerd
    Goestu: goesting     
    Goestu en: goesting hebben
    Groeën van zjaloezieë: groen van jaloezie
    Guboöriengu: doen alsof, iets gebaren, veinzen
    Guboejt: geboeid
    Gubrookn: gebroken
    Gukwetst: gekwetst
    Gulukug zien: gelukkig zijn
    Guneërn: amuseren
    Guwoöru wordn: gewaarworden
    I ju gat gubeetn zien: verbolgen zijn over iets
    In du duuk: stiekem
    In u vroedu koleeru sjhieëtn: koleriek reageren
    In zu broek doeën: bang zijn
    Intoesjast: enthousiast
    Jankn: huilen als een hond
    Jeun: genieten
    Ju juünstu toogn: tonen dat je iets wil doen
    Ju karu keeërn: van mening veranderen
    Ju kasu upfretn: zich vervelen, ongeduldig zijn
    Ju kazaku droöjn: van gedacht veranderen, overlopen
    Ju kluts kwiet zien: van niets meer weten
    Kaan al bunowt da: ik was al bang dat
    Kajietn: uitschreeuwen van de pijn
    Kalmtu: kalmte
    Kalmu: kalm
    Kanuguluk: geluk dat er voor jou nog wat overgebleven is
    Ken dur gunoeg van: ik heb er genoeg van
    Ken dur mu klaku vaan vul: ik heb er genoeg van
    Ken dur mu kot in: ik geniet ervan
    Kgo no mu kip: ik ga slapen
    Koeroözju: moed          Fr courage
    Kompasju: medelijden
    Kontent zien: tevreden zijn                     Fr content
    Kontentument: tevredenheid, voldoening           Fr contentement
    Koönfjeënsju: vertrouwen   Fr confiance
    Koönfort: comfort                    Fr confort
    Kopug: koppig
    Kriegn dur kieëkuvel van: ik krijg er kippenvel van
    Kriesjhn: wenen
    Ksien dul: ik ben kwaad
    Kurjeus: nieuwsgierig              Fr curieux
    Kurjeuzuneuzn en vraagsteërtn: nieuwsgierig zijn
    Kurjeuzuteit: nieuwsgierigheid
    Kutent: content, tevreden
    Kuumn: niets zeggen
    Kvoeëln muniegoeët: ik voel me niet goed
    Kwetsboör: kwetsbaar
    Kwieln: kwijlen
    Kwitzoendur of: ik ben benieuwd of
    Kwoöt zien: kwaad zijn
    Kzien kuük: ik ben pompaf
    Kzien murwu: ik ben murw geslagen
    Kzien tertu of: ik kan niet meer
    Kzient zo moewu lik aaängubrandu pap: ik ben het heel erg moe
    Lachun: lachen
    Lank gat (met u): tegen de goesting iets doen
    Leeg: lui
    Leegoört: luiaard
    Liebur: vrij                      Fr libre
    Lieburtijt: vrijheid              Fr liberté
    Lieën: lijden
    Lujugeit: luiheid
    Malsjaaänsu en: ongeluk hebben     Fr malchance
    Me ju pies in du wient stoön: verslagen, geen raad meer weten
    Meegoöndu: gewillig, sympathiek
    Meeleevn: meeleven
    Meënsjhuluk: menselijk
    Meefoeln: meevoelen
    Meevoln: meevallen
    Meewiln: meewillen
    Meezitn: meezitten
    Me tu poepurs zitn: bang zijn
    Met u kleeën ertju: met een klein hartje, beschroomd
    Met u lank gat: met tegenzin
    Mien bobienu is of: in ben doodop
    Moeë: moe
    Moeëduloos: moedeloos
    Moeëdurertu: moederhart
    Moeëdurlieëfdu: moederliefde
    Moentzieënt: we zien er tegenop
    Mu zoendur kloör upstoön: het zou niet goed zijn als we dat deden
    Nie va wantn weetn: nergens iets van afweten
    Nis dul, zisdul: hij is kwaad, zij is kwaad
    Nis/zis goeët vanertu wi: hij/zij heeft een goed hart, hoor
    Nooötgudwoeng: noodgedwongen
    Oedjan tgas: bereid je er maar op voor
    Nu jeunt em doö: hij voelt zich daar goed
    Oenaaängunaam: onaangenaam
    Oenduvroet zien: heel erg boos zijn
    Oeëngudult: ongeduld
    Oeënguduldug: ongeduldig
    Oeënguluk: ongeluk
    Oeëngulukug: ongelukkig
    Oeëngurust: ongerust
    Oeënpusjentug: ongeduldig           Fr impatient
    Oeënsjaänsu: ongeluk, tegenvallend
    Oeënvrieënduluk: onvriendelijk
    Oeënzeekru: onzeker
    Oeërusjaänsu: veel geluk
    Oentmoeëdugt: ontmoedigd
    Oentroeëriengu: ontroering
    Oentroeërt: ontroerd
    Ofvraagn: afvragen
    Ooörndul: geschift, getikt
    Oovurguvoeëlug: overgevoelig
    Op zu sjieku bietn: zich inhouden
    Peizn: peinzen, denken  => kpeizn: ik denk
    Pieëpn: schreeuwen
    Pienluk: pijnlijk
    Poepurs: schrik 
    Poeër: pit
    Preus: fier
    Preus lik veeërtug: zeer fier
    Pusjeënsju: geduld         Fr patience
    Pusjentug: geduldig             Fr patient
    Riliengu: rilling
    Roesputeern: misnoegen uiten         Fr rouspéter
    Rooj: last
    Rooöt van sjhamtu: rood van schaamte
    Roözunt van koleeru: razend van woede
    Ruksju: reukje
    Rutuln: misnoegdheid uiten
    Seënsoösju: sensatie
    Simpatiek: sympathiek
    Sjaänsu: geluk, meeval                Fr chance
    Sjhieë: bevlieging
    Sjhien: schijn
    Sjhietur: bangerik
    Sjhiln: schelen
    Sjhreimn: wenen
    Sjhruwuln: zeer luid schreeuwen
    Spietug: spijtig
    Stilu: stil
    Surjeus: ernstig                        Fr sérieux
    Tertu durvan iïn zien: er het hart van in zijn
    Tienkt mien da: me dunkt dat
    Tis mo daj twit: als je het maar weet
    Tis mu juustu gliek: het is mij om het even
    Tis voe bie tu bleëtn: je zou erdoor wenen
    Tka mu nie sjhiln: het kan me niet schelen
    Toed an du rebn: het is straffe kost
    Trow zien: trouw zijn
    Tsloeg (d)a mu nertu: ik verschoot mu rot
    Tspek a ju klooötn en: het zitten hebben, het slachtoffer zijn
    Twerkt up mu zilmus: het werkt op mijn zenuwen
    U noent zoet rieëkn: het was te verwachten
    U sjheetu lachn: plezier hebben
    U vroedu koleeru: erg kwaad zijn
    Ulpuloos: hulpeloos
    Up ju kinu meugun klopn: op je kin mogen kloppen, niet krijgen wat je verwacht
    Up ju peërt zitn: kwaad zijn
    Up ju weeroedn zien: afwachten en voorzichtig zijn
    Upgulugt: opgelucht
    Upguwekt: opgewekt
    Upjaagn: opjagen, aanzetten tot grotere haast
    Upoedn: ophouden
    Upregt zien: oprecht zijn
    Utwa doeën met u lank gat: iets doen tegen zijn goesting
    Utwa geeëstug vieng: iets leuk vinden
    Utwa meeën: iets ernstig menen
    Utwieën geërn zieën: van iemand houden
    Utwoö dinu van zien: ergens niet goed van zijn, ontgoocheld zijn
    Uutbundug: uitbundig
    Uutguloötn: uitgelaten
    Uutoedn: uithouden
    Uutpluuzn: uitpluizen
    Uutgupluust: uitgeplozen
    Van u noözu gupoept zien: haast hebben, haastig zijn
    Veelu pusjeënsen: veel geduld hebben         Fr patience
    Vijandug: vijandig
    Voeëlboör: voelbaar
    Voeëliengu: voeling
    Vooörguvoeël: voorgevoel
    Vooörkeuru: voorkeur
    Vooörlieëfdu: voorliefde
    Vooörooördeeël: vooroordeel
    Vooörproevutju: voorproefje
    Vooörsmaksju: voorsmaakje
    Vorspelboör: voorspelbaar
    Vorspeliengu: voorspelling
    Vraagteeëkn: vraagteken
    Vreeësuluk: vreselijk
    Vriedom: vrijheid
    Vrieënduluk: vriendelijk
    Vriegeevug: vrijgevig
    Vriejijt: vrijheid
    Vriejuut: vrijuit
    Vriewilug: vrijwillig
    Vroegiengu: wroeging
    Vroet: kwaad
    Vrowunertu: vrouwenhart
    Vuldoön: voldaan
    Vurboöziengu: verbazing
    Vurdrieët en: verdrietig zijn
    Vurdwoöst: verdwaasd
    Vurlang: verlangen
    Vurlijdiengu: verleiding
    Vuroendursteliengu: veronderstelling
    Vurasiengu: verrassing
    Vurneedriengu: vernedering
    Vurneedurt: vernederd
    Vursjhieëtagtug: die gemakkelijk schrikt of verschiet
    Vursjhrikt zien: verschrikt, zeer bang
    Vursmagtn: verstikken
    Vurstievn: verstijven (van angst bv)
    Vurvuliengu: vervulling (wens)
    Vurwerkiengu: verwerking (van een tegenslag)
    Vurwoendriengu: verwondering
    Vurwoendurn: verwonderen
    Vurwoendurt: verwonderd
    Wa sjhiltur: Wat scheelt er
    Walgiengu: walging
    Wanoopug: wanhopig
    Weënsjhn: wensen
    Wijgur zien oovr utwa: zorg dragen over iets
    Wit van koleeru: wit van woede
    Zis nie zindlik: ze kijkt niet nauw, ze is niet kieskeurig
    Zjaloeës zien: jaloers zijn
    Zjaloezieë: jaloezie
    Zoendu: zonde
    Zu booöntjus tu weeëku legn: azen op iets
    Zu gat sjhuufult: hij is zenuwachtig, op zijn ongemak
    Zu jeun undur doö: ze voelen zich daar goed
    Zu jeunt eur doö: ze voelt zich daar goed
    Zu lipu loötn ang: ongelukkig, verdrietig zijn
    Zu toopu sloön: bang zijn
    Zu zit met du poepurs/sjhieturs: ze is bang

