5.9.1.2.
Aaf Vonk: kernwoord:xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
- bepaald door situatie: de verleiding niet weerstaan.
- Algemeen: geloof in God en Jezus kán worden aangevreten door bederf.
6 november 1984:
Je hebt al wel gemerkt, dat er tussen Jan en Ellen iets begon te groeien, dat totaal niet deugde. Laat mij er ook iets van vertellen, als moeder van Ellen, als vrouw van Bart, de voorganger. Sinds hetgeen wij de vorige maal vertelden, is al weer zon tijd verlopen
: twee jaar.
In die twee jaar gebeurden er nare dingen, die mijn sprankelend geloof in God bijna uitblusten. Ik heb mee moeten maken, dat mijn geloof in Jezus erg werd aangevreten. Ik heb ervaren, hoe door allerlei tegenslagen de kribbigheid, de koppigheid en de bazigheid van vroeger weer zo nu en dan terug keerden. O
wat een jaren
Maar ik moet me beperken. Ger zegt:
Klein stukje Aaf
één onderdeel belichten
je komt nóg een keer aan de beurt.
Jan en Joke
wat waren wij trots op ze. Soms beschouwde ik ze als onze geestelijke kinderen. Dan zei Bart:
Aaf
het ís niet allemaal ons werk. Hoevelen hebben al niet vér voor ons het geloof in die harten gezaaid
Ik was dat wel met hem eens. Eén keer merkte ik overigens op:
Toch ben ik heel blij om samen met jou dit werk te mogen doen. Neem nu de Donkers. Wij hébben dan toch mogen begieten, al zal een ander hebben geplant (1 Cor. 3:6,7). Je zult zien
: die lui worden een zegen voor grote groepen
misschien wel voor de hele schepping (Rom. 8:19). Zoals zij nu hun omgeving al zegenen. Die Jan hè
ik ben bepaald op hem gesteld
En Bart weer
:
Nou zeg
vergeet Joke niet. In mijn gedachten heeft díe een ereplaats. Als díe toch tot volle ontplooiing komt
En toen kwam er iets anders tot ontplooiing
Onze dochters waren kind aan huis bij de Donkers. Joke was zo echt een praatpaal voor hen. Als Jan thuis was, praatte hij natuurlijk mee. Dan was er ook het zangkoor, waar Jan dirigeerde. Ellen werd nog wel eens tussen de koorleden uitgehaald voor het geven van een sopraansolo. Op dat koor is het misgegaan. Of eigenlijk veel eerder, denk ik. Zulke dingen groeien
Hoe het nu kán, dat een jong ding zo stapelgek wordt op een veertien jaar oudere man
?! Och
er is natuurlijk wel iets ter verklaring te zeggen. Hij zag er na zijn bekering elke dag beter uit. Werkelijk een knappe vent. En toch was er nog iets van dat drieste van vroeger
uit zijn wilde jaren. Dat kán hem voor zon tiener extra aantrekkelijk hebben gemaakt. Achteraf is gebleken, dat hij dat verleden nooit helemaal had afgelegd. Nu wel
daar ben ik zó zeker van. Maar waarom moeten er toch eerst brokken worden gemaakt
!
Die ógen ook hè
die hadden toch nog iets onrustigs, werden ook gaandeweg méér onrustig, zonder dat wij het ons realiseerden. Die ogen waren naar iets of iemand op zoek. Later is het allemaal duidelijk geworden: die ogen waren op zoek naar een overspeelster (2 Petr. 2:14). Hij wilde méér kinderen en zocht naar nóg een vrouw, om nóg weer één van die door hem gewenste kinderen te dragen.
En toen zij weer eens een keer heel mooi een aria had gezongen, keek hij haar waarderend aan. Zij keek naar hem
en toen wist hij: daar is de vrouw, die ik zoek. Tot zover heb ik alles kunnen reconstrueren uit wat ik achteraf hoorde
Maar
waaróm zij hem zo aankeek, dat hij zekerheid kreeg
ik wéét het niet
ik wéét het niet
In ieder geval: in dat elkaar aankijken zat het donker, dat het licht opat.
En tóen kwam die avond
Mams
ik ga nog even naar Joke.
Goed kind.
Joke was niet thuis
Jan wél. Toen heeft ze op zn knie gezeten
hebben ze elkaar gekust
verder nog niets
Eerst
: die avond van de blik was er de verleiding voor hém en voor háár -. Die hadden ze moeten weerstaan (Gen. 4:7). Maar op de avond van de kus gingen ze een stap verder. Ze weerstonden de verleiding niet.
de vernietigende vlam laaide op en stoof van verdieping naar verdieping in hun levenshuis. Zó vreselijk was die vlam, dat ik die toch buiten het eigenlijke gebeuren stond er bijna door verzengd werd. Maar, wat mij betreft, - over een ander heb ik geen oordeel -: God greep in. Zoals Hij eenmaal zijn volle Wezen voor de hele wereld had ingezet, zo deed Hij het nu heel in het bijzonder voor mij. Ik weet, nu alles tot rust is gekomen, waartoe al die golven (Ps. 42:8) over mij zijn heengegaan. Ik beleef mijn geloof in God en Jezus nu dieper en inniger. Het bederf, dat er in was gekomen, is er weer uit.
Laat een ander nu de volgende, schokkende gebeurtenissen maar vertellen. Ik ben echt aan het eind
Neen
dat is geen goed slot; ik bén niet geroepen om mijn tegenvallers uit te bazuinen. Ik heb tot taak, de grote werken van God te verkondigen (Ps. 71:16). In die twee zware jaren zijn ook heerlijke dingen gebeurd. De kapel werd verbouwd, zodat er tweehonderd mensen meer in konden
En
hij is alweer vol. Wij hebben zogezegd onze tentpinnen wíjd uitgezet (Jes. 54:2). De gemeenteleden hebben zich bovendien verdiept
wij hebben veel liefs ondervonden.
Och
tegenvallers
tegenvallers
alles heeft uiteindelijk ten goede meegewerkt (Rom. 8:28).
En dat onherkenbaar veranderen van Jan bleek tenslotte een tijdelijke zaak.
Ja, ik wéét, wat je gaat zeggen:
Aaf
je hebt toch net zo goed als wij Gers verslagen gelezen
: die Jan
: bijna een heilige. Zon terugval
dat is toch onmogelijk, zo gezegd.
Lees verder: nog vóór 5.9.9.3 zal je veel duidelijk zijn geworden.
|