Awel mannekes, ik heb ooit eens ne brief geschreven naar ne persoon die zelf ne brief aan het schrijven was. Maar wat er op diene geschreven brief stond heb ik nooit kunnen lezen, omdat diene persoon nog bezig was met diene brief te schrijven. Maar wat ik wel weet, dat het ne hand geschreven was, naar ne persoon die ook nog aan het schrijven was. En als zijn geschreven brief geschreven was, dan had hij eindelijk gedaan met te schrijven. En kon hij dan diene geschreven brief, waar dat al zijn geshreven woorden opgeschreven waren posten, om hem te kunnen verzenden naar diene persoon die nog bezig was met zijne hand geschreven brief te schrijven. Wanneer diene persoon gedaan had met zijne hand geschreven brief te schrijven, waar hij nog aan bezig was met zijne geschreven brief te schrijven, kon hij zijnen hand geschreven brief die geschreven was door de persoon die ook aan het schrijven was, ook zijne geschreven brief posten, om hem te versturen naar diene persoon die zijne hand geschreven brief al geschreven heeft en gepost heeft, zijne geschreven brief eindelijk lezen, als zijne hand geschreven brief tenminste aankomt bij diene persoon, die hem inmiddels ook ne hand geschreven brief heeft geschreven.
Awel mannekes, kunde gulle nog volgen?.
Als diene hand geschreven brief aangekomen was, aan diene persoon die ook ne hand geschreven brief aan het schrijven was, naar diene persoon die hem ook ne hand geschreven brief heeft geschreven, dan kon hij diene hand geschreven brief eindelijk lezen. Ondertussen was diene andere hand geschreven brief ook aangekomen bij de tweede persoon die hem ook ne hand geschreven brief aan het schrijven was. De eerte persoon die inmiddels de hand geschreven brief al gelezen had, verstond er geen barst van wat er in diene hand geschreven brief stond, die de tweede persoon hem geschreven had. Ook de tweede persoon verstond er geen barst van wat er in diene hand geschreven brief stond, die de eerste persoon hem had geschreven. Potverdikke zeg, ze waren toch wel tot de ontdekking gekomen zeker, dat ze nog niks op papier hadden geschreven, en daarom konden ze dan ook niet die hand geschreven brieven lezen.
Weet ge wat, ik zal die twee brieven zelf schrijven, en ze persoonlijk gaan afgeven. Dan kunnen ze elk een hand geschreven brief lezen, die door mij zal geschreven zijn en met mijn eigen hand geschreven woorden. Maar misschien wordt straks mijn hand geschreven brief ook nog wel gelezen, die met mijn eigen hand geschreven woorden zijn geschreven.
't Is maar om u te zeggen, als ge mijn hand geschreven brief met mijn hand geschreven woorden niet verstaat of begrijpt, laat het mij dan weten, dan zal ik de hand geschreven brief met mijn eigen hand geschreven woorden voor jullie gratis en voor niks vertalen.
Ja mannekes, ik ga u een verhaal vertellen over de tijd toen, toen ik nog als ne kleine snotter door't leven ging. Allé, ne kleine snotter is wat veel gezegd, want ik was zo een jaar of twaalf zeker. Maar wat ik wel nog weet, is dat ik nog altijd aan het groeien ben. 't Is niet moeilijk, als ge van jongsaf aan alle dagen van die groeikorrels krijgt om te groeien, en elke dag plat op mijne buik moest liggen, om uitgerolt te worden. Maar allé, ik was toch al groot en oud genoeg om met ons Brabants trekpaard (Bella) en de ploeg, het veld om te ploegen. Ja mannekes, ge weet dat ne boer altijd wreed veel werk had, in dienen tijd. Ik had al een paar keer met ons Bella naar 't veld geweest, maar ploegen mocht ik nog niet van mijne pa.
Ik weet het nog heel goed, alsof het gisteren was. De brandende zon straalde de warmte naar beneden, en de temperaturen schoten al direct met een paar graden naar omhoog. Tegen de middag werd het in de zon al gauw 36 graden gemeten, waar ge zelfs uw eieren kon bakken op de hete grond. Ook onze voeten zagen wreed veel af van de brandende zon, en moesten af en toe ne keer besproeid worden met nat watern om toch maar niet te verbranden. Het meeste werk werd dan ook op het veld gedaan, als wij onze oogst moest binnen halen en dat was meestal in de maand Augustus of de hooimaand. Bij ons noemen ze dat half oogst, of de hoestmaand. Dan werden de rogge en de tarwe afgemaaid met ne maaier die door een paard werd vooruit getrokken.
