5.9.6.3.
Bart Vonk: kernwoord:
- situatiebepaald: vergeving
- algemeen: geloof in God en Jezus: wat een getuig- en evangelisatiekracht brengt het met zich mee.
2 januari 1985.
Wij waren dus in hoofdzaak gebleven bij dat toch nog inslapen na de schokkende gebeurtenissen van die vrijdagavond in augustus 1984. Ik ga dáár verder en kijk maar eens tot hoever ik verslag mág uitbrengen. Je weet het met die regelaar maar nooit. Niet onvriendelijk bedoeld hoor. Ger is soms wat hinderlijk, maar hij zal het ongetwijfeld goed met iedereen menen.
Nou
zaterdag alles in voorlopige harmonie
hoorde je van mijn vrouw. Zondag gewoon met zn allen in de kerk
Dat houdt echter niet in, dat de situatie vanaf toen o.k. was. Nee
toen begon het pas.
Maandag naar kantoor. Amsterdam is een grote stad, maar de mensen weten toch veel van elkaar. Ik ben afdelingschef, het personeel durft niet zoveel te zeggen. Toch merk je wel iets aan plotseling afbrekende gesprekken. Er zijn ook overigens mogelijkheden genoeg om aan een volle evangelie voorganger leedvermaak te laten merken, als hij sores heeft. Ik heb, naar aanleiding van dat stiekeme gepest, wel eens gezucht:
Jezus
waarom hebt U ons in een valstrik laten lopen met Jan. Wij haalden hem zo enthousiast in. U wíst dat wij een slang aan onze boezem koesterden: maar nooit gaf U eens een seintje. Integendeel: ik legde in uw opdracht aan Jan en Jo samen en aan elk van hen afzonderlijk- de handen op voor bevrijding. Dat schiep juist een band
tot het mij duidelijk werd, dat Jezus niet vals spéélt. Er wás iets heel erg mis gegaan. Maar aan wie het ook lag, aan Hém niet
Problemen dus op het werk.
In de gemeente geducht prestigeverlies. De vraag werd gesteld, of ik nota bene stichter en voorganger- nog wel oudste kon blijven.
Ik kon niet eens mijn gezin besturen, hoe zou ik dan leiding kunnen hebben over het volk van God (1 Tim 3 v 5). Zoiets doet pijn na elf jaar voorgangerschap
ik wéét het, ik máákte in die tijd soms een uitgebluste en ongeïnspireerde indruk.Zo wás het ook vaak met mij gesteld. Zo zwaar had men dat echter niet mogen laten wegen
Er was echter ook een grote groep, die door zijn houding als het ware duidelijk maakte:
Wij doen met dat .katten niet mee. Wij geven ons in moeilijkheden verkerende voorgangerechtpaar geen ezeltrap na. God heeft hun de zonden van te druk zijn en niet opletten vergeven. Wie zouden wij dan zijn om te blijven mekkeren:
Ja, maar
even zo goed: Bart en Aaf holden maar van hot naar haar en ze vergaten hun eerste plicht: waken over háár.
Bart was altijd zo ruimhartig
kon het bijvoorbeeld hebben, als anderen geestelijk groter groeiden dan hij. Laten wíj dan nu niet enghartig zijn.
Op het werk
in de gemeente
: problemen. En thuis
?!...: Aaf, die door gekwetste trots zo rebels en mensenschuw tegelijk was. Ik kon wel zeggen:
Aafke
! Jezus heeft zichzelf gegeven voor onze zonden. Hij heeft ons zulk een ontzaggelijke schuld kwijtgescholden (Matt. 18:27). Zouden wíj Jan dan niet een schuld kwijtschelden, die verhoudingsgewijs gering is (:30)
maar zij direct
lik op stuk:
Woorden
woorden
! Vroeger zou ik dat beaamd hebben: het staat immers in de bijbel! Maar nu de praktijk er is
Je moest eens weten, hoe ik mij werkelijk voel.
