5.9.9.1.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Schreeuwschrik
Ik heb mijn baan terug
!
ik heb mijn baan terug
!!
De rottige pottekijkers
de afpikkers van de leuke karweitjes: Olieglad
Wreedworg (hierna veelal: O en W)
: de láán uit
!
Nu ja
ik was mijn baan als begeleider van een groep mensen in Amsterdam formeel gesproken- niet kwijt.. maar de twee hierboven genoemden vormden een commissie van toezicht
nou
dan is de lol er mooi af
En dan moet je zo in vuur en vlam staan van vechtlust, zoals ik... omdat je wéét dat er nog maar weinig tijd is (Op. 12:12)
En dan
beknot door twee buitenstaanders: collegas die toch eigenlijk niet weten, hoe deze sector in elkaar steekt. Die arrogante Olieglad met zijn:
De B-zaken doe ik
och
er zíjn heus wel aardige A-zaken
kén je niveau nu toch eens.
Hoe kwam dat nu, dat mijn begeleiders zijn weggepromoveerd?! In het geval Jan Donker hadden zij hun doelstellingen veel te hoog geprojecteerd. Ik denk, dat zij misleid werden door Jans gewillig meewerken. Gewillig
wat zég ik: hij kwam zélf met de idee van vreemdgaan aanzetten. Wij hadden niets te doen dan uitwerken en aanpassen. Toen wij ons voorbereidden op de aanval via dat meisje Vonk, moesten we onze plannen komen toelichten op het districtskantoor. Voor de overheid (Ef. 6:12) begonnen O en W hun gezamenlijk plan uiteen te zetten. Het vond zijn toppunt in twee zelfmoorden en in de totale desorganisatie van de Kapelgemeente. Toen ik daarna met míjn plan kwam, stak dat maar schamel af bij hun grootse ideeën. Ik wilde niets meer dan Jan op jaren achterstand zetten. Ik was al tevreden, als er een aanzienlijke vertraging kwam in zijn opmarcheren naar de rang van volledig bevoegd slaaf van de vijand. Toen ik was uitgesproken, was dít het oordeel in hoger instantie:
Het Schreeuwschrikminiplan is uitermate nietig in vergelijking me het Olieglad-Wreedworgplan. Zijn verwijzing naar de tegenstand van verrader Klankvol zal aan de praktijk dienen te worden getoetst. Alleen daaruit zal kunnen blijken, of de opstellers van het maxiplan de kracht van de tegenstrevers inderdaad schromelijk hebben onderschat. De verwijzing door S naar een eerder falen van O en W tijdens een vorige benadering via Ellen is door de andere partij vrij afdoende bestreden
de opmerking dat het hier terreinverkenning en vingeroefeningen betrof, klinkt aannemelijk. Van S wordt een volkomen loyale medewerking aan het O en W plan verwacht.
Daarmee konden wij gaan. De twee anderen zeiden:
Wel
jíj hebt je langste tijd hier gehad
défaitist
vertragingstechnieken
terwijl er kans is op definitieve herovering
.
En denk er om
zonder terughouding meewerken hè!
Ik héb meegewerkt. Hun plan was knap.
Ten dele liep het gelijk op met het mijne. Merkwaardig was dat Jan wist dat wíj aan de gang waren. Hij leek echter wel zoiets te denken van
:
Even meedoen
eventjes maar
zó leuk
dit kán je niet laten lopen
van dat soort hebben wij beneden ene paar leuke kooien vol.
Alle drie O en W en ik- wilden wij dat Ellen zwanger raakte. Alleen al het vereiste om beide partijen in een positie te brengen, dat deze situatie kon ontstaan
: een hele opgaaf.
Ik had ook best die twee zelfmoorden gewild. Ik ben echter realist
ik kén Klankvol en zijn bende
: min
mín zootje
maar op hun kwezelachtige manier uitgekookt tot en met.
Dat neemt natuurlijk niet weg, dat Klankvol ís, die hij is: een zielige, povere ridder van de droeve figuur, een stakker en een fantast.
Als ik nu de in ieder geval beréikte en in het miniplan voorzíene- resultaten op een rij zet, wat blijkt dan:
- die eerste verwoesting in Jans brein: die idee, dat macho, zal ik dan ook maar zeggen: het kost de vijand jaren om die troep te redderen.
