5.9.8.2.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ellen Vonk: kernwoord:
- situatiebepaald: een betere verstandhouding
- algemeen: Geloof in God en Jezus maakt gaaf en hoopvol
23 januari 1985
Zó erg geschokt en verdrietig als ík geweest ben na het heengaan van Agnes!... het was, of er een ijskoudheid over mij werd uitgestort, die mij tot in het diepst van mijn wezen verkleumde. Nee
niet tot in het díepst
Heel innerlijk werd ik warm gehouden door God. De eerste tijd echter was dat warm blijven voor iedereen, ook voor mijzelf, verborgen onder dikke lagen ijs. Hoe dikwijls heb ik die eerste weken niet tegen Jezus gezegd:
Heer
U maakte eens wijn uit water
en ieder zei:
smaakt díe wijn even goed!
Maar de wijn van mijn vreugd om Agnes
een vreugde die ik eerder niet voor mogelijk had gehouden
die veranderde U in water
in het water van een zee van eenzaamheid, waarop ik stuurloos dobber
U hebt mij bedrogen
o, wat smaakt het water van deze verlatenheid bitter slecht. Heer
het is uw schuld, dat de stemmen weer fluisteren
De stemmen, die in augustus zeiden:
spring in het water,
Die stemmen zeggen nu weer
:
ga haar achterna
ga je kleine, dode lieveling achterna
Ik doe dat niet, Jezus
maar alleen al de kwélling van die ingevingen
ik ben nog maar nét negentien
het lijkt wel, of ik alles al gehad heb
De eerste ontreddering week
de begrafenis
die was zo érg
dat was wel het dieptepunt. Maar zelfs toen was het, of mijn innerlijk wist, dat er bij Jezus geen tegenstellingen zijn. Hij hád niet daarginds in Spanje ja tegen mij gezegd en door dit sterven nee (2 Cor. 1:19). Nooit
nooit zou Hij me laten vallen. Altijd zou Hij me ondersteunen. Direct echter gierde de vorstwind weer over de van beneden aangetaste ijslaag. Toen wij thuiskwamen, was er de gemeenschappelijke wanhoop van ma en mij pa voelde dat toch niet zó- die mij opnieuw omhulde.
Daarna het bericht, dat Jan alles had voelen aankomen, met alle weer dááraan verbonden opwinding
Die vrouw Van der Kaa met hele verhalen over zwarte magie, die van Jo (!) zou zijn uitgegaan. Voor die praatjes hebben de oudsten gelukkig een stokje gestoken. Alles bij alles echter was ook dat zó ellendig
En toen kwamen meneer en mevrouw Willems. Onder hun troost werd de warmte in mijn innerlijk tot een magmastroom. Van beneden af smolt het ijs. Van bovenaf waren hun woorden als een lentebries, die intrieste gedachten wegwaaide en het ijs op at
De koude boeien braken. Mijn nee tegen Jezus vanwege Agnes smolt om tot een ja ondanks Agnes.
s Avonds zei ik:
God
de goede dingen komen van U (Jac. 1:17). Dat U mijn baby thuis hebt gehaald
het was een onderwijzing voor ons allen. U bent niet veranderd (Mal. 3:6)
het kind van Batseba nam U bij zich
toén leerden de mensen een les, die ze in díe tijd nodig hadden. Lieve Heer
ik ben nog niet zo wendbaar, dat ik voor mijzelf de les kan leren, die er zeker zit in Agnes heengaan
maar U helpt... ook bij dat leren
1 juni kreeg ik een baan bij een commissie. Meneer De Jong je weet: hij was ook een poosje in Ciudad de la Luz- hielp mij er aan. Ik had mijn verdriet nog niet verwerkt, maar door alle nieuwe indrukken, werd ik er niet meer de hele dag bij bepaald. Zo kon de wond beter helen.
