Op de boerderij is een paard ziek en de veearts zegt tegen de boer: Ik heb hem een injectie geven maar als hij binnen drie dagen niet weer op zijn poten staat, zal je hem moeten laten inslapen vrees ik. Het varken, dat alles gehoord heeft zegt tegen het paard: Kom man, zet u recht. Maar het paard is te moe. De tweede dag zegt het varken tegen het paard : Zet u snel recht. Maar het paard is nog steeds te moe. De derde dag zegt het varken: Zet u recht want anders gaan ze u laten inslapen. Het paard raapt al zijn krachten samen en zet zich recht. De boer is uitermate tevreden en zegt: Dit moeten we vieren, we gaan het varken slachten. Moraal: Hou u met uw eigen zaken bezig en hou uw bakkes.
In een oud dorpje, waar nooit wat te beleven is komt een groot circus. Iedereen van het dorp gaat er heen. Het is reuzegezellig en de acts zijn geweldig. Dan komt er een man met een olifant aangelopen naar het midden. Hij vraag aan het publiek: Wie deze olifant vijf meter de lucht in krijgt verdient 500 euro. Er is één slimme man in het publiek en loopt naar voren en gaat naar de olifant toe. Hij bekijkt hem 's goed en kijkt of het een jongen of een meisje is. Een jongen. En hij geeft hem een enorme schop in zijn kruis. De olifant schiet wel zes meter de lucht in van de pijn. Twee weken later komt datzelfde circus een paar dorpen verder op. De man die 500 euro heeft verdient gaat natuurlijk weer heen. Want dan kan hij weer geld verdienen en ja hoor, daar komt de man weer aan met de olifant. Net voordat de man de vraag wil stellen ziet hij de gelukkige winnaar in het publiek zitten en bedenkt gauw een andere vraag. Wie deze olifant ja en nee kan laten schudden, verdient 500 euro. Dezelfde man loopt weer naar voren en pakt een krukje en gaat voor de olifant zitten. Hij kijkt hem diep in de ogen en vraagt: Ken je me nog?. De olifant knikt ja. Wil je nog een trap?. De olifant schud nee.
Er zaten een keer twee koeien in bad en de ene vraagt: Geef eens de zeep, ik krijg mijn vlekken er niet af.
Het regent en twee vissen zitten in een kom naar buiten te kijken. Zegt de ene vis: Ben ik even blij dat ik binnen zit.
Er staan twee koeien in de wei en de ene staat maar heen en weer te schudden. Waarom doe je dat?, vraagt de éne koe. Ik ben morgen jarig, ik ben alvast de slagroom aan het kloppen, zegt de andere koe.
Heb je weleens een kat gezien met twee verschillende ogen?. Ik wel: Een linker en een rechter oog.
Ik heb vijf vliegen doodgeslagen, zegt vader: Drie mannetjes en twee vrouwtjes. Hoe wist je welke vliegen mannetjes of vrouwtjes waren?, vraagt Jantje. Dat was gemakkelijk om ze te herkennen: Twee zaten er op de poederdoos voor de spiegel en de andere drie op de fles cognac.
Marijke heeft voor haar verjaardag een poesje gekregen. 's Avonds gaat de open haard aan. Het poesje kruipt zo dicht mogelijk bij het vuur en het begint tevreden te spinnen. Marieke schrikt zich een hoedje en zegt: Mama, de poes begint al te koken.
Van alle zeewezens vormen de dolfijnen zonder enige twijfel de meest intelligente. Ze kunnen, nauwelijks enkele dagen nadat ze gevangen zijn genomen, een mens ertoe brengen bij de rand van hun bassin te gaan staan en hen driemaal per dag vis toe te werpen.
Een cowboy wil een ongevallenverzekering afsluiten. Hebt u ooit een ongeluk gehad?, vraagt de verzekeringsagent. Nee, zei de cowboy, maar vorige zomer heeft een paard me wel zo'n trap verkocht dat twee ribben waren gebroken, en een paar jaar geleden heeft een ratelslang me in mijn enkel gebeten. En noemt u dat geen ongelukken?, vraagt de agent verbaasd. Nee, zei de cowboy, ze deden het met opzet.
Een regenworm en een mier overnachten in een hotel. Net als ze willen gaan slapen klinkt in de kamer naast hen een ontzettend lawaai. Boos kruipt de regenworm uit bed, om te zien wie die herrie veroorzaakt. Als hij terugkomt zegt hij tegen de mier: Nou, slapen kunnen we voorlopig wel vergeten. Onze buurman is erg dronken en is zijn schoenen aan het uittrekken nou en?: Het is een duizendpoot.
Elk jaar wordt er in september in Artis feest gevierd. Dan wordt er een voetbalwedstrijd gehouden: Elf olifanten tegen elf insecten. In de loop van de tweede helft staan de insecten met 8-0 achter. Dan zegt de coach tegen de duizendpoot: Oké, jij gaat erin. Vanaf dat moment verloopt de wedstrijd fantastisch voor de insecten: Ze winnen uiteindelijk met 9-12. De trainer van de olifanten is met stomheid geslagen. Hij gaat naar de coach van de insecten en vraagt: Waarom heb je die duizendpoot niet veel eerder ingezet?. Dat gaat niet, zegt de coach. Waarom niet?, vraagt de trainer van de olifanten. Zegt de coach: Weet je wel hoe lang het duurt, voordat die duizendpoot zijn schoenen aan heeft?.
Een dikke beer, een vos en een konijn moeten in dienst, maar daar hebben ze geen zin in. Het konijn is als eerste aan de beurt en zegt: Oh, wat nu?, zegt de vos: We snijden gewoon je oren eraf, dan wordt je wel afgekeurd. Zo gezegd, zo gedaan, Even later komt het konijn weer terug en zegt: Het werkt, ik ben afgekeurd. Nu is de vos aan de beurt, Weet je wat, zegt het konijn: We hakken je staart er gewoon af. Zo gezegd, zo gedaan. Kwartiertje later komt de vos terug en zegt: Ja hoor, ’t is gelukt. Nu is de dikke beer aan de beurt en de vos heeft al een idee. Hij zegt: We slaan je tanden er gewoon uit en ze gaan aan het rammen, hij naar de keuring. Even later komt de beer terug en zegt: Joepie, Joepie, ik ben ook afgekeurd, was te dik.
|