5.9.4.2.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Joke Donker: kernwoord:
- Situatiebepaald: Waarvoor?
- Algemeen: Geloof in God en Jezus: het maakt je standvastig en vrijmoedig.
1 december 1984.
Na die eerste vreselijke beroering bleef het water nog lang golven: een hevige deining, die veel vragen opwoelde. Je weet, hoe dat gaat: de eerste hoge golven komen in botsing met de grens van je denken: ze kaatsen bijna net zo hoog weer terug. Dat gaat dan een tijd zo door. In dit geval was het zo, dat er opnieuw een kei in het water werd gegooid, juist toen alles een beetje rustig werd. Nu ja
dat hoor je nog wel.
Waar waren we
Jan was het huis uitgelopen
Die laatste woorden van hem
zo onoprecht
zo ziek
daarna: dat duister geworden gezicht, waarop ineens die radeloze angst zich aftekende
ik bleef totaal van mijn stuk achter
Geen telefoontjes meer
doodse stilte
alleen die gedachten in mij, die waren niet stil
Wat moet ik nu met dat kind in mijn schoot
wat moet ik nu met God en Jezus
wat móet ik nu toch
Door de baaierd van mijn denken heen, probeerde een stem te dringen
een stem die zei:
Houd, wat je hebt
houd je kind in liefde vast
houd Jezus in liefde vast. Denk niet aan je man in termen van:
hij heeft de duivel in zich.
Bid voor hem. Twijfel er niet aan dat God, de Koning over alle omstandigheden, zich in deze gebroken toestand gaat openbaren. Hij zál zich openbaren en wat kapot is, herstellen. Luister
daar komen al vertroosters
geen moeilijke (Job. 11:1-3), maar goede
In afgelopen jaren is er een geslacht van overwinnaars wakker geworden. Enkelen daarvan komen nu de strijd met deze nederlaag aanbinden.
Vreemde inval
maar de hele situatie was absurd.
De bel ging over
om twee uur s nachts
! Jos en Diana van Dalen kwamen binnen en
de hoogste chef van mijn kantoor: Niels de Jong met zijn vrouw Lucy.
Dat hoogste chef doet er niet zo erg toe. Ik kende hem en haar ook als toegewijde volgers van Jezus.
Het eerste wat Jos zei, was:
Waar is Jan.
Weg, zei ik
: Ik weet niet, waar hij is
.
Jos legde uit:
We komen net van Bart, Aaf en Ellen
waren zo geschokt, dat we steun zochten bij Niels en Lucy
in moeilijke omstandigheden helpen wij elkaar over en weer. Ze waren nog óp
zeiden al gauw:
Naar Jan en Jo
Wat kunnen wij doen
?!
Ik antwoordde:
Niets
helemaal niets
ik heb altijd gedacht, dat ik wedergeboren was
en ook dat opnieuw geboren zijn geloof in God inhield
maar nú
mijn geloof in Jezus is weg
ik ben innerlijk weer aan het doodgaan, net zoals ik al eens eerder geestelijk ben doodgegaan
God
waarom plaatst U trouwe kinderen van U voor zulke raadsels
waarom zijn uw wegen met hen zo duister
ik heb toch recht op inzicht in deze idiote toestand
Waarom geéft U dat inzicht dan niet?!
De twee echtparen luisterden naar dit begin van mijn bittere klacht (Job 3:26). Lucy zei:
Jos
. Diana
ga naar huis
rust uit
wij blijven hier.
Dat deden de Van Dalens. Moe dropen ze af. Niels en Lucy zeiden niets
zaten stil bij me, terwijl ik helemaal overstuur- doorraasde:
God
er was eens een profetie over Jan en mij samen
:
U zou ons opvoeden tot diepe gemeenschap met elkander en U
we waren nog niet helemaal rijp en volgroeid, maar dat zou komen
onze zonden van vroeger waren op de aftocht
het licht van de toekomst omstraalde ons al
Woorden
woorden
wat ís de situatie: een diepe kloof tussen ons beiden en tussen ons en U. Onrijpheid en onvolgroeidheid droegen nog vrucht ook
Vroeger zonden kwamen terug. Bliksem van onheil overal
Alles wat werkelijk de moeite waard was, is geroofd (Job 1:15), verbrand (:16), kapot gewaaid ((:18,19).
het oude huisraad van de wereldsgezindheid wég
?!... t mocht wat
pioniers van God
?... laat me niet lachen
!
Híj zeker
!... en ik ben ook alle moed kwijt. Ik voelde me zo gezond en evenwichtig bij dit tweede kind
wég
wég
allemaal wég. Jan moest me begeleiden, mij beschermen, maar hij heeft mij misleid en verraden
Een zegen zouden we zijn óók een profetie, híj werd een vloek
en ik word meegezogen. Een huisvriendin, die in mijn huis een vijandin werd. Jan als koordirigent
ik was zo trots. Hij zei:
Ook dat zal vrucht dragen.
