Als je eens rondkijkt in de tuin zie ik veel planten en bloemen (daar doe ik het voor!). Als je echter even de moeite neemt zie je tussen en op de bloemen een ganse reeks kleine vliegende en kruipende beestjes passeren. Ik ben in al die jaren dat ik macrofoto's neem nog nooit gestoken door een bij of een hommel! Als je rustig blijft en geen plotse bewegingen begint te maken negeren ze je meestal compleet. In het slechtste geval vliegen ze weg net op het moment dat jij je foto van het jaar wil maken! Pech!
Ze zijn niet echt algemeen maar nu ook weer niet heel zeldzaam. Toch was het de eerste keer dat ik een Sint-Jansvlinder in de tuin kon betrappen. Het was een fotogeniek vlindertje dat mij zonder problemen heel dicht liet komen met de camera wat het mij heel makkelijk maakte. Eigenlijk zijn het nachtvlinders maar ze willen overdag soms ook wel eens een uitstapje maken.
Van een heel ander kaliber is de kolibrievlinder. Die zit nu eens geen seconde stil, dit vlindertje dat er eerder als een dikke hommel uitziet blijft in de lucht hangen terwijl hij/zij/x nectar slurpt met zijn lange roltong.
Ondanks dat ze tot de nachtvlinders worden gerekend is dit vlindertje toch overdag actief. Sinds een jaar of drie vier zijn er elke zomer wel enkele die eens op bezoek komen. Ik vermoed dat dit exemplaartje ons sinds eind vorige week ons elke dag komt bezoeken.Telkens tussen 7 en 8 's avonds maar vandaag ook kort na de middag. Op de foto kan je zien dat de roltong bijna zo groot is als de rest van het beestje. Ze kunnen, net als kolibries in de lucht blijven hangen terwijl ze nectar zuigen. Dat duurt telkens maar enkele seconden. Landen heb ik ze nog nooit zien doen en ze hebben duidelijk een voorkeur voor de Verbena bonariensis.
In eerste instantie dacht ik de zoveelste aardhommel voor de lens te hebben gekregen maar dat bleek toch enigzins naast de waarheid te zitten. Dit exemplaartje is een tuinhommel, herkenbaar aan de twee gouden banden op zijn lijfje. Van alle hommels in onze contreien hebben zij de langste tong. Dat geeft hun een streepje voor bij het snoepen van de nectar bij 'probleembloemen' waar andere hommels last mee hebben om er bij te geraken. Deze had mijn lavendelveldje uitgekozen voor zijn of haar daguitstapje !
De onderste foto is een maskerbij die zat te genieten op een doorlevende tuingeranium. Ik ontdek hier elk jaar nog neuwe soorten bijtjes. Die beestjes zijn natuurlijk blij dat hier niet gespoten wordt met chemisch spul !
Dit waterjuffertje is een gast die elke zomer wel een paar keer opdaagt. Het blijft dan gewoonlijk wel bij één of twee exemplaren, in tegenstelling met bvb. de azuurwaterjuffer die je hier op zonnige dagen soms met 50 stuks of meer tegenkomt. Dat 'hij' er meer grijs dan blauw uitziet is niet mijn schuld ! En dat het een 'hij' is, daar ben ik wel zeker van !
De bloemetjes van het olijfboompje zijn blijkbaar onweerstaanbaar voor deze bandzweefvliegjes. Met tientallen waren ze niet we te slaan van dit nectarfeestje! Schrik voor een steek moet je niet hebben. Zweefvliegen doen heel hard hun best om op een bij of wesp te lijken maar ze hebben geen angel !
Het schaakbord lieveheersbeestje (Propylea quatuordecimpunctata), wordt ook wel veertienstippelig lieveheersbeestje genoemd,
Dit 4 tot 6 millimeter lange lieveheersbeestje is gemakkelijk van andere soorten te onderscheiden door zijn gele kleur en zwarte vlekken op de dekschilden, maar vooral door de vierkante vorm van deze vlekken. Andere gelijkende soorten als het zestienstippelig lieveheersbeestje of het citroenlieveheers beestje hebben ronde stippen. Er is wel wat variatie binnen de soort: veel exemplaren zijn geel met zwarte vlekken, maar sommige exemplaren hebben zeer grote zwarte vlekken, en zijn daardoor overwegend zwart, met gele vlekken. Soms lijken de dekschilden wat op een schaakbord. Dit lieveheersbeestje leeft als larve en als volwassen kevertje (imago) uitsluitend van bladluizen. De rozen zullen er blij om zijn !
