Jan en Joke: vervolg
Inhoud blog
  • 6.8.5.2.
  • 6.8.5.....6.8.5.1.
  • 6.8.4.4
  • 6.8.4.3.
  • 6.8.4.2
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    belevenissen van een groep personen
    08-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.9.5.4.

    5.9.5.4.

    Ellen Vonk: kernwoord:

    -         Situatiebepaald: dáárom.

    -         Algemeen: Geloof in God en Jezus: je wordt er dapper en succesvol van.

     

    20 december 1984.

     

    Het laatste, wat ik vertelde, was de opmerking van moe:

                “Voor je weggaat… even iets bespreken…”

    Ik schoof aan tafel. Toen ik dat deed, was het al net, of mijn zelfmoordplannen iets van mij wegschoven. Daarna de vragen:

    -         “Heb je soms anorexia… je eet zo weinig…”

    -         “Waar komen die nervositeit en prikkelbaarheid toch vandaan.”

    En toen kwam de ontlading. De opgehoopte spanning -ruim voldoende om mij in het water te laten springen- brak zich baan.

    Dat gebeurde door een uitgeschreeuwde bekentenis en vreselijke gilbuien. Maar… terwijl het huis zich vulde met de volledige oudstenraad… terwijl iedereen verbijsterd was… luchtte dat gekrijs míj op. Het tot de rand gevulde meer van wanhoop liep leeg. O ja… ik weet wel: het was hartstikke zelfzuchtig:

    -         Pa en moe schrokken zich zowat dood.

    -         De zusjes waren nog dágen overstuur.

    Dat wist ik eigenlijk al wel vooruit, maar o… om het kwíjt te zijn… om het te kunnend delen…

    -         En dan: die veilige zekerheid: pa en ma weten er nu van: zij gaan helpen, ik hoef het niet meer alleen te doen.

    -         En dat gelukkige weten: ik lééf nog…!... ik lééf nog…!!

    Later kwamen de vragen:

    -         Hoe moest dat nu, als ik dikker en dikker werd…

    -         Hoe zou mijn houding zijn, als ik Jan weer zag: Jan met zijn sluwe praatjes, zijn baasspelen, zijn afkeer van mij, nadat ik alles had gegeven, wat hij wenste…

    -         … enz. … enz. …

    Ik legde al die problemen in gebed aan Jezus voor. Dat kon nu opeens wel. Jarenlang had ik niets met God te maken willen hebben. Nu ik dan uiteindelijk bij Hem kwam, was het helemaal niet van:

                “O… was je daar weer eens… ja, ja… nu je in de knoei zit…”

    Niets daarvan…: luisteren, spreken, raad geven.

    Dit kwam in mijn gedachten:

                “Wacht nu maar even af… er is iets in de maak.”

    Ik had de idee, dat de stem van Jezus in die gedachte was ingevlochten.

     

    Al heel gauw was dat ‘iets’ zichtbaar: zes maanden naar de Costa Blanca, eerst met Oom Jos en tante Diana, later met andere families. Ik heb nog wel geprotesteerd:

                “Ik krijg nog een kadootje toe.”

    Maar oom Jos legde uit, dat het er voornamelijk om ging, dat pa en moe in conditie bleven. Vijf maanden wachten thuis met alle gemeenteleden op hun lip, zou zinloos en al te pijnlijk zijn, ook voor hén.

    Zo’n verademing: dat vertrek: die ene maand thuis was zo rot geweest met al die steelse blikken naar m’n buik… de vriendinnen van het koor met hun opmerkingen:

                “Meid… wat ellendig voor je…”

    … maar wat er dan verder werd gezegd…!

    O ja… ik weet het wel… het waren de normale gevolgen, maar ik had mij dat allemaal nooit zo voor ogen gesteld. Toen het een maand geduurd had, kon ik het gewoon niet meer hebben, maar toen kon ik ook –juist op tijd- mijn koffer pakken. En die eerste oktober… zó fijn:

     

    Utrecht, Den Bosch, Eindhoven… wég die vragen:

    -         Wat zeg je nu, als je Jan tegen komt.

