In de twaalfde eeuw brouwden herbergen, paters, boeren en vrouwen gruitbier, gebaseerd op kruidenmengsels van gagel, salie, duizendblad, brem, alsem en dennenhars. De gruitbrouwers waren afhankelijk van wat de natuur hun bood. De galgeplant deed het vooral goed op vochtige heide- en veengrond. De kruiden werden gebruikt om de zoete smaak van het graanbrouwsel weg te nemen, om het gistingsproces te bevorderen en de houdbaarheid te verlengen. In Scandinavië werden ook boomschors en jeneverbessen gebruikt. De Schotten gebruikten vaak heidekruiden (Heather Ale). Tegenwoordig bestaat er ook Hollands blond bier dat gruit heet en waaraan koriander en sinaasappelschillen zijn toegevoegd.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Bron: Bier scheurkalender van Bert van zuilekom
Tot de volgende chill
:wink:
|