Soms moet je je nederlaag kunnen toegeven.
Ik heb dit moeten doen met de Turkse Lelie (Lilium Martagon). Niet dat ik deze plant niet kan houden, ze komen elk jaar mooi terug maar het probleem zit bij een klein rood kevertje!
Juist ja, het Leliehaantje! Nu zijn leliehaantjes waarschijnlijk voorgeprogrammeerd door moeder natuur om lelies een kopje kleiner te maken, maar toch. Ik heb nog op verschillende andere plaatsen grootbloemige oosterse lelies staan. Op sommige heb ik nog nooit een leliehaantje gezien, op anderen moet ik wel af en toe eens ingrijpen en er enkele wegvangen. Op Lilium martagon komen ze echter in horden af!
Probleem is dat die beestjes verduiveld goed zien en weten wat er gaat gebeuren als ik langskom. Ze laten zich op de grond vallen, liefst ondersteboven. Dan vallen ze namelijk niet op want hun onderkant heeft dezelfde kleur als de grond. Eens hun kroost uitkomt is het hek helemaal van de dam. De larven zijn nog erger dan de volwassen kevertjes. Ze wentelen zich in hun eigen poep zodat vogels ze niet meer lusten. Ik heb al geprobeerd met lookextracten om ze weg te krijgen, niets helpt. Vorig jaar hadden ze de complete plant, bloemen inbegrepen kaalgevreten. Nog een klein wonder dat de plant dit jaar terug is uitgekomen. Dit jaar is iets beter maar zonder vergif spuiten lijkt het niet te lukken, dus dan maar geen Lilium martagon meer.
De Turkse lelie zelf komt voor in grote delen van Europa tot aan Azië. De lelies houden van een lichte humusrijke grond (kalk) met goede drainage. Ze staan graag in het zonnetje maar de wortelvoet houdt wel van wat schaduw . Ten tijde van de bloei verspreiden de bloemen een heerlijke 'wilde bloemengeur', gonst het van de hommels en bijen en zelfs vlinders genieten van de schoonheid.
En ik dus dit jaar ook, ondanks de vraatsporen van de leliehaantjes. Ik zal er wel geen prijs mee winnen op de Chelsea Flower Show!
|