    -         Gaan je ouders het kind opvoeden of jijzelf?

    -         Wat dacht je nou, als je zo mooi alleen stond te zingen…

     

    … Maastricht… Luik… Metz…

    Wég… dat nauwelijks verhulde leedvermaak:

    -         Weet je, dat Jan verteld heeft dat het kind best eens van een ander kon zijn: je zou zélf zoiets gezegd hebben…

    -         Je zit nu wel zo veilig tussen pa en moe in de sam, maar je moe is toch echt bitter, kribbig en stekelig tegenwoordig… het zal echt niet altijd meevallen hè…!?

    -         Je pa is ook nergens hè… zó dof… zó uitgeblust… ik denk wel eens:

                “Wat zijn wij gelovigen toch eigenlijk ‘mooi weer christenen’…”

    -         De doop in de Heilige Geest, de geestesgaven, de wandel in de hemelse gewesten…: je maakt je er gehaat mee bij de gewone gelovigen… je kunt van alles doen en toch getapt blijven… alleen dát niet. Ik hoor het die Jan-van-jou nog zeggen:

    “… en toch moeten wij die kant op… zó alleen tonen wij Gods koninkrijk… zo alleen zijn wij van nut voor Gods plan…”

     

    En nu…: wat toonde hij zélf van al die –volgens hem zo heerlijke- dingen(Judas 9). Wat voor nut had híj er van. Dus in feite betaal je als prijs: de haat van je omgeving. En wat koop je er voor: niets, niemendal…

     

    … Dijon: slapen… Lyon, Narbonne, Gerona… weer overnachten… weg, ver weg… halfzachte vertroosters.

    -         Die Jo hè… zo vinnig…wantrouwig… driftig… Ik heb tegen haar gezegd dat jij veel flinker was…

     

    … Barcelona, Taragona, Valencia… geen harde vermaners meer…

    -         Ja kind… wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen (Jeremia 5:5,6). Ik gun het je toch zo, dat het eens wáár voor je wordt: maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen… ziet zich omringd door zijn weldadigheen (Ps. 32:7, 10).

    Zo heerlijk bevrijdend: weg te zijn van alle –soms twijfelachtige- belangstelling… alleen in de auto met deze aardige, rustige mensen, die bijzonderheden wisten van de streken en steden, die wij passeerden, maar mij nooit herinnerden aan dát… terwijl daarbinnen de baby al heel duidelijk zijn of haar aanwezigheid kenbaar maakte… mij voortdúrend bepaalde bij hetgeen was gepasseerd. En toen begon ik er zelf maar over:

    “… hoe ik mij met leugens omgeven had in de afgelopen maanden… en zo verlangd had naar de toen onbereikbare waarheid… Hoe die waarheid nu in mijn innerlijk op mars was, dat Jezus bezig was om mij in te nemen, zoals een stad wordt ingenomen (Jer. 20:7)… hoe Hij in mij zo sterk geworden was, dat Hij doende was om mij te overwinnen (id.).”

    Terwijl de wagen voort zoefde over de zonoverspoelde wegen, ging tante Diana op mijn opmerkingen in:

    “Mijn man en ik putten zo’n moed uit je woorden. Wij twee zien in die wóórden van jou dáden van jou: getuigenissen betreffende de overwinning van onze Meester over alle duister. Als zijn scháduw maar over je bestaan strijkt, is dáárin al genezing. En nu gaat zijn líchtglans over je leven. Nu ja… nog maar een gláns van licht hoor… maar het vólle licht kómt…”

    Oom Jos vulde aan:

    “Je hebt wel erg verkeerde dingen gedaan in de afgelopen maanden. Maar voor God is er in bepaalde opzichten geen onderscheid tussen ‘een beetje’ en ‘erg’ verkeerd. Hij kan uit elke put, hoe diep ook, redden (psalm 40:3). Houd zijn woord vast, dat is het touw, waarmee Hij je uit de modder trekt.”