- Dan Aaf en Bart: jaren teruggezet
ook zij.. konden nog wel eens behóórlijk last krijgen met de vijand
: in dat boek van hem schrijft hij ergens, dat hij bijzonder geïrriteerd raakt door een bepaald slag mensen.
- Lui, die jarenlang gezien hebben, hoe hij híelp
(want o
wat kán hij dat nietswaardige falderabbels vertroetelen).
- Lui, die in een latere moeilijkheid dan toch weer helemaal geen geloof ervoor hebben, dat hij ook dan weer helpt (Hebr. 3:9).
Zij met haar paniekerigheid
hij met zijn verslagenheid: staan die er even gekleurd op.
- Ab en Nel: nog tijdenlang kunnen wij heen plagen met de val van Jan die ze zó hadden vereerd
en die nu loog, of het gedrukt stond.
- Suzan: dat oude brein liep een tik op, waarvan zij op haar leeftijd- nooit meer helemaal herstelt. De laatste tijd werden zij en haar man echt héél vervelend: ze zullen nu wel inbinden.
Let wel: we zúllen knarsetandend toe moeten zien, hoe een klein deel van dit geteisem, dit mensengebroed, na hun sterven door de poort binnengaat in het rijk van de onaantastbaarheid. Dat is hoe pijnlijk ook- het punt niet. Van belang is dit:
- Hoe minder zij op dat ogenblik zélf voldoen aan het ideaal van de vijand
- Hoe ónwaardiger ze over de drempel naar binnen struikelen
- hoe minder schade ze hebben kunnen doen aan het rijk van de Geprezene.
Want
ik werk alleen naar Hém toe
mijn onuitsprekelijke Meester
mijn verheven Leider
- Laat mij dan maar een minimumlijder zijn
- Laat ik dan al ingezien hebben, dat het onbegonnen werk is om ze allemáál bij die ingang wég te houden
Maar.. in mijn realisme bereik ik meer dan vele collegas: ik heb oog voor de eis van déze periode:
- houd de mensen klein
belemmer hun groei
- een stoet van dwergen door die hoge triomfpoort
zo weinig mogelijk reuzen.
Het is al erg genoeg, dat die ene reus binnen is (Ps. 24:7).
hij zit uit te kijken naar méér reuzen
hij stáát er zelfs voor op (Hand. 7:56) om ze binnen te zien komen
Dwergen voor hém.. nietige dwergen
Natuurlijk gun ik hem ook díe niet, maar al la
: als het niet kan, zoals het moet, dan moet het maar zoals het nog kan. Waar het maar mogelijk is, zal ik mensen vertrappen, vernederen, vernietigen, verzieken, vergiftigen en verscheuren. Samen met alle helden van de waarheid zal ik de vervaarlijke tegenstander belachelijk maken, waar ik maar kan.
Reuzen wou je
als je ónze restjes krijgt, zijn het nog
: dwergen
dwergen, die zich nauwelijks aftekenen op de drempel, waarover ze moeizaam heen klauteren.
- Karel: behoorlijk geschokt door Jans leugens; minder onbevangen geworden.. ach
het blijft een vrij ongevaarlijk warhoofd.
- Richard
walgelijke pasbeginner: hem pakken wij nog wel.
- Astrid
kijk, daar heb je nu zón vervelend, onberekenbaar gevolg
dat être is door deze geschiedenis gegroeid. Oké, oké
het hééft mijn positie geen kwaad gedaan: -toen het maxiplan mislukte, kregen O en W alles op hun brood- maar even zo goed:
- Onze aanvallen maken dikwijls van reuzen-in-ontwikkeling: dwergen.
- Jammer genoeg echter worden dwergen er ook wel eens reuzen door.
- Monica:
uitstekend... uitstekend
die komt de drempel naar het vreselijke rijk in ieder geval niet over
ook niet als dwerg.. kijk: dat moet je hebben hè.
Terug naar de afgang van O en W en mijn come back. Waardoor mislukte nu het maxiplan, terwijl Jan toch zo ijverig meewerkte, zelfs slechter was, dan wíj hadden ingecalculeerd.