- Zó bedreigd
als ze jou bedreigen in je geestelijke positie, voel ik dat dubbel
- Zó beschadigd
- Zó teruggevallen: alle bazigheid én kleinheid steekt de kop weer op
En dan plotseling
scherp en radeloos tegelijk:
Maak mij niets wijs
jij hebt het er ook moeilijk mee om die vent te vergeven
Weet je, wat het met mij en jou en iedereen is: we zijn kijkers en geen zíeners. We kíjken wel naar Gods woorden, maar we zíen ze niet. Dáárom kunnen wij ze niet gehoorzaam zijn als puntje bij paaltje komt. Ik ben zo eerlijk om dat toe te geven. Jij echter babbelt zo maar een eind weg
Ze had gelijk. Met al haar luidruchtige verstoordheid, haar kribbigheid, haar koppig blijven mokken, was er tóch iets over van ons vroegere een team in een team zijn. Zij wees mij op zwakke plekken en schijnoverwinningen.
Werk
gemeente
thuis: moeilijkheden. Enne
het eigen innerlijk? Ik had voorheen dikwijls mijn werk in de sam en overal aan God opgedragen. Ik zei dan:
Heer
met alle lek en gebrek draag ik dit gelóófswerk aan U op. Want
ik mag in alle bescheidenheid zeggen:
Ik doe al mijn werk in de naam van Jezus, God de Vader prijzende door Hem.(Col. 3:17).
Dat durfde ik echter niet meer zo te stellen. Aaf had de spijker op de kop geslagen: inwendig was ik ziedend op Jan. Dat niet-kunnen-vergeven verziekte alles. Mijn geloofsplant groeide niet meer, maar verkommerde
Zo leek het althans. Maar in feite wás de situatie beter. Dat blijkt uit het volgende:
Ellen was al naar Spanje. We werkten hard in de zaal om de uitbreiding vóór Kerstmis in orde te hebben
Want dat kwam er nog eens bij: er waren bouwvergunningen afgekomen, maar na zekere tijd verlopen die weer.
Jan werkte daar en ik ook
allebei aan de betimmering. Wij waren samen. Verder was er op dat ogenblik niemand. Toen kwam hij naar mij toe en vroeg:
Bart
kun je mij vergeven!?
Ik wíst, dat hij het niet echt meende
niet echt kón menen. Hij lag nog veel te veel met zichzelf overhoop. Mijn geloofsplant was echter ongemerkt weer opgeschoten. Dat groeien was al zover gevorderd, dat ik kon zeggen en menen:
Ja
Jan
van harte
Vanaf dat moment herstelde mijn innerlijk.
Toen Aaf zag, dat de goede hand van God over mij was
dat ik mijn vreugde en rust hervond, zei ze op een keer:
de doop in de Heilige Geest heeft jou dan toch maar kracht gegeven om hierdóór te komen. Dan zal ik die kracht ook krijgen.
Vanaf toen kon ook zij haar wonden door Jezus laten helen. Ons huiselijk leven herstelde.
In de gemeente ging ik met fris élan op zoek naar het diepste. Op weg daarnaar toe ontdekte ik opnieuw, dat de vervulling met de Heilige Geest het blijvende was. Die vervulling behoorde voort te vloeien uit de doop met de Heilige Geest, het eenmalige.
De medegelovigen volgden mij gretig op die herontdekkingtocht. Als van ouds lieten zij zich door mij verzamelen. De gemeente werd wakker geschud en in de nieuwe toestand zijnde- kreeg zij ook weer de begeerte om mij als herder en leraar te aanvaarden. Zozeer hadden de broeders en zusters ons lief gekregen, dat zij ons een fijne verrassing bezorgden.
Twee maanden er tussen uit naar Spanje
mijn gewone vakantie had ik gedeeltelijk nodig voor zomerjeugdkampen
daar kon niets meer op worden beknibbeld. Trouwens
het totale aantal verlofdagen raakte in de verste verte niet aan twee maanden. Ik vroeg mij af:
Hoe moet dat
met die tienerkampen mag ik niet stoppen. Ik heb daar een taak
het landelijk bekende handelsmerk van die kampen is de vrije en toch geestelijke sfeer.
Ik heb een ambtelijke werkkring. Men kan er daar, volgens een nieuwe regeling, desnoods voor maanden tussen uit, maar dan wél voor eigen rekening. De gemeente betaalde die twee maanden salaris
Goed hè
!
Innerlijk
huis
gemeente weer op orde
!
