Tweede deel
3 november 1984
Wel lui
daar zijn we dan na bijna twee jaar
bijna oudjaar 1982 was het, toen Joke zei, dat ze wilde overstappen van áán God geloven naar in God geloven. Het oude huisraad was wég
nu nog: God in het middelpunt van ons denken (4.8.8.4.). Mens
wat een rozengeur en maneschijn
Nu is het november 1984. Marcel is twee jaar en twee maanden. Hij heeft alweer een zusje ook: Annemarie. Die werd geboren op 26 oktober 1983
híj was toen net veertien maanden
ons tweede kind
.
Over die gebeurtenis valt echter een zware slagschaduw: de dramas rond mijn vierde kind
Nu zul je zeggen:
Maar
er is toch alleen maar Dicky
(2.2.8.2.) wie was dan dat vierde
?!
Ja
dat is het nou net. Ik heb Ger gevraagd, hoe ik het zou inkleden om jullie de hele toestand uit te leggen.
Hij zei:
Laat anderen ook maar een deel vertellen. Samen belichten jullie dan de hele geschiedenis van allerlei kanten. O ja zeg
: niet te lang hè
en vooral niet pikant: zoiets kan ik absoluut niet gebruiken. De doelgroep wil het niet en de uitgever al helemáál niet
nou
ga je gang
Mensen
jullie weten, hoe ik in Jezus ging geloven. Eigenlijk waren Joke en ik pioniers van onze groep, net zoals Abraham en Saraï het indertijd waren van een heel grote groep. Abraham maakte heel wat fouten (Gen. 12:13, 16:2, 20:2). Ik denk, dat die miskleunen heel wat deining zullen hebben veroorzaakt bij de engelen, die vol belangstelling naar hem keken. Als hij zich later herstelde, zal er dan wel weer vreugd zijn geweest. In de afgelopen twee jaren heb ik ook gezorgd voor schadelijke deining eerst en opgeluchte vreugd later.
Pioniers van het geloof in God moeten héél goed opletten
Anderen óók wel, maar de mensen van de voorhoede toch wel extra
zo zie ik dat hoor.
Abraham lette niet altijd goed op. Maar zulke steken als ik liet vallen door onoplettendheid
wat een gaaf understatement
zo erg maakte hij het toch niet
Jullie kennen mijn groep: stel jofele, hoofdzakelijk Amsterdamse mannen en vrouwen
zo tussen de twintig en dertig. Jullie weten ook mijn start: gek op vrouwen, verslaafd aan roken en drinken, in de zorgen door een alimentatie, overspannen door teveel demonstreren voor-van-alles, met Joke mijn duurzame relatie een vechtvereniging vormend, occult gebonden, een geslachtsziekte meedragend, depressief, driftig, sarcastisch
om maar iets te noemen
In mijn beste ogenblikken wilde ik wel een Christen zijn. Wat dit betreft echter, was ik een volkomen achtergebleven gebied
En toen kwam Jezus. Joke en ik werden gelovig. Veel meer van onze groep volgden ons, werden gelovig, eerst om wat wij zeiden, maar later om wat ze zelf ervoeren. Maar goed ook, dat ze er voor zorgden, zout in zichzelf te hebben (Mark. 9:50). Nu raakten ze niet in de war, toen míjn zout smakeloos werd (Luk. 14:34).
Ik ging als pionier het nieuwe leven in, volgepakt met tóch nog veel onzekerheden. Ik weet wel, dat jullie me zwart op wit kunt laten zien, dat ikzelf dacht, er wel doorheen te zijn. Ten dele was het inderdaad zo, dat ik erdóór was. Vroegere stokpaardjes: milieubescherming, ondersteuning van slachtoffers van rechtse terreur, strijd tegen atoomcentrales
ik bereed ze niet meer. Ik zag het nut van sommige activiteiten wel in, maar hing er mijn ziel en zaligheid niet meer aan op. Transcendente meditatie, Hare Krishna, occulte boeken
: ik paste er wel voor op. Pandora, mijn vroegere stamkroeg, meed ik. Geen gerook meer en gedrink. Alleen dat ene hè
het kijken naar de vrouwtjes
ik deed het niet meer
maar
: het was niet wég
ik had niet écht diep een verbond met mijn ogen gesloten om niet begerig (Matth. 5:28) meer naar een jonge blom te kijken (Job. 31:1).