Die werden dan gebonden en gestuikt, om later opgehoopt te worden op ne grote hooiopper. Dan werden de velden gemest met de uitwerpselen van de beesten, die we gratis en voor niks kregen. Dan werden die hoopkes uitwerpselen open gesmeten met ne riek, om daar enkele dagen het voedsel aan de grond te geven. Mijne pa had mij 's avonds gezegd dat ik 's anderdaags mocht het veld om ploegen met onze Bella. Awel mannekes, ge gaat mij niet geloven, maar ik was zo fier of ne gieter en ik heb dan ne ganse nacht geen oog toegedaan. 's Morgens ben ik dan vroeg opgestaan en heb dan vier dikke boterhammen naar binnen gespeeld, die mijn moeder dan smeerde met smout met daarop en een schelle spek daar tussen die dan werd gesmeerd met mosterd.
Al dansend van de pijn van die uitstekende stoppels, liep ik achter die pikmaaier aan. Potverdikke zeg, ik was nog geen klein uurke aan het ploegen, als onze Bella daar ineens begint te dansen en te springen geluk ne zot die met zijn blote voeten in ne nagel getorten (getrapt) had. Onze Bella had daar toch wel ne bijennest (wespennest) omgeploegt zeker. Amai mijne frak, ons bella begon daar te spurten zeg,'t was precies Kim Gevaerts die aan haar honderd meter begon. En hoe verder ons Bella liep, hoe meer bijen er achter aan vlogen. In feite werd ons Bella opgejaagt door die bijen, omdat die kwaad waren zeker. Na drie kilometer werden die kwaadaardige bijen doodmoe van achter onze Bella aan te vliegen, zodat ze de strijd hebben moeten staken.
Inmiddels waren er daar al een paar van die kwaadaardige bijen dood gevallen bij gebrek aan zuurstof, en andere lagen daar in ademnoot te roepen en tieren om hulp. Toen ik achter ons Bella aan het zoeken was, kwamen de ziekenwagens in volle vaart aangereden, waarschijnlijk achter die bijen zeker. 't Was daar toch wel ne kleine snotter aan het fotograferen zeker, want in diene tijd gebeurde waren er nog niet zoveel accidenten gelijk nu hé. Awel mannekes, ons Bella kwam na drie dagen weer thuis, zonder bijen achter haar aan. Maar ondertussen is dat veld al lang omgeploegd, of staan er nu al huizen op, want 't al lang afgebroken. Allé, in ieder geval, 't was toch ne schonen tijd hé.
Awel mannekes, Ik gaat vanaf vandaag in ook staking, omdat het de laatste tijd zoveel regent. Nee nee,geen wilde staking, maar een doodgewone staking hoor. Ge kunt t egenwoordig niet meer uit uw huis komen, of ge staat met met uw droge voeten in het nat water. Allé, als uw voeten tenminste droog zijn, anders wordt ge dat toch niet gewaar of het water nu koud of nat is hé. 't Heef hier de laatste tijd zodanig zoveel geregend, dat mijne kelder die op mijn dat staat, volledig onder water gelopen is. Awel mannekes, zou u geloven dat mijne kelder eerder onder water stond, dan mijne zolder die onder de grond is gebouwd. 't Is in feite niet moeilijk, want al dat water komt toch van boven hé. Ik ben hier al twee weken in mijn huis aan het ronddobberen met een zelfgemaakt roeibootje, die ik aan elkaar gelast heb van plastiek. Dat water staat hier zodanig hoog, dat vannacht mijn twee goudgele goudvissen, die ik ne keer heb gekocht op de rommelmarkt en die in solden stonden, zijn verdronken. Maar ik peis toch dat ze ginder mij op diene markt goed hebben liggen, want die twee gele goudvissen konden niet zwemmen. Ik denk toch dat het veel beter zou zijn, om die vissen een paar zwemlessen te laten volgen.
Eén groot voordeel hebben we wel met al dat overtollig water, dat de boeren hun beesten geen water niet meer hoeven te geven. Die beesten weten dat toch niet, of het nu vers of oud water is, koud of warm. Maar voor de mensen is het heel wat minder aangenaam, want we hebben nu plots water teveel.
Ze zouden veel beter dat water naar landen sturen, waar ze geen water hebben, want die kunnen het veel beter gebruiken dan wij. Ik weet het nog heel goed, toen ik nog ne kleine snotter was had het ook ne keer heel goed geregen, en op één twee drie stond de tarwe en de rogge zo hoog als kweet niet wat. En de maïs schoot als paddestoelen de lucht in, gereed om geoogst te worden. En binnen de kortste keren stond alles weer droog, alsof er niks was gebeurd.