     

    Maar toen wenkte hij met zijn hand… de laatste fase van de lange reis was begonnen: hij moest nu even scherp opletten. Een paar haarspeldbochten… daarna: Ciudad de la Luz, nagenoeg boven op een heuvel.

    Wat heb ik daar in de volgende maanden genoten:… vanaf het voorterras met het zwembad de naar zee afdalende bossen, doorspikkeld met allemaal van die droomhuizen, als waarin wij zaten. Vanaf het achterterras met de barbecue: valleien vol sinaasappelboomgaarden tot aan de blauw vervagende bergkammen ver weg.

    Genoten heb ik met vier lieve mensenparen, mijn eigen ouders inbegrepen. Ik voelde de sfeer van Jezus elke dag weer. Ik merkte ook, dat in mijn leven wel degelijk de fundamenten van het geloof aanwezig waren. Ze waren overwoekerd, maar vóór mijn ouders er waren, hadden de anderen ze al weer blootgelegd. Ik trok in die maanden geestelijke zevenmijlslaarzen aan en kreeg zóveel inzicht. Later heb ik leren zien, dat God alles zo in gereedheid bracht om een grote schok, die nog komen ging, te overwinnen.

    Overigens ging niet alles langs lijnen van geleidelijkheid. Er was bij één gelegenheid een zware strijd… een ‘Pniël’, zouden ouderwetse mensen zeggen (Gen. 32:24)…

     

    Mijn grote schoonmaak kwam op een novembermiddag: ik was weer eens geklommen naar het hoogste punt van de heuvel, nog dertig meter schuin bóven ‘Ciudad’. Zo’n heerlijk plekje daar… tussen vier lompe steenbrokken, iets beschermd tegen de hier fel waaiende wind. Ver weg naar het zuiden de rotsen van Calpe en Albir. Dichterbij… noordelijk: Cabo de la Nao, de Javea berg. De zee… nog blauw onder de dalende zon… hier en daar een schip: volstrekte eenzaamheid…

    En toen kwam er van alles, niet naar tijd geordend, door elkaar heen gehutseld, nog weer eens tot me…:

    -         Mijn minachting voor gelovigen: geschift, geborneerd stelletje kneuzen…

    -         Mijn hoererij, eerst met allerlei jongens, op de top gevoerd, toen ik Jan verleidde.

    -         De onverschillige manier, waarop ik –onder de aanmoedigende kreten van schoolvriendinnen- het geloof in Jezus weggeworpen had… opgeborgen als een uit de mode geraakt jasje.

    -         Alle oneerlijk gekuip van ‘niemand hoeft het toch te weten’… de bedriegerijen… het valse spel, dat des te harder aankwam bij mijn omgeving, omdat ik zo mooi en stichtend zong.

    -         De voltooide slechtheid door de zeven avonden met Jan, toen alles nog tienmaal erger werd dan het al was.

    Ik riep tot Jezus… mijn woorden holden naar Hem toe op de bolle bries.

    “O Heer… vergeef… .red mij… ik heb nu wel een adempauze… maar ik móet  het nog weer eens uitzeggen aan U, om nut te hebben van die tijd van bezinning…: De manier, waarop ik toen Jan aankeek. Hij deugde niet, maar ik evenmin: toen –op dat ogenblik- verloor ik –in beginsel- alles, wat ik nog dacht te hebben…

    Ik heb nu niets meer te verliezen… wat ben ik gestraft, door de manier, waarop ik gek werd gemaakt. Ik wist wat ik deed, toen ik de pil liet staan… en toch deed ik het. Wat kreeg ik mijn kinderlijke verleidtrucs tienvoudig terug. Alles moest ik slikken…ik…: het stomme, in feite niet echt begeerde, laat staan beminde wijfjesdier… de teef, die hem een kick gaf, omdat hij op haar al zijn vrouwvijandigheid kon botvieren en omdat zij een kind wilde dragen. … Heer… ik weet het: er komt nog een lange, bittere nasmaak: alleen al dat nog steeds niet verwerkte afdanken na die zeven weken…

                ‘Der Mohr had seine Schuldigkeit getan… der Mohr kann geh’n.’

