5.9.7.3.
Gerard Willems: kernwoord:
- situatiebepaald: oplossingen zoeken
- algemeen: geloof in God en Jezus: het voert je toe naar louter goedheid
13 januari 1985
Eigenaardig persoon, die mijnheer Gerritse: in plaats van zijn bestand af te slanken, sleept hij er allerlei lui bij, die ooit eens terloops een rolletje speelden. Zonder moeite had hij ons kunnen laten verdwijnen uit de serie. Hij hééft er dan een paar in reserve, maar let op: ook die haalt hij uit de mottenballen. Denk maar eens aan zijn reactie met betrekking tot Kees Ruitenbeek. t Is wáár
hij voert geen nieuwe namen meer in
hij zal het wel bij deze groep laten, denk ik. Maar volgens mij verslikt hij zich er in. Met de reserves en Klankvol en Schreeuwschrik mee, zal hij zowat aan de zestig zitten. Nou ja... hij moet het helemaal zélf weten
Dezer dagen word ik op mijn werk in Amsterdam gebeld
Want ik ben klaar met de studie en heb een baan
is híj het
Of ik óók een stukje heb
Nou
net zoals Ina hè
Doet u toch niet zo ingewikkeld
wat heb ík nu te vertellen
?!
En hij:
Alleen al van Lien en jou
dat mógen de mensen niet missen.
Ik weer:
Maar Lien staat ook op uw lijstje
en hoe ging dat met de andere paren?!
u riep er meestal maar één van de twee op.
Maar hij blééf doordouwen
kwam uiteindelijk met de twee bekende argumenten:
- geen kruisje
- dame-heer-dame-heer
want het is niet meer dat seksistische man-vrouw-man-vrouw van hiervóór. Ina zal wel een opmerking gemaakt hebben.
Nou
daar gaat ie dan
:
Natuurlijk vragen jullie:
Wie mag dan die Gerard Willems wel wezen
Ik ben de oudste zoon van Piet Willems. In februari 1982, toen jullie mij voor het laatst ontmoetten, was ik student in de economie aan de universiteit van Groningen. Toen was ik 24 jaar, nu sedert december 1984: 27. Het werd dus wel tijd, dat ik afstudeerde. Ik ben altijd wat duldzaam geweest en slikte soms lang allerlei toestanden, tot het ook voor mij- echt niet meer ging. Bij ons thuis kwamen veel mensen, die:
- bij het Volle Evangelie hoorden
- er zich toe aangetrokken voelden of
- er zich eens door wílden laten troetelen of
-
wat dan ook.
Daar zat soms raar volk bij
kom ik op een zondag met een vriendin binnen
zit er een bekende prostituee uit de binnenstad van Leeuwarden (voorbehoud 0.8) met haar souteneur
Elk in Leeuwarden schoolgaand buitenkind kende dat stel
Heit en mem maar tegen hen aanpraten en die lui maar janken
Dat vriendinnetje zegt:
Nou, die pa en ma van jou hebben daar ook iets moois in hun huis binnen gebracht
ik hoef al niet meer.
En je kunt me geloven of niet
die verkering raakte mooi uit.
Later vraag ik aan de oudelui:
Hoe kon je nu dat tinnef binnenhalen?
Zegt mem:
Eens komt Jezus vrucht plukken van onze geloofsboom. Als wij dan niets kunnen aanbieden:
- omdat wij het de tijd niet vonden (Mark. 11:13)
- omdat wij onze neus bliefden op te halen voor wat Hij als mogelijke vrucht aanwees
- omdat wij het evangelie niet wilden verkondigen
wee ons (1 Cor. 9:16).
En ik natuurlijk:
Maar nou
wee mij
ík ben mn scharreltje kwijt.
Dat liep toen verder niet zo jofel
ik het huis uit
was toen pas met de studie begonnen. Een paar jaar later echter een studentenhok is toch ook maar een ongezellig iets- ben ik weer op huis aan getrokken. Ze hadden daar een kamer voor mij met een afzonderlijke ingang. En Groningen voor die paar colleges- bleef vlakbij
Aan de invasie van allerlei mensen was ook een eind gekomen. Heit en mem hadden gelazer gehad in de groep, waar ze bij hoorden
ze waren ergens uitgezet weet ik veel-
zeiden soms wel eens:
Wij voelen ons schuldig
daar zitten we nou
Ik vond het echter niet gek
: liep ik wel eens van mijn huis naar het hunne
meestal trof ik ze dan wel. Die karavanen kennissen van vroeger... ze stalen wel tijd, maar ik heb er nooit zoveel vrucht voor Jezus voor terug zien komen.
De wat minder opgewonden sfeer thuis deed mij meer goed in geestelijk opzicht dan de vroegere toestand van nu weer deze colportageactie, dan weer die bijbelstudieserie. Ik zeg niet, dat zij toen verkeerd bezig waren -ze zullen best heel wat gedaan hebben voor Jezus- wij kinderen echter kwamen er niet zo erg aan te pas. Mijn vader kon in die tijd dan wel uitroepen, als ik uit zeilen was geweest mijn favoriete sport-:
Nu scheerde je over de plas
ik zag je toch nóg liever met de vogels mee klimmen in de lucht
geestelijk gezien dan
Ik dacht echter:
Mensen kunnen op allerlei manieren de fout ingaan. Martha was altijd zo druk bezig, maar lette niet op het meest wezenlijke (Luc. 10:41). Mijn ouders bemoedigen allerlei zoekende zielen bijvoorbeeld zó:
u bent waardeloos in eigen oog
maar kostbaar voor God.
