5.9.4.4.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Aaf Vonk: kernwoord:
- Situatiebepaald:Vooruit dan maar
!
- Algemeen: Geloof in God en Jezus: Het is léven.
5 december 1984.
Mensen
mensen
wat een drama met onze Ellen. En
we zijn er nog lang niet. Ik zou jullie zo graag al het hele verhaal geven. Maar Ger zegt:
Nee Aaf
echt
het gaat niet. Vertel de geschiedenis nu maar tot aan de geboorte van Agnes.
Wel
hij krijgt alwéér zijn zin
Na de avond kwam er toch weer een morgen, waarop ik mij verbijsterd afvroeg, hoe ik zoiets nu tegen Jo had kunnen zeggen in dat eerste krankzinnige telefoontje, nadat ik de telefoon uit Barts hand had gegrist:
Jij wist er van
het kan niet, dat je er niet van wist. Je móet zn onrust gemerkt hebben. Daarom
ik wéét, hoe het gegaan is: jij hebt dit onschuldige kind naar je huis gelokt om hém te plezieren. Wat een verraad aan huisvrienden. Jullie waren zo dikwijls bij ons. Dat juist jullie zó tegen ons samenspanden
!
Ik schaamde mij zó diep. Ik had de laatste jaren gedacht, dat ik een echt sprankelend geloof had
de puts water, die er over was gegooid, was groot
maar dat verontschuldigde toch niet, wat gebeurd bleek te zijn: het geloof praktisch uitgeblust
de vuren van de kwaadaardigheid ontbrand
Ik had eens iemand horen zeggen:
Als er bij ons christenen eens goed in de spons wordt geknepen wat kómt e dan nog een vuil water uit
! Laten wij altijd maar ootmoedig blijven
In onze kwade dagen betonen wij ons niet altijd de helden, die wij in onze goede dagen dénken te zijn.
Wat had die man voor wat mij betreft- gelijk. Ik dacht ook aan het onschuldige kind. Pas na het telefoon gesprek was ik voluit tot de ontdekking gekomen, dat Elsje-met-dr-lieve-koppie-en-dr-mooie-soli voor geen cent deugde. Een sluwe bedriegster, dat was nog maar één van de mogelijke definities
En ik dacht aan mijn drukke bezig zijn, vooral de laatste tijd
in allerlei eervolle functies: conferentiegastvrouw, coördinatrice deelnemers huisvesting, maar onze dochter stond in de kou
de verhalen over haar en Jan hadden gegonsd
iets hád ons zo nu en dan bereikt
maar wij leken wel doof geweest te zijn aan dat oor
Ik werd bedroefd
vroeg aan de Heer:
Doe nog es wat, God. U laat domme Aaf toch níet in de kou staan?! Zeg eens iets bemoedigends, want anders houd ik het gewoon niet vol
!
De Heer zei, door mijn eigen gedachten, die Hij verrijkte:
Dat jullie gisteren dat gesprek aangingen was op tijd
nét op tijd
op het níppertje
máár: op tijd. Hoor je, hoe die luchthart treurniet door het huis loopt te zingen. Gisteren biechtte zij haar zelfmoordplan op. Als je tien seconden gewacht had met beginnen, was zij er al niet meer geweest. Dat zij nu zingt, in plaats van te worden opgedregd, is toch beloning genoeg voor dat wel erg late gesprek
vind je niet. Belet haar dat zingen niet, ook al zeg Nora:
moet je haar horen
en Ingrid:
díe heeft even de lol alléén
!
dat opgelucht neuriën bevordert haar genezing.
Als jullie samen met Mij hier doorheen breekt, komt het echte geluk er aan. Als jullie, dit verdriet waardig verwerken, wordt het weten zó duidelijk:
Jezus heeft in beginsel alle leed gedragen. Als míj iets naars overkomt, heet als een vuurgloed, (1 Petr. 4:12) dan mag ik een fractie in dat leeddragen aanvullen (Col. 1:24), iets, dat Hij weloverwogen voor mij overgelaten heeft
Ik voelde mij gesterkt. Tot dan toe had ik mij eigenlijk niet echt, niet blijvend, willen laten troosten. Ik werd als het ware aangetrokken door mijn verdriet als een mot door de kaars. Maar nú vluchtte ik weg van die zelfvernietiging. Ik dronk opnieuw van Gods goedheid, net als op de avond al even. Ik voelde mij als iemand, die de contrabande van een onaangenaam karakter had meegesmokkeld, terwijl ik toch reeds als soldaat mee marcheerde in Jezus leger. Bij dit hevige treffen met de vijand wist ik het:
Weg met de roestige wapens van de haaiigheid
alleen nog de wapenen van het licht.(Rom. 13:12).