    … en dat terwijl ik mij helemaal aan zijn heerschappij had onderworpen –op zichzelf ook al zo afschuwelijk vernederend- … en terwijl hij me overal kreeg, waar hij me hebben wilde.

    … En dan ook nog deze zorg: zal ik nog wel een baan kunnen krijgen: de schoolverlaters hebben alles al ingepikt…

     

    O, wat werd mijn spel ernst. Dat vreselijke, opjagende, duivelse gevoel is nu weg… maar Jezus…!... ik ben zo bang, dat het terug komt. Ik ben soms zo krankzinnig benauwd voor dat verslindende vuur, dat niet meer loeit, maar altijd door blijft smeulen… o… als het toch weer uitslaat…!

    Lieve Jezus, mijn huilbuien… zenuwen… stress… slapeloosheid…ze waren in die heerlijke oord eerst weg… maar ze komen weer terug…

    Er moet íets gebéuren…

    Jezus… ik deug voor geen cent… ik zóng wel opgelucht, toen ik opgebiecht had aan mijn ouders en de oudstenraad… ik zal echter pas opgelucht zíjn, als ik biecht bij U. Als ik dat niet doe… als ik niet mijn fouten aan U belijd… moet ik wég bij U … en ik wíl geen prooi zijn voor de vijandelijke legers… ik wil wégblijven van het oord, waar de valse, snerpende klanken zijn.

    Heer… ik belijd…: als een slet, een sloerie heb ik mij gedragen… een vijandin ben ik geweest voor mijn ware vriendin Jo…

    O Heiland… vergeef! … ik pleit op het bloed van Jezus. Dat bloed is toch een volkomen verlossing voor al onze zonden (1 Joh. 2:2).

    Helpt U me toch om open te staan voor de nieuwe gedachten, die van U komen… helpt u mij toch om U te volgen… om met al het oude te breken… help mij toch omuit mijn onveranderende zondigheid te komen…”

     

    En toen… het was of met de draaiende wind Jezus’ antwoord kwam. Nee… niet ‘of’… het wás zo…:

    -         Een schók ging door dat leven van mij, zo kort daarvoor nog bijna verwoest, nog steeds niet wezenlijk opgebouwd…: het herstel begon…..

    -         Ik kwam los van de muur van de wanhoop en begon toe te lopen naar mijn Grote Broer van de hoop.

    -         Alles ging ik met Hem terugwinnen… ik zou meer rijkdom krijgen dan ik ooit had bezeten.

    -         De dood had zo’n grote plaats in mijn gedachten: hij werd overwonnen.

    -         Ik minachtte het geloof in God en Jezus niet meer, blij aanvaardde ik het…

    En … terwijl er in feite nog niets gebeurd was, voelde ik mij daar op die top, met mijn haren wapperend in de wind, op een merkwaardige manier dapper en succesvol. Jezus bedelfde mij onder zijn blijde antwoorden. Wat een vreugd brachten die. Al mijn ‘waaroms’ losten op in ‘daaroms’. Mijn geest, daarvoor in eigenlijke zin altijd nog kapot en verward, was tijdens mijn gebed gebroken en verslagen geworden. Daarom kon de Heer nu al die goede dingen doen (Ps. 51:19).

     

    Over het rotspad naderden moeizaam twee paar voeten: oom Jos, tante Diana… wankelend op de rolstenen… wegglijdend met het gruis… glibberend in het modderige leem:

                “Kindje… dat kán toch niet meer… over twee, drie maanden is het zo ver.”

