Ja mannekes, vrijdag den 13 mag dan wel voorbij zijn, maar wat ik vandaag heb gezien heeft daar waarschijnlijk ook iets mee te maken.
Deze morgen ging ik boodschappen doen en twee huizen verder staat er ne ladder tegen de muur, toen er plots een blinde zwarte kat tegen liep. Ofwel was die blinde zwarte kat zat, ofwel was ze zo blind dat ze diene ladder niet zag staan.En ne mens durf dan nog zeggen dat ge wreed moet oppassen met zwarte katten, op vrijdag den 13. En dat was nog niet alles, want die blinde zwarte katis gewoon verder gewandeld, alsof er niks was gebeurd en twee minuten later is dienen muur ingestort gelijk een kaarten huisje en dienen ladder die bleef gewoon staan.
Ja mannekes, in feite was dat een ongeluk en geen ongeluk, want dienen schilder kon nog altijd zijne ladder opklimmen hé.
Ja mannekes, tijdens mijne fietstocht door Vlaanderen en omliggende gemeenten en steden, kom ik ook van alles tegen.
Ik moet u wel zeggen dat da juist voor de verkiezingen was. Zo was ik ne keer aan het fietsen in Waals-Brabant waar ze Frans spraken, en ik rij daar met mijne fiets voorbij een weide en plots zag ik daar in de verte twee koeien vechten. Ik sta daar op te kijken, om te zien wie er ging winnen en plots komt diene boer daar aangereden met zijn kindervéloke.
Diene boer zei mij dat het een Waalse en een Vlaamse koe was, die al dagen voor de verkiezingen ruzie aan het maken waren, om te weten op wie ze moesten stemmen.
Ja mannekes, die andere koeien waren bezig met hun huiswerk aan 't maken, want die gingen nog naar de kleuterklas.
Awel mannekes, nu stel ik mij de vraag hoe diene boer kan weten welke dat nu een Waalse of een Vlaamse koe is?.
Naar 't schijnt loeit een Waalse koe op zijn Waals en een Vlaamse koe op haar Vlaams met een Vlaams accent. En hoe verder ik reed, hoe meer ik zag. Ik was nog geen vijfhonderd meter verder, als ik daar ne blinde mol zag met witte sokken aan zijn poten.
Ja mannekes, den diene stond daar de Rock & Roll te dansen van blijdschap, want hij was voor de derde keer grootvader geworden van nen vijfling. Om nog maar te zwijgen van dat blauw gekleurd paard die daar stond te bleiten, omdat diene wilde bok hem nen stamp had gegeven op zijne zere rug. En diene bruine hond die daar ferm aan het miauwen was, omdat de zwarte kat twee dagen op reis was vertrokken.
Waarschijnlijk was die zwarte kat voor enkele dagen naar een kattenschool, om ginder mee te lopen in de carnavalstoet als......awel, als zwarte kat hé. Ik reed nog wat verder en daar zaten vier witte paarden te kaarten aan een rond biljardtafel. Er was daar een wit paard bij en den diene had zijn kaarten verkeerd gestoken, waarschijnlijk was hij verblind van de opkomende zon die wreed aan 't schijnen was.
Nog een geluk dat die vier witte paarden steken blind waren, anders was er ruzie van gekomen, van da valsspelen.
Awel mannekes, ge gaat mij waarschijnlijk niet geloven als ik zeg dat die vier blinde witte paarden van armoe zijn terug gekeerd naar de groene weide, want ze hadden alle vier honger. Er was dan ook geene winnaar, maar ook geene verliezer.
Toen ik naar huis reed met mijne vélo stonden daar midden op de weg twee grijze muizen te dansen, waarschijnlijk kwamen die van een feestje of van de carnaval.
Ja mannekes, zo heb ik ne keer tijdens mijn dagelijkse ochtend training nen hond tegen gekomen met een vals gebit in zijn scheve muil en zijne kwispelstaart zat in een plastieken plaaster. En twee getrouwde tortelduiven waren de kusjesdans aan het dansen, op de rituele muziek van de ochtendwind.
Ja mannekes, nu ga jullie zich afvragen hoe flipper de flip dat weet, dat die twee getrouwd waren?. Awel, ze hadden alle twee nen trouwring aan hun kromme poten. Nog wat verder lag een luiaard te slapen tegen een rechtstaande lantaarnpaal, waarschijnlijk heeft diene luiaard het huis moeten verlaten, omdat hij veel te lang sliep. Ik was bijna thuis als ik daar in in de verte nen donker bruine vos zag, die op ne trommel het bekende muziekje van Beethoven aan het slaan was: De roze panter.
Tweehonderd meter van mijn deur zat een geel gevlekte koolmeesje bij het kampvuur van de schouts, hij moest het brandend vuur brandend houden. En wat verder zat een eenzaam landleister zijn afscheidsliedje te fluiten: Och was ik maar mij meder thuisgebleven. Vijfhonderd meter van mijn deur zat er een koolmeeske te huilen van verdriet, want zijne vriend had hem in de steek gelaten.
Toen ik ’s avonds thuis kwam en mijn goudvissen een gebraden biefstuk wilde geven, zag ik dat er ene verdwenen was. Ik heb dan direct met mijne gsm gebeld naar de vermiste personen, om dat aan te geven, want als ge iets verliest of als er iemand vermist is, dan zijt ge beter om dat aantegeven.
Potverdikke zeg, ik kreeg daar tocht wel onder mijn voeten, zeker. Ze zeiden dat ik dat niet moest aangeven en dat ik mijne goudvis een betere opvoeding moest geven. Twee dagen nadien werd er aan mijn voordeur gebeld en wie stond daar?, awel, mijne verdwenen goudvis. Toen ik hem vroeg waar hij geweest was, zei hij het volgende: Flipper de flip, ik ben gaan wandelen, want ik was kletsnat geworden van in da water rond te zwemmen. Alé, ‘k ben blij, want nu is de visfamillie weer kompleet, en kan ik weer op beide oren slapen.
Groetjes van flipper de flip.
|