Als er één vogel is die iedereen kent dan is het de merel wel. De merel zingt ’s ochtends als één van de eerste vogels, nog voor zonsopgang. In het vroege voorjaar of in de zomer na een regenbui zingen ze ook ’s avonds. Merels houden regelmatig de wacht bij molshopen om regenwormen, op de vlucht voor een wroetende mol, uit de grond te trekken.
Vroeger was de merel een schaarse, schuwe bosvogel. Sinds de eerste helft van de 20ste eeuw is het steeds meer een cultuurvolger geworden. Merel zijn is niet makkelijk: nesten worden vaak geroofd door eksters en volwassen vogels vallen ten prooi aan huiskatten en sperwers. Bovendien is de merel één van de meest voorkomende verkeersslachtoffers.
Net als de meeste lijsters verdedigen merels niet alleen hun broed- maar ook hun voedselterritorium. Vaak maken ze minutenlang ruzie en trachten mekaar te verjagen, en wordt ondertussen de voederplaats geplunderd door anderen. Ze eten vooral regenwormen en insecten maar zaden of broodkruimels lusten ze ook wel.
Brandend actueel is de bedreiging door het dodelijke Usutu virus. Dit virus is oorspronkelijk door muggen in Afrika (Swaziland) overgedragen op zwaluwen die er zelf niet gevoelig voor zijn. Na de terugkomst in het voorjaar in Europa brachten de zwaluwen het virus mee en muggen brachten het vervolgens over op andere Europese vogels. Ruim 50 soorten vogels zijn reeds gekend die met het virus besmet waren, maar vooral zangvogels zijn er gevoelig voor. Vooral merels en uilen worden besmet waardoor net deze massaal sterven. In de streken waar de ziekte toeslaat is er bijna geen merel meer te vinden. Er is geen kuur om zieke vogels te genezen en inenten kan ook niet. Men hoopt dat de vogels mettertijd immuun zullen worden, de eerste tekenen dat dit inderdaad gebeurt komen uit Oostenrijk.
Hier bij ons is er gelukkig nog geen grote daling van de merelpopulatie te zien. Hopelijk word ik binnen enkele jaren morgens vroeg ook nog steeds vergast op een merelconcert !
Op de foto een merelvrouwtje.
|