Ja mannekes, Ik zeg dat dikwijls tegen mijn dieren: ’t Is spijtig dat jullie niet kunnen praten hé. Maar er zijn wel dieren die echt kunnen praten hoor, want men heeft ze leren praten.
Ik weet het nog heel goed, alsof het gister was. Toen ik nog een kleine snotter was, hadden we thuis ne gele papegaai. Mijn ma noemde hem Beo, waarschijnlijk omdat ze hem elke dag ne Beo-wafel gaf zeker.
Ja mannekes, op een zekere dag had ze hem zodanig veel Beo-wafels gegeven, dat ze hij tegen ons ma zei: Dag madam en tegen ons pa: Dag meneer.
Diene Beo kon praten, 't was juist ne advocaat die in de rechtbank het oordeel aan het vellen was. Maar één ding had hij wel gemeen en da was: Dat hij ne echte babbelaar was.
Of onze papegaai nu ne Belg of ne buitenlander was, ben ik nooit te weten gekomen, maar hij sprak af en toe wel eens een vreemde taal. Dat was zo een taal waar ge heel goed moest naar luisteren, wilt ge daar echt iets van verstaan.
Want af en toe at hij zijn woorden op, maar dat gebeurde meestal als hij honger had hoor. Onze papegaai had nooit een paspoort bij zich, en hij wist ook niet van welk land hij afkomstig was.
Maar in elk geval, 't was toch ne hele slimmen hoor. Waarschijnlijk had diene papegaai in zijn jonge jaren les gekregen van nen stotteraar, want stotteren kon hij als geen ander hoor.
Mijne pa vroeg ne keer aan diene Beo hoe laat het was, en weet ge wat hij zei: Kwa.....kwa…..kwart voo….voor….dr….dr….drie. Ik ga dat maar niet herhalen zeker, want anders ga dat veel te laat worden. Kwart voor drie was dan ook tijd om hem eten te geven, en als eten kreeg hij meestal zijn ondertussen wereldberoemde Beo-wafels.
Maar 't allerliefste dat hij at, da waren zijn babbelnoten. Want naar 't schijnt zijn babbelnoten wreed goed om te leren babbelen hé.
Ja mannekes, hij zei alles twee keer hetzelfde, om zeker te zijn dat we hem verstonden.
Ons moeder die was er elke dag mee bezig, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.
Ja mannekes, wat wilt ge, als ge onze papegaai tien keer moet vragen:
Waar is uwe baas en wie is uw baas?.
Maar den dienen wist in feite niet goed wie zijne baas was, want iedereen stelde hem dezelfde vraag. En hoe meer mijn moeder met onze papegaai babbelde, hoe slimmer hij werd.
Onze papegaai wist precies wanneer hij moest gaan slapen, en 's morgen voor dat onze haan kraaide was hij al bezig met zijn pluimen plat te kammen en de 22 pluimen die recht op zijne kletskop stonden, awel die kamde hij ze achterover hé.
't Was precies ne punker die naar de kermis ging of naar ne Beo-bal van papegaaien.
Af en toe maakte hij wel eens van zijn oren, maar meestal was hij toch heel goed gezind hoor.
Natuurlijk was hij goed gezind, want hij mocht gratis en voor niks inwonen bij ons.
Onzen papegaai werd zeer graag gezien hoor, want elk jaar met zijn verjaardag kwamen de buren hem een gelukkig verjaardag wensen. En kreeg hij gratis en voor niks groene pinda's, dat was omdat hij zelf groen was.
Onze groene kat die was daar wreed bang van, want ze dacht dat het de hulk was.
Want verleden week had ze ne film van de hulk gezien op de tv, en ze verschoot daar zo geweldig van dat ze nu nog altijd schrik heeft.
Ik moet u wel zeggen dat onze groene kat ook nog groene ogen had.
Voor de verjaardag van onze papegaai kreeg hij van mijne pa ne scheurkalender, dan wist hij precies wanneer hij verjaarde en hoe oud hij precies was. Hij was zo blij dat hij elke morgen een papierke afscheurde, van diene scheurkalender.
Soms trok onze papegaai drie scheurblaadjes tegelijk af, maar dat was omdat hij nogal vergeetachtig was. Van mijn ma kreeg hij ne stilo, om zijn huiswerk op te schrijven hé.
Ja mannekes, mijne pa had onze papegaai naar een school gestuurd, om daar een stiel te leren. Na vier jaar is onze papegaai afgestudeerd al piloot en kon hij vliegen gelijk ne echte piloot.
En ne echte piloot was hij, want op ne zekere dag vloog hij voorgoed weg en we hebben hem nooit meer teruggezien.
Onze groene kat was daar zodanig blij mee dat ze blijdschap direct zwart uitsloeg van colére, want ondertussen waren dat goeie vrienden geworden hoor.
Op een mooie zomeravond was ze hare valies aan het inpakken, want ze wou toch zo graag ne keer op pelgrimstocht gaan naar Mekka en van blijdschap is ze dan ook vertrokken voor een onbepaalde tijd.
Op ne zekere dag kwam de facteur ons het slechte nieuws brengen, want onze kat was onder ne stilstaande auto gelopen en ze was op slag dood. Ik moet u wel zeggen dat da midden in de woestijn was hoor. Ze hebben nooit diene stilstaande auto teruggevonden, maar onze dooie kat wel hoor.
Ja mannekes, zo hebben we nog een paar dieren rond lopen die kunnen praten, maar ze zijn wel moeilijk te verstaan hoor. Die praten meestal met hun mond vol tanden, omdat ze altijd maar eten.
Onze koeien die in de wei staan horen mij heel goed, als ik ze roep hoor. Maar ik moet u wel zeggen, dat ze toch een kwartier dwaas staan kijken. ’t Is precies het kan hun niet schelen.
Ja mannekes, ’t zijn buitenlanders ook hé, want die dieren hebben ook een ander levenswijze dan onze dieren hé.
Maar sommige dieren verstaan ons heel goed hoor, zelfs nog beter als wij zouden denken.
Neem nu ons paard (Bella). Die komt altijd voordat wij haar hebben geroepen, want die weet toch dat wij ze gaan roepen.
PS: Als dieren echt konden praten, dan zouden we ze ook veel beter begrijpen hé.
Dat was een verhaaltje van onze Beo, die nu opgevuld op de kast staat.
Groetjes van flipper de flip
|