5.9.2.2.
Joke Donker-Willems: kernwoord:
- Situatiebepaald: bedriegen
- Algemeen: geloof in God en Jezus : kansen geeft het
in weerwil van haat en terreur.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
13 november 1984.
Wel
.hier is Joke
!
Waar moet ik nu eigenlijk beginnen
.een intens trieste tijd is dat geweest
.zeker ook voor mij. Moet je toch proberen, je voor te stellen
Half januari 1983 raakte ik in verwachting. Ik liep op wólken
Ik sprak met God
:5.9.2.2.
Dank U Heer
voor de volledige bevrijding, die U gaf van mijn vroegere angst om kinderen te krijgen (2.4.6.2.). Dank U Heer, voor de eer om weer een kind te mogen dragen: het hoogste wezen na U in het heelal is toch de mens
een geestelijk wezen, zoals ook U een geestelijk Wezen bent
O Heer
wilt U dit kind zo gelukkig doen opgroeien, dat het zich geestelijk ook gaat thúis voelen bij U
En dan legde ik mijn hand op mijn buik en zei:
Liefje
wat bén je welkom
nu bén je in dít veilige wiegje
maar je volgende veilige wiegje staat al kláár
!
En het was, of mijn kleine schat het begréép
!
Ik was zó verdiept:
- in mijn nieuwe geluk
- mijn deeltijd baan
- mijn werk in de ondernemingsraad
Ik had er gewoon geen erg in, dat er tussen Jan en mij een onzichtbare scheiding kwam.
Hij kon zo goedmoedig plagen:
Je vroeger corpulentie komt weer een beetje terug.
Op een keer echter zei hij er nog iets bij
:
Wat zal het weer een mooi kindje zijn
het hoort toch eigenlijk tot de rechte van de mens om veel van die kinderen te hebben
In die aanvulling zat een angel.
Ik gaf terug:
Nou
wat lét je
Je weet, wat mijn moeder zei: (4.8.2.3.) de onvruchtbare baart er zeven
na Annemarie gaan we gewoon dóór.
Maar ach: dat bedoelde hij niet
deze aardige, hartelijke man
zo zachtmoedig
zo vredelievend, had ongemerkt een obsessie binnengehaald. Hij wilde véél kinderen bij meerdere vrouwen
Achteraf verdedigde hij dat aanvankelijk ook nog met bijbelse voorbeelden (gen. 29:28)
Net of je met véél vrouwen de band tussen god en elk mens afzonderlijk net zo mooi kunt verzinnebeelden als met één vrouw. Vroeger naar de normen van toen- was zon wens: veel kinderen bij veel vrouwen, niet persé verkeerd (Richt. 10:4, 12:14). Maar nu eeuwen na de tijd, dat de zuiverder normen geleidelijk werden ingevoerd (1 Tim. 3:2)
nu kan zon gedachtegang alleen maar váls zijn
een drogreden om een zonde voor jezelf aannemelijk te maken
om je geweten een tijdlang te sussen
Toen die obsessie in hem aan kracht won, moest hij op geloofsgebied steeds meer de pas inhouden. Ik mérkte, dat hij geestelijk achteruit ging
opeens was het echter zó druk met die extra vergaderingen
ik ontgaf het mij
Toen ze zouden beginnen, heb ik hem gevraagd:
Jantje
zou je mij zeven avonden lang elke dinsdagavond kunnen missen. Morgen is het dinsdag 5 april
die dinsdag nog niet, overmorgen heb jij koor
deze week missen wij elkaar één avond. Maar daarná ben ik zeven weken lang elke dinsdagavond weg
dus vanaf 12 april. Twee avonden zien wij elkaar niet
elke week
o Jan
!
En hij:
Dat konden wel eens zeven moeilijke avonden voor mij worden, hummeltje
maar wij hebben elke week nog vijf avonden om de schade in te halen.