    25-02-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 11: Liefde Huwelijk of andere relatie

    Aaängutrowt: aangetrouwd
    Aavunturtju: avontuurtje, korte vlucht uit de relatie
    Afeëru: buitenechtelijke relatie            Fr affaire
    Agtur utwieën zu gat loopn: altijd bij iemand willen zijn, ook als die dat niet wil
    Aliementoösju: voorziening     Fr alimentation
    Amang: aanhouder, lover      Fr amant
    Anbidur: aanbidder
    Ankurn agtur utwieën: niet zonder iemand kunnen
    Anoedur: minnaar maar ook iemand die blijft aandringen => dun anoedur wint
    Asan ruuzju maakn: altijd ruzie maken
    Bieslaap: bijslaap
    Biezit: bijzit
    Broek vul goestiengu (of goestu): geil zijn
    Bruuloft: bruiloft
    Buturbrieftju: boterbriefje, bewijs dat men getrouwd is
    Dijtn: daten, afspreken
    Eereksju: erectie
    Ertrown: hertrouwen
    Flikur: flikker, homo
    Flirtn: flirten
    Fuftug joör gutrowt: vijftig jaar getrouwd, gouden bruiloft
    Geërn zieën: houden van        => van utwieën, van utwadu
    Goeët int bedu: goed in bed
    Guluk int spil, oeënguluk in du lieëfdu: geluk in het spel, ongeluk in de liefde
    Gusjhit: gescheiden
    Gusjhit van taaflenbedu: gescheiden van tafel en bed
    Gutrowt zien voe tgelt: niet getrouwd zijn uit liefde maar omdat de partner rijk is
    I roetu zien met utwieën: een relatie hebben met iemand
    Ju vint/wuuf budrieëgun: je man/vrouw bedriegen
    Kapootu: condoom
    Kenisun: een relatie aangegaan hebben, vrijen
    Kiendurloos: relatie zonder kinderen
    Kiendurweëns: kinderwens
    Kloarkomn: klaarkomen, orgasme krijgen
    Knufuln: knuffelen
    Koedan warmu lieëfdu: koude handen, warme liefde
    Kopul: koppel
    Kozien: kozijn    Fr cousin 
    Leeërn rieën up u noedu vielo: door een oudere (getrouwde) vrouw ingewijd worden in de liefde
    Leevn lik kat e noent: slecht overeenkomen
    Lekn: kussen
    Lieëf: lief     
    Lieëfdu: liefde       => 
    Lieëfdu makt blint: liefde maakt blind
    Lieëfdu up teeërstu guzigt: op het eerste gezicht
    Lisbiejinu: lesbische vrouw
    Luduvudu: liefdeverdriet
    Met du mantul van du lieëfdu budekn: met de mantel van de liefde bedekken, vergeven
    Minoöru: minnaar
    Minoresu: minnares
    Mitrisu: minnares           Fr maîtresse
    Moku: meisje of verloofde
    Monookienie: monokini
    Mu lieëf: mijn lief
    Mukoör geërun zieën: houden van elkaar
    Mukoör misun: elkaar missen
    Mukoör nie kun misun: elkaar niet kunnen missen
    Munoögu: huishouden             Fr ménage
    Net/zet durmee tu doeën: hij/zij heeft er een relatie mee
    Net u nandru: hij heeft een andere
    Neukn: neuken, de liefde bedrijven
    Nie van du stroötu gugrogt: niet van de straat geraakt, (nog)nooit een relatie gehad hebben
    Nis of zis nog nie van du stroötu: nog niet verloofd of getrouwd
    No doeërn goön: naar een hoerenkot gaan
    Od u noedu sjheuru in brandu vlieëgt: als een oudere verliefd wordt
    Oedn van mukoör: houden van elkaar
    Oedu lieëfdu roeëst nie: oude liefde roest niet
    Oeërujaagur: hoerenjager
    Oeërukot: hoerenkot
    Oentrow: ontrouw, bedriegen van partner
    Oentugt: ontucht
    Ofmaakn: verbreken (van vrijage)
    Ofspraaku: afspraak
    Oftrekn: masturberen
    Omelziengu: omhelzing
    Oomooguuwuluk: homohuwelijk
    Oörmenoörmu goön: arm en arm gaan
    Oovurspil: overspel
    Orgasmu: orgasme
    Ovreeënkomn: overeenkomen
    Palufun: liefkozen
    Peenies: penis
    Pieëpurn: kussen
    Poepn: neuken
    Pot: lesbienne
    Randeevoe(tju): afspraak(je)                Fr rendez-vous
    Rieku gutrowt zien: getrouwd zijn met een rijke man of vrouw
    Ruloösju: relatie
    Siks: sex
    Sjharul: scharrel, losse verkering
    Sjhatju: schatje
    Sjhidiengu: scheiding
    Sjhijdn of sjkheeën: scheiden
    Sjhooönbroeëru: schoonbroer
    Sjhooönmoeëdru: schoonmoeder
    Sjhooönvoödru: schoonvader
    Sjhooönzustru: schoonzuster
    Sjhooten up utwieën: iemand in de gaten hebben om er een relatie mee aan te gaan
    Sleep: onderste van trouwkleed dat langs de grond sleept en daarom opgeheven wordt
    Smooörvurlieëft: smoorverliefd
    Speelvajoögu: huwelijksreis
    Stiefmoeëdru: stiefmoeder
    Stiefvoödur: stiefvader
    Streeëliengu: streling
    Swietu: gevolg bij een chique huwelijksplechtigheid
    Teegn ju zjielee trekn (utwieën): iemand aanhalen, tegen de borst drukken
    Tetuzot: man die van borsten houdt
    Tisof: de relatie is verbroken
    Tis weeran: de relatie is er weer
    Tjestug joör gutrowt: zestig jaar getrouwd, diamanten bruiloft
    Toopu weun: samenwonen
    Topuzot: zeer verliefd
    Totju: kusje
    Trow: huwelijk
    Trowfeeëstu: trouwfeest
    Trowfotoo: huwelijksfotoTrowkleeët: trouwkleed
    Trown voe du kerku: kerkelijk huwelijk
    Trown voe du wet: wettelijk huwelijk
    Trowrienk: trouwring
    Tugoaruweun: samenwonen
    U nartnen: een stijve hebben
    U noar in du butur: een haar in de boter
    U noent met u noeët an: zegt men van een vrouw die er niet goed uitziet maar toch de interesse van de man opwekt
    U noeëru lik u peërt: een vrouw die heel wat minnaars had/heeft
    U sjheivu sjhatsu rieën: vreemd gaan
    U sjhooön kopul: een mooi koppel
    Up u nandur goön: vreemdgaan, scheve schaats rijden
    Veuguln: de liefde bedrijven
    Vint: man
    Vooörspil: voorspel
    Vrieguzel: vrijgezel
    Vrieoözju: vrijage
    Vrijn: vrijen
    Vrimdu goön: vreemdgaan
    Vurlang: verlangen
    Vurlieëft: verliefd
    Vurlooviengu: verloving
    Vuroediengu: verhouding
    Vuroovriengu: verovering
    Vursieëriengu: versiering
    Vursieërn: versieren
    Vuuvuntjestug joör gutrowt: vijf en zestig jaar getrouwd, briljanten bruiloft
    Vuuvuntwientug joör gutrowt: vijf en twintig jaar getrouwd, zilveren bruiloft
    Wuuf: vrouw
    Wuuvuzot: vrouwenzot
    Zet u nandreeën: ze heeft iemand anders
    Zet utwieën andurs: ze heeft iemand anders
    Zis i roetu me: ze heeft een relatie met
    Zjuubielee: jubileum
    Zorgun voe mukoör: voor elkaar zorgen
    Zot zien van utwieën: verliefd zijn op iemand
    Zu lieëfdu vurkloörn: zijn liefde verklaren
    Zu zien weg van mukoör: ze zijn niet meer samen                    