Ontegenzeggelijk was het een slim plan; alleen al dat aspect om de telefoontjes en hints uit de gemeente af te schermen en op het beslissende moment direct opeenvolgend te laten losbarsten
Zelfs ík heb van sommige punten er uit geleerd. Toen die meid dat briefje schreef en O en W voluit met al hun troepen op haar los stormden, heb ik echt gedacht:
Schreeuwschrik
daar gaat je baantje.
Maar ik deed mee
was in de voorste linie. Op het moment van haar uiterste nood was ik het, die haar zo lekker onopvallend liet zeggen, alleen wat schorrig, maar dat was niet te voorkomen:
Ik ga nog even weg.
En eerlijk
op dat moment wóu ik ze in de plomp hebben
baantje of geen baantje.. op dat ogenblik liepen alle helse machten in prima slagorde
niemand liep iemand in de weg (Joël 2:7,8). En tóch
: dat schipbreuk lijden in het gezicht van de haven
Want
toen was er die misselijke intrigant van een verrader met zijn gang
en de eigenlijke tegenstanders Klankvol en ik- stonden weer eens tegenover elkaar
. Niet, dat hij er al niet eerder was. Moet je hem kénnen! Hij liep de hele tijd al vergeefs storm op onze linies (Dan. 10:13). Maar nu
uitgerekend nú
brak hij door
De campagneleiders O en W- verbleekten, toen zij Klankvol zagen, zoals ik hem al zo vaak heb gezien
- een verschrikking van licht (:6) (al zal dat wel een andere engel zijn geweest)
- een samenballing van gemene kracht (id)
Hij gaf het dat wijf in om te zeuren:
Voor je weggaat, even iets vragen
Nou
toen ik kon dat ook niet meer verhelpen- toen liep het meer voortijdig leeg.
- Het stortte zich niet uit in de dood door zelfmoord
- Nee
donderend als een waterval viel het in een gereedliggende bedding, die het water van de wanhoop geleidelijk aan beteugelde.
ik wíst het al
voorvoelde het al
o, soms wilde ik wel, dat ik niet zon akelige nuchterling was. Die voor de actieleiders- onverwachte ontwikkeling schiep een complicatie, die tot haastige improvisaties leidde. O en W hadden éérst háár zelfmoord gepland. Die moest zo snel mogelijk maar voor Ellen zelf natuurlijk net te laat- ontdekt worden. Op het bekend worden ervan moest dan die van Jan volgen. Moord door Jo op Jan was als veiligheid, als uitwijkmogelijkheid, ingebouwd
- toen Ellen ontladen werd
- en de Jo-zekerheid werd uitgeschakeld
dat gebedstrommelvuur van Astrid
het noemen van de rampnaam door die rampgriet
dat zorgde daarvoor
toen moest de aanval op Jan haast-je-rep-je verschoven worden naar een iets vroeger tijdstip.
Even later hadden wij die kerel dan tóch op de brugleuning. Ik heb weer álles gegeven
joeg hem vakkundig in paniek. O en W zetten zich helemaal in, om althans déze buit in de afgrond te storten en zo in de wacht te slepen
Maar wéér
Klankvol
! Hij ís vindingrijk, dat loeder, angstaanjagend in zijn gewetenloze, smerige sluwheid
:
een politieagent
! Niet eens een bekeerde, ik ken hem wel
gewoon één, waar je geen ómkijken naar hebt
pikt hem van die leuning af
direct zij van De Jong erbij
toen was het zo bekeken
We wisten het alle drie al wel
ik spotte:
Hé,
O en W, stuur je nog eens bericht uit je nieuwe standplaats. Ik stel mij daar véél van voor, gefeliciteerd maar vast!
Vlak daarna zaten zij al op transport: Japan en Sri Lanka. Leuke plekjes wel, maar híer, in de Christenlanden hier valt toch de beslissing. Híer zit je, waar de dingen gebéuren (Op. 13:11)
Kort daarop moest ik op rapport. Ik kreeg te horen, dat mijn miniplan achteraf was goedgekeurd en verder kon worden uitgewerkt
- Ik heb allereerst Jo stevig aangepakt. Zij is óók gekrompen. Je blíjft niet groot, als je een schillenmesje naar je man gooit, dat hem nog behoorlijk verwondt ook. Als die Corrie er niet geweest wat zou Jo wéggesmolten zijn. Maar
Cor was er wél. Olieglad smaalde eens:
een A3
zeg maar gerust: A1.