Maar ja, wat kunnen we daaraan doen?. Awel mannekes, vanaf morgen ga ik in waterstaking. Ik heb ondertussen al twee grote spandoeken gemaakt, met in grote koeieletters de volgende tekst: Wij hebben hier al water genoeg. 't Is nu maar te hopen,dat de weergoden dat gaan lezen, anders moet ik nog ne fax sturen ook. In ieder geval raad ik u aan om zwemlessen te volgen, ge weet maar nooit voor wat het goed kan zijn. Maar één ding weet ik zeker, als ik nog ne keer gele goudvissen ga kopen op de markt en ze staan weer in solden, dan moeten ze mij hun zwembrevet kunnen voorleggen.
Awel mannekes, ge hebt zo van die mensen die daar echt een hobby van maken. In mijn straat woond er iemand, die daar echt een hobby van gemaakt heeft.
Kamiel de Verhuizenaar noemen ze hem, omdat diene mens altijd wreed met zijn vak bezig is. Op ne dag bij mij ochtenwandeling loop ik per ongeluk Kamiel tegen het lijf. Ja mannekes, ge gaat mij niet geloven, maar de Kamiel was weeral aan 't verhuizen hoor.
- Dag Kamiel, aan 't verhuizen?. - Ja flipper de flip, als ge hier niet graag woont, dan moet ge wel verhuizen hé. - Ja Kamiel, dat is wel waar, wat ge zegt. - Zeg Kamiel, ik heb gehoord dat ge nog tamelijk veel verhuist de laatste tijd, en waar ga je dan overal zo naartoe?. - Awel flipper de flip, ik verhuis zo 32 keer op een gans jaar. - Amai zeg, 32 keer verhuizen op één jaar tijd, 't is nogal de moeite hé. - Nee nee flipper de flip, 32 keer per maand, bedoel ik. - Maar Kamiel, dat kan toch niet, 32 keer op één maand tijd, en een maand telt maar 30 of 31 dagen. - Ja ja flipper de flip, dat weet ik wel, maar ik zal het u ne keer uitleggen.
De Kamiel nodigde mij uit om een bij hem thuis een tas koffie te gaan drinken, zodat ik heel goed naar zijn verhaal kon luisteren. Na een tas koffie of twee te hebben gedronken, begon hij met zijn ongelooflijk verhaal.
- Awel flipper de flip, 's avonds als ik ga slapen, dan verhuis ik van mijne living naar mijn slaapkamer, en 's morgens als ik opsta dan verhuis ik naar mijne wc, om diene koffie door te spoelen. En van mijn wc verhuis ik naar mijn badkamer, om mij wat op te frissen, want van al dat verhuizen, zweet ge veel hé.
Ondertussen was het al bijna noen (middag) geworden, en hij had mij nog niet de helft van zijn verhaal vertelt. Na een klein uurke komt hij daar uit de badkamer gewandeld, 't was precies een waterkieken. Hij was toch wel met zijn kleren aan, in dat bad gestapt zeker. Maar na een kwartierke was hij terug droog. Hij had hem gedroogd met de haardroger van zijn vrouw, die al meer dan 20 jaar op een ander aan 't verhuizen was. Daarna begon Kamiel met het tweede deel van zijn verhaal te vertellen, om zeker tegen de avond mij het ganse verhaal te hebben vertelt.
- Awel flipper de flip, als ik van de badkamer kom, dan moet ik terug naar mijne living gaan, wil ik in mijn keuken de patatten kunnen opzetten. - Terwijl mijn patatten opstaan, ga ik dan ne keer naar mijne ondergronse parking, achter een fles limonade of cola of iets anders. Awel Kamiel, ik wist niet dat ge nog een ondegrondse parking had, onder de grond.
- Ja flipper de flip, in feite heb ik twee ondergrondse parkings, éne onder de grond en éne boven op de zolder. Amai Kamiel, ge zijt hier nogal geïnstalleerd zeg?.
- Ja ja flipper de flip, maar 't is meestal is ne bovengrondse parking om te schuilen als 't water hier te hoog staat, want de laatsten tijd valt er hier veel nat water naar beneden hé. Awel Kamiel, in feite zijt ge ne ganse dag bezig met te verhuizen?.
