Sam lijdt aan achtervolgingswaarzin. Hij wordt soms midden in de nacht wakker en is ervan overtuifd dat er iemand onder zijn bed zit. Hij staat dan op, kruipt op zijn knieën rond zijn bed, vindt niemand en gaat uiteindelijk weer slapen tot de obsessie hem weer het bed uitjaagt. De huisarts is machteloos en hij besluit zijn patiënt naar een psychiater te sturen. Maar ook hij kan Sam niet helpen. Eeen jaar later komt de huisarts Sam toevallig tegen en hij moet toegeven dat hij er verbazend goed uitziet. Heeft de psychiater u kunnen helpen?, vraagt hij geïnteresseerd. Nee, zegt Sam, heeft me veel geld gekost, maar hij heeft me niet kunnen helpen. Ten einde raad ben ik naar een oude collega gegaan en die heeft me binnen de kortste keren genezen. Hoe heeft hij dat gedaan?, vraagt de psychiater. Heel eenvoudig. Hij zei: Arme sukkelaar, zaag toch die poten van je bed af. Dan kan je weer rustig slapen.
Een man heeft ontzettend veel last van zweetvoeten, maar door overdadig veel deodorant en een sterk parfum te gebruiken, heeft zijn vriendin daar nog nooit iets van gemerkt. Zij heeft echter een vreselijk stinkende adem, maar is er ook altijd in geslaagd om dat te verbergen. Op een keer liggen ze heel dicht bij elkaar in bed en zij zegt: Schat, ik moet je iets vervelends vertellen. Ik weet het al, zegt hij, je hebt per ongeluk mijn sokken opgegeten.
Een Engelsman is op reis in Texas en raakt daar per toeval in een gesprek met een lokale inwoneren hij zei: Toen koningin Victoria met een zwaard de schouder van mijn grootvader aanraakte, maakte ze meteen een edelman van hem. Pffff, zei de Texaan, dat is nog niets. Toen het opperhoofd van de Sioux-indianen in die tijd mijn grootvader zijn hoofd met een strijdbijl aanraakte, was hij meteen een engel.
Paul had jarenlang een belangrijke funtie bekleed bij een multinational, maar hij vond dat het stilaan tijd werd om het wat kalmer aan te doen en een levensverzekering te nemen. Hij deed een beroep op een vriend, die verzekerinsagent was. Hij werd onderworpen aan een geneeskundig onderzoek en moest vrij lang wachten op de resultaten. Op een dag kwam hij zijn vriend op straat tegen en vroeg hem hoe het zat met die levensverzekering. Wel, het zit zo: Na het medisch onderzoek neemt de dokter een kaart met daarop het profiel van het menselijk lichaam en knipt een gaatje op alle plaatsen, waar hij iets verkeerds vindt. Heeft hij dat in mijn geval ook gedaan?, vraagt Paul. Ja, en achterafheeft hij die kaart meegenomen naar huis en in zijn orgel gestoken. Ze begon het lied: Nader, mijn God, bij U, te spelen.
Uit Polen komt het verhaal van een man die toezicht moest uitoefenen op de bouw van een nieuwe brug en die hem gevraagd werd hoe haar draagcapaciteit het best kon worden getest. We zouden eigenlijk vijftig transportwagens met Russische soldaten moeten hebben. Als die erover rijden en ze zakt niet in, dan weten we dat het eengoede brug is, en in het andere geval is het nog een veel betere brug, zei de man.
Lieverd,zegt Fien, als je straks naar de winkel gaat, wil je een zak chips kopen?. En als er wortels zijn, moogt ge er zes meebrengen. Bart vertrekt naar de winkel en even later komt hij thuis met zes zakken chips. Waarom heb jij zes zakken chips gekocht?, vraagt Fien. Ze hadden geen wortels en ik heb dan maar zes zakken chips gekocht.
Marietje heeft van haar echtgenoot een jas van zilvervos gekregen. Beeldig, vind je niet?, zegt ze tegen haar vriendin, het is haast niet te geloven dat hij van een beest komt. Foei, zegt haar vriendin, zo mag je niet over je man spreken.
Een bejaarde man had een ziekte overgehouden aan zijn losbandig leven. Toen men hem op een dag vroeg naar al zijn miserie, zei hij: Als ik niet ziek geworden was, was ik al lang gestorven.
Ober, er zit een vlieg in mijn boter. Dat kan niet, zegt Luc. Toch wel hoor, er zit echt een vlieg in mijn boter. Ik zeg dat dat niet kan. Het is geen vlieg, maar een mot en het is geen boter, maar margarine.
Een man en een vrouw lopen binnen in een kledingwinkel. Ik zou een rok willen kopen die goed bij mijn gezicht past, zegt zij. Dan moeten we ginder zijn, zegt hij, daar hangen de plooirokken. Hier verkopen ze maar alleen b.h's.
Weet jij wie de allereerste vakbondsafgevaardigen waren?, vraagt Jos. Geen idee, zegt Frans. De drie koningen. Werkelijk?. Ja, het staat trouwens in de Bijbel: Ze legden de arbeid neer, trokken schone kleren aan en gingen op reis.
Tijdens een zitting op de rechtbank vraagt de beschuldigde het woord. Ga uw gang, zegt de voorzitter, maar maak het kort en vertel alleen de waarheid. De rest kunt u overlaten aan uw advocaat.
De restauranthouder komt zich verontschuldigen bij George, omdat hij zo lang heeft moeten wachten en zegt: Het spijt me ontzettend, meneer, maar de helft van mijn keukenpersoneel is ziek. Amai, toch geen griepepidemie, zeker?, vraagt George. Nee hoor, het is een collectieve voedselvergiftiging.
Jan gaat met zijn tweeling in het park wandelen en toevallig loopt hij zijn vriend tegen het lijf, die zegt: Hoe kan je in hemelsnaam die tweeling uit elkaar halen?. O, dat is heel eenvoudig, ik laat ze tellen. Karel kan al tellen tot 100 en Louis kan nog maar tellen tot 88.
Mijn vrouw en ik hebben vreselijk ruzie gemaakt. Ik wou gaan vissen en zij wilde absoluut dat ik met haar meeging, op bezoek bij haar moeder. En hoe maakt haar moeder het?.
Hebt u iets voor mijn grijs haar?, vraagt de klant. Niets dan de grootste eerbied, meneer, zegt de winkelier.
|