Een groot passagierstoestel is aan het landen. De piloot en de copiloot zien de landingsbaan in de verte verschijnen, laten de wielen zakken en zetten het toestel aan de grond. Om volledig tot stilstand te kunnen komen, trekken ze de remmen hard aan, zo hard zelfs dat er ook rook uit de blokkerende banden komt. Vlak voor het einde van de baan staat het toestel stil. Met het zweet op het voorhoofd kijken de piloot en de copiloot elkaar aan. Amai, zo'n korte landingsbaan, zegt de piloot. Inderdaad, zegt zijn collega, terwijl hij opzij kijkt en zegt: Bij de volgende landing vliegen we achteruit.
Collega, nu moet je me toch eens vertellen waarom je altijd aan je patiënten vraagt wat ze eten?. Helpt da soms bij het opstellen van de diagnose?. Nee, maar wel bij het maken van de rekening.
U hebt mij uit het water gehaald en u hebt ook mijn leven gered, zegt Kamiel. Hoe zal ik u ooit kunnen bedanken. Ik zou u graag vijfentwintig euro geven, maar ik heb alleen maar een briefje van vijftig op zak. O, dat geeft niet, zegt Jan. Spring er nog eens in.
Een dom blondje heeft een ongeluk gehad en blijft maar last hebben van hoofdpijn. Niets helpt. Ten einde raad gaat ze naar de dokter, die haar onderzoekt en zegt: Het lijkt me best dat we even een fotootje van je hoofd maken. O, dokter, mag ik dan eerst even mijn haar kammen?, vraagt ze geschrokken.
Wie is Columbus?, meester. Een vogel, meester, zegt Irma. Waar heb je dat vandaan gehaald?, zegt de meester. Van mijn pa. Die had gisteren over het ei van Columbus, zegt Irma.
Jantje heeft een baantje bij een banketbakker op de kop kunnen tikken. Al snel ontdekt de bakker dat Jantje om de haverklap een gebakje uit de toonbank neemt en opeet. Als hij Jantje daarop wijst, zegt hij: Maar we hadden het toch zo afgesproken?. Twee maanden proeftijd.
Lucas is aan 't zwemmen en zijn moeder zegt: Lucas, het is tijd voor je medicijn,. Waarom?. Omdat er op de fles staat: In te nemen in water.
Psychiater Knorhaan zegt tegen zijn colega Pinnemuts: Ik heb het ziekenhuis laten weten, dat ik mijn hersenen na mijn dood, aan de wetenschap wil schenken. O ja, en hoe was hun reactie?. Hebben ze je bedankt?. Ja hoor, elke kleinigheid is welkom, zeiden ze.
Twee terroristen zijn van plan om een aanslag te plegen, op de eerste minister. Ze zijn zwaarbewapend en liggen al uren voor zijn huis op de loer. Waar blijft hij toch?, vraagt één van hen. Hij had hier toch al lang moeten zijn. Als hem maar niets overkomen is, zegt de ander.
Is er al eens iemand verloren gelopen?, vraagt de juffrouw. Ik niet, zegt Dora, maar mijn mama en papa wel. Ze vonden mij niet meer.
U bent vol hoop naar mij gekomen, meneer, en u zult niet teleurgesteld worden, zegt de waarzegster tegen de klant. Dat hoop ik ook. Ik ben namelijk belastingsinspecteur.
De meester vertelt het lijdensverhaal van Jezus aan de kinderen van het eerste leerjaar. Maar waarom wilde Jezus meteen aan de wenende vrouwen verschijnen, kort na zijn verrijzenis?, vraagt Pieter. Ach, zegt de meester, dat was om het goede nieuws sneller te laten verspreiden.
Vorige week verkocht u haring in de viswinkel en nu werkt u in een kaashandel. Hoe komt dat?, vraagt de jongedame. Ja, de dokter heeft mij verandering van lucht voorgeschreven, zegt de jongeheer.
De klant keek heel kritisch naar de kelner die de bestelling kwam opnemen en zich intussen onophoudelijk stond te krabben. Hebt u soms eczeem?, vroeg hij aan de kelner. Als het niet op het menu staat, dan niet, zegt de kelner.
Tijdens een grote brand zochten enkele spuitgasten hun toevlucht in een likeurzaak. De politiecommissaris, die hen daar had zien binnengaan, kwam hen achterna. Toen hij hun daar zo zag zitten, elk met een fles cognac voor zich, zei hij: Noemen jullie dat spuiten?. Nee, zei één van hun, wij noemen dat blussen.
De spierkracht van vrouwen wisselt in de loop van de dag, zegt de meester. Overdag kunnen ze nog geen bokaal appelmoes openkrijgen, maar 's nachts is het werkelijk onmogelijk om een stuk donsdeken van hen los te trekken.
Heb je soms zin in een borrel?, vraagt de gastheer. Ja, graag, zei de gast. Ik drink trouwens alleen bij speciale gelegenheden. En welke gelegenheden zijn dat dan, als ik dat vragen mag?, vraagt de gastheer. Als het regent en als het droog is, zegt de gast.
Wat?. Moet jij nu alweer naar de ontwapenningsconferentie?, vraagt de kapitein. Ja, vandaag behandelen we het voorstel tot verlaging van de temperatuur van kokende olie, zegt de soldaat.
|