Ja mannekes, af en toe maak ik een natuurwandeling in de natuur, om mijn benen te ontspannen en wat frisse lucht op te snuiven en ik moet u zeggen dat ge er veel van opsteekt.
Na een half uurke wandelen loop ik daar voorbij een weide, en daar stond toch wel een koe te springen zeker, en ze liep dan nog heen en weer ook. Het was precies een kieken die daar een ei moest leggen, maar koeien leggen geen eieren hé.
Ik dacht eerst dat die koe de samba aan het dansen was en uit nieuwsgierigheid loop ik er daar naartoe, om te vragen waarom ze zo stond te springen?, en weet ge wat ze zei:
- Ik ben morgen jarig, en ik ben nu al bezig was met de slagroom aan het kloppen.
Bon, ik laat ze verder doen met hare slagroom te kloppen en ik wandelde verder.
Ik was nog geen tien meter ver, en wat zie ik daar?. Twee koeien die in een badkuip een bad aan het nemen waren, en dan nog volledig naakt ook. Ik dacht eerst dat die naar een koeienbal gingen, maar ik had het duidelijk mis hoor. Uit nieuwsgierigheid ga ik er naartoe en op zo'n een meter afstand hoorde ik die éne koe zeggen:
- Zeg Berta, geef mij ne keer die zeep daar, want ik krijg mijn vlekken er niet af.
Bon, ik wandelt weer verder en opeens zie ik daar twee zwaluwen naast mekaar zitten, op een telefoondraad. Opeens begint één van die zwaluwen te schudden van het lachen en die andere zwaluw vraagt: Zeg kwezel, waarom moet ge zo lachen?, en weet ge wat hij zei:
- Er passeert hier net een telegram en dat kietelt zo wreed.
Bon, ik wandelt weer verder en passeerde voorbij een weide waar paarden oplopen, maar blijkbaar waren die paarden kwaad op mekaar. Zo danig kwaad dat ik hun hoorde zeggen van:
- Ik sta morgen heel vroeg op en dan schrijf ik in grote koeien letters op de grond:
- JE BEN EEN STOMME EZEL, en van colére zegt dat ander paard:
- Awel, als da zo is, dan sta ik morgen nog wat vroeger op, om het uit te vegen.
Bon, ik ga weer verder en kom daar aan een straat die ik moest oversteken, om mijn wandeling verder te kunnen zetten. Ik moest even blijven staan, want er kropen daar twee trage slakken voor mijn voeten. Ze waren zo traag dat die éne slak zei:
- Zullen we oversteken?.
- Nee, zei de andere slak, want ik heb gehoord dat er morgen een bus langs komt.
Awel, ik moet u zeggen dat ik na een uurke wachten toch heb kunnen oversteken, maar ik heb wel tolgeld moeten betalen. Aan de overkant zette ik mij even tegen een boom, om wat uit te rusten en juist boven mijne kop hoorde ik gefluit van vogels. Ik keek even naar boven en hoorde die vogels niet alleen fluiten, maar ook nog roepen van:
- De appels zijn nog niet rijp hoor.
Ik keek even om me heen en aan die boom die er naast stond, was een trage slak bezig met in die boom te kruipen en die slak riep terug:
- Dat weet ik wel, maar als ik boven ben gaan die wel rijp zijn.
Naast mij zaten ook nog twee vogels in die boom te kijken naar dezelfde schildpad, en die sprongen telkens weer uit die boom en dan begon die schildpad met zijn poten te klapperen. Na enige tijd hoorde ik één van die vogel zeggen:
- Schat, ik denk dat we nu toch maar eens moeten vertellen, dat hij geappoteerd is.
Een eindje verder zaten twee vampier-vleermuizen in een andere boom te wachten op de avond en ik hoorde die éne vleermuis zeggen:
- Ik heb zin in bloed, waarop die andere zei:
- Awel kwiebus, ga er dan bloed gaan halen bij de mensen, en ze vloog weg.
Twee minuten later komt ze terug met hare bek vol bloed, waarop die andere vleermuis zegt:
- Awel kwiebus, ge ben zo vlug terug, waarop hij zei:
- Ja, want ik had die lantaarnpaal ni zien staan en ben er tegen aan gevlogen, die daar juist om den hoek staat.
Ja mannekes, mijn wandelling zat er bijna op, dus was het tijd om naar huis te gaan. Op mijne terugweg passeerde ik terug voorbij een weide waar er twee eenzame koeien stonden te grazen, en tussen het grazen in hoorde ik die éne koe zeggen:
- 't Is toch erg hé, Marie, met die gekke koeienziekte?.
Een voorbij lopend konijn had da waarschijnlijk gehoord, want ik hoorde da konijn zeggen:
- O, maar daar hebben we gene last van hoor.
Nog iets verder passeerde ik terug een weide en daar liepen heel wat paarden rond, maar één paard stond naar boven te kijken. Al die andere paarden vonden da vreemd en gingen vragen wat er boven te zien was, en dat éne paard wijst met haren voorpoot naar boven en zei:
- Hé, kijk daar eens, er vliegen paarden door de lucht, waarop één van die andere paarden zegt:
- Volgens mij moet er hier ergens een nest zijn, en nog een ander paard zei:
- Nee nee, ze vliegen allemaal naar het Zuiden, want het zijn trekpaarden en ik ging huiswaarts.
Thuis gekomen zat ik in mijne zetel al te peinzen (denken), wat de volgende natuurwandeling mij brengen zal, maar dat vertel ik jullie de volgende keer wel.
PS: 't is maar om u te zeggen dat de natuur toch schoon kan zijn hé.
Groetjes van flipper de flip.
|