De Turkse tortel is een elegant, bruingrijs duifje met een zwarte nekband. De soort werd pas in 1952 voor het eerst in België waargenomen. Ze eten vooral plantaardig materiaal met een voorkeur voor granen en zaden.
- De Turkse tortel is een echte opportunist en cultuurvolger. Ze komen vooral voor in de buurt van bebouwing, bij graansilos of andere overslagplaatsen van graan.
- Ook mijn kippenren is een zeer aantrekkelijke plaats, ik vermoed dat de torteltjes meer van de mais eten dan mijn kippen zelf!
De Turkse tortel is een hoogproductief beestje : doorgaans brengen ze drie tot zes (uitzonderlijk zelfs negen) broedsels per jaar groot. De broedtijd bedraagt 14 - 18 dagen. Het vrouwtje broedt 's nachts en wordt 's ochtends door het mannetje afgelost voor een broedbeurt van acht uur. De jongen uit het eerste legsel zijn na een paar maand al geslachtsrijp.
De Turkse tortel kwam oorspronkelijk voor van Turkije tot in India, Zuid-China en Korea. Begin vorige eeuw werd de soort voor het eerst opgemerkt in Europa maar tot 1925 bleef de westwaartse uitbreiding beperkt tot de Balkan. Nadien heeft de Turkse tortel één van de meest spectaculaire expansies in de Europese faunageschiedenis gerealiseerd waarbij in een periode van 40 jaar ongeveer 2,5 miljoen km² nieuw gebied werd ingepalmd. De eerste Turkse tortels in België werden waargenomen in 1952. In dat najaar werd in Molenbeersel een exemplaar door een landbouwer gevangen en opgesloten in een kippenhok. Een tweede exemplaar werd in november bemachtigd in Elsene en na determinatie weer vrijgelaten. Het eerste broedgeval dateert van 1955 en vond plaats in Knokke.
|