En het werk? De dag kwam, dat ik frank en virj durfde te zeggen:
We gaan twee maanden met verlof buiten bezwaar van den lande naar Spanje
samen met onze dochter de geboorte van ons kleinkind beleven.
Toen kwamen de léuke commentaren, zoals:
Mijn petje af, voor de grootse manier, waarop jullie dit regelen.
En zo was ook de werksituatie dus weer in orde.
Wij dus naar Spanje, waar een wedergeboren dochter, tot vriendin gerijpt, ons wachtte. Na veertien dagen verheugde de geboorte van een kleindochter ons hart, een kind, dat ook Aaf nu helemaal kon aanvaarden. Teruggekomen
: die moeilijke en toch gezegende opdrachtdienst op 8 april. Al onze lieve vrienden weer om ons heen verzameld. Dat zingen
!,,,:
Wij zijn hier bijeen in Jezus naam
om U te loven, o Heer
telkens weer een nieuwe groep, die inviel
dat was hemel
!
En dan die veertiende april. Ellen, die met starre schrikogen binnenkomt:
Kom eens gauw mee naar Agnes
De vreselijke zekerheid, die in de loop van enkele minuten ontstaat. Het ontredderde zwijgen eerst
dan het her en der opbellen om steun te zoeken
om althans iets te dóen.
Dan de begrafenis
ik behandel alles maar heel oppervlakkig: het doet pijn
ook nu nog.
In heel kleine kring
Aaf, Ellen, ik
enkele oudsten
een kort gebed van één vn hen. Dan weer terug. Rondom staat alles in prille lentetooi, maar in ons hart is het winter
In de gemeente weer storm: hoe kan dat nu
wilde veronderstellingen. Dan vertelt Jo, dat Jan een week lang vurig gebeden heeft voor Agnes. De oplaaiende woede:
Waarom vertélt zon uilskuiken niets!
Die mening van ons lekt uit. Sommigen blazen met behulp daarvan de nieuwe ontwikkeling tot heel ongewenste proporties op.
Dan in de snel groeiende verwarring- Jokes ouders op bezoek. Die Ans hè
o
wat een vrouw!
met zón intuïtie. Vertelt, hoe zij door deze geschiedenis één van hun dochters geestelijk zijn kwijtgeraakt. Maar niet klagerig: vanuit dat eigen verlies troost ze Aaf en onze dochters, die zich al zo aan de kleine lieve pop hadden gehecht.
Als Ingrid en Nora naar hun kamers gaan, behandelen Piet en Ans nog allerlei andere vragen
dat zwijgen van Jan
ach ja
: als hij gewaarschuwd had, waren wij misschien panisch of kwaad geworden. Je kúnt niet overzien, wat er dan gebeurd zou zijn. Toen zij verder uitlegden, dat Agnes nu bij de Heer was en dat zo velen door dit sterven aan het denken gezet waren
toen zag ik onverbeterlijk als ik in dat opzicht ben- in de hele geschiedenis een preek: een lang leven kan weinig nut hebben; een kort leven veel. Ook Ellen werd door dit bezoek zó versterkt. Voor Aaf had het uiteindelijk onder andere dit nut: ook zij vergaf Jan, drukte hem de hand ter verzoening. Daarna kon zij zeggen:
Ik ben beter uit deze verwikkelingen gekomen, dan ik er in ging.
Na het gesprek met familie Willems merkte ik, dat wij vrij spoedig de verslagenheid over het heengaan van Agnes te boven kwamen. Vreugde en rust keerden terug. Als ik de balans opmaak, is ons geloof in God en Jezus sterker geworden door deze strijd. Doordat wij veel wereldsgezindheid zijn kwijtgeraakt, heeft dat geloof ons nu een rijker geschenk gebracht, van wat het in zich heeft: meer getuig- en evangelisatiekracht dan ooit. Wat mijzelf betreft: mijn toespraken zijn meer overtuigd en doorleefd dan vroeger. Velen meer dan voorheen- gaan in oprechtheid op de uitnodiging in om hun leven voortaan met Jezus te delen.
Nog wat algemeen nieuws over Ellen
O zeg
: Ger schudt nee. Nu ja
laat dan maar.
|