- Jan heb ik leuk doorbehandeld met ideeën van: vroeger was dit toch heel gewoon. Ik stond verstéld van de gevolgen
Ja
want dit moet er even tussendoor
: Klankvol en ik hebben het niet voor het zeggen
hoeven niet alleen rekening te houden met elkaar. Wij zijn maar twéé van de invloeden
dikwijls gebeuren er dingen, die hij noch ik voorzien. De mens is toch inderdaad een onberekenbaar wezen met niet-te-doorgronden-gebieden.
Die Jan hè
begon al weer aan andere vrouwen te denken
wie weet, wat het nog had kunnen worden als die zenuwen-Gert er niet geweest was en ook niet de dood van dat kind. Ik heb een tijdlang gedacht:
Schreeuw
hij komt niet eens als dwerg binnen
hij komt helemáál niet binnen
beter resultaat, dan je maar kon drómen
Zó prima liep het echter niet: Carla was wel zón enorme spelbederver. Nu ja
een getrouwe kan niet álles hebben. In ieder geval:
- Wijs maken dat er te erg gezondigd is
- Berouw kleineren als wroeging
Het zíjn en blijven
: wapenen.
- Met dat overleden babytje heb ik Ellen ook proberen terug te dringen. Het hele geval was op touw gezet om Jan een kopje kleiner te maken. Zíj was een figurante. Nooit was voorzien, dat zij zou gaan groeien. Dat deed ze tóch... die Van Dalens hè
Ik speelde de dode-Agnes- kaart uit als groeistoppreparaat. De Willemsens kwamen weer met antistoffen. Nu ja
zo is het in de oorlog
de strijd golft op en neer.
- O ja zeg
een belangrijk facet heb ik nog niet behandeld: de gemeente als geheel
: wat is het toch over het algemeen: Jan Rap en zijn maat!... zó stom met dat bekrompen geoordeel en dat faliekant uitpakkende zogenaamd vertroosten
Zoals velen van hen, Bart, Ellen, Jan en Jo toch voor de vóeten liepen
allemaal maar roepen:
De Kapel
ónze gemeente
príma toch zeker
! Je vindt er alles voor geest, ziel en lichaam (Jer. 7:4)
Maar handel en wandel
zó zwaar pét (:5).
- Jos gemoedsrust roven, door haar van occultisme te betichten
- De reputatie van Bart als trouw voorganger proberen te doden
- Met allerlei vals gepraat de echtbreekzaak nog eens extra aandikken.
- Ons getrouwen- in de kaart spelen door Ellen pesterige vraagjes te stellen (:9).
- En maar denken: wij zijn binnen(:10).
Zo is het gros van die vermetele beesten, die denken naar het rijk van de geest te kunnen grijpen. Mijn grote winst zit híer
Ján is kleiner.. .maar vele anderen in die enge groep zijn toch wel píepklein geworden
en ik heb er niets voor hoeven doen
: pure
púre
púúúre winst.
- Nog een paar namen tot slot; er blijft werk aan de winkel: Erik en Ellen moeten goed in de gaten gehouden worden. Stomme, waardeloze Lien weigert ook maar kapot te gaan. Ina is mijn afdeling niet: ik licht Rotterdam nog wel in. Gijs is bepaald lastig
toch niet helemaal het zachte eitje, waarvoor ik hem hield.
Alles bij elkaar
:
- Ik ben weer baas in eigen huis.
- Het respect voor mij bij mijn troepen is terug.
- De lui van de denktank, de beleidsadviseurs kennen hun plaats weer.
- Aide-de-camp Slijmsluw vliegt weer voor mij
en niet voor Wreedworg
dat is even lekker eten!
- Vele van mijn cliënten zijn op jaren achterstand gezet
Meer zat er niet in
meer kwam er ook niet uit.
Maar wat er in zát, kwám er uit
en dat is al heel wat.
|