Ik had gisteren mijn wandelvoorbereidingen, want ik en mijne hond zouden vandaag gaan wandelen.
Toen ik deze morgen wakker werd, van dat gekraak en dat winderig lawaai boven mijne kop, wist ik meteen wat er aan de gang was.
Ik dacht eerst dat er iemand de poort heeft laten openstaan, maar het bleek geen waar te zijn.
't Waren potverdikke toch wel de hemelpoorten zeker, die openstonden.
Waarschijnlijk heeft Sinte-Pieter de hemelpoort vergeten dicht te doen, en zijn al die engelkes met hun vleugels beginnen slaan, om afkoeling op te vangen.
Of is er vannacht iemand binnengegaan, zonder toestemming en per ongeluk de hemelpoort laten openstaan.
Ik feite zijn het mijn zaken niet hoor, en toch probeer ik van diene winderige zondag ne aangename zondag van te maken.
Toen ik deze morgen de voordeur wilde opendoen, werd ze toch wel tegengehouden zeker.
Waarschijnlijk stond er langs de andere kant van de deur iemand te duwen, die nog veeeel harder kon duwen dan ik.
Ik trok de achterdeur open en ook daar was diene winderige wind aanwezig, zodat mijn rugzag, die ik op mijn ovalen rug had gebonden, de lucht in vloog, gelijk nen sneltrein die hier voorbij raasde.
Terwijl ik naar mijne zwevende rugzak aan het kijken was, glipte mijne hond naar buiten.
Op één, twee, drie, zag ik mijne hond in de lucht zweven, als er daar boven ene stond te roepen.
Ik heb dan direct gebeld naar Sinte-Pieter, om hem te zeggen dat hij mijne hond direct moet terug sturen, als hij daar aankomt.
Na 2 uur is mijne hond met de luchtpost aangekomen en stond hij aan de voordeur te schudden en te beven van de kou.
Nu zit hij hier in mijne microgolf, om te drogen en o hem wat op te warmen, zodat zijn schudden en beven verdwijnen.
Ik blijf gezellig thuis, om weldra te kunnen genieten van ne graatloze kalkoen, die in de oven ligt te bruinen.
Mijne hond krijgt dan de kalkoenbeentjes van mijn kalkoen, die ik heb achtergelaten.
Om dan deze namiddag te kunnen genieten bij een spelleke mono-poli.
Morgen spreken ze van mooi weer, zonder regen, hagel of sneeuw, dus gaat flipper de flip ne wandeltocht in de weide natuur maken.
Voor ik daaraan begint, moet ik eerst nog alles gereed maken en daar ga ik direct aan beginnen zie.
Ik heb deze morgen mijn schoenzolen, die langs de onderkant van mijn schoenen staan, schoon glad gestreken met een warm strijkijzer.
De plooikes in mijn kapotte hemd plat gewreven met een pletrol, die ik verleden jaar van mijn moeder hebt gekregen voor mijne zoveelste verjaardag.
Mijn valse tanden in de wasmachiene gesmeten, en ze gewassen op 30 graden, om zeker te zijn dat ze niet gaan krimpen.
Want verleden jaar had ik ze op 90 graden gewassen, en ik had er toch wel twee kleintjes zeker, die ik niet in mijne kon steken, omdat die veel te groot was.
Ge moogt zeker uw valse tanden in de droogkast steken, anders gaat die droogkast u bijten.
Verleden jaar had ik mijn valse tanden, nadat ze gewassen waren in de droogkast gestoken.
Die droogkast had toch wel mijn valse tanden opgefret (opgegeten) zeker, en toen ik het deurke opendeed beet ze ook nog een stuk uit mijn lange tong.
Nu loop ik hier rond met een ingekorte tong, zodat ik nu verplicht ben om mijn eten eerst plat te kloppen, met ne mattenklopper.
Mijn 13 plooikes die op mijne kletskop liggen, schoon plat gekampt met ne schuurborsten, waar er 47 zwarte varkensharen op staan, van een varken die haar te veel had.
Mijn twee grote wenkbrauwen wat verkleind, met een verkleinprodukt die 25 jaar in de kast heeft gestaan, omdat ik niet nodig had.
Ne kam in mijne rugzak gestoken, moest onderweg mijn haar die op mijne kletskop staat, toch beginnen groeien, om dat te kunnen tegen houden.
Wat ik zeker niet mag vergeten in mijne rugzak te steken, dat is bruine schoenblink.
Want moesten bij het wandelen mijn twee zwarte schoenen vuil worden, dan kan ik ze direct beginnen poetsen hé.
Anders moet ik in ne schoenenwinkel, waar ze schoenen verkopen, binnen stappen en vragen om mijn twee schoenen schoon te poetsen.