    18-02-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 10: Gebouwen – Bouwwerken - Woningen en onderdelen ervan - Wonen

    Aaänbusteediengu: aanbesteding
    Agturdeuru: achterdeur
    Agturkaamur: achterkamer
    Agtruut: tuin of grond achter het huis
    Alee: overloop               Fr allée
    Alukuupu: beerput
    Alupit: beerputArduun: arduin
    Asaänsuür: lift                              Fr ascenseur
    Baksteeën: baksteen
    Balatom: balatum
    Balkong: balkon
    Baluustraadu: balustrade, leuning van een balkon
    Batkaamur: badkamer
    Beërpit: beerputBelu: bel
    Biebown: bijbouwen
    Biedong: beton
    Biedongblok: betonblok
    Biedongmeuln: betonmolen
    Biedongrot: betonrot
    Biegubow: bijgebouw
    Bieldieng: building
    Binudeuru: binnendeur
    Binumeur: binnenmuur
    Blaf(u)teuru: vensterluik
    Boeërdurieë: boerderij
    Boeërof: boerderij
    Boeërofstee: hoeve
    Bojlur: boiler, waterverwarmer
    Boöku: balk
    Bowbudrief: bouwbedrijf
    Bowgroent: bouwgrond
    Bowjoör: bouwjaar
    Bown: bouwen
    Braku: barak  => nu/zu weunt in u braku                 Fr baraque
    Brantvijlugijt: brandveiligheid
    Briekn: bakstenen           Fr briques
    Brieku: baksteen
    Briekuljong: verbrijzelde bakstenen
    Brievubusu: brievenbus
    Bubown: bebouwen
    Buklidiengu: bekleding
    Buneen: beneden
    Burguruus: burgerhuis
    Buteeguliengu: betegeling
    Buungalow: bungalow
    Buuro: studie- of werkkamer        Fr  bureau
    Buutudeuru: buitendeur
    Buutugeevul: buitengevel
    Buutumeur: buitenmuur
    Buutuvurbluuf: buitenverblijf
    Buuzu: buis
    Buweunboör: bewoonbaar
    Buweunur: bewoner
    Bwatu: brievenbus                     Fr boîte aux lettres
    Dagturdeuru: de achterdeur
    Dalu: de hal
    Dampukapu: dampkap
    Deebara: opbergruimte     Fr débarras
    Dek: dak
    Dekbudekiengu: dakbedekking
    Derdu vurdieëp: derde verdiep
    Deuru: deur
    Deurugat: deuropening
    Diepoo: depot
    Diestriebuusju: verdeling, bezorging    Fr distribution
    Doeëniengu: hofstede, huis
    Doeëniengsju: kleine hofstede
    Droöjtrap: draaitrap
    Dubulu deuru: dubbele deur
    Duuvutoru: duivelstoren
    Dweësboöku: dwarsbalk
    Eestu vurdieëp: eerste verdiep
    Eërdiengu: aarding
    Eërt: haard
    Eetaazju: verdieping                    Fr étage
    Eetkaamru : eetkamer
    Fasoödu: gevel      Fr façade
    Fondoösju: fundament        Fr fondation
    Gank : gang
    Garaazju : garage
    Garaazjupooörtu : garagepoort
    Garu: opening => du deuru stoat up u garu: voor een stuk geopend
    Geevlu: gevel
    Gootsteeën: gootsteen
    Goözu: gas
    Groent: grond
    Groentwoötur: grondwater
    Grooötu kuustu: de grote schoonmaak
    Guliekvloeërs: gelijkvloers
    Iepoteeku: hypotheek
    Iezoloösju: afdeklaag, isolatie    Fr isolation
    Iïrkoo: air conditioning
    Ilutriek: elektriciteit
    Ilutriekdroöt: elektrische draad
    Ipurstu: bovenste verdieping
    Kaavu: schoorsteen
    Kaburdoesju: cafeetje (met rood licht)
    Kaliju: klei
    Karwiju: karwei
    Kasien: vensterbank
    Keldru: kelder
    Kiendurkaamur: kinderkamer
    Klienku: deurklink
    Koeër: koer
    Koök: kalk
    Koönstruuksju: bouw, constructie       Fr construction

    Kornisju of Kornisu: dakgoot
    Kortsluutiengu: kortsluiting
    Kuusjhiengu: grote kuis
    Kuustu: kuis
    Latustooörs: rolluiken
    Lavaboo: lavabo
    Leuniengu: leuning
    Lievieng: woonkamer, living
    Liftu: lift
    Lijdiengu: leiding
    Lugt: verlichting
    Maaänsardu: gebroken dak   FR mansarde
    Mazoetpit: mazouttank
    Meur: muur
    Netspaniengu: netspanning
    Nof (du): de tuin
    Nuus (u): een huis
    Oedumanuus: rusthuis
    Oeëngusjhikt: ongeschikt
    Oenbuweunboör: onbewoonbaar
    Of: tuin
    Ofloop: afloop
    Ofstee: boerderij
    Oftrekn: afbreken (van een huis)
    Ogstu vurdieëp: hoogste verdiep
    Omijniengu: omheining
    Oogbow: hoogbouw
    Opurvlaktu: oppervlakte
    Ovutju: tuintje    => u novutju: een tuintje
    Paljee: overloop                Fr palier
    Papier plakn: papier plakken, behangen
    Plaaänsjee: houten vloer
    Plafong: zoldering       Fr plafond
    Plintu: plint
    Plong: zekering           Fr plomb
    Pit: put
    Plat dek: plat dak
    Pompu: pomp
    Pooörtu: poort
    Prieëzu: stekker

    Radiatuür:  radiator, verwarmingselement            Fr radiateur
    Riejooln: riolen
    Riejoolu: riool
    Rookmeldru: rookmelder
    Ruutn: ruiten
    Salamaänzjee: eetkamer   Fr salle à manger
    Salong: woonkamer, zitkamer, ontvangstruimte       Fr salon
    Sieteërn: waterput     Fr citerne
    Sjambrang: deuromlijsting      Fr chambranle
    Sjhaavulieng: schaverlingen
    Sjhapstal: schaapstal
    Sjheuru: schuur (voor hooi of stro)
    Sjhowu: schoorsteen
    Sjofaazju: verwarming                           Fr chauffage
    Sjofaazjukeetlu: chauffageketel
    Sjofaazjukeldru: chauffagekelder
    Slapkaamur: slaapkamer
    Steliengu: stelling
    Stoörs: rolluiken
    Stopkontakt: stopcontact
    Stortbat: stortbad
    Studentukaamur: studentenkamer
    Sument: mortel
    Teegul(s): tegel(s)
    Terupapieër: teerpapier
    Tirasu: terras                               Fr terrasse
    Tirmoostaat : thermostaat
    Toetuuzunt: bij ons thuis
    Toru: toren
    Trap(n): trap(pen)
    Tu nuutkantu: op de buiten  
    Tu nuutkantu weun: op de buiten wonen
    Tuus: thuis
    Tvurtrek: toilet
    Twalet: toilet
    Twidu vurbluuf: tweede verblijf
    Twidu vurdieëp: tweede verdiep
    Twiwuünstu: dubbel huis
    Up du buutn weun: op de boerenbuiten wonen
    Up teeëste vurdieëp: op het eerste verdiep
    Uprit: oprit
    Uptrekn (van huis): verdieping(en) bijbouwen
    Uus: huis
    Uutbreidiengu: uitbreiding
    Vastgoeët: vastgoed
    Ventieloösju: ventilatie     Fr ventilation
    Vieërtoru: vuurtoren
    Vielawiek: villawijk
    Vielookot : fietsenberging
    Viïnstur: venster
    Viïnsturkasien: vensterkozijn
    Viranda: veranda
    Vloeër: vloer
    Vloeërbudekiengu: vloerbedekking
    Vloeërn: vloeren leggen
    Vloeërvurwarmiengu: vloerverwarming
    Vogtugijtsgroöt: vochtigheidsgraad
    Volsjhu plafong: vals plafond
    Vooördeuru: voordeur
    Vooörplatsu: voorkamer
    Vowtu: opkamer
    Vruuzn: verhuizen
    Vurandriengu: renovatie, wijziging
    Vurbluuf: verblijf
    Vurdieëpiengu: verdieping
    Vureuriengu: verhuring
    Vureurn: verhuren
    Vurlugtiengu: verlichting EN verluchting
    Vurpagtn: verpachten
    Vurpagtiengu: verpachting
    Vurtrek: WC
    Vurwarmiengu: verwarming
    Vurzakiengu: verzakking
    Weun: wonen
    Weunkaamur: woonkamer, living
    Woöturkroanu: waterkraan
    Woöturpit: waterput
    Woöturtoru: watertoren
    Wuünstu: woning
    Ziedeuru: zijdeur
    Zjaloezieë: vliegenraam
    Zoldru: zolder
    Zoomuruus: zomerhuis
    Zoomurvurbluuf: zomerverblijf
    Zu weun in tol van fluutol: ze wonen afgelegen op de buiten
    Zulu: drempel
    Zwoöjdeuru: zwaaideur

