Ondanks het iets minder goede weer van de laatste dagen (maanden) staat de tuin er nog nog redelijk goed bij. De phloxen die dit jaar geen meeldauw hebben gaan er waarschijnlijk nooit last van hebben. En het subtropisch spul zoals Canna, Crocosmia en Kniphofia proberen er toch nog het beste van te maken.
Grote winnaar dit jaar is de grasmat. Lang geleden dat die er eind augustus nog zo groen bij lag. En dan nog zonder besproeien! Je ziet, helemaal slecht is het nooit. Alhoewel, gisteren heeft de maairobot een black-out gekregen. Het ding was stilgevallen en doet niets meer. Het display licht nog wel op maar dan zonder één letter tekst. Dat ziet er niet goed uit. Zes jaar lang van maart tot november werd het gras dagelijks netjes afgereden en nu is het wachten op het verdict van de grasrobottendokter. Hopelijk valt de diagnose nog mee. Helemaal slecht wordt het nooit, toch?
Deze dwergkruisdistel wordt maar maximum zo"n 30 cm hoog. Een ukkepukkie in vergelijking met zijn meeste familieleden. Eryngium planum 'Blue Hobbit' is rijkbloeiend met distelachtige intens metaalblauwe eivormige bloemhoofdjes en grijsgroene tot blauwe schutbladeren op hoge zilvergroene tot blauw vertakte stengels. Ook het blad heeft een blauw schijntje. Ze bloeien van juni tot september mits ze in de volle zon staan. Ze gedijen best in een goed doorlatende, droge, arme en steenachtige grond. Verdraagt absoluut geen natte voeten in de winter.
Blue Hobbit is mijn zoveelste poging om sierdistels in de tuin te houden. Tot nu toe zonder veel succes. Deze staat op een zeer zonnig plekje op een lichte verhoging net op de rand van het kiezelstrandje aan de vijver. Die kiezeltjes geven extra drainage en bovendien houden ze de zonnewarmte een tijdje vast wat een zeer lokaal microklimaat zou moeten opleveren. Da's de theorie, of de praktijk ook zo is zal pas na de winter duidelijk worden. Als naaste buren staan er zeer lage siergrasjes. 'Elijah Blue' zit in het zelfde kleurenpalet ams onze hobbit e, gaan volgens mij goed samen.
Vandaag is het blijkbaar "dag van de hond". Ik zou het niet geweten hebben als het niet net op het nieuws was geweest. Naar aanleiding hiervan vragen de politievakbonden om politiehonden het statuut van ambtenaar toe te kennen.
Ambtenaar zullen mijn twee rakkers wel nooit worden maar daar liggen ze ook niet echt wakker van (denk ik). In de tuin spelen vinden ze veel leuker! En af en toe eens poseren om op de foto te komen!
Scheefbloemwitjes zijn al lang niet echt meer een zeldzaamheid op Bernerhof. Sinds ze hier zo'n jaar of 3 geleden voor het eerst verschenen zie ik ze vrij regelmatig. Ik heb tot nu toe zo'n 100 bevestigde waarnemingen gedaan. Ik heb dan ook speciaal voor hen Iberis (scheefbloem) aangeplant zodat ze daar hun eitjes kwijtkunnen. Als je zo'n zeldzame diva wil behagen moet je er wat voor doen!
Een vrouwtje scheefbloemwitje op, je raadt het nooit, ... scheefbloem!
Gisterenavond kwam ik deze lieverd tegen op het tuinpad naar de voordeur. De meeste naaktslakken die ik tegenkom overleven het niet maar voor deze maak ik een uitzondering. De reden is dat één zulk exemplaar honderden eitjes van gewone naaktslakken verorbert en voorts alle slakken opeet die niet groter zijn dan zijzelf. En laat de tijgerslak nu net de grootste inheemse naaktslak zijn. Tot 20cm kunnen ze worden! Dit was een bescheiden exemplaartje van ik schat zo'n 10-12 cm. Ze eten ook wel eens een blaadje maar als daar een paar honderd andere naaktslakken tegenover staan is dat blaadje hen gegund.
Net als andere naaktslakken is ook deze hermafrodiet, ze moeten dus niet met twee zijn om kindjes te maken! Elke slak kan zichzelf bevruchten en een paar honderd bevruchte eitjes produceren. En dan kan het snel uit de hand lopen zoals dit jaar!
