De kievitsbloem (Fritillaria meleagris) is een bolgewasje uit de leliefamilie. De bloemen hebben paars geblokte bloembladen. De plant heeft een tere stengel met smalle bladeren, die een aantal maanden na de bloei afsterven. De planten doen er vanaf zaad acht jaar over om in bloei te komen. Die zaden zijn relatief groot en verspreiden zich drijvend op het water. De plant is voor de verspreiding van de zaden dan ook afhankelijk van overstromingen en een hoge waterstand in de winter.
De plant heeft zijn Latijnse naam misschien wel te danken aan de Romeinen. De naam van de het geslacht, Fritillaria, is vermoedelijk afkomstig van fritillus, Latijn voor dobbelbeker, vanwege het vierkant geblokt patroon op de bloembladeren. De Romeinse dobbelbeker had namelijk kleine ruitvormige openingen die lijken op het blokpatroon op de bloemen van de kievitsbloem.
De plantjes die hier in mijn tuin naast de vijver bloeien zijn cultivars, in het wild is de plant zo goed als uitgestorven. Dat maakt ze er echter niet minder mooi om!
|