     

    11-02-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 9: Oneerlijkheid Diefstal Misdaad

    Aaängiftu doeën: misdrijf aanmelden bij de politie
    Aaänrandiengu: aanranding
    Aaänrandiengu up du eeërboörijt: aanranding op de eerbaarheid
    Aaänslag: aanslag (op het leven van een persoon)
    Aaliebie: alibi  u naaliebie en, ginaaliebie en
    Agtur slot en grendul: opgesloten, achter slot en grendel
    Agturvoögun: achtervolgen
    Andnols brieng: kapotmaken
    Andoeën: aandoen (iemand iets)
    Andul in blanku slavin: handel in blanke slavinnen
    Anoediengu: aanhouding
    Anoedn: aanhouden
    Antboejn: handboeien
    Arandiengu: aanranding
    Arest: arrest
    Asiezunof: assisenhof
    Avukoöt: advokaat
    Bak: gevangenis > in du bak zitn: in de gevangenis zitten
    Bandieët: bandiet
    Bandieëtustreeku: bandietenstreek
    Bandietiesmu: banditisme
    Bankoovurvol: bankoverval
    Bie du kraagu vatn: bij de kraag vatten
    Bie tveeërtieënstu zetn: misleiden, bedriegen
    Biegamie: bigamie, twee keer gehuwd
    Binbreekn: binnenbreken
    Blankoo strafblat: blanco strafblad
    Blintdoekn: blinddoeken
    Bloeën: bloeden
    Bloeët: bloed
    Bloeëtbat: bloedbad
    Bloeëtproef: bloedproef
    Bloeëtsjhandu: bloedschandeBlown: smokkelen
    Bloözun int zaksju: blazen in het zakje, alcoholtest
    Blown: smokkelen 

    Boeëtu: boete
    Boeëtudoeëniengu: boetedoening
    Bomaaänslag: bomaanslag
    Bommeldiengu: bommelding
    Bomoto: bomauto
    Bomoentplofiengu: bomontploffing
    Brantkasu: brandkast
    Brantstigtiengu: brandstichting
    Brazuletn: handboeien
    Budrieëgluk bankroet: bedrieglijk bankroet
    Budrieëgn: bedriegen
    Budrieëgur: bedrieger
    Budrieëgurieë: bedriegerij
    Budrijgiengu: bedreiging
    Budrijgn: bedreigen
    Budrog: bedrog
    Budwelmiengu: bedwelming
    Buken: bekennen
    Bukentmaakiengu: bekendmaking
    Bukentunisu: bekentenis
    Buleedugiengu: belediging
    Bunowt maakn: bang maken
    Bunowt zien: bang zijn
    Burooviengu: beroving
    Busjhermdu gutuugu: beschermde getuige
    Busjhermiengu: bescherming
    Busjhieëtiengu: beschieting
    Busjhuldugiengu: beschuldiging
    Bustrafiengu: bestraffing
    Butastiengu: betasting
    Buteugliengu: beteugeling
    Butoogiengu: betoging
    Butraapn: betrappen
    Buwieslast: bewijslast
    Buwiezun: bewijzen
    Buzwoör: bezwaar (tegen een straf)
    Dagvoördiengu: dagvaarding
    Deugnietrieë: deugnieterij
    Dieëf: dief
    Dieëfstal: diefstal
    Doödur: dader
    Dooötbloeën: doodbloeden
    Dooötdoeën: vermoorden, uitschakelen
    Dooötsbudrijgiengu: doodsbedreiging
    Dooötsguvoör: doodsgevaar
    Dooötsjhieëtn: doodschieten
    Dooötrieën: doodrijden
    Dooötslag: doodslag
    Dooötsloön: doodslaan
    Dooötvoln: doodvallen
    Doöku: dolk
    Drijgbrieëf: dreigbrief
    Drugdieëlur: drugdealer
    Druggubruuk: druggebruik
    Drugandul: drughandel
    Du keelu oovursnieën: de keel oversnijden
    Dwangbuuzu: dwangbuis
    Dwangsomu: dwangsom
    Eeërstu aaänleg: eerste aanleg
    Eeëturdoöt: heterdaad
    Eerowienu: heroine
    Eetoflegiengu: eedaflegging
    Fliek: politieagent
    Foefuln: foefelen
    Foejeern: aftasten, fouilleren
    Frodeern: fraude plegen
    Froodu: fraude
    Gangstur: gangster
    Geeliengu: heling
    Geltstrafu: geldstraf
    Giezuliengu: gijzeling
    Goözumasjhur: gasmasker
    Gowdieëf: gauwdief
    Grafsjhendiengu: grafschennis
    Gublintoekt: geblintdoekt
    Gumasjhurt: gemaskerd
    Gumeeëntupoliesju:gemeentepolitie
    Guregt: gerecht
    Guregtuluk vurleedn: gerechtelijk verleden
    Gusjhoept: gestolen
    Gutuugu(n): getuige(n)
    Gutuugu tun lastu: getuige ten laste

    Guvang: gevangenis
    Guvangunisu: gevangenis
    Guvlugt: gevluchtGuwaapunt: gewapend
    Guwelt gubruukn: geweld gebruiken
    Ieleegaal: illegaal, onwettelijk
    Ienkulbant: enkelband
    In buroep goön: in beroep gaan
    Kanabies: cannabis
    Kasoösju: cassatie, verbreking
    Kiendurregtur: kinderrechter
    Klagt indieën: klacht indienen
    Kloroformu: chloroform
    Kluuzu: kluis
    Kokajienu: cocaïne
    Kokuduukn: vermoorden
    Komusoörus: commissaris
    Kortgudieng: kortgeding
    Koruupsju: corruptie
    Kwetseuru: kwetsuur
    Kwoöwiluwerk: wat gedaan wordt met slechte intenties
    Lastur: laster
    Leuguns: leugens
    Lieëgn: liegen
    Liekiedeern: liquideren
    Lieksjhowiengu: lijkschouwing
    Loesju: verdacht    Fr  louche
    Mafia: maffia
    Marieguwaana: marihuana
    Martuliengu: marteling
    Meedupligtug: medeplichtig
    Meeliburn: op sluikse manier meenemen
    Meënsjhusmokul: mensensmokkel
    Messteeku: messteek
    Mijneet: meineed
    Misanduliengu: mishandeling
    Misanduln: mishandelen
    Misbruuk maakn: misbruik maken
    Misbruukn: misbruiken
    Misdoeën: misdoen
    Misdoöt: misdaad
    Misdoötfielmu: misdaadfilm
    Misdoötromang: misdaadroman
    Misdrief: misdrijf
    Misplatst: misplaatst
    Mooört: moord
    Mooörtaaänslag: moordaanslag
    Mooörtpoogiengu: moordpoging
    Mooördunoöru: moordenaar
    Mosliemtiroriest: moslimterrorist
    Nagtgrugtu: nachtlawaai
    Neerusjhieëtn: neerschieten
    Neerusteekn: neersteken
    Neeruvoln: neervallen
    Nootguval: noodgeval
    Nootweer: noodweer
    Oeëngudektu sjik: ongedekte cheque
    Oeënguvoörluk: ongevaarlijk
    Oeënsjhult: onschuld
    Oeënsjhuldug: onschuldig

    Oenbutrowboör zien: onbetrouwbaar zijn
    Oendurmien: ondermijnen
    Oendurweërult: onderwereld
    Oentduukn van bulastieng: ontduiken van belastingen
    Oentoereekuniengsvatboör: ontoerekenigsvatbaar
    Oentslag uut du bak: vrijkomen
    Oentsnapiengu: ontsnapping
    Oentsnapn: ontsnappen
    Oentsnapt: ontsnapt

