Karel zoekt een baantje en gaat naar een uitzendbureau. De man achter de balie zegt: Ik heb alleen maar een baantje voor in de dierentuin. Geef me dat baantje maar, want ik heb het geld hard nodig. Zegt Karel. De volgende dag komt Karel in de dierentuin aan en de directeur zegt: Hier hebt je een apenpak, trekt het aan en ga in de kooi zitten. Je hoeft alleen maar een beetje rond te slingeren en van tak naar tak te springen, net als een aap. Nou denkt Karel, 't is wel een beetje wreed, maar wel gemakkelijk verdiend. Hij is een tijdje aan het slingeren en aan het springen, als er plots een tak afbreekt. Hij valt naar beneden en belandde in een plas water bij de krokodillen. Den Karel begint daar te roepen en te tieren en plots zegt de krokodil: Ssssst, ge moet zo niet roepen, want anders moeten we weer gaan doppen.
Een oude kapitein had een papegaai gekocht en als die man met zijn papegaai naar een kroeg ging, zei de papegaai alles na. Maar op een dag ging de papegaai dood. Daarom kocht de kapitein de volgende dag een nieuwe. Hij gaat weer naar de kroeg en bestelt een biertje. De papagaai zegt: Doe mij maar een cola. De kaptein zegt: Wat doe jij nou?. Even later bestelt de kaptein weer een bier en de papagaai zegt weer: Doe mij maar een cola. De kaptein zegt: Als je dat nog één keer zegt, hang ik je daar aan de muur. Even later zegt de kaptein weer: Doe mij maar een biertje, maar de papegaai zegt weer: Doe mij maar een cola. De kaptein pakt de papegaai en hangt hem op aan de muur. De papegaai kijkt opzij en ziet Jezus hangen en vraagt: Heb je ook een colaatje besteld?.
Je hebt een prachtige papegaai, maar waarom heeft hij aan iedere poot een kettinkje hangen?. Als ik aan het linker kettinkje trek, zegt hij goedemorgen. Als ik aan het rechter kettinkje trekt, dan zegt hij goedenacht. En als