De akkerhommel is één van de meest voorkomende hommeltjes op Bernerhof. Je hebt ze in verschillende kleurschakeringen en formaten. Deze "rosse" viel op door zijn kleuren en was ook wat groter dan de gemiddelde akkerhommel. Hoe dat komt weet ik ook niet, ik ben geen hommelspecialist. Ik weet wel dat het vreedzame beestjes zijn. Ik heb al meermaals eentje bijna letterlijk opzijgeduwd zonder ooit gestoken te worden. Bedenk ook dat er zonder hommels, bijen en zweefvliegen geen bestuiving mogelijk is bij bepaalde planten. De wereld zou er gans anders uitzien zonder deze kleine zoemers!
Voor de Berners is het een geslaagde zomer dit jaar. Geen temperaturen van 40° en meer. Met zo'n bontjas was het toen buiten niet te keren voor onze vrienden. Met de huidige temperaturen is het veel leuker, ze zijn dan ook veel actiever en spelen elke dag met mekaar in de tuin. En als ze het dan toch wat warm krijgen zijn ze slim genoeg om een schaduwplekje te zoeken en een zalige siesta te houden!
Vandaag is het in en rond Antwerpen "Moederdag", de rest van Vlaanderen doet dat in mei maar daar doen we hier niet aan mee. Daarom wat fotootjes met bloemetjes voor de mama's! Kwestie van iedereen tevreden te houden.
Pluk je zelf maar een mooi virtueel boeketje en geniet ervan!
Dit is één van de kleinste gevederde vriendjes die de tuin bevolken. Dit winterkoninkje was voor éénmaal eens iets minder schuw dan gewoonlijk. Je hoort ze dan wel dikwijls maar ze verschuilen zich liefst in het allerdikste struikgewas zodat je ze zelden goed te zien krijgt. Tijdens de winter heb je meer kans want dan laten veel struiken hun blad vallen en zijn ze makkelijker te spotten. Ondanks hun naam houden winterkoninkjes niet van strenge winters. Ze zijn zo klein dat ze dan moeite hebben om hun lichaamstemperatuur op peil te houden en lopen risico op doodvriezen. Ze leven vooral van spinnen en insectjes. Voorlopig moet ons winterkoninkje zich nog niet teveel zorgen maken want het is nog wel even zomerlekkertijd! Hm, zou dat een nieuw woord kunnen zijn?
De bijenwolf dankt zijn naam aan het feit dat hij, je raadt het nooit, bijen vangt. De mannetjes zijn onschuldige bloembezoekers. Het grotere vrouwtje echter is in staat met haar gevoelige reukzintuigen een bij te onderscheiden van andere insecten. Als ze een bij heeft gevonden, blijft ze boven de bij hangen tot het juiste moment daar is om aan te vallen. Dan stort de wesp zich op de bij, en met haar poten grijpt ze de bij vast. Gelijk geeft de wesp de bij een verlammende steek, en perst het gif door het lichaam van de bij, waarbij de eventuele nectar uit de monddelen van de bij komt, die de wesp dan opdrinkt. Dan legt de wesp een aantal van deze verlamde bijen in haar nest, en legt op enkele ervan een eitje. Het nest bestaat uit een gang waaraan een aantal kamers liggen, voor iedere larve één. Wanneer het eitje uitkomt, eet de larve de bijen één voor één op. Omdat deze niet zijn gedood maar enkel verlamd, zijn deze nog vers en worden dus levend gegeten. Het aantal honingbijen bepaalt tevens het geslacht van de wesp; één of twee bijen geeft een mannetje, bij meer bijen wordt de larve een vrouwtje, deze zijn ook groter.
Gezien de grootte is dit waarschijnlijk een mannetje bijenwolf.
Met temperaturen die met moeite aan 20° geraken en alle dagen onweer of plensbuien kan je de zomer tot nu toe niet echt geslaagd noemen. OK, we moeten de tuin niet elke dag sproeien zoals de vorige jaren maar op het terras zitten genieten tot de vroege uurtjes was er tot nu toe ook nog niet veel bij. Nu zou er (voor een paar dagen dan toch) beterschap op komst zijn. Hoop doet leven.