    Oentugt: ontucht
    Oentvoeëriengu: ontvoering
    Oereern: hoereren
    Ofkiekn: afkijken (bij examen)
    Ofpakn: afpakken
    Ofpersn: afpersen
    Ofpersiengu: afpersing
    Ofsjhrievn: afschrijven (bij examen)
    Ofslagtiengu: afslachting
    Ofstrafiengu: afstraffing
    Ofstrafn: afstraffen
    Oftapn: aftappen (elektriciteit bvb)
    Oftroguln: aftroggelen
    Ofzetn: afzetten, bedriegen in geldzaken
    Omsienguln: omsingelen
    Omukoopn: omkopen
    Ooggutuugu: ooggetuige
    Oösumtest: ademtest
    Oovurmeeësturn: overmeesteren
    Oovurtreediengu: overtreding
    Oovurvol: overval
    Oovurvoln: overvallen
    Opspooriengu: opsporing
    Parket: parket
    Patroeju: patrouille
    Peënsujaagur: stroper
    Pesturieë: pesterij
    Piek-poket: zakkenroller
    Piekn: wegpakken
    Plofkraak: een geldautomaat tot ontploffing brengen
    Plunduriengu: plundering
    Poliesjunoent: politiehond
    Poliesjuregtur: politierechter
    Potju brikt, potju butaalt: wie iets breekt moet het ook betalen (ook figuurlijk)
    Priesong: gevangenis
    Proses: proces-verbaal
    Prostietuusju: prostitutie
    Purzoeënsjen up utwieën: iemand verdenken
    Rijsun: racen
    Reesiedieviest: residivist, iemand die in herhaling valt na een of meerdere misdrijfgevallen
    Regtbank: rechtbank
    Regtspraaku: rechtspraak
    Regtur: rechter
    Rieën oendur iïnvloeët: rijden onder invloed
    Rieftju Raftju: minderwaardig, gemeen volk
    Ruklaseeriengu: reclassering
    Rukoönstruuksju: reconstructie
    Sanksju: sanctie
    Seeponeern: seponeren
    Selu: cel
    Sieriïnu: sirene
    Sjhaakiengu: schaking
    Sjantaazju: afpersing                                         Fr chantage
    Sjhaaduloossteliengu: schadeloosstelling
    Sjheeëfsloön: stelen
    Sjhieëtn: schieten
    Sjhieëtpartieë: schietpartij
    Sjhoepn: stelen
    Sjhoolu van vurbeeturnisu: opvoedingsschool
    Sjhootn losn: schoten lossen
    Sjhult: schuldSjhuldug:  schuldig
    Sjhurk: schurk
    Sjhurkustreekn: schurkenstreken
    Slagtofur: slachtoffer
    Sluukstortn: sluikstorten
    Smaat: smaad
    Smokuln: smokkelen
    Smokuloöru: smokkelaar
    Smokulwoöru: smokkelwaar
    Speuroent: speurhond
    Spiejonaazju: spionage
    Spooörwegpoliesju: spoorwegpolitie
    Stoakiengu: stalking
    Stoeër doeën: stoer doen
    Strafblat: strafblad
    Strafboör: strafbaarStrafu: straf
    Stroopurieë: stroperij
    Tguregt: het gerecht
    Tiroriest: terrorist
    Tjoepn: stelen
    Toereekuniengsvatboör: toerekenigsvatbaar
    Traalies: tralies
    U brantkasu kraakn: een brandkast kraken
    U katju in tdoenkur niepn: een katje in het donker knijpen, iets in ’t geniep doen
    U koptju klindur maakn: vermoorden, een kopje kleiner maken
    U proses a ju beeën en: een proces-verbaal oplopen
    U ruutu iïnsloön: een ruit inslaan
    U slot forseern: een slot forceren
    U strafu uutzitn: een straf uitzitten
    Up du boek guzet: een bon krijgen van de politie
    Up du vlugt: op de vlucht
    Upang: ophangen
    Upligtiengu: oplichting
    Upligtru: oplichter
    Upligturieë: oplichterij
    Uproeërpoliesju: oproerpolitie
    Upsluutn: opsluiten
    Upspooriengu: opsporing
    Utwadu of utwieën up ut spoor zien: iets of iemand op het spoor zijn
    Uuszoekiengu: huiszoeking
    Uutstel: uitstel
    Vandaliesmu: vandalisme
    Veedieëf: veedief
    Vermooördn: vermoorden
    Viengurofdruk: vingerafdruk
    Vlieëgtuugkaapur: vlieguigkaper
    Vlugtmisdrief: vluchtmisdrijf
    Vlugtn: vluchten
    Vlugtpoogiengu: vluchtpoging
    Voeëtspooör: voetspoor
    Volsjheit in gusjhriftu: valsheid in geschrift
    Volsmuntur: valsmunter
    Volsmunturieë: valsmunterij
    Volsu sjik: valse cheque
    Vonis: vonnis
    Voöksupstant: volksopstand
    Voöksvuroödur: volksverrader
    Vooörarest: voorarrest
    Vooöroendurzoek: vooronderzoek
    Vooörtvlugtug: voortvluchtig
    Vooörwoörduluku strafu: voorwaardelijke straf
    Vrieloötn: vrijlaten
    Vriespraaku: vrijspraak
    Vurantwooördiengu moeëtn oflegn: verantwoording moeten afleggen
    Vurbeurtvurkloöriengu: verbeurdverklaring
    Vurdagtu: verdachte
    Vurdenkiengu: verdenking
    Vurduusturiengu: verduistering
    Vurgeëldiengu: vergelding
    Vurgeevn: vergiftigen
    Vurgiftugiengu: vergiftiging
    Vurgriep: vergrijp
    Vurjoöriengu van u misdrief: verjaring van een misdrijf
    Vurkeeërspoliesju: verkeerspolitie
    Vurkragtiengu: verkrachting
    Vurmoeëdn: vermoeden
    Vurmooördn: vermoorden
    Vurnieëliengu: vernieling
    Vurnieëtugiengu: vernietiging
    Vurooördeeëliengu: veroordeling
    Vurooördeeëln: veroordelen
    Vurooörn: verhoren
    Vuroödur: verrader
    Vuroödurluk: verraderlijk
    Vursmagtn: versmachten
    Vurvolgiengu: vervolging
    Vurvolsjhun: vervalsen
    Vurvolsjhiengu: vervalsing
    Vurvoögn: vervolgen
    Vurweërn: verweren
    Vurwoeëstiengu: verwoesting
    Vurwoendiengu: verwonding
    Wegfrutn: wegvluchten
    Wegvursperiengu: wegversperring
    Werkstrafu: werkstraf
    Wet:wet
    Wienkuldieëfstal: winkeldiefstal
    Witubooördunkriemienalietijt: witteboordencriminaliteit
    Witwasjhun: witwassen (van geld)
    Woöreit: waarheid
    Wurgn: wurgen
    Wurgiengu: wurging
    Zeedunfijtn: zedenfeiten
    Zeedunpoliesju: zedenpolitie
    Zeëfmooört: zelfmoord
    Zeëfvurdeediegiengu: zelfverdediging
    Zeurun: valsspelen
    Zitiengu: zitting (van gerecht)
    Zjuuzju: onderzoeksrechter                        Fr juge
    Zwartwerk: zwartwerk
    Zweërn: zweren
    Zwoöjlugt: zwaailicht van de politieauto of van de ziekenwagen

     

    04-02-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bertn en Juultn weeruki nie akooört

    Uuzu twi Westendunoörs zien du bestu vrieëndn, mor oön zu mukoör zieën in undur stamkafee, toen istur altiet wel u noendurwerp woroovur daan zu, zogtu guzeit, nie akoort zien.

    Van deezu ki wast foetbal. Bertn, dadenk al dikwils guzeit, is u negtu blown ent got dus nieëmant vurwoendurn datn suuportur is, mo ton u neevugun, van du kluup van Brugu. E nu moedut tog we  lukn zeekr, Juultn zweërt bie Kaa Vee Oo (KVO).

    Bertn: e ju du matsj van du kluup teegn Monako guzieën? 0-4, ee. En zu zegun toe nog datundur bestu matsj nie guwist et. Daan zu beetur kun. Zu mistun ook nog u poör baasiesspeelurs: oe eeëtn zook weeru? Ik kun die vrimdu naamun mo nie oentoedun.
    Juultn: Kwildunt juustu zegn, Bertn, oeveelu Belgun speelundur nog mee bie du kluup? Eeën up driëe? KVO zet voral in up joengu gastn. Zoopn dan zu zu toenu voe veelu gelt kun vurkoopn.

    Bertn: Foetbal is u geltspil guwordun, ee. En daan zu mor upletn, met al da gufoeful deur maakuloörs. Du suuporturs kriegun dur gunoeg van en zu zoen wel u ki kun ofaakn. Aloewel, somigu eën dur alus voer oovur en zu wordun geërn budroogn..

    Juultn: Ja, ju moe ju ki vooörnsteln oeveelu dadu u goeju speelur pur joör vurdieënt.
    Lombaarts van KVO zoedu u mieljoeën euro pur joör vurdieën. E wadetn al gupristeert? En da briengt mee daan zu giïn gelt en om undur ploeg tu vursterkn. U sjhooönu erfunisu van Koeku, ee!

    Bertn: E jook guleezun daan somugu speelurs int buutulant, gulik PSG, nu speesiaalu preemies ijsun voe van alus e nogwa. Nejmaar vurdieënt pur joör 30 mieljoeën euro, mo doö boovunup vraagtn 375.000 pur moönt om agtur u wetstriet tu wiïln in zu nan klakn voet puubliek (!!!). 