Ik kreeg weer oog voor het huishouden
begon aan de zaterdagse taak. Ik kwam in Ellens kamer, vond daar een papier, slordig in vieren gescheurd, gemakkelijk in elkaar te passen. Ik las:
Mam
pap
Ingrid
Noortje: ik ga weg bij jullie. Er was altijd zoveel goeds bij jullie te beleven, maar ik mag niet meer meedoen
Ik heb teveel dingen fout gedaan. Pa had het wel eens over het harmonische rijk, waarheen wij samen reisden. Ik hoor daar niet meer
ik hoor daarginds, waar de wanklanken zijn.Wat voor tekenen zouden er kunnen komen, die mij nog tegenhouden
een gesprek
?
te laat
de vijandelijke legers zijn al te sterk
dag
Ellen
Toen merkte ik, dat er iemand naast mij stond
mijn oudste dochter. Ik wees naar de brief. Met onze armen om elkaar heen, huilden wij. Ook dat samen huilen hielp weer bij de genezing van ons beiden. Ik zei:
Je mag wél met ons meedoen
wij blijven samen op reis naar het goede land. De duivel moet wijken. Morgen in de kerk zit jij tussen ons in
En toen belde ik Jo om verontschuldigingen aan te bieden voor mijn hondse taal. Maar dat viel tegen. Ik had mijzelf niet herkend in de furie, die ik gisteren was. Ik herkende Jo niet in de furie van nu
Altijd de hort op
de room van de taartjes eten
eer van mensen (Joh. 5:44)
en die sloerie dr gang laten gaan. Je had al veel eerder van alles in de gaten moeten hebben. Je hebt gewoon zitten slapen
zoiets heet dan móeder
!
Maar toen ik zei:
Jo
kom tot jezélf
net zoals ik dat heb moeten doen
brak de redelijkheid baan. Zij en ik
nog wekenlang hoor:
- de oude, kribbige, stekelige, bazige, koppige Aaf
- de oude, vinnige, wantrouwige, driftige Jo
waren springlevend, deden van alles om de overhand te krijgen
gelukkig op de duur vergeefs. De deining verliep geleidelijk aan. Allebei konden wij ons zetten aan het weer opknappen van ons uitgevreten geloof.
De rest van het mij toegemeten verhaaldeeltje moet ik echt afraffelen. Misschien kleurt een ander dat plaatje nog eens in. Maar Ger roept nu weer:
Aáf
niet meer dan vijf A4 kantjes schrift
Bij zoiets klap ik helemaal dícht.
Jos kwam al gauw hiermee:
Luister mensen, een ongetrouwde, zwangere dochter thuis
een dochter, die steeds duidelijker tekent
: dat is een zinloze marteling voor alle betrokkenen. Wij gaan van oktober tot december naar ons Spaanse huis. Familie de Jong is daar in december. Fam. De Raad komt uitrusten van de aula kerstdrukte in januari. Als jullie nu eens in Ciudad de la Luz waren in februari en maart
en als Ellen dan begin oktober met ons meeging om de volle zes maanden te blijven
Zeg niet:
Ze krijgt nog lekkers toe!
Het gaat allereerst om jullie twee. Jullie verdienen een voorkeursbehandeling. Jullie behoren in conditie te blijven. Jullie verdienen extra zorg (1 Tim. 5:17). Ik leg dat wel uit aan de twee andere dochters.
Bart zei nog iets over de komende verbouwing van de zaal, waar hij bij moest zijn. Dat werd echter ook weer opgelost
Met hulp van veel vrijwilligers kon dat klusje geklaard zijn voor kerst
Wij aanvaardden uiteindelijk het voorstel, kregen steeds blijdere brieven van onze dochter. Eindelijk
in februari met de auto in drie dagen dáár. Zon heerlijke ontspanning na alle gezeur
want er waren er, die je zogenaamd troostten, maar je in feite de grond in stampten.
Het weerzien met Ellen
genieten van uitzichten, grotten, tochten, steden
Op de dertiende februari naar het ziekenhuis in Denia
Op de veertiende vierden wij Barts 42e verjaardag met zn viertjes in de kraamafdeling
Agnes was er bij. Ik keek naar het heerlijke kindje. Een laatste galbittere eigenlijk al overwonnen- gedachte vlijmde door me heen:
Die schurk
die geslepen verleider
ook al, doordat wij abortus verwierpen, heeft hij zn zin
althans voorlopig: bij drie vrouwen nu al kinderen. Maar binnenkort gaat hij wel op zoek naar de vierde. En ik maar denken dat hij een zegen zou zijn
en hij maar vrouwen in gezegende omstandigheden brengen
Bart zei echter:
Zullen wij samen bidden?!
En al biddend en meebiddend kwam ik tot aanvaarding: nog wat morrend, maar toch met een gezindheid om het oude achter te laten; innerlijk zei ik:
Vooruit dan maar
met Agnes in de kring
o.k. geaccepteerd
Toen belden wij de Van Dalens op, die in ons huis op Ingrid en Noortje pasten en berichtten de gezinsuitbreiding. Jos vroeg:
Hoe sta je tegenover dit nieuwe leven.
De muntstukken floepten razendsnel weg, maar ik vond toch tijd om te zeggen:
Mijn geloof in God en Jezus is terug: het is leven
in de kracht van dat leven aanvaard ik dit lieve prulletje.
|