Daarnet nog een artikeltje gelezen op de nieuwssite van de VRT. Dit doet me denken aan het verhaal van het Aziatisch Lieveheersbeestje dat ooit hier werd geïmporteerd.
Biologen in Zuid-Amerika maken zich zorgen om het gedrag van Belgische hommels. Die zijn door plaatselijke boeren geïmporteerd om hun gewassen te bestuiven. Maar onze hommels zijn zo bazig dat ze de plaatselijke hommels geen plaats gunnen.
Het probleem is begonnen in Chili, waar fruitboeren in de jaren '90 op grote schaal hommels begonnen te importeren om hun planten en bomen te bevruchten. Ons land was - en is - daarbij een belangrijke leverancier. Maar hommels zijn eigenzinnige diertjes. Ze blijven niet braaf bij de boer in de serres, maar zwermen uit in de natuur.
Kleine lichaamsbouw, groot voordeel
Onze hommels - bombus terestris of aardhommels - blijken in de Zuid-Amerikaanse natuur uitstekend te gedijen. Met hun kleine lichaamsbouw kunnen ze moeiteloos aan voedsel geraken, want hun tong past in elke bloem. De plaatselijke hommels - bombus dahlbomii - zijn groter en kunnen zich alleen maar aan grotere bloemen voeden, omdat hun tong niet in kleinere bloemen past
Omdat ze makkelijker aan voedsel geraken, zijn onze hommels bevoordeeld en dreigen ze de plaatselijke hommels te verdringen. Bovendien hebben ze uit Europa pollen van Europese planten meegebracht die nu als invasieve soorten de inheemse fauna bedreigen.
Verbod op import
In Argentinië, waar onze hommels intussen ook in de natuur voorkomen, heeft de regering zich altijd tegen de import van hommels verzet. In Chili proberen biologen de regering nu te overtuigen om het voorbeeld van hun oosterburen te volgen en de import van hommels voortaan te verbieden. Volgens hen is het de enige manier om de bombus dahlbomii van de ondergang te redden.
De fotootjes komen uit onze tuin waar aardhommeltjes wel thuishoren en bovendien graag geziene gasten zijn!


|