    Mbappe ijstu u (guwijgurdu) prieveedjit van du kluup, mo nu kriegt wel 30.000 euro pur moönt om zien pursoonluku staf tu butaaln. Net u nuusoedur, u sjofuür en u bodiegaart.
    Juultn: go weg gie, sjhandaalug, vraakroepunt, noemu kik da!

    Bertn: mo nuu weeru oovur Ostendu; Tis nie vet, ee, nuu da Koeku doö weg is? Nu doet ut nuu bie u grooötu kluup, dun Andurlegt, mo da sjhient nie zo goeët tu lukn. Misluktu traansfiïrs, wort ur buweërt! Nu zieën zu zeëfs al uutgusjhaakult voe du nEuroopa Lieëg. Die napoteekur dreigt doör up zien bek tu voln.
    Juultn: Nie vet, nie vet, dat is nie woör, ee. Medundur buperktu miduln stoön zu tog nog goeët in du rangsjhikiengu.


    Bertn: Du Kluup e zu tog ofgutroeft me vieru nul en met eeën tweeë, ee. Vurijun, Van dur Elst en Broos buleevn doö nu undru maagru joörun en zu zien nog veru van guret, ee.
    Juultn: Wa zeg ju gie nu, Bertn. Zu komn dur we deuru, wi! Kzieën zik nog Plijof eën speeln.

    Bertn: meen ju gie dadu, Juultn, ju moe tog u bitju surjeus bluuvn. Oönzu nie beetr wordun, speeln zu tnoöstu joaru in deërstu amatuürklasu.
    Juultn: tis gumakuluk voe Brugu. Zu sjhuumn aal du ploegun of en trekn dur aal du bestu speelurs weg: Riets, Sjhrijvurs, Mata, Reezaj… En zu kun undur pirmieteern om oogu looön tu butaaln. En dikwils is da voe speelurs uut toostblok of uut Afrieka of uut Brazielju. Zu zien ziedur dorom nie aaltiet beetru dan uuzu ijgun jeugtspeelurs, mo duuzu wordun dodeuru du weg no du top ofgusneen. Of musjhieën wordun zu subiet nog u nolaansjhu ploeg. Me Vormur, Dinsweil en Danjoema bugint datur nu al op tu gliekn.
    Eën zu moeëtn upletun dadundur bojtjus nog roent undur neku kun. Zeën voer agt daagun up staazju guwist no du woestienu van Qatar en da kostu mor eevuntjus 125.000 euro. Ochoörmu, du dutsjus kun zeekur nie teegn du koedu? Of was Spanju nie luuksuweus gunoeg? Agtur da ju zo gupampurt guwist et, ist normaal daan zut oendur undur weërdu vieng van undur in tu span teegn Waaslant-Beevurn of teegn Zultu-Woörugem of Sjarlurwa.

    Bertn: Tis nu gunoeg, ee Juultn, kzieën al da ju weeru gliek wilden. Zeg lieëvur u ki wataju vient van Vanaakun? Is da gin suupurkrak? Net du goedn sjhoeë vastu ee? Kvien da Kluup Brugu teegunwooördug eën van du bestu kluubs van Euroopa is. En kampjoeën wordun zu zeekru. Da ploegsju uut Limburg godundur nie teegunoedn.
    Juultn: Wablief? Dovooörn goön zu nog veelu stuutn moeëtn eetn, wi.
    Bertn: Tis geen klapn an, gloovunk. Lat uus mor uuzu pientu uutdrienkun. Santee!

     

    VERTALING

    Bertn en Juultn weer eens niet akkoord

    Onze twee Westendenaars zijn de beste vrienden, maar als ze elkaar treffen in hun stamcafé, dan is er altijd wel een onderwerp waarover ze het, zacht uitgedrukt, niet eens zijn.

    Deze keer was het voetbal. Bertn, zoals al vaak gezegd, is een echte blauwe en het moet dus niemand verwonderen dat hij een supporter is, maar dan een hevige, van de club van Brugge.
    En nu moet het toch wel lukken, zeker, Juultn zweert bij KVO.

    Bertn: heb je de match van de club tegen Monaco gezien? 0-4, hé. En dan zeggen ze nog dat het niet hun beste match geweest is. Dat ze beter kunnen. Ze misten ook nog enkele basisspelers, hoe heten ze ook weer? Ik kan die vreemde namen maar niet onthouden.

    Juultn: Ik wou het juist zeggen, Berten, hoeveel Belgen spelen er nog mee bij de club? Eén op drie? KVO zet vooral in op jongeren. Ze hopen die dan voor veel geld te kunnen verkopen.

    Bertn: Voetbal is een geldspel geworden, hé. En dat ze maar opletten, met al dat gefoefel door makelaars. De supporters krijgen er genoeg van en ze zouden wel eens kunnen afhaken. Alhoewel, sommige hebben er alles voor over en worden graag bedrogen.

    Juultn: Ja, je moet je eens voorstellen hoeveel een goeie speler per jaar verdient. Lombaerts van KVO zou een miljoen euro per jaar verdienen. En wat heeft hij al gepresteerd? En dan hebben ze geen geld om hun ploeg wat te versterken. Een mooie erfenis van Coucke, hé!

    Bertn: Heb je ook gelezen dat sommige spelers in het buitenland, zoals PSG, nu speciale premies eisen voor van alles en nog wat?  Neymar verdient per jaar 30 miljoen euro, maar daar bovenop vraagt hij 375.000 per maand om na een wedstrijd te willen applaudisseren voor het publiek (!!!). 
    Mbappe eiste een (geweigerde) privéjet van de club, maar hij krijgt 30.000 euro per maand om zijn persoonlijke staf te betalen. De aanvaller heeft een huishouder, een chauffeur en een bodyguard.

    Juultn: Ga weg, jij…schandalig, wraakroepend, noem ik dat!

    Bertn: maar nu weer over Oostende. Het is niet vet, hé, nu Coucke daar weg is? Hij doet het nu bij een ‘grote’ club, maar dat schijnt niet zo goed te lukken. Mislukte transfers, wordt beweerd! Nu zijn ze zelfs al uitgeschakeld voor de Europa League. Die apotheker dreigt daar op zijn bek te vallen.

    Juultn: Niet vet, niet vet, dat is niet waar, hé. Met hun beperkte middelen staan ze toch nog goed in de rangschikking.

    Bertn: De Club heeft ze toch met 4-0 en 1-2 afgetroefd, hé! Verheyen, Van der Elst en Broos beleven daar nu magere jaren en ze zijn nog ver van gered, hé.

    Juultn: Wat zeg jij nu, Bertn? Ze komen er wel door, hoor! Ik zie ze nog Playoff 1 spelen.

    Bertn: meen je dat, Juultn, je moet toch een beetje ernstig blijven. Als ze niet beter worden, spelen ze volgend jaar in de Eerste Amateurklasse.

    Juultn: het is gemakkelijk voor Brugge. Ze schuimen al de ploegen af en trekken er al de beste spelers weg: Rits, Schrijvers, Mata, Rezaei… En ze kunnen zich permitteren om hoge lonen te betalen. En dikwijls is dat voor spelers uit het Oostblok of uit Afrika, of uit Brazilië. Die zijn daarom niet altijd beter dan onze eigen jeugdige spelers, maar die worden daardoor de weg naar de top afgesneden. Of misschien worden ze straks nog een Hollandse ploeg. Met Vormer, Denswil en Danjuma begint het er nu al op te gelijken.
    En ze moeten opletten dat hun truitjes nog rond hun nek kunnen. Ze gingen voor acht dagen op stage naar de woestijn in Qatar en dat kostte maar eventjes 125.000 euro. Och heere, de dutskens kunnen zeker niet tegen de kou? Of was Spanje niet luxueus genoeg? Het is niet onlogisch dat ze het na dergelijke ‘pampering’ beneden hun waarde vinden om zich in te spannen tegen Waasland-Beveren of tegen Zulte-Waregem of Charleroi.
    Bertn: Het is nu genoeg, hé Juultn, ik zie al dat je weer gelijk wil hebben. Zeg liever eens wat je van Vanaken vindt? Is dat geen super crack? Hij heeft de gouden schoen vast, hé? Ik vind dat Club Brugge tegenwoordig één van de beste clubs van Europa is!  En kampioen worden ze zeker. Dat ploegje uit Limburg zal hen niet tegenhouden.

    Juultn: Wablief? Daarvoor gaan ze nog veel boterhammen moeten eten, hoor.
    Bertn: Er is geen praten aan, geloof ik. Laten we maar onze pint uitdrinken. Santé!

