Als de brouwer vroeger elementaire kennis tekort kwam, dan nam hij nogal eens zijn toevlucht tot magie ter bestrijding van onverklaarbare processen, zoals bijvoorbeeld het plotseling zuur worden van een brouwsel.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tegen het indringen van boze machten trachtte men zich zoveel mogelijk te beschermen. Zo werd het voor vele brouwers een traditie om tijdens het gistingsproces een kruis te hangen boven de gistkuip, terwijl ook het duivelbannende zout niet werd vergeten. Brandnetels, hoe fel ook als onkruid bestreden, stonden in hoog aanzien en in 1759 werd nog in volle ernst aanbevolen een flinke bos ervan op de rand van de kuip te leggen, waardoor het brouwsel zou worden beschermd tegen onweerschade.
In Duitsland geloofde men zelfs dat allerlei fabelachtige dieren het de brouwers lastig konden maken. In de omgeving van Würtenberg was Biermolch zeer gevreesd. Men wist te vertellen dat het dier ongemerkt in de gelagerde vaten drong, om ze leeg te drinken en dan terug te vullen met een zuur, vergiftigd drab
Tot chillens?... er komt nag van dat
:twisted:
|