Nou-en-of
ha, ha, vrucht
!
de vreselijke woorden van Aaf
o
wat een teistering
!
Ze zaten aan weerszijden van mij
zwegen en baden
De telefoon ging
: politie
: Jan zat ergens bij hen koffie te drinken.
Toen pas sprak Niels:
We nemen hem mee
bidden nu met jóu
jij Lucy
En Lucy:
Heer, wij laten Jo nu alleen
wilt U op haar letten
ook op haar kindje, dat alles goed blijft gaan
.
Wég waren ze
ik ging naar boven, stopte Marcel onder
en
sliep in
!
De volgende morgen (zaterdag), Niels aan de lijn:
Jan gaat maandag gewoon werken. Zet jij, wat hij nodig heeft in de garage
hij komt de auto halen
werkt een paar dagen vanuit ons huis
ga jij maandagmiddag ook als altijd naar kantoor, het is béter.
Ach, het leven herstelde zich zo wat. Na een paar dagen kwam Jan weer thuis. Maar de vragen bleven nog lang:
- Waarvoor is het goed, dat die bedriegster, die mooi-zingster en valsspeelster daar in de zon ligt te bruinen drankje op de zwembadrand- uitzicht via bossen en bergen op de blauwe zee met de prachtige kustlijn
en ik zit hier, met de najaarsstormen bonkend tegen het raam, bleekjes in de bieb achter mn plastic bekertje automatenkoffie- uitzicht via daken en platjes op de vale, natte straat, omzoomd door vuilnisbakken.
- Waarvoor kan het goed zijn, dat zíj wordt opgekalefaterd door eerste krachten in uw koninkrijk, terwijl ík Jantje, zo lek als een mandje, moet opkalefateren.
- Waarvoor heeft het nut, dat ik hier zit met mijn telkens weer oplaaiende woede
al werd ik gelukkig van een tik met de gonghamer tegengehouden.
- Waarvoor
zelfs nú nog dat zich verdedigen van Jan
Het zit toch ín ons, mannen
dat geslaagd willen zijn, door kinderen te verwekken bij véél vrouwen (II Sam. 3:2-5). Zon natuurlijke neiging kan toch geen erge zonde zijn. Als Ellen haar kind heeft
natuurlijk
: ik doe zoiets nóóit weer
dan stilt die deining wel.
- Waarvoor die hoge bloeddruk, die huilbuien en zenuwen, die stress en slapeloosheid
en al die andere dingen bíj mij, die part noch deel aan die zaak had
weinig daarvan bij hem
waarschijnlijk niets bij haar
Ik vertelde al, hoe ik er door kwam. Dat was echt niet aan Jans ook er doorkomen te danken. In het begin leek hij echt overtuigd van zijn zonde, maar later trok dat weer weg. Hij was soms huilerig-sentimenteel, leek berouwvol, maar had geen écht berouw. Hij had buien van wanhoop, maar blééf de prater, die zelfs die verbijstering zo mirakels mooi onder woorden wist te brengen. Zijn tijd van er echt doorkomen kwam later. Ik ben zo blij, dat ik daar niet op heb hoeven wachten.
Soms heb ik mijzelf overigens wel iets verweten. Ik hád een innerlijke waarschuwing gehad, dat het uitkijken was met Ellen. Ik vergat die tip. De nare mensen in de gemeente met hun:
Je maakt mij niet wijs, dat die Jo dat niet wíst,
hadden nog een beetje gelijk ook.
- Ik had de onrust in zijn ogen en opmerkingen moeten bespeuren.
- Aardse drukte deed mij de vele aanwijzingen over het hoofd zien.
- Die drukte maakte, dat ik zeven avonden lang mijn ogen in mijn zak had. Al waren ze nog zo slim in het verbergen
: ze móeten fouten hebben gemaakt. Ik had die behoren te ontdekken.
Jullie kennen de ontwikkelingen: onverantwoord níet weten veranderde in onbarmhartig wél weten in één verschrikkelijke avond. Ik ben zo blij met de gebeden van ma en vooral van Astrid. Ik had Jan misschien wel gedóód, als er niemand voor ons in de bres had gestaan.
Die mem
zo in de war
wilde zelfs, dat ik van Jan ging scheiden
ach: een eerste impuls
het trok wel bij.
Maar hoe het ook zij
in oktober was ik erdoor
een maand van harde strijd. Toen echter was het geloof in God en Jezus weer terug. Ik stond los van Jans wankelmoedigheid
ik was standvastig. Ik kon de spot verdragen van de mensen, die bijna hardop, haast met leedvermaak, leken te denken:
Wat heb jij je een oren aan laten naaien.
Vrijmoedig kon ik weer van Jezus getuigen, al bloedde mijn hart (2 Tim. 4:2). Iedereen zal begrijpen, dat een bedrogen vrouw zich onttakeld, vernederd en gefnuikt voelt. Maar ik kon ook vrij en blij in de naam van Jezus zeggen:
Kindje daarbinnen
jij met jóuw vader
! Je bent welkom
ja
écht welkom!
|