-Ja flipper de flip, 't is daarom dat ik er mijn beroep van gemaakt heb, omdat het nog tamelijk veel tijd in beslag neemt hé. - Flipper de flip, ik ga nog een beetje voortdoen met te verhuizen, want anders krijg ik hier niet gedaan met mijne verhuis.Awel Kamiel, ik ga dan ook maar ne keer naar huis gaan, en bedankt voor de koffie hé.
Ik besloot dan ook maar ne keer om naar huis te gaan, want de vroege avond was toch aan het vallen. En ik had mijne soepkom niet op mijne kale kletskop, en moest diene vallende avond op mijne kale kletskop vallen, dan loop ik morgen misschien rond met ne molshoop op mijne kale kletskop.
In feite verhuizen we allemaal graag, maar 't is te zien wat ge verstaat onder het woord: Verhuizen hé.
Is het niet van de living naar de slaapkamer of van de slaapkamer naar de wc of de badkamer, dan is het meestal van de veranda naar de hof, om het hoogstaande groene gras wat in te korten of om de dorsttige bloenen wat te besproeien met nat water. En sommigen verhuizen van hun woning naar het werk dat gedaan moet worden, om 's avonds doodmoe dezelfde verhuis te moeten doen, en met een bezweette lijf bij het wachtende huisvrouwtje te moeten aankloppen. Eens de verhuizende man is thuisgekomen bij zijn wachtende huisvrouwtje, dan kan hij misshien gerust even uitblazen van zijn verhuizende dagtaak.
Beste mensen, ge moet nu niet allemaal tegelijk verhuizen hé.
Awel mannekes, ik moet u zeggen dat het hier wreed veel regent van bijeenkomsten. Een bijeenkomst hier, en een bijeenkomst daar. Ik peis dat ons klein waterlandje veel te klein gaat worden, om al da volk te kunnen verzamelen. Maar ja, ge moet in klein beginnen, wilt ge groot eindigen hé. Ik herinner mij nog nog heel goed, toen ik als ne kleine snotter naar school ging. Op ne dag hebben ze daar ook ne keer een soort bijeenkomst gehouden, om elkaar wat beter te leren kennen. Awel mannekes, ik moet u zeggen dat da vroeger toch heel wat anders was dan nu. Wat wilt ge, als er niet veel kleine snotters in uw klas zitten, die nog nooit gehoord hadden van een bijeenkomst. Maar degene die er wel waren, maakten zoveel lawaai dat het rap gedaan was. 't Was niet moeilijk, we droegen in diene tijd allemaal van die houden klompen, waar de mensen van wakker werden, als ze lagen te slapen.
Kamiel de leugenaar en August de Bleiter, dat was onze directeur en zijn meeloper, die hadden dat georganiseerd. En madam flawie had gezorgd voor de zure rijspap met avermout, om ons toch maar ne prettige dag te bezorgen. De dag nadien was iedereen ziek, en lag in bed met de geelzucht. Trippel de Tram, dat was de doktoor van 't school, diene mens had viertien dagen nodig om bij twintig snotneuzen te gaan. 't Was in feite niet moeilijk, omdat in dienen tijd de mensen veel te ver van elkaar woonde. Kamiel de Gieter, dat was onze schoolmeester, de dienen mocht dan voor veertien dagen op vervroegd pensioen gaan. Maar na veertien dagen moest hij terugkeren, om les te geven aan ons. En Marie Blauvoet, die was onze kuisvrouw. Die moest alle dagen kuisen, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.Awel mannekes, die bijeenkomst heeft nog geen twee uur geduurd.
Awel mannekes, na veertig jaar ik heb bij mij thuis ook ne keer een bijeenkomst georganiseerd. Ik, mijne pa en mijn ma, die juist voor mijn geboorte mijn moeder is geworden en mijn vier broers, die alle dagen voor nirts ruzie maken. Awel mannekes, ik doe dat regelmatig, maar nu met wat minder volk. Ik heb gisteren nen telefoontje gekregen van mijne pa, en de diene vertelde mij dat het ginder boven elke dag een bijeenkomst is. Alle dagen rijstpap met gouden lepels, en allemaal in 't wit hé.
Maar nu met de komt van de senioren en de seniorettes, is dat heel wat anders. Nu zijn ze in verschillende groepen verdeeld, en de groepen worden alsmaar groter en groter. De mensen wonen nu veel dichter bijeen dan vroeger, en kunnen beter communiseren met elkaar. Is het niet via een bijeenkomst, dan is er nog altijd de computer of den telefoon die ons een handje helpt. In feite mogen we niet klagen hé.
't Is maar om u te zeggen, dat zo een bijeenkomst toch veel vrienden kan maakt hé.