In juni zag ik ook, hoe Erik Pieterse in de sam oplettend naar mij keek. Ik lachte hem na een paar weken eens toe. Waarom
?
er bleef een eenzaamheid
ik kon wel met mijn ouders uitpraten en uitpraten
maar daar kwam zo weinig nieuws meer uit voort. Moe was zelf nog maar ternauwernood door haar verdriet heen. Vriendinnen in de kerk had ik niet. Ik had ze afgehouden in de voortijd
nu- in de natijd- kon ik er niet op terugvallen.
Zou Jezus deze man voor mij bedoelen na al mijn eigen missers bij mijn zoektochten. Maar ik had een verleden
zou er samen met hem weer een toekomst zijn? Ik overlegde niet meer met een vriendin, zoals toen bij Jan
ik ging met Jezus te rade.
Daarna had ik vrijmoedigheid om een seintje aan Erik te geven.
De volgende dag wachtte hij me op bij het uitgaan van het kantoor. We maakten een afspraak
ik lichtte wel mijn ouders in: ik stelde prijs op hun gebed. Andere afspraken volgden. We praatten veel. Hij dacht maar steeds, dat alle kwaad van Jan was gekomen. Ik heb hem verteld, hoe ik al vóór die tijd was. Hij, van zijn kant, biechtte ook nog heel wat van zijn verleden op. Hij had het weggestopt, maar het was hem nu weer bewust geworden zei hij.
Wij werden het steeds meer eens. Vol vreugde merkte ik, dat hij door Jezus gezonden was om mij te helpen bij de beslissende laatste stappen van duister naar licht. Geestelijk was hij verder dan ik: hij was vervuld met Gods Geest. Ik merkte, dat hij wat mij betreft- een van de gaven van die Geest heel fijn gebruikte: de gave van genezing.
- Hij genas mijn innerlijk van de nare herinneringen aan de jongens vóór Jan
- Hij genas mijn inner person van de beschadigingen als gevolg van de vernederingen dóór Jan.
- Hij genas de wond, ontstaan door het moeten missen van mijn kleine schat.
Zeg nu niet:
Elke jongen had dat gekund!
Nee
: híj was door God gestuurd
híj had volmacht om die gave voor mij te gebruiken
híj gebruikte die gave ook.
Zó
geheeld
nieuw gemotiveerd
in betere verstandhouding met alles en iedereen
ook met Joke
ook met Jan
vond ik het geloof in Jezus
tóch nog weer dieper dan op die rots in Spanje. Toen ik het vond, maakte het mij gaaf en hoopvol.
- Ik was wel geheeld en vrij gekomen van oude motivatie: het negatieve was weggenomen.
- Maar nu werd ik vol hoop en kwam er gaafheid: het positieve werd gegeven.
Ik had bij mijn heling het verzoenend bloed van Jezus als merkteken gekregen (Lev. 14:14). Nu bij mijn gaaf worden- kwam daar als waarmerk de olie van de Heilige Geest overheen (:17).
En nog meer vreugde kwam, nog verder liet ik op mijn weg naar het licht het duister achter mij. Ik droomde een nacht, dat Jezus tot tweemaal toe tegen me zei:
Heb je mij liéf?
Ik durfde met mijn antwoord niet verder te gaan dan:
Ik houd van U.
De derde maal kwam Hij helemaal naar mijn niveau en vroeg alleen maar:
Houd je van Mij.
En toen
In weerwil van feit, dat ik nog zo ziels, zo weinig geestelijk was in mijn genegenheid tot Hem
zei Hij :
Ondanks alle falen van vroeger komen er opdrachten voor later. (Joh. 21:15-17).
Kort daarop kon ik Erik het jawoord geven. Samen met hem dat later tegemoet gaan
dat durfde ik aan. En omdat het oude voorbij was, durfde ik ook op de verlovingsreceptie zo feestelijk uitgedost zijn, alsof ik niets had meegemaakt.
Toen Eriks vroegere vriendin Lien Smid- op ons verlovingsfeest binnen kwam, bloosden zij en ik allebei tot achter onze oren. Maar het was gauw over. Allebei waren wij geflankeerd door onze toekomstige mannen. Gerard, wat jonger dan zij
Erik veel ouder dan ik, maar allebei door God gezonden en van Hem aanvaard.
|