Gisteren zat er een beer in de tuin! Het beertje, want groot was het niet, was een nachtvlindertje genaamd Mendicabeer. Het is een mooi pluizig spierwit wezentje met stippels. Gisterenavond vloog het nog rond in de schemering en deze morgen lag het dood in het gras. Overigens helemaal intact, vlindertjes kunnen ook sterven aan de 'oude dag' zeker? Het was de eerste keer dat ik zo'n beestje tegenkwam maar ik ben er gerust in dat hier nog veel meer rondtoert in de tuin dat we nog niet opgemerkt hebben!
Het was een 'vurige' dag op Bernerhof vandaag. Eerst was er bezoek van de eerste waterjuffer dit jaar! Eéntje waar je zelfs geen boekjes voor nodig hebt om te weten met wie je te doen hebt. De vuurjuffer is samen met de koraaljuffer de enige rode waterjuffer in onze contreien. Die koraaljuffer heeft echter rode pootjes en komt pas laat in juni in actie. Onze vuurjuffer heeft zwarte pootjes, makkelijk uiteen te houden dus!
Wat later in de namiddag streek er een vuurvlindertje neer in de tuin. Alhoewel klein van formaat vind ik dit één van de mooiste vlindertjes die hier regelmatig langskomen.
't Was dus een namiddag met veel rood vandaag! En 1 mei is nog een week! Dat belooft!
Zo af en toe kijk ik ook eens rond wat er zoal allemaal door de tuin kruipt, zoemt of fladdert. Vandaag was weer een prachtige dag. Alles opnoemen wat we zien passeren hebben zou ons wat ver leiden! Vandaar een kleine greep uit het aanbod. Het eerste scheefbloemwitje in Bernerhof dit jaar werd gespot, de vorige jaren telkens pas in juli, nu zijn we pas half april! Echt heel zeldzaam zijn ze niet meer, dit exootje heeft zich hier goed ingeburgerd! Niet zo zeldzaam, maar je ziet ze toch niet alle dagen zijn het bont zandoogje en de rosse metselbij
Dit is een vierstippelig Aziatisch L-H beestje. Deze kleine veelvraatjes werden ooit geimporteerd om in de serres bladluizen op te peuzelen. Dat deden ze met veel overgave maar zoals dikwijls als de mens ingrijpt in de natuur ging het ook hier mis! Een aantal van deze rovertjes ontsnapten en hebben ondertussen heel België en Nederland gekoloniseerd. Daarbij staan onze inheemse L-H beestjes jammer genoeg bovenaan de menukaart!
Degrasbij(Andrena flavipes) is een bij uit het geslacht van de zandbijen
Het zijn kleine bijtjes, het vrouwtje wordt 11 tot 13mmlang, het mannetje slechts 9 tot 11 millimeter. Het zwarte achterlijf heeft dwarsbanden van geelbruine haren. De kop is bruinbehaard, de poten oranjegeel.
Ze leven in ondergrondse nesten, dikwijls in gazons, met soms tot 1000 exemplaren
De volwassen insecten zijn te vinden op bloemen van diverse planten, dikwijls composieten zoals Paardenbloem of zoals hier op Voorjaarszonnebloem.
In Vlaanderen en zuid Nederland zijn ze algemeen, in noord Nederland eerder schaars.
Gisterennamiddag hebben we onze recentste aankopen uit de potjes in de volle grond gezet. Er was al direct veel interesse van vlinders en zweefvliegen voor het longkruid en de voorjaarszonnebloemen. Met een heerlijke 17° en een stralend zonnetje is het ineens volop lente geworden! De citroenvlinders genoten ook van de dit weertje en de Lieveheersbeestjes besloten ook voor nageslacht te gaan zorgen. Ik heb ze per toeval gezien toen ze volop in actie waren!
Vandaag was een prachtige dag zonder één wolkje aan de lucht! Na een frisse start was het deze namiddag heerlijk in het zonnetje en uit de wind. Ik heb de afgelopen dagen al een koolwitje zien langsfladderen en vandaag waren de hommeltjes ook heel actief. Naast de alomtegenwoordige aardhommel koninginnen heb ik ook een weidehommel kunnen verrassen. Die weidehommels zijn herkenbaar aan hun rosrood achterwerk! En in de vijver heb ik de eerste watersalamanders gespot. Die hingen doodstil te zonnen zo'n 10 cm onder het wateroppervlak
Vorig weekend was het luchtruim boven de herfstasters sterk bezet. Tientallen vlinders, vooral dagpauwogen en in iets mindere mate atalanta's zoegden voor grote drukte. Ik weet ook niet hoe het lukt om zoveel vlindertjes bijeen tegelijk te laten landen en opstijgen zonder botsingen of crashes.