    Maar ik kon antwoorden:

    “Het is ook míjn áfscheid van dit plekje… maar God en Jezus zijn terug in mijn innerlijk… ik heb Hen hier en nu binnengehaald in mijn hart. Jezus beantwoordde al mijn vragen. Blij heb ik het geloof in Hem aanvaard. Zó’n vreugde daarna in mijn gedachten… dapper kan ik nu alles tegemoet gaan, wat gaat komen. Ik zal succesvol zijn in elke strijd, die nog losbarst.”

    Zij zeiden:

                “Zó blij… zó blij, dat je er door bent.”

    Toen zochten wij behoedzaam onze weg naar beneden…

    Die avond schreef ik een dikke brief naar huis. En het antwoord?!

                “Wij hebben al heel wat blijde brieven gehad… maar deze was echt helemáál blij.”

     

    Wat vér leek nadien mijn geknoei van de zeven avonden. Wat leerde ik Jan begrijpen en vergeven. Wat kon ik mij ook inleven in zijn verwardheid, die maar voortduurde. Ik kon zelfs voor hem bidden…

    Mijn baby’tje leerde ik liefhebben. Met moe en pa begon ik om te gaan, alsof wij vrienden en vriendinnen waren. Sinds ma die zelfmoordbrief gevonden  had, waren wij elkaar zoveel nader gekomen. Dat nader komen had overigens nog wel wat voeten in de aarde. Ma had dan wel gezégd…”

    “Je mag met ons mee blijven doen… wij blijven samen op reis… de duivel móet wijken.”

    In september echter was zij toch dikwijls bitter en bazig. Maar toen zij begin februari kwamen, was dat over. Moe had wat commissies afgestoten; ze had het dus wat minder druk. Pa ook… hij sprak nu weer veel dieper… flinker over God, dan toen hij zo overbezet was.

    Leuke brieven ven Ingrid en Nora, die in september echt op mij gebeten waren… ook een lieve brief van Jo… wat was ik dáár blij mee.

    Toen… half februari: mijn eigen lieve, kleine Agnes in de armen. Eind maart naar het vliegveld van Alicante, gebracht door pa en ma… in Schiphol weer opgevangen door oom Jos…

    4 april jarig: negentien jaar, 8 april werd Agnes opgedragen; ik stónd daar: zonder man. Móe stond dan maar naast mij. Ik hoorde het gefluister: “Jammer toch… jammer toch…”Maar ik was desondanks blij. Mijn ouders hadden Agnes aanvaard. Dat had de Heer natuurlijk allang gedaan. Maar nu  -bij het opdragen- werd dat nog eens uitgebeeld…

    Zo gek… even vingen mijn ogen de blik op van Erik Pieterse. Ik weet, dat hij een oogje op me had… o… al jaren… ik wist het al, toen ik zestien was. Maar nu…”zou hij nog belangstelling voor mij hebben…?”… de gedachte gleed weer weg…

     

    Bij het uitgaan van de dienst keek ik nog even naar Jan. Hij praatte met Gert… zei zeker weer diepe dingen. Even zag ik zijn ogen… niet meer wild, driest en vrouwbelust. Getemd en terneergeslagen was zijn blik. Ik bad stil:

                “Heer… laat hem er door komen, zoals ík er ben door gekomen.”

     

    14 april: ik ging ’s avonds nog even bij Agnes kijken… ze lag zo vreemd stil… ik riep pa en moe… de dokter kwam, hij zei:

                “Wiegedood.”

    En toen hebben wij daar met z’n vieren om haar heen gestaan… in een zwijgen zó ontzettend…

     

     

     

     

     

     

    08-09-2008, 17:08 Geschreven door Ruiter
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 27/09-03/10 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 27/10-02/11 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 15/09-21/09 2008
  • 08/09-14/09 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 17/12-23/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 26/11-02/12 2007
  • 19/11-25/11 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 05/11-11/11 2007
  • 29/10-04/11 2007
  • 22/10-28/10 2007
  • 15/10-21/10 2007
  • 08/10-14/10 2007
  • 01/10-07/10 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 10/09-16/09 2007
  • 03/09-09/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 13/08-19/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!