Gelukkig zijn de Canna's en Oleander & Co niet zo snel uit hun lood geslagen. Alleen de petunia's aan de voet van de Canna zijn zo goed als opgevreten door een glibberige horde naaktslakken. Elke avond tegen de schemering ga ik op pad om er zo veel mogelijk weg te vangen. De "oogst " varieert van enkele tientallen tot 200-300 stuks per expeditie! Niet te verwonderen dat ik enkele dagen geleden, toen ik 's nachts de honden even uitliet, een egel tegenkwam die zo rond als een voetbal was. Ik weet niet wat de BMI van een egel moet zijn maar deze zat er zeker boven! Het beestje kan maar van zijn feestmaaltje genoten hebben.
Mijn Bermuda ligt klaar en ik heb de drankjes alvast koud gezet voor de volgende paar dagen, jullie ook?
Het kan leuk zijn om niet de hele tuin in één keer te overzien. Dat kan je bvb. doen door zgn. tuinkamers te creeëren maar dat kan soms wat kunstmatig overkomen. Je kan ook verschillende borders scheiden door wat heesters of hogere planten op strategische plaatsen te zetten. Zo krijg je ook een scheiding die wat natuurlijker oogt. Nu hangt alles natuurlijk ook af van wat voor soort tuin je nastreeft. In een strikt geometrische tuin met buxushaagjes en bollen moet je natuurlijk geen bamboe van 4 meter hoog zetten om tuinkamers te maken.
Dat is nu net het leuke aan een tuin, je doet er helemaal je eigen zin in. En gelukkig maar!
De Kleine parelmoervlinder is een zeldzame soort die vooral in de kuststreek te vinden is, maar door zijn mobiliteit overal kan opduiken. Ze zijn vooral te vinden op voedselarme graslanden en duinen waar veel viooltjes voorkomen. Duinen hebben we we hier in de Kempen ook en viooltjes staan hier ook volop. Vandaar dat er de laatste zomers telkens wel een paaropdagen die de tuin komen bezoeken.
In de vlucht of van ver zou je op het eerste zicht kunnen denken aan een gehakkelde aurelia maar er zijn duidelijke verschillen. Het 'parelmoereffect' zie je enkel op de onderkant van de vleugels en is hier jammer genoeg niet te zien. Volgende keer beter!
De stadsreus: zo noemt het beestje officieel. Het is één van de grootste zweefvliegen in W-Europa. Hij ziet er gevaarlijk uit en da's niet toevallig! Hij doet namelijk heel hard zijn best om op een hoornaar te lijken en die kunnen wel steken. Onze vriendelijke reus echter niet. Ze hebben geen angel maar met een grootte tot 2cm en eenzelfde kleurpatroon als de hoornaar kan je menig insectje op het verkeerde been zetten. Mimicry noemt zoiets officieel.
Ze hebben geen 'wespentaille' en daaraan kan je ze o.a. herkennen. Ze leven vreedzaam van nectar en ander lekkers dat ze uit de bloemen halen.
Blijkbaar zie je ze meer in stedelijke omgeving en da's dan ook de reden dat ze stadsreus noemen. De laatste jaren zie je ze meer en meer opduiken. Deze was de eerste dit jaar die in de tuin op bezoek kwam.
Gisteren heb ik nog eens op de kalender gekeken om te zijn dat ik me niet vergist had van seizoen. Maar neen, 31 juli zei het ding. Dat wil zeggen dat de zomer zo ongeveer halfweg is. En toch heb ik zoiets van "wanneer beginnen we eraan ?". Nu is het niet allemaal kommer en kwel. Het is al enkele jaren geleden dat de grasmat er in de zomer nog zo groen bij lag. En zonder sproeien dan nog. De rozen hebben een topjaar. Anderzijds ga ik na elke onweersbui op safari, gewapend met schopje en emmer om slakken te vangen. Die gluiperds beleven gouden tijden. Margrieten, helemaal opgevreten ! Dahlia's, euh, welke dahlia's ? Niets meer van te bespeuren !
Ondanks de ondermaatse temperaturen doet de nieuwe tropenborder het meer dan behoorlijk. De vlinders zijn wel aan een slecht jaar bezig, waarschijnlijk nog een gevolg van de hitte en droogte van vorig jaar toen veel rupsjes verhongerd zijn. Ik moet bekennen dat ik er toen ook niet aan gedacht heb om de brandnetels water te geven !
Ondanks alles hebben we de voorbije week toch een droge dag gevonden om de houten tuinbank af te schuren en terug van een likje tuinbeits te voorzien. Het ding ziet er terug als nieuw uit.
Hieronder zie je onze jongste Berner op één van zijn laatste controlerondes door de tuin. De dagtaak zit er bijna op !
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....