Ik was niet op mijn hoede voor mijn hartstocht (Mal. 2:15). Het er doorheen zijn op ander gebied zou op den duur weer op de tocht komen te staan, als dit blééf. Het was dus een zaak van groot belang, dat ik ook hierin schoon schip maakte.
Dat heb ik ook gedaan, maar
wél veel later. Ik heb eerst nog wat lessen uit ervaring geleerd. Maar
wat wáren die lessen dúúr
!
Joke in haar opbloei
wat boeide ze me. Dat is toch wel iets heerlijks, als je Jezus gaat volgen: je wordt zo mooi: innerlijk in ieder geval, maar soms ook uiterlijk
Samen een kind verwachten
trouwen
die bar moeilijke bevalling
wat een band schiep dat. Wat hadden we elkaar lief. Liefhebben geestelijk en natuurlijk- hoort bij het nieuwe leven, het leven met God.
Totdat
totdat
Joke half januari 1983 in verwachting raakte van de tweede. Alles liep best hoor
gezond
goed gehumeurd. Maar met mij liep het niet zo goed.
Wat ik nu ga zeggen, klinkt wat onbegrijpelijk. Het is echter niet anders: in Zuid-Amerika is het een onderdeel van het machocomplex
: er kwam een gedachte bij me op:
Jan
je bent toch veel te veel ras en klas om het bij die paar babys te laten
:
- Dicky
: een beeldje.
- Marcel
: een juweel
Jij móet er meer op de wereld zetten.
Uiterst gevaarlijk
die gedachte. Ik wist, dat de duivel mij die overlegging ingaf. Ik wílde echter geen weerstand bieden (Jac. 4:7). Die inblazing vulde een kamer van mijn levenshuis, die ik wel schoongemaakt had, maar nooit had opengegooid voor de Heilige Geest (Matth. 12:44).
Nog eens anders gezegd: wat was er in feite aan de hand
?!
Ik dronk op vele gebieden het water, dat Gods Heilige Geest mij gaf) Joh. 4:14. Maar toen ik die gedachte toeliet, dronk ik ´wereldwater´. En dat drinken wekte de dorst naar vrouwen weer in me op. Ik had tot taak om Joke en Marcel en het kind-in-aanbouw te begeleiden. Die waren aan mij toevertrouwd
ik begon die taak te vergeten
Zo begon het licht terrein te verliezen aan de duisternis.
Voorlopig echter gebeurde er nog niets. Mijn werk liep als een trein. Daarnaast haalde ik ook nog eens mijn staatspraktijk een
In de gemeente had ik veel succes met de leiding van het zangkoor. Paas 1983
goede uitvoering. Daarna weer intensief oefenen voor een gemeentedag. En toen zag ik opeens Ellen Vonk
Er is een parallel: David
: alles liep prima. Hij hoefde niet eens meer mee, als het leger uit vechten ging (2 Sam. 11:1)
. Wat een welvaart. Maar ook in voorspoed kan een angel zitten
híj zag Bathseba (:2, 3).
Ik zag dus Ellen Vonk. Ze was een van de koorleden, de dochter van de voorganger. Achttien jaar
net met april geworden.
En toen
toen was daar de verleiding. Joke had gejuicht:
het oude huisraad is weg
maar ik haalde een oude pekelzonde weer binnen
God verdween uit het middelpunt van mijn gedachten. Dit leuke, aanhalige ding, gewoonweg dolverliefd op mij, schoof naar het centrum.
O
o
o
o
.o daar kwam narigheid van
|