Zondag dacht ik een nieuwe hommelsoort te hebben gevonden. Driftig vloog dit beestje van bloem naar bloem zodat ik eigenlijk meestal enkel de achterkant te zien kreeg. Na ettelijke pogingen kon ik dan eindelijk een foto maken toen het even stil zat. Mijn “hommeltje” stond op de gevoelige plaat en even later ook op internet. Na enkele uren kwam er een reactie van een vriendelijke meneer van Natuurpunt. Mijn “hommeltje” bleek een zweefvlieg te zijn. Ik voelde mij serieus beetgenomen en in m'n eer aangetast! Eén troost, ik was niet de eerste en ik zal ook niet de laatste zijn!
De Grote Narcisvlieg (Merodon equestris) is een zweefvlieg die sterk op een hommel lijkt. Sommige insecten doen aan imitatie zodat ze niet zouden worden aangevallen. Een hommel kan steken, vandaar.
De antennes verschillen wel sterk, maar die had ik nu juist niet te zien gekregen. Deze zweefvlieg kan je vinden in tuinen en parken, omdat daar vaak de bolgewassen groeien waarin de larven leven. Zoals de naam al aangeeft heeft ons vliegje een voorkeur voor narcissenbollen om haar eitjes te deponeren. De eitjes worden, meestal a rato van één eitje per plant, aan de basis van de bladeren van een bloembolgewas gelegd of in de bodem dicht bij de plant.
De larven leven in bloembollen, vooral die van Narcissen maar ook van andere bolplanten zoals Sneeuwklokje en Wilde Hyacint. Als gevolg van de internationale bloembollenhandel is deze soort over grote delen van de wereld verspreid geraakt.
Zou ik dit vliegje nu doodmeppen? Nee, mijn narcissenbollen staan tussen bodembedekkers (Heuchera) en zijn redelijk veilig op die manier. En ten tweede: bij de ontdekking dacht ik aan een hommel, weet je nog! De truc heeft dus gewerkt en onze vlieg heeft het overleefd.
|