Wat die zeven moeilijke avonden betrof, had hij veel dieper gelijk dan hij op dat ogenblik wist. Want hij had toen nog geen vaststaande plannen, voor wat betreft het gebruik ervan. Die plannen kwamen pas op de zesde april. Vanaf toen toonde zijn leven maandenlang alleen maar nare, verleugende resultaten. Vanaf toen bracht hij over vele levens smaad en trammelant. Vanaf toen liepen veel schepen averij op in zware deining.
Zeven weken lang bedroog hij mij zo onbeschrijfelijk erg
Als ik s avonds afgedraaid thuiskwam, zat hij al te wachten met koffie
praatte druk
was lief en zorgzaam. En in de uren ervóór was hij met een andere vrouw geweest
hij, die altijd zei dat hij de volheid van Gods Geest in zich bespeurde
al heb je maar íets van die Geest in je, dan dóe je zoiets niet (Maleachi 2:15). Hij wél
later kwam alles uit, maar dat hoor je in volgende verhalen. Wat je denkelijk interesseert, is dit: hoe ik er door ben gekomen
hoe het nú met mij is
Wel
zelf zwanger
en dan te weten, dat een andere vrouw terzelfder tijd ook zwanger is van jóuw man
Mijn bloeddruk (2.2.8.5.) is zo nu en dan weer knap hoog geweest. Een tijdlang kon ik alleen maar huilen en niemand troosten (2.2.8.5.). Ik beet weer ouderwets nagels van nervositeit en uiterste spanning (2.2.8.5.). De slapeloosheid kwam terug (2.3.7.5.)
en de vinnigheid
de angst
het wantrouwen (2.5.8.6.)
Maar
de Heer Jezus greep in. Ik leerde zien, dat de uiterste haat van de duivel zich op mij richtte. Ik begreep, dat hij via Jan een ongelófelijk venijnige terreuraanval op mij deed. Ik vroeg God:
maar dit kán toch niet Heer
zon offensief
!
Jezus echter zei:
Alles, wat bij jou komt, moet eerst Mij voorbij. Ik heb het gekeurd. Het is niet te zwaar (1 Cor. 10:13). Volhouden
standhouden
je zúlt Goddelijke uitreddingen zien (Ex. 14:13).
En toen daalde mijn bloeddruk, kon ik weer troosten, werden mijn zenuwen gestild, sliep ik weer rustig, zonder angsten, herkreeg ik mijn zachtmoedigheid.
Ik was ondertussen hoogzwanger het was oktober 1983- rondom mij kolkte het schandaal
Jan was volledig van de kaart. Ik kuste hem en zie: ik vergeef je.
Hij keek me aan met haast iets van verbaasde bangheid
zei toen:
Ik dácht alleen maar eens ooit, dat ik een man van belang aan het worden was. Maar jíj
jij bént een vrouw van allure (2.6.4.5.). Toen ik indertijd zo onttakeld, vernederd en gefnuikt werd, ving jíj me op (3.8.8.2.). Toen ík hoog te paard zat, me helemaal kon ontplooien, geéerd werd
toen deed ík dingen, waardoor jíj onttakeld, vernederd en gefnuikt werd. Maar Jezus ving jóu op
Wie zal mij na deze rotstreek nog opvangen. Voor dit grote, uitdrukkelijk (Lev. 24:11)
bewust bedreven kwaad bestaat geen vergeving (Hebr. 10:27). O God, wees mij zondaar genadig (Luk. 18:13).
Ik heb hem alleen gelaten met zijn wanhoop en verbijstering (Matt. 26:75). Voor het ogenblik was dat beter. Ik liep naar de slaapkamer, legde mijn hand weer op mijn buik, zei:
Schat
je bent nog altijd even welkom
je veilige wiegje in een veilige omgeving wacht op je
En het was of het kind zijn kopje in mijn hand nestelde.
Opeens wíst ik het: het geloof in God en Jezus
hoe zwaarder de haat en de terreur
hoe groter de kansen
|