(Tweede deel)
Nou ja, toen heb ik iets anders geprobeerd; ik ben op de alternatieve, esoterische toer gegaan. Bij ons in de stad heb je zon soort plek, waar allerlei lui samendrommen, die genezende stenen, klankschalen en piramides kopen of verkopen. Nu ja, je kent dat wel:
- boeken en kruiden
- ginsengwortel
- ingestraalde watertjes
- armbanden, kettingen en ringen met uitstraling.
En wie trof ik daar aan!? Je raadt het in geen honderd jaar!: Jóke, die Helma van mij had afgetroggeld. Wat ze daar nu eigenlijk dééd, werd me niet duidelijk. Maar ze had een bandje in dr haar en liep heel plechtig te oreren temidden van een groep bewonderaars of zo. Ze zei allerlei dingen, die ze vroeger ook zei, maar nét iets anders:
Wees geen boot, die door de wind heen en weer geschud wordt. Zoek je kracht in jezelf. Steek je innerlijke lamp aan. Dan voel je je zo veilig en beschermd. Haal het positivisme in jezelf naar boven. Zoek je eigenlijke levensvulling in de oerkrachten uit je vorige levens
Ik stond erbij en ik keek er naar. Ik was totaal flabbercasted, zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen.
Maar toen ze met haar hofhouding verder drentelde, werd ik me toch kwáád!
Dit was dezelfde griet, die míjn Helma van mij had afgepakt
mijn Helma, mijn eerste, mijn grote, eigenlijk mijn enige liefde
... met haar gesmoes:
Heus Helma
o bij Jezus lijkt het maar niet overvloedig en veelbelovend; het ís bij Hem alles smakelijk, vol genieting en leven.
o Bij Hém wijkt de ónvreugd, de vreugdeloosheid voor
enkel vreugd!
En moest je ze nú horen:
(want ik bleef, al meedrentelend, nog een tijdlang binnen gehoorsafstand):
Vind in jezelf de sámengebalde kracht van alle tijdperken om nú in het aanbrekende getij van Aquarius- vrij te komen van alle benauwd denken. Kom uit de modder naar dáár, waar de zon juicht over groene, bloembespikkelde velden.
Wel, toen kon die wel weer even. Haast stikkend van ergernis, hield ik de pas in en gaf me over aan woedende gedachten. Onderwijl liep zíj temend en zalvend verder:
Kén de negen beginselen; dring door tot het tiende geheim.
Zóu je ze niet
!
En net, toen ik me goed had opgeladen, daar hád ik ze, de dweepster tóen, de zwendelaarster nú: ze kwam terug, liep alleen, speelde met autosleutels. Zeker op weg naar waarschijnlijk- een kanjer van een wagen. Want haar reïncarnatiesmoesjes van tegenwoordig zullen zeker beter lonen dan haar Jezussmoesjes van vroeger.
Ik barstte los:
Hé Jo
ik ben Jeroen Westhoven. Je weet wel hè: de relatie van Helma Hijgen, zon twintig jaar geleden. Wéét je nog, hoe je Helma gek maakte met je gepraat over heuvels en beken, bomen en vogels, zo schitterend mooi in het land van Jezus. En jij maar hopsen en dansen, vrijgekomen door zijn hand uit de put van satan. Prachtige nieuwe kleren aan; je denken vernieuwd
Je belazerde Helma; je belazert deze tobbers. En wie blijven er berooid achter!: de Jeroens!
Nóg zo iets: jij met je lintje in je haar. Je geeft de mensen daardoor de indruk ánders, hóger te zijn. Allemaal voor-de-gek-houderij. Je bent gewoon Joke Willems hoor. Tóen een bedriegster, nú een bedriegster.
Ze schrok, stond als versteend, liet mij mn hele verhaal afmaken. Ze zocht kennelijk naar woorden, maar vond ze niet. Toen ik klaar was
. Tóen pas was daar haar stem, hard, koud en onbeschaafd:
Vent, rot op. Ik kén je niet. Nee, ik wíl je niet kennen.
En nog meer naars liet ze volgen.
En wég was ze.
Van zoiets word je toch helemaal gek!
Later was daar Ger, die mij vroeg, mijn herinnering aan die rare ontmoeting op te schrijven.
Wel, dat heb ik gedaan. Zoek het maar uit. Helma is weg
en Wilfred en Karin en Jewil zijn weg
Want ik zou nog over de zaak vertellen, maar dat hóeft niet ook: allemaal voorbij.
En mijn vrouw en kinderen zijn weg en
Ach, wat kan het mij schelen. Wat kunnen jullie mij allemaal schelen!
O God
! De verwarring is nu wel compleet1
In de naam van Jezus als dat er per se bij moet- dóe iets
Ja ja, al goed, al goed:
- U bént geen verzekeringspolis
- Ik bén niet verzekerd
maar doe iets, ik word anders gek!
|