Tweede deel.
De voorganger, die we ná Bart Vonk hadden, gekregen, kon nóg zo mooi preken over:
Gij zijt het zout der aarde (Matt. 5:13)
ik kon hem niet meer volgen, wanneer hij déze gevolgtrekking maakte:
Ieder van jullie behóórt het te kunnen zeggen:
Ik ben het zout der aarde.
Niet volgen
natuurlijk wél met het hóófd, maar niet met het hárt. Even kwam ónder de preek al deze schrikkelijke gedachte bij mij op, dat ik helemaal het zout der aarde niet wílde zijn. Ik wilde best ondeugdelijk zijn voor God, door Hem weggegooid worden (Matt. 5:13) en op een ándere manier door ánderen gebruikt worden.
En die ontzettende ingeving deed ik nadien niet radicaal wég. Toen voegden zich andere gedachten daarbij:
- Jezus als Middelaar (Hebr. 9:15) tussen God en mens; zó vaak gehoord: het verveelde mij. Heel weinig bewust aanvankelijk o, ik weet, dat je er van zult schrikken- zocht ik een ánder idool.
- De verhálen over vrouwelijke zendelingen:
De wereld zag een knappe, jonge vrouw naar een bar buitenland gaan. Gééstelijk bezien echter, ging het hier om een tot de tanden gewapende rode baretdragende.
o, wat hadden ze mij geboeid.
Ik had toen ook gestéigerd.
Twintig jaar samen. Daarvan zeventien jaar getrouwd. Vier kinderen, 45 jaar. Altijd zal ik als een brave huisvrouw híer zitten
in Abcou
(Want daar stond dat huis met dat gouden dak).
Maar nu was er die absurde impuls:
Ik wil een soldaat zijn
:
§ voor wat dan ook
§ voor wie dan ook
§ hoe bar het ook wordt
als ik maar wat belééf
!
Annemaries huilbuien, Marcels verbittering. Ik wil er van wég!
En met die rottige gedachten, die ik niet wílde, maar onvoldoende bestreed, kwamen ook weer allerlei euvels van vroeger:
- Mijn gewicht nam toe, ik ging teveel snoepen.
- Tijdens een controle bleek te hoge bloeddruk.
- Ik kreeg negatieve gedachten over alles en iedereen.
- Ook waren er weer onevenwichtigheid en vage angsten.
- Ik kreeg een begeren om occulte seances te bezoeken.
Ach, waar waren de tijden, dat ik tegen Jan zei: (5.9.8.4.):
Vooruitzichten, vergezichten, door het geloof in Jezus. Perspectief
panorama.
Ik wil weten, ik wil kénnen:
§ de krachten in handoplegging
§ inzicht in Gods beoordelingen
§ inzicht in de opstanding uit de dood.
Nú wilde ik niets meer weten daarvan. Ik báálde ervan.
Ondertussen nam ik heus wel waar, dat allerlei oude beperkingen terugkwamen, maar deze overlegging kón ik maar niet kwijtraken:
Ik wil áf van deze hinderlijkheden. Ooit eens hielp Jezus mij er af. Maar als er iemand anders is, die mij er af kan helpen, dan bekeer ik mij tot die ander.
Heel gek. Ik moest voor die nieuwe levensrichting telkens maar denken aan een vroegere vriendin van me. Ze was heel andere wegen gegaan. Deed iets hoogs bij een soort organisatie, reisde veel. Ik zag haar eigenlijk nooit meer. Maar op een dag
ik was even in de stad, dronk ergens koffie, zat weer te denken :
Zou zíj me niet op nieuwe ideeën kunnen brengen?
En wie kwam daar bínnen!?... Ilona
Ilona
!!
En zo is het begonnen.
Je zult zeggen:
Maar Joke; dit kán toch niet. Ik heb nog nooit gehoord van een Christin, die na achttien jaar intensief verkeer met Jezus opeens zulke vréselijke dingen ging denken.
Je hebt gelijk. Mijn geval is extreem. Maar mijn verzoeking was ook heel uitzonderlijk. Dat ga je nog zien. Maar
ik zeg het nú vast
er is een happy end ook aan dít deel van mijn levensgang.
Wat heb je nú nog aan vragen!?
Joke, je bent zo schetsmatig over die schokkende gebeurtenissen vanaf 1998. Dick, Annemarie, Marcel
En over 1985-1998 hoor ik je helemaal niet.
Luister lieverds; veel komt er uit via de verhalen van anderen hierná.
Luister eerst eens naar Wout de Waal.
|