    Bron
    https://www.hln.be/de-krant/club-brugge-overwintert-in-hotel-van-133-miljoen-euro-125-000-voor-8-dagen-qatar~a4f14e4a/

     

    28-01-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 8: Eetwaren Snoep - Vis Vlees

    Snoep
    Boel du birleën: berlinerbol                 Fr boule de Berlin
    Buturkoekn: boterkoeken
    Buturkoeku: boterkoek
    Deeliekatisu: lekkernij                    Fr délicatesse
    Druuvusuukur: druivensuiker
    Flambeerun: flamberen, doen branden van een gerecht door het met sterke drank te overgieten en aan te steken
    Fondangsjokla: fondant chocolade
    Frieskoo: frisco
    Karamilu: karamel, bruin gebrande suiker
    Kriïmtju: ijsroom                             Fr crème
    Latu sjokla: regel chocolade
    Lek(u)stok: stok met zoete lekkernij
    Luku: Nieuwjaarswafel
    Masuping: marsepein
    Moejki lekn a mu kriïm: wil je eens likken aan mijn ijsroom

    Muulumaakur: zure zuigstok
    Muuzustroentjus: chocolade hagelslag
    Neegurinutetn: negerzoen, schuimzoen
    Nunubilu: vleesje
    Ofzuugn: afzuigen
    Podienk: pudding
    Poözij: Paasei
    Pralienu: praline
    Reegul sjokla: reep chocolade
    Riestartju: rijsttaartje
    Sjhuum van sjheetu: merengue, eiwitschuim
    Sjiekongs: witloof
    Sjiekubak: kauwgomautomaat
    Sjokla of sjokloötu: chocolade
    Sjoklakafju: chocoladekoffie
    Sjoklaletur: chocolade in de vorm van een letter
    Sjoklameëk: chocolademelk
    Smoefuln: snoepen
    Smoefloöru: die graag en veel snoept
    Smoetboln: oliebollen
    Smoetbolu: oliebol
    Sneukuln: snoepen
    Sneukuloöru: iemand die graag snoep en smult
    Snoepgoeët: snoepgoed
    Snoepurieë: snoeperij
    Speekuloösjukoeku: speculaas
    Speku: een snoepitem
    Spekumuulu: iemand die graag snoept
    Spekupapiertju: papiertje rond snoep
    Spekuwienkul: snoepwinkel
    Spekn: snoep
    Stuutudoozu: boterhammendoos
    Stuutn breeën: boterhammen smeren
    Stuutn smeërn: boterhammen smeren
    Suukurbooönu: suikerboon
    Suukurspinu: suikerspin
    Tjieps: aardappelchips
    Toörtu: taart
    Vanielu: vanille
    Vanielu-ies: vanille-ijs
    Vanielusuukur: vanillesuiker
    Vanielutartju: vanilletaartje
    Zeurumuulu: zuurmuil
    Zoeëtukoeku: peperkoek
    Zoeëtustok: zoetstok


    Eetwaren     Vis

    Ansjovis: ansjovis
    Dikoptju: dikkopje (niet eetbaar)
    Eedulbut: heilbot

    Fielee: vis ontdaan van de graten
    Forelu: forel
    Gernoörs: garnalen
    Goetvis: goudvis (niet eetbaar)
    Grieëtu: griet
    Groötn: graten (niet eetbaar)
    Groötu: graat
    Gulu: gul
    Kabuljow: kabeljauw
    Knoroönu: knorhaan
    Koolvis: koolvis
    Krabu: krab
    Krabukookur: krabkoker
    Krabupooötn: krabbenpoten
    Kriftu: kreeft
    Langoestien:  Noorse kreeft, kleine zeekreeft              Fr   langoustine
    Makreeël: makreel
    Musul: mossel
    Musuls: mosselen
    Oeësturs: oesters
    Oöju: haai   
    Oörienk: haring
    Paalieng: palingen
    Paalienk: paling
    Peekulnoörienk: pekelharing
    Peurkork: kurk gebruikt bij het vissen (peuren) (niet eetbaar)
    Ploötu: pladijs
    Poosju (vis): hoeveelheid gevangen vissen
    Rochu: rog
    Rochuvlerku: vleugel van de rog
    Rolumops: rolmops
    Sardien: sardienen
    Sardienu: sardine
    Sjheëpu: schelp

    Sjheluvis: schelvis
    Sjheërmesju: scheermesje
    Sjhuln: schollen
    Sjhulu: schol
    Skampies: scampis
    Sprot(n): kleine vis(jes)
    Steekuvisju: stekelbaars
    Terubut: tarbot
    Toengn: tongen
    Toengsju: een kleine tong
    Toengu: tong
    Tonejn: tonijn
    U noöju: een haai
    Vesjhu vis: verse vis
    Vislieëfebur: visliefhebber (niet eetbaar)
    Vispanutju: vispannetje (niet eetbaar)
    Vispersu: hengel
    Visristorang: visrestaurant
    Wietienk: wijting
    Wuloks: zeeslakken
    Zalmu: zalm
    Zeeëduuvul: zeeduivel
    Zeeëperutju: zeepaardje

    Eetwaren    Vlees

    Amburgur: hamburger
    Antrukoot: tussenribstuk                  Fr entrecôte
    Baarbukjoe: barbecue, vleesrooster
    Beeënespu: beenhesp
    B
    iefstik: beafsteak, biefstuk
    Blaankit du voo: kalfsblanket          Fr blanquette de veau
    Blindu vienkn: blinde vinken
    Bloeëlienk: beuling of bloedworst
    Boeletu: gehaktbal                                    Fr boulette
    Boeletn: gehaktballen
    Boelie: soepvlees                            Fr bouillie
    Boeërupatee: boerenpaté
    Bolutjus in tomatusowsu: balletjes in tomatensaus
    Brosjitu: klein braadspit                    Fr brochette
    Eeëndubost: eendenborst
    Espu – gukokt of gurokt: gekookte of gerookte hesp
    Espuwostu: hespenworst
    Fieli ameeriekeën: filet américain
    Foönduu: vlees gaar maken in hete olie     Fr fondu
    Gin spieëru vet: niet het minste vet (aan vlees)
    Goelasj: goulash (Hong), stoofvleesgerecht
    Gukapt (vlees): gehakt
    Gukaptbolutjus: gehaktballetjes
    Gureegult: spek met vet
    Iskalopu: dun schijfje of lapje van vis, vlees of gevogelte         Fr escalope
    Kieëkubilutjus: kiekenbilletjes
    Kieëkubost: kiekenborst
    Kieëkuvleuguls: kiekenvleugels
    Koejugukapt: rundsgehakt
    Koejuleevur: rundslever
    Koejuvleeës: rundsvlees
    Koeskoes: couscous, N-Afrikaans gerecht op basis van gierst meestal met vlees en/of groenten
    Kokiejus: gevulde visschelpen       Fr coquilles saint-jacques
    Koöfvleeës: kalfsvlees
    Koövugukapt: kalfsgehakt
    Koövuleevur: kalfslever
    Koövuniertjus: kalfsniertjes
    Koövuragoe: kalfsragoût
    Koövusjnietsul: kalfschnitzel
    Koövutoengu: kalfstong
    Koövuzweezuriek: kalfszwezerik
    Kordoön bleu: stukje opgerold kalfsvlees gevuld met ham en kaas en vervolgens gepaneerd                    Fr cordon bleu

    Kortletu: kotelet, varkensrib      Fr côtelette
    Kriïmpatee: crèmepaté
    Lasanju: ovengerecht bestaande uit lagen deeg en een vulling        It Lasagne bolognese
    Leevur: lever
    Leevurwostu: leverworst
    Loempieja: loempia
    Lookwostu: lookworst
    Mergpuupu: mergpijp
    Mutsu: maag van het varken
    Niertjus: niertjes
    Osusteërt: ossenstaart
    Patee: pastei                                                            Fr pâté
    Ragoe: ragout, eerder gegaarde stukjes gesneden vlees, gevogelte of vis in een gekruide saus        Fr ragoût
    Rebutjus: ribbetjes
    Rolaadu: rollade
    Rookwostu: rookworst
    Rosbief: rosbief
    Rowelu: stuk vlees van het varken
    Ruumstik: rumsteak
    Salamie: salami
    Sjarkuutrieë: vleeswaren verwerkt in worst, …   Fr charcuterie
    Sjhaapukortletu: schapenkotelet
    Sjhaapuvleeës: schaapsvlees
    Sjharulkieëkn: scharrelkieken
    Sjhelu spek: schijf spek
    Sjhoeërespu: schouderhesp
    Sjnietzul: schnitzel (wiener-, jäger-)
    Smoet: smout
    Smoetkuupu: smoutkuip
    Soepuvleeës: soepvlees
    Sosiesn: worsten
    Spek
    Spieëru: klein stukje 
    Stik oo pwaavru: pepersteak                   Fr steak au poivre
    Tartaar: rauw rundsvlees opgediend met een rauwe eierdooier              Fr  tartare
    Tjiepolaata: chipolata
    Toespiezu: toespijs
    U baarbukjoeë: een barbecue
    U sosiesu broön: een saucis braden
    U wostu broön: een worst braden
    Utsupot: hutsepot
    Vesjhu sosiesun: verse wordten
    Vetu dermus: dikke darmen van het varken
    Veugulnesju: vogelnestje
    Vleeës: vlees
    Vleeëskeuriengu: vleeskeuring
    Vleeësmeuln: vleesmolen
    Vleeësvurwerkiengu: vleesverwerking
    Vleeëswoörun: vleeswaren
    Vleeëswostu: vleesworst
    Wostu: worst
    Zwienugukapt: varkensgehakt
    Zwienuleevur: varkenslever
    Zwienuvleeës: varkensvlees

