Deze Alocasia is eigenlijk bij ons bekend als kamerplant. In de zomer kunnen ze echter zonder problemen buiten in de tuin. Dat kan zowel in pot als in de volle grond. Tegen onze winters zijn ze echter niet bestand: bij 0° sterven de bladeren af. De wortelknollen kunnen korte tijd -2 tot -3° verdragen.
Alocasia is een enorme aronskelkachtige met ondergrondse verdikte wortelstok of knol. In tropische omstandigheden vormt hij een stam van 10 centimeter in diameter en ongeveer 2 m hoog. In cultuur wordt hij zelden meer dan 2 m hoog. Zulke snelle groeier is natuurlijk dankbaar als je hem elke week wat bemesting geeft en dagelijks rijkelijk water. Ze kunnen zelfs in de moeraszone van een tuinvijver staan !
De bloeiwijze bestaat uit een witte bloeikolf omgeven door een lichtgroen schutblad van 15-35 cm lang. Ze krullen achterover met de tijd. De mannelijke bloemen bevinden zich bovenaan op de bloeikolf, de vrouwelijke bloemen onderaan. Aan het uiteinde van de kolf is een geelachtig appendix, minstens half zo groot als de hele lengte van de kolf en en bedekt met kleine onregelmatige groeven.
De vruchten zijn rode bessen van 1 cm in diameter die elk verschillende lichtbruine zaden van 4 mm in diameter bevatten.
Opgelet : de gehele plant is (licht) giftig

|