Af en toe zat er ook eens eentje van een andere luchtvaartmaatschappij tussen dat voor verwarring zorgde zoals dit bruine Icarusblauwtje op de foto hieronder. De vrouwtjes van deze vlindersoort zijn namelijk bruin en niet blauw gekleurd. Alleen hun lijfje heeft een blauwe gloed zodat ze hun afkomst toch niet helemaal kunnen verloochenen.
De onderzijde van de vleugeltjes is totaal anders getekend dan de bovenkantbij de blauwtjesfamilie.
Deze opvallende schoonheid is de rups van de Meriansborstel. Zo kleurrijk als de rups is, zo onopvallend grijs is de nachtvlinder zelf. Het gevolg is dat de rups veel meer gezien wordt dan de vlinder. Een volwassen meriansborstel heeft geen monddelen en neemt dus geen voedsel op. Hij teert op de reserves die hij als rups heeft opgenomen. Daardoor is de vlinder ook zeer kortlevend en wordt enkel gezien tussen april en juni. In deze periode worden de eitjes gelegd. De rupsen gaan in het najaar op zoek naar een plekje om te verpoppen. Ze komen de winter door als pop om in het volgend voorjaar uiteindelijk vlinder te worden.
Deze rups heeft zich misrekend want ze was in de GFT bak gekropen.Of dat goed gaat aflopen durf ik betwijfelen.
De rups is niet kieskeurig wat eten betreft en leeft op allerlei inheemse bomen en struiken. Dat zijn ondermeer meidoorn, berk, wilg, eik en beuk. Berk en eik zijn hier volop te vinden, dat verklaart hun aanwezigheid.
De meriansborstel heeft een opmerkelijke naam. ‘Borstel’: dat verwijst ongetwijfeld naar de harige rups. Maar die ‘merians’ verwijst naar een persoon: Anna Maria Sybille Merian (1647-1717), een entomologe avant-la-lettre die bekend staat omwille haar prachtige vlindertekeningen.
De distelvlinder is een trekvlinder die in Spanje of N-Afrika gaat overwinteren. Hun neefje, de atalanta, doet overigens hetzelfde. In het voorjaar komen ze terug uit het zuiden, leggen hier eitjes en de rupsen doen zich tegoed aan distels en grote brandnetel. De jonge vlinders vertrekken in het najaar terug naar het zuiden. Enkele exemplaren van de oude generatie doen de tocht nog mee maar de meeste blijven hier en sterven. Onze winters kunnen ze niet overleven.
Vorig jaar was een dramatisch jaar voor de distelvlinder, Dit jaar heeft de populatie zich ietwat hersteld. Dit was één van de eerste exemplaren die ik dit jaar gezien heb en vermoedelijk ook één van de laatste dit seizoen. Nog een paar dagen en het is oktober en dan hebben we het hoogseizoen voor de vlinders waarschijnlijk wel gehad.
Al eens een mooie gekleurde mug gezien? Meestal let ik daar zo niet op. Ik ben weliswaar een dierenvriend maar muggen die in mijn buurt komen klop ik meestal plat. Deze echter per uitzondering niet. De streepjes deden me even aan de beruchte tropische tijgermug denken maar die is het dus niet. Nephrotoma flavipalpis is de naam van dit beestje (toch makkelijk die fotoherkenning van Natuurpunt). Een niet zo algemene langpootmug die dus niet steekt en die bovendien nog fraai gekleurd is. De eerste keer dat ik er zo eentje tegenkom in de tuin. Wie weet wie of wat hier nog allemaal in de buurt woont?
Moest een vliegtuig dergelijke schade aan de vleugels krijgen, zoals ons vlindertje op de foto, dan ben ik er vrij zeker van dat er van vliegen niet veel meer in huis zou komen. Laat staan dat ik zou instappen in zo'n wrak. Ons bont zandoogje schijnt er alleszins niet teveel last van te ondervinden. Waarschijnlijk heeft ie zich miskeken op de braambessenstruiken met hun gevaarlijke doornen. Dat hij (of zij) toch nog luchtwaardig is bewijst nog maar eens hoe knap de natuur in mekaar zit. En dat we daar een beetje respectvoller mogen mee omgaan !
Gisteren waren er meer dagpauwogen en atalanta's in de tuin te zien dan heel de afgelopen zomer bij mekaar. Daar zal het mooie septemberweer wel wat met te maken hebben zeker ? Voorts zagen we hier vooral grote en kleine koolwitjes, scheefbloemwitjes en kleine geaderde witjes. Gisterenochtend passeerden er dan ook nog twee bonte zandoogjes de lens van de camera.
Vrouwtje groot koolwitje
Vrouwtje klein koolwitje
Vrouwtje scheefbloemwitje
Bij de witjes kan je de vrouwtjes herkennen aan twee vlekken in het midden van elke vleugel, mannetjes hebben slechts één vlek.
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....