Maar thuis hebben zij vier edelstenen: Monica, Astrid, Michiel en ik, en nog één: Joke, op de Jan-mestvaalt
! Staan zij er wel eens bij stil, dat wij, hun kinderen, kostbaar behoren te zijn in hún oog.
De verandering kwam, toen mijn ouders meer werk van ons begonnen te maken. Zij gingen ook meer voor Jo bidden. Dat was wel heel in het bijzonder een goede daad, die rijke oogst gaf. Jo en Jan bekeerden zich
bij heit en mem zón blijdschap. Heit zei:
God oefent mij om het verleden te vergeten. Ik raakte werk kwijt in de gemeente. Werk, dat toch ergens zielse bevrediging gaf. Maar wat een geestelijke bevrediging is het om te weten, dat je dochter en pseudo schoonzoon
want ze waren toen nog niet getrouwd
in Christus ook je broer en zuster zijn geworden. God is toch inderdaad de eeuwige bron, waaruit telkens weer nieuwe stromen van blijde verrassingen komen.
Wat ik aanvankelijk erg merkwaardig vond, was dit. Jan en Jo wettigden hun samenwonen door een huwelijk. Op de bruiloft probeerde ik een wat dieper gesprek met Jan. Ze waren daar in die tijd zo gul mee als Sinterklaas met pepernoten. Tegenover mij hield hij echter opvallend de boot af.
Hoe gaat het met het surfen en met de economie.
Maar geen woord over het geloof
toch was dat, achteraf bekeken, goed, ik was er niet rijp voor.
De oogst, waar ik zojuist van sprak, hield niet op met Jan en Jo. Michiel en Astrid keerden zich naar God toe.
Toen gebeurde dat rottige, waar jullie nu al zo lange tijd over zijn doorgezaagd. Monica zei naar aanleiding daarvan: nee. Toen ík de hele afloop zag, zei ik uiteindelijk: ja
Ik begrijp nu ook beter dat boot afhouden van Jan op de bruiloft. Pas jaren later was de tijd rijp, was de bodem klaar om Gods bedoelingen op te nemen
Ik heb nu ook wat meer van de gaven van de Heilige Geest gehoord. Een van die gaven is: wijsheid. Die gave gebruikte Jan, toen hij niet op mijn vraag inging
Kán dat niet!
was hij als pasbekeerde daartoe niet in staat! Kom nou: Gods logica rangschikt de bouwblokjes van onze logica wel eens wat ongewoon.
Dat ja zeggen, waar ik het zo net over had, was een goede basis. Daarop kon ik mij veilig voelen, toen ik definitief wegging van huis. Herfst 1983 studeerde ik af. Ik heb om allerlei redenen maar kort hoeven dienen. Half 1984 kon ik verschillende banen krijgen in Amsterdam. Eén betaalde heel goed, maar liet je bijna geen vrije tijd. Ik hield mijzelf voor:
Gerard: niet geldzuchtig zijn. Je wilt wat tijd hebben om voor God te werken. Neem iets, dat minder geld en meer vrije tijd levert.
Zo kwam ik terecht bij een bureau, waar ze deden aan stadsplanning. De secretaresse Lien Smid- was iemand, die de sleutel had van alle bureaugeheimen. Later bleek zij ook de sleutel te hebben van mijn hart. Heel, heel lief meisje
ietsjes ouder dan ik
Wij werden het eens
ik schrijf hier verder weinig over. Lien doet dat wel. Ik ga met haar mee naar haar samenkomst, de Kapel, ook de sam van Jan en Jo.
Zo ben ik dan dus weer terug bij Jan. En weer moet ik hetzelfde zeggen als hiervoor Ien
en ikzelf ook al eerder: dat van Jan en Ellen weten jullie al van voor naar achteren en van achteren naar voren
en zelfs nú komt er nog het nodige aan. Ik heb er eigenlijk niet zoveel mee van doen gehad. De toestand thuis ontging mij grotendeels: ik was toen meestentijds in dienst. Er trof mij echter wel een bepaald facet in dat hele gebeuren: de positieve instelling van de kernfiguren. Rondom hen heen werd er natuurlijk negatief gedaan
hevig geroddeld en zo.
- Maar neem nu Van Dalen: dat zoeken van een oplossing, als gevolg waarvan dat ondeugende meisje naar Spanje zou kunnen gaan.
-
En Gert, die samen met Jan naar de oplossing zocht om een plaats van berouw te vinden.
-
En Aaf en Bart, die nog net op tijd de oplossing zochten van een gesprek op-de-valreep.
- En de wederzijdse ouders van Jan en Jo, die oplossingen zochten voor het gangbaar maken van het vastgelopen gezinsleven.
Al dat zoeken naar oplossingen was uiteindelijk gericht op herstel van vreugde. Ik heb, wat ik hiervoor noemde, uit de verhalen moeten opmaken. Zelf heb ik niets kunnen doen. Maar ik haal uit een en ander deze les: geloof in God en Jezus leert je in alle mogelijke omstandigheden zoeken naar goede oplossingen. Het geloof kán zulke dingen doen omdat het je leidt in de richting van louter goedheid. Goede oplossingen zoeken is een onderdeel van die loutere goedheid. Ik verlang er naar ook eens zon helper in de nood te zijn.
|