Een man moet een zware operatie ondergaan. Na de ingreep wordt hij wakker en merkt dat hij verzorgd wordt door een non. Van zodra hij voldoende bij bewustzijn is, vraagt de non hem of hij een hospitalisatieverzekering heeft. Met een zwakke stem zegt hij: Nee, die heb ik niet. Heb je geld op de bank staan?, vraagt de non. Ik heb geen geld op de bank staan, zegt hij. Heb je famillie die jou kan helpen?. Ik heb enkel een zus, een oude vrijster, die kloosterzuster is geworden. Kloosterzusters zijn geen oude vrijsters, zegt de non verontwaardigd. Ze zijn getrouwd met God. Wel, stuur de rekening dan maar naar mijn schoonbroer, zegt de man.
Het is drie uur in de morgen. De Jos strompelt uit café De Nachtwacht, stapt in zijn auto, geeft gas en botst enkele straten verder op een combi van de politie. De twee politieagenten stappen uit en de Jos mompelt: Wow, jullie zijn hier rap, zeg.
Een lange rij vrouwen staan te wachten voor een winkel. Plots duikt er een man op die probeert voor te dringen, maar de vrouwen dwingen hem boos om achter in de rij aan te sluiten. Na een tijdje probeert hij het opnieuw, maar hij krijgt ook weer de woede van de vrouwen over zich heen. Na nog enkele vergeefse pogingen trekt de man zijn das recht, strijkt zijn verwarde haar glad en zegt: Prima dames, als u zich zo blijft gedragen, open ik de winkel niet.
Dokter, zegt de vrouw, ik kom voor mijn zoon. Hij maakt de hele dag zandtaartjes en hij eet ze nog op ook. Maak u maar geen zorgen, dat zal met de tijd wel overgaan, zegt de dokter. Alle kinderen doen dat een tijdje. En toch vind ik het heel vervelend, zegt ze.
Moet u nog niet op de thermometer kijken?, zegt de patiënt tegen de verpleegster. Welke thermometer?. De thermometer die u gisteren onder mijn oksels hebt gestoken, zegt de patiënt.
Een man gaat in een Chinese restaurant gaan eten en plots roept hij de ober en zegt: Ober, er ligt een dode vlieg in mijn vogelnestjessoep. Wat verwacht meneer dan wel voor een lunch van 8,45 euro?, zegt de ober. Een dode arend?.
O, is dit geen ideale plek voor een picknick?, zegt Georgette. Dat moet wel, zegt Georges. Al die insecten kunnen zich toch moeilijk vergist hebben, zegt haar man, George.
Mama, stel je eens voor wat ons in Pisa is overkomen. Toen we 's avonds laat uit een café-restaurant kwamen, zagen we de scheve toren plotseling recht staan.
Ja mevrouw, deze Chinese vaas is 30.000 euro waard, zegt de verkoper. Zoveel. Hoeveel heeft ze dan gekost toen ze nieuw was?, vraagt de klant.
Hij werd ontslagen, omdat hij daar nog maar drie weken werkte en al twee maanden achterop was geraakt met zijn werk.
Toen ik je door die bocht zag vliegen, dacht ik: Ze moet minstens 50 jaar zijn, zegt de politieagent. Eh, ik lijk nu eenmaal ouder met deze helm op, zegt de vrouwelijke motorrijder.
Jan, zie je die mooie vrouw daar?. Ik ben stapelgek op haar, zegt Piet. Denk je dat ik een kans maak?. Ik weet het niet, maar als dat zo is, laat het me dan zeker weten, hé. Waarom?. Ik ben haar echtgenoot.
De 20 jarige dochter van een Hollywoodactrice raakte maar niet uit haar depressie, omdat ze er niet zo jong uitzag als haar moeder.
Liefste, wees niet bedroefd, zei luie Jules op zijn sterfbed, ik word door engelen ten hemel gedragen. Dat hoop ik, zei mijn vrouw, want anders kom je er niet.
Tijdens een gezellig onderonsje zegt de buurvrouw: Onder welk teken werd uw kind verwekt?. De jonge moeder begint te blozen en zegt: Onder het bord: Verboden het grasveld te betreden.
Wat voor arbeidstijd hebt u op het stadhuis?, vraagt een toekomstige werknemer. Exuseer, maar wij hebben geen arbeidstijd. Wij hebben alleen maar bureau-uren.
Dat biefstuk was prima en ik kan het weten, want ik ben een man van het vak, zegt de klant in het restaueant. U bent slager, meneer?, zegt de ober. Nee, schoenmaker, zegt de klant.
Een afgevaardigde van de Kamer van Volksvertegenwoordigers was hij zijn carriëre begonnen als dierenarts en pas daarna was hij in de politiek gestapt. Op een dag raakte hij in een hevig dispuut verwikkeld met een tegenstander, die persoonlijke opmerkingen begon te maken. Is het waar, snauwde hij, dat jij eigenlijk dierenarts bent?. Ja, dat ben ik, zegt hij. Waarom?. Ben je ziek?.
Jij zegt dus niks als je vrouw te veel zout in het eten gedaan heeft?. Nee, dan kan zij ook niks zeggen als ik mijn dorst ga lessen.
|