     

    21-01-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 7: Eetwaren Maaltijden

    Aavunteetn: avondeten 
    Agtursmaksju: nasmaakje
    Andjoeënsoepu: ajuinsoep
    Artgukokt: hard gekookt (ei bijvoorbeeld)
    Asperzjusoepu: aspergesoep
    Azien: azijn
    Bangket: banket
    Bestu butur: hoeveboter
    Binspeeln: binnenspelen
    Blomu: bloem
    Boeërubrooöt: boerenbrood
    Boeërubutur: boter gekarnd in de boerderij
    Boeërukost: boerenkost
    Boögvuliengu: alle mogelijke eetwaren
    Booön in tomatusowsu: bonen in tomatensaus

    Booönusoepu: bonensoep

    Botram: boterham
    Boerukoolu: boerenkool

    Broön: braden
    Brooön: broden
    Brooöt: brood
    Brooötpudienk: broodpudding
    Bruunbrooöt: bruinbrood
    Bureidiengu: bereiding
    Busjhuutu: beschuit
    Butur: boter
    Buturkoeku: boterkoe
    Buturstuutu: boterham gesmeerd met boter
    Buvooöroödiengu: bevoorrading
    Buzienkn: bezinken
    Dagsjhutul: dagschotel
    Deeëgwoörn: deegwaren
    Deurbakn: doorbakken
    Dikudeëvur: die veel eet           
    Disiïr: dessert
    Ditn en datn: dadels
    Dopn: nat maken (boterham of suikerklontje in koffie)
    Doru van u neij: eierdooier
    Eetboör: eetbaar
    Eetn lik u dikudeëvur: (te) goed kunnen eten

    Eetn voe ju naavunt: het avondeten tot zich nemen
    Eetn voe ju noeënu: het middagmaal tot zich nemen
    Eetn voe ju nugtunt: het morgenmaal tot zich nemen

    Eetnstiet: etenstijd
    Eetnseuru: etensuur
    Eetuluku woöru: eetwaar
    Eetwoöru: eetwaar
    Erwitsoepu: erwtensoep
    Freetn: vreten

    Fretn: vreten 
    Frietn: frieten
    Gaptjus: hapjes
    Geeëtukoös: geitenkaas
    Gloözn putatn: glazen, slechte aardappelen
    Goelasjsoepu: goulashsoep

    Gukokt of gurokt: gekookt of gerookt
    Groeënsulsoepu: groentesoep
    Gubakn putatn: gebakken aardappelen
    Gukoktu putatn: natuuraardappelen
    Gustamtu putatn = puree
    Gukokt ij: gekookt ei
    Guroktu noörienk: gerookte haring
    Gusmuisdu putatn: puree, gestampte aardappelen
    Iïnsjhienkun: inschenken
    Iju botn sloön: binnenspelen
    Joegoert: youghourt
    Ju boög vuln: zeer veel en gulzig eten
    Kasju: korstje
    Kastu van u brooöt: korst van een brood   => van kastn groejn dur gastn: men moet ook de korsten van het brood opeten,  
    Kerumeëk: karnemelk
    Kerupap: pap van karnemelk

    Kieëkusoepu: kiekensoep
    Klak: goeie schep    
    Kmeugunt: ik lust het
    Koös: kaas        
    Koedu plaa: koude schotel
    Koekustuutn: rozijnenbrood
    Koekustuutu: boterham van krentenbrood
    Koeviîr: eetgerief, vork, lepel en mes
    Kompot: zoete moes van gekookt fruit en suiker            Fr compote
    Krebu bietn: armoedig eten
    Kriftusoepu: kreeftensoep 

    Kruumul: kruimel
    Kriïm frisj: slagroom
    Kroetong: dobbelsteentje broodkruimel gebakken in boter          Fr croûton
    Legtur ju kop bie: eet dan niet als je niet wil
    Loötn anbran: laten aanbranden
    Maaltiet: maaltijd
    Maseedwan: mengeling van klein gesneden groenten of fruit        Fr macédoine
    Mostoört: mosterd
    Mu beër grolt: ik heb honger
    Neutu van sjhoödu: muskaatnoot
    Noëenuteetn: middagmaal
    Nugtunteetn: morgenmaal 
    Nutjus: noten
    Oetbakn: oudbakken
    Oengur: honger
    Oengur en lik u peërd: grote honger hebben
    Oengur lieën: honger lijden
    Omuletu: omelet
    Omuroeërn: omroeren
    Oörmumensjhunkost: goedkope, te sobere maaltijd
    Orduüvru: voorgerecht   Fr hors d’oeuvre
    Panukoekn: pannenkoeken
    Patatn ofpeurn: aardappelen afgieten
    Pateetju: gebakje
    Peën fraänsi: Frans brood  Fr pain français
    Peërdoogu: spiegelei
    Piestolee: klein broodje          Fr pistolet
    Plaa: schotel
    Platu koös: platte kaas
    Pompoeënsoepu: pompoensoep
    Potsuukur: bloemsuiker, poedersuiker, cassonade
    Poteetn: warme maaltijd, middagmaal
    Pretsoepu: poreisoep
    Putatn: aardappelen
    Putatn met du peelu: pelaardappelen
    Puudubiln: kikvorsbillen
    Reegiemn: diëten
    Ries: rijst
    Ristorang: restaurant
    Rooökools me sosiesn: rode kolen met worst
    Roomsoepu: roomsoep
    Santwiesju: sandwiche
    Savoojkoolu: savooikool
    Sieroopu: siroop
    Sjapuluuru: paneelmeel       Fr chapelure
    Sjhelu (espu of koös): schijf hesp of kaas
    Sjheln: schillen (aardappel, appel, …)
    Sjhuum van sjheetu: opgeklopt eiwit
    Sjokoo: chocoladepasta
    Sjoklakafju: chocolademelk
    Smaksju: smaakje
    Smeëkn: smelten
    Smeërkoös: smeerkaas
    Smeërn: smeren
    Smekn: geluid maken bij het eten
    Smeuzun: pletten (aardappelen bvb)
    Smoefloöru: die graag eet
    Smoet: reuzel, smout
    Smoetstuutu: boterham gesmeerd met smout
    Soepu: soep    => erwitsoepu,  
    Soepukieëkn: soepkieken
    Soepuvleeës: soepvlees
    Soetasu: ondertas    Fr sous-tasse
    Sowsu: saus
    Spagitie: spaghetti
    Stoemp: hutsepot
    Stoofkarbonaadn: stoofkarbonaden
    Sturtn: morsen
    Stuutu: boterham
    Stuutudoozu: doos voor/met boterhammen
    Stuutu brein: boterham smeren
    Stuutu me koanfuteuru: boterham met konfituur
    Stuutun smeërn: boterhammen smeren
    Suukur: suiker
    Teetn is greeët: het eten is klaar
    Tis van lekmuliptju: het is lekker
    Toespiezu: beleg op brood
    Toet an du rebn: het is degelijke kost
    Tomatusoepu: tomatensoep
    U klak majoneizu: een grote lepel of vork mayonnaise 
    U sjhelutju koös: schijfje kaas
    U stiksju koös: een stukje kaas
    Up du goözu: op het gasvuur
    Up u kleeën viertju: op een klein vuurtje
    Upwarmn: opwarmen
    Utsupot: hutspot
    Uutoengurn: uithongeren
    Ves: vers
    Vesjgeit: versheid
    Vetu dermus: vettu darmen

    Veuguls zoendur kop: vogels zonder kop, blinde vinken
    Vissoepu: vissoep
    Vissowsu: vissaus
    Voeëdiengu: voeding
    Voetsul: voedsel
    Voetsulbureidiengu: voedeselbereiding
    Voetsulvurgiftugiengu: voedselvergiftiging
    Voetsulvurwerkiengu: voedselverwerking
    Vooörguregt: voorgerecht
    Vooörroöt: voorraad
    Vooörroötkasu: voorraadkast
    Vooörsmaksju: voorsmaakje
    Vooörvurwarmiengu:voorverwarming
    Vuliengu: (op)vulsel
    Vuroengurn: verhongeren
    Vurteërn: verteren
    Vurzeurn: verzuren
    Witloofsoepu: witloofsoep
    Workulsoepu: wortelsoep
    Zatu: tas, kom (koffie)
    Zeeëm: honing
    Zerpu: zure (smaak)
    Zeur: zuur
    Zogtugukokt: zachtgekookt
    Zoeëtu: zoet
    Zoet: zout
    Zoetmienu: zoutmijn

    14-01-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 01/03-07/03 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 21/12-27/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 01/01-07/01 2018
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!