Ziezo, ik denk dat ik morgen kan vertekken, samen met mijne hond, die ook ne rugzak op zijne platte rug zal binden en meenemen.
PS: Vanavond een uurke vroeger in mijn warme nest kruipen, en morgen een uurke vroeger opstaan.
Ik moet mijn ogen even de tijd geven om uit hun diepe slaap te ontwaken.
Mijne hond zal wel wakker zijn, want hij heeft ne wekker naast zijn mandeke staan.
't Is nu te hopen dat hij hem aanzet, anders moet ik hem nog wakker maken.
In onze tuin woonde een muis, die heel goed bevriend was met onze hond.
Ik de zomer gingen ze samen gaan picknicken, om ’s avonds laat terug huiswaarts te gaan.
Op een zekere dag kregen ze ruzie en geen van de twee wist waarom ze ruzie hadden.
Ze hebben dan zeker een volle maand niet meer tegen mekaar gesproken, tot wanneer onze hond de handdoek in de ring gooide en zei:
- Verdorie, nu is het genoeg geweest.
Die muis schrok daar zodanig van, dat al haar tandjes uit vielen.
Ze is dan direct naar de tandarts geweest, die haar ne ganse mond vol valse tanden voor schreef.
Nu is de muis verplicht om twee uur vroeger op te staan, om haar vals gebit schoon wit te poetsen.
Nog een geluk dat ik de handleiding daarvan heb, anders moest ze nog een cursus volgen ook.
Onze hond ging met een boos gezicht naar haar ondergrondse parking, waar de muis een onderkomen had en geen huurgeld moest betalen, om terug de vrede te herstellen, die ze vroeger hadden.
Bij twee koppen koffie en stuk taart hebben ze eindelijk terug de vrede hersteld en zijn dan samen in de zetel en bij een brandende kaars in slaap gevallen.
Potverdikke zeg, die muis heeft de ganse nacht geen oog dichtgedaan, want onze hond lag daar de ganse nacht te snurken, dat onze koekoek vergeten was van te koekoeken.
De dag nadien is ze van colere naar de dierenrechtbank gestapt, maar wegens de Corona werd alles uitgesteld.
Er zat niets anders op, dan terug vriendschap te sluiten.
De vriendschap werd met tegenzin gesloten, maar ze bleven toch goede vrienden hoor.
Ze leefden nog lang en gelukkig, tot ze weer ruzie kregen.
Twee dagen heeft de vriendschap geduurd, dan zijn ze als twee vijanden uiteen gegaan.
Waarom ze uiteen zijn gegaan, ben ik nooit te weten gekomen.
Ik denk dat het door ruzie kwam, want de laatste tijd waren er heel wat woordenwisseling tussen die twee.
Af en toe spreken ze nog eens af, om op een geheime plaats samen te komen en laat de muis zicht van haar goeie kant zien, om te zeggen, dat ze veel veranderd is.
Waarover het ging, ben ik ook nooit te weten gekomen.
In feite waren dat mijn zakens niet hé, want ’t was privé.
De muis, dat is toch een bijzonder dier hé.
Je vindt ze bijna overal,
in elk gat of achter elk kier.
Het is een diertje dat lekker kan knagen,
en het blijft graag voedsel vragen.
Het liefst eet het kaas en knapperige dingen,
maar het is ook tevreden met ander eten.
Toch is er iets en dat moet u zeker weten,
want de muis van nu is niet meer zo snel.
Gevangen aan een draad en gekooid in een plastic lijfje,
en het is verbonden aan een modern apparaat.
Geen tochten meer naar die mooie kazen,
en geen geknabbel meer aan de cake en koek.
Nee, het leven van een moderne muis,
is helaas geworden tot scroll en een dubbelklik....
Bij ons thuis hing er boven de schouw een kruis, zoals dat bij veel huisgezinnen het geval was.
Vroeger waren de meeste mensen veel meer geloviger dan nu.
Zelfs onze hond was katholiek, elke morgen zat hij op zijn knieën en las hij drie tot vier onze vaders en vijf weesgegroetjes.
't Was dan ook een echte traditie geworden, om een kruis in huis te hebben.
Ik weet het nog heel goed hoor, alsof het gisteren was.
Ik zat aan tafel te genieten van mijn avondeten en Jezus die aan dat kruis hing, keek vol bewondering naar mij en zei:
- Smakelijk eten en geniet ervan.
Awel, ik heb dat altijd onthouden, want als ik nu op restaurant ga eten, kijk ik altijd eerst naar de muur, om te zien waar het kruis hangt.
Maar helaas zijn kruis en schouw verdwenen, en hebben plaats moeten maken voor ne foto van ne persoon die ze nauwelijks kenden.
