Ja mannekes, ik ga u een verhaal vertellen over de tijd toen, toen ik nog als ne kleine snotter door't leven ging. Allé, ne kleine snotter is wat veel gezegd, want ik was zo een jaar of twaalf zeker. Maar wat ik wel nog weet, is dat ik nog altijd aan het groeien ben. 't Is niet moeilijk, als ge van jongsaf aan alle dagen van die groeikorrels krijgt om te groeien, en elke dag plat op mijne buik moest liggen, om uitgerolt te worden. Maar allé, ik was toch al groot en oud genoeg om met ons Brabants trekpaard (Bella) en de ploeg, het veld om te ploegen. Ja mannekes, ge weet dat ne boer altijd wreed veel werk had, in dienen tijd. Ik had al een paar keer met ons Bella naar 't veld geweest, maar ploegen mocht ik nog niet van mijne pa.
Ik weet het nog heel goed, alsof het gisteren was. De brandende zon straalde de warmte naar beneden, en de temperaturen schoten al direct met een paar graden naar omhoog. Tegen de middag werd het in de zon al gauw 36 graden gemeten, waar ge zelfs uw eieren kon bakken op de hete grond. Ook onze voeten zagen wreed veel af van de brandende zon, en moesten af en toe ne keer besproeid worden met nat watern om toch maar niet te verbranden. Het meeste werk werd dan ook op het veld gedaan, als wij onze oogst moest binnen halen en dat was meestal in de maand Augustus of de hooimaand. Bij ons noemen ze dat half oogst, of de hoestmaand. Dan werden de rogge en de tarwe afgemaaid met ne maaier die door een paard werd vooruit getrokken.
Die werden dan gebonden en gestuikt, om later opgehoopt te worden op ne grote hooiopper. Dan werden de velden gemest met de uitwerpselen van de beesten, die we gratis en voor niks kregen. Dan werden die hoopkes uitwerpselen open gesmeten met ne riek, om daar enkele dagen het voedsel aan de grond te geven. Mijne pa had mij 's avonds gezegd dat ik 's anderdaags mocht het veld om ploegen met onze Bella. Awel mannekes, ge gaat mij niet geloven, maar ik was zo fier of ne gieter en ik heb dan ne ganse nacht geen oog toegedaan. 's Morgens ben ik dan vroeg opgestaan en heb dan vier dikke boterhammen naar binnen gespeeld, die mijn moeder dan smeerde met smout met daarop en een schelle spek daar tussen die dan werd gesmeerd met mosterd.
Al dansend van de pijn van die uitstekende stoppels, liep ik achter die pikmaaier aan. Potverdikke zeg, ik was nog geen klein uurke aan het ploegen, als onze Bella daar ineens begint te dansen en te springen geluk ne zot die met zijn blote voeten in ne nagel getorten (getrapt) had. Onze Bella had daar toch wel ne bijennest (wespennest) omgeploegt zeker. Amai mijne frak, ons bella begon daar te spurten zeg,'t was precies Kim Gevaerts die aan haar honderd meter begon. En hoe verder ons Bella liep, hoe meer bijen er achter aan vlogen. In feite werd ons Bella opgejaagt door die bijen, omdat die kwaad waren zeker. Na drie kilometer werden die kwaadaardige bijen doodmoe van achter onze Bella aan te vliegen, zodat ze de strijd hebben moeten staken.
Inmiddels waren er daar al een paar van die kwaadaardige bijen dood gevallen bij gebrek aan zuurstof, en andere lagen daar in ademnoot te roepen en tieren om hulp. Toen ik achter ons Bella aan het zoeken was, kwamen de ziekenwagens in volle vaart aangereden, waarschijnlijk achter die bijen zeker. 't Was daar toch wel ne kleine snotter aan het fotograferen zeker, want in diene tijd gebeurde waren er nog niet zoveel accidenten gelijk nu hé. Awel mannekes, ons Bella kwam na drie dagen weer thuis, zonder bijen achter haar aan. Maar ondertussen is dat veld al lang omgeploegd, of staan er nu al huizen op, want 't al lang afgebroken. Allé, in ieder geval, 't was toch ne schonen tijd hé.
Groetjes van flipper de flip.
|