Een man gaat naar een dierenzaak, om een huisdier te kopen dat alles kan. De verkoper stelt hem een eerlijke hond voor, waarop de man zegt: Kom nou, een hond?. Waarop de verkoper zegt: Wat zou je denken van een kat?. Waarop de man zegt: Absoluut geen kat, want een kat kan in elk geval niet alles. Ik wil een huisdier dat alles kan, de verkoper denkt even na en zegt: Ik weet het. Een duizendpoot. Wat, een duizendpoot?, zegt de man verbaasd. Ik kan me niet voorstellen dat een duizendpoot alles kan, maar goed, ik zal de duizendpoot proberen. De man krijgt de duizendpoot mee naar huis, en zegt tegen de duizendpoot: Maak de keuken schoon en de duizendpoot begon eraan. Een half uur later loop de man de keuken binnen en ja hoor, alles was proper. Alle borden en al het bestek zijn afgewassen, afgedroogd en weggezet. De kasten zijn schoongemaakt en de vloer is gekuist. Goed gewerkt, maar ik heb nog een werkje voor u. Ga de woonkamer schoonmaken en de duizendpoot begon aan zijn tweede karwei. 20 Minuten later loopt de man naar de woonkamer en ziet dat alles netjes gedaan is. Het vloerkleed is netjes schoongemaakt, het meubilair is schoongemaakt en afgestoft. De kussens op de bank zijn opgeschud en de planten hebben water gekregen. De man denkt bij zichzelf: Zoiets bijzonders heb ik nog nooit gezien, want dat is een dier dat echt alles kan. Even later zegt hij tegen de duizendpoot: Ga naar de gazettenwinkel en haal de krant voor mij. De duizendpoot gaat naar buiten en trekt zijn schoenen aan.10 Minuten later, geen duizendpoot, 20 Minuten later, geen duizendpoot, 30 Minuten later, geen duizendpoot. Dan begint de man zich af te vragen, wat er gaande is en hij zegt: De duizendpoot had toch binnen een paar minuten terug moeten zijn. 45 Minuten later is er nog altijd geen duizendpoot te bespeuren of te zien. De man kan zich niet voorstellen wat er nou gebeurd kan zijn en vraagt zich af: Is de duizendpoot weggelopen?. Is de duizendpoot overreden door een auto?. Waar is de duizendpoot?. De man gaat naar de voordeur, opent die en daar zit de duizendpoot. Waarop de man zegt: Ik stuurde je 45 Minuten geleden naar de gazettenwinkel om een krant te halen en nu zit je hier voor de deur zonder krant?. Wat is er aan de hand?, vraagt de man en de duizendpoot zegt: Ge weet toch wel dat ik zeker twee uur nodig heb om al mijn schoenen aan te trekken.

Een man vindt een pinguïn op de straat. Hij gaat naar de politiebureau met de pinguïn en zegt: Ik heb een pinguïn gevonden: Wat moet ik ermee doen?, vraagt hij. U moet hem meenemen naar de dierentuin, zegt de commissaris. Een week later ontmoet de commissaris dezelfde man met de pinguïn. Bent u er niet mee naar de dierentuin geweest?, vraag de commissaris. Jawel, zegt de man. Het was een erg goed idee. Hij houdt veel van de dierentuin, maar vandaag gaan we naar de bioscoop.

Een vrome vrouw is heel trots op haar papegaai en kan het niet laten, om er in de kerk mee te pronken. Ze zegt tegen de pastoor: Als je aan zijn rechterpoot trekt, zegt hij het Lievevrouwengebed op en als je aan zijn linkerpoot trekt, dan zingt hij het Heer-Ontferm-U. De pastoor is razend enthousiast en zegt:. Maar dat is geweldig. En wat gebeurt er als ik aan allebei de poten trek?. Dan val ik op mijn bek, eikel, zegt de papegaai.

Op een dag gaat Jantje naar zijn vader en zegt: Pa ik wil een driewieler, en pa zegt: Nee Jantje, die krijg je niet, want ik wil een tractor kopen, en die kost al veel geld. Een dag later gaat Jantje en zijn vader naar de tractorwinkel, en weer vraagt Jantje: Pa, mag ik een driewieler en weer zegt zijn vader: Nee, dat is veel te duur. Nu echt heel teleurgesteld loopt Jantje naar buiten en daar ziet hij een haan op de kip zitten. Hij schopt de haan van de kip af en zegt: Als ik moet lopen dan jij ook.

Koning leeuw heeft al zijn onderdanen bijeengeroepen en zegt: Mannen, 't is om te zeggen dat ik morgen een reusachtige fuif geef. Alle dieren beginnen te mompelen, maar achteraan roept een klein kikkertje: Jee, Zuipen en poepen, zuipen en poepen. Ja zegt de koning, en er zal eten en drinken zijn à volante. Er werd weer gemompeld, achteraan. Ja: Zuipen en poepen, zuipen en poepen. En zegt de leeuw, iedereen is uitgenodigd. 't Is te zeggen iedereen behalve één, en dreigend richt hij zich tot de achterste rij. Behalve een bepaald groen beest met bolle ogen. Terug werd er achteraan gemompeld. Roept er ene: Weg met de krokodillen.

Een stoere zeebonk loopt in de haven een café binnen. Hij bestelt een pint aan de toog en ziet daar een bokaal vol met geld staan. Hij vraagt aan de cafébaas: Waarvoor dient al dat geld in die bokaal hier?, en de cafébaas zegt: Ge moet daar honderd frank in smijten. Dan mag je naar achter gaan, daar staat een paard, als je dat paard aan het lachen krijgt moogt ge al het geld uit de bokaal hebben. Ik wil je wel waarschuwen, zoals je aan de goedgevulde bokaal kan zien is het zeer moeilijk om hem aan het lachen te brengen. De zeebonk beslist van het een keer te wagen. Hij legt 100 frank in de bokaal en gaat naar achteren. Hij komt dadelijk terug en je hoort op de achtergrond het paard keihard lachen. De man neemt het geld en gaat weg. Een week later komt de zeebonk terug in de café en hij ziet opnieuw de bokaal staan vol met geld. Moet ik hem nog eens laten lachen?, vraagt hij aan de cafébaas. Neen antwoordt deze, nu moet je het paard laten wenen. De man gooit 100 frank in de bokaal, gaat naar achter, keert direct terug en je hoort het paard keihard wenen. De cafébaas zegt: Vriend, nu moet je toch een vertellen hoe je dat doet. De man zegt: Awel, vorige week heb ik heb gezegd dat mijne lul groter was dan de zijne en vandaag heb ik hem laten zien.

Een man gaat naar de dierentuin en komt een kooi tegen met een aap erin. Die man had nog nooit een aap aangeraakt en wou het wel eens doen. Dus, voorzichtig stak hij zijn vinger in de kooi en raakte de aap aan. De aap schrok heel erg, begon hard te krijsen en brak de kooi open. De man rende zo snel als hij kon weg, maar naar drie uren lopen werd hij heel moe. Hij keek achter zich en de aap achtervolgde hem nog steeds. Dus, hij stapte in een vliegtuig en vloog naar de andere kant van de wereld en stapte uit. Maar de aap achtervolgde hem nog steeds. Dus de man ging weer wegrennen. Maar na een tijdje werd hij weer moe, en gaf het op. De aap stormde op hem af gaf hem een tikje en zei: O, jij bent het.