Tweede deel
Het duurt nog een tijd voor dat gesprek er is. Dan vertelt Jan, dat Jo over de hele wereld trekt. Ze volgt cursussen in allerlei moeilijk te doorgronden zogenaamde wetenschappen, een mengelmoes van chakras, mantras, T.M., doordringen tot hogere graden van bewustzijn. Dat soort dingen. Niet, dat ze zélf nog met haar gezin in verbinding staat. Er zijn echter allerlei mensen, die haar vroeger gekend hebben in haar oude, christelijke staat. Gelovigen, die Jan en haar allebei ontmoet hebben in hun christelijke gloriedagen, schrikken zich lam, wanneer ze haar ontmoeten in haar antichristelijke gloriedagen. Want ze is zon vlugge leerling, dat ze zélf al weer les geeft. Wel, dat nieuws geven ze door aan Jan.
Later ontmoet ik Jan ook. Hij slaat er zich met zijn kinderen goed doorheen. Die oudste, die deugniet, Marcel, is een stuk bedaard, geeft zn pa zelfs steun. Dat dochtertje, Annemarie, doet flink wat in het huishouden. Die twee probleemkinderen neigen ook naar het geloof in Jezus, gaan daarginds in Abcoude, mee naar de sam, ondersteunen hun pa in de opvoeding van de twee jonkies. Wie had dat voor Jos vertrek kunnen denken. Eigenlijk is in dat gezin uit verlies winst geboren.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Denk nu niet, dat ik jaar in jaar uit met Jan en Joke bezig ben.
Wel nee, omdat Ger het zo dringend vroeg, heb ik uit de talloze belevenissen met het eigen gezin en met de buitenwereld déze ervaringen uitgelicht.
Wel, de volgende en voorlopig laatste ervaring vloeit hieruit voort: ik zit in de sam en de gastprediker, Geert Buursma, haalt uit diverse teksten weer grootse gedachten:
- ik ben een dienaar der gerechtigheid (Rom. 6:18)
- ik ben gekocht en betaald; ik ben niet van mijzelf, ik ben van God (1 Cor. 6:19,20)
En verder grossiert Gert in pakkende opmerkingen:
- vertrouw je volledig toe aan Jezus
- volg Hem, waarheen Hij ook gaat (Op. 14:4)
- dan ben je als een pijpleiding, aangesloten aan zijn bron. Dan vloeit zijn leven door jou heen naar anderen, altijd en altijd (Ps. 16:11).
Dit alles later overdenkende, schiet mij, na vrij lange tijd
Want echt, als regel heb ik wel wat anders aan mijn hoofd
Jo weer eens te binnen
Want het is soms waar, ook bij christenen helaas, uit het oog, uit het hart.
Ik overweeg, en dat is beslist door God geleid:
- als dienaar van de gerechtigheid kan ik Jo niet in deze ongerechtigheid laten
- nu God de gedachte aan Jo zo duidelijk in mijn hart legt, moet ik daar iets mee doen; ik ben immers niet van mijzelf, ik ben van Hem
- ook niet bang zijn:
Zij, die eens vaststond, is weggevallen. Dat kan ook mij gebeuren.
Vertrouw je aan Jezus toe.
- Jezus zegt nú: Volg Mij. Ik wil zijn kanaal zijn. In een gesprek zal ik niet vrezen, dat het ongeloof van Jo naar mij doorstroomt. Ik zal wéten dat mijn geloof naar haar toe vloeit.
Met een gebed in mijn hart:
Heer, leid mij tot haar,
surf ik op internet. Ik toets wat woorden in: meditatie, zelfontlediging, bewustzijnskringen, geestenwereld, louteringsberg, diepere ik
ach, je kent dat wel
en vindt verrassends snel har site:
Muhareshi Onegunè (in de wereld: Jo Willems)
en in de veelheid van informatie ook
een mobiel nummer.
Ik pak mijn gsm, toets in
: een Engelse stem:
Met het secretariaat van de Muhareshi.
In dat schoolengels van mij:
Kunt u mij doorverbinden. Zeg maar: een oude kennis: Corrie Bakker.
(Wanneer zíj de achternaam Donker niet wil gebruiken, dan ga ik háár niet prikkelen met de naam Sumter. Zeker op dit gouden ogenblik niet prikkelen. De liefde kwetst niemands gevoel (1 Cor. 13:5).
En die liefde is niet iets onpersoonlijks. Ik ben die liefde. Ik kwets niemands gevoel (1 Cor. 13:5). En dan is daar Jos stem.
Corrie
wat heerlijk!... ik wist, dat je zou bellen! Ik wist, dat je eens contact zou zoeken om te gaan horen bij de niet-te-meten schare, die zich afkeert van alle schijngodsdiensten, zoals die van Christus en van Mohammed om te komen tot het werkelijke licht (Hosea 1:10).
En dat je nu toch belde onder je meisjesnaam! Zon aanwijzing, dat je vrijmaking is begonnen. Toen ik die achternaam hoorde, heb ik het groene licht gegeven. Want bijna niemand dringt tot mij persoonlijk door!
Ik onderbreek haar niet; weet in mijn ontstelde innerlijk:
Alles zet zij op zn kop. Houd stand Corrie, houd stand! (Ef. 6:11).
En zij gáát maar door, met een gedragen stem, vol autoriteit, maar ik vóel de valsheid er in:
De grote leider komt en ik mag één van zijn wegbereiders zijn. O, de drommen, die zullen optrekken (Hos. 1:11), úit hun nevels van afhankelijkheid náár de toppen van goddelijke vrijheid, die ze in zichzelf ontdekken. Dan zullen zij zich állen wérkelijk verenigd (:5) schoongewassen en bemind voelen (:12).
En nog veel meer dergelijke woorden spreekt zij. En dan pas kan ik iets zeggen:
Jo, ik houd van je. Ik kom niet bij je om geholpen te worden, maar om te helpen. Jézus is het licht, waarnaar we optrekken. Zijn kinderen zullen we zijn (:10). Hij zal onze Leider zijn (:11).. Híj zal ons verenigen, verenigen, vergeven en beminnen (:12)
en nog meer, dat ik me nu niet meer herinner.
Haar verleidende druk op mij was vreselijk, dat was nu echt een eindtijdverdrukking (Matt. 24:2). Maar:
- mijn door genade- vasthouden aan Jezus
- mijn eerder doorstane beproevingen
zij helpen mij om staande te blijven en om de goede woorden te spreken.
De verbinding wordt verbroken. Trillend van emotie zit ik even roerloos met mijn mobiel nog aan mijn oor voor het scherm.
En dan is er de stem van Harold:
Kom je uit je chatbox? Zeg, wij zitten al aan tafel hoor.
En geloof me of niet. Even later de gewone tafelgesprekken. Pas s avonds bespreken Harold en ik de zaak.
En verder
ik weet van de voortgang en afloop. Anderen echter vertellen daarvan. Met latere stadia hadden Harold en ik alleen gebedsbemoeiing.
|