In onze kerk hing er altijd een groot kruis aan de muur, zo kon Jezus heel goed zien, hoeveel mensen er in de kerk zat. En als er ene ontbrak, zei hij har tegen de pastoor.
Bij mij thuis hang er aan de muur ne grote kader met daarin ne grote foto van het laatste avondmaal.
Die mannekes zitten daar iedere avond te fretten (eten), dat de stukken ervan afvliegen.
De grote baas, die in het midden staat, breek dan een gans brood in twee, en van ne emmer water die daar staat, om zijn vuile voeten te wassen, toverde hij dat dan om in wijn.
Awel, 't is daarom dat ik 's nachts altijd wakker wordt, want ze zingen dan luidop:
- We gaan nog niet naar huis, want ons moeder is niet thuis.
De buren hebben het mij al gevraagd, vanwaar dat geluid komt?.
Ene keer ben ik uitgenodigd geweest, maar ik heb dat geweigerd hoor.
’t Waren toch allemaal vreemde en ik paste niet in hun gezelschap.
PS: ’t Is maar om u te zeggen dat flipper de flip nog altijd een kruiske draag, rond zijne nek.
Ik draag mijn kruis in mijn hart,
een kruis van liefde, pijn en smart.
Maar het is ook een kruis van het geluk,
en het is gemaakt uit één stuk.
Ik draag dit kruis op een kleine plek,
en ik draag het dan dagelijks op de stek.
Daar waar mijn beste vrienden wonen,
want daar kan ik mijn kruisje tonen.
Ik draag mijn kruis in mijn hart,
en het is een plekje heel apart.
Kijk in jullie hart naar jullie kruisje,
en je bent zoals ieder kruisje in je eigen huisje.
In deze periode moet ik vaak terugdenken aan de Kerst van vroeger.
Toen was Kerstmis echt heel fijn en aangenaam, om het te vieren.
Bijna in iedere huis stond er een klein kersboompje, die versierd was met lampjes, sierslingers eromheen, Kerstballen en boven stond de ster.
Ze stond hoog en droog te schitteren, zo fier als een pauw stond ze daar.
Als het kerstmis was, zaten we met zijn allen rond het kerstboompje te genieten van heel wat lekkers.
De kerstkalkoen was dan ook de hoofdschotel en mocht zeker niet ontbreken.
De lekkere koekjes en de heerlijke koffie gingen van hand naar hand, want ze werden toch gratis en voor niks uitgedeeld.
Buiten bij de kerststal stond de ezel luidop van zijne neus te maken, zodat het kindeke Jezus er wakker van werd.
De os trok hem daar weinig van aan, want hij had twee oordopkes in zijn oren gestoken.
Gaspar, Melchior en Balthazar kwamen ook eens kijken, om te zien hoe het kindeke eruit zag.
- Melchior bracht goud mee, dat hij onderweg in de woestijn had gevonden.
- Caspar bracht Mirre mee en gaf het aan Maria, om de ramen te poetsen.
- Balthazar bracht wierrook mee en gaf het aan Jozef, om de koude door te komen.
De mensen die ne goeie dag aan kindeke Jezus kwamen zeggen, kregen geen antwoord, want hij kon nog niet praten.
Drie dagen nadien liepen de os, de ezel en kindeke Jezus op straat, want ze waren drie koningen aan het vieren. Terwijl Maria de grote kuis aan het doen was.
Jozef was in de schrijnwerkerij bezig aan ne nieuwe kerststal ineen te timmeren, voor 't volgend jaar.
De dagen voor Kerstmis zijn donker en koud, maar als je naar buiten kijkt merk je dat niet omdat je haast overal lichtjes ziet in vrolijke kleuren, zilver en goud.
Een lantaarntje dat op de vensterbank staat en een lamp met wat linten en groen en een ster voor het raam die je aan kunt doen.
Het is niet zo donker en koud op straat, als je langs al die lichtjes gaat.
Een witte Kerst als in een droom, met tientallen lichtjes in de boom.
Kerstballen die blinken en Kerstklokken die klinken.
De gezelligste tijd van het jaar, met het hele gezin bij elkaar.
Wij wensen jullie allen veel brieven en kaartjes die op de deurmat vallen en gelach en kussen die naar chocolade smaken.
Wij wensen jullie ook warmte en beschutting, innerlijke rust, vriendschap en liefde.
Kerstmis is een tijd van brandend haardvuur en geuren van dennenappels en wijn.
Van goede gesprekken, mooie herinneringen en hernieuwde vriendschap maar ook van gezellig samenzijn.
PS: Ik wens u allen een Vrolijk Kerst, en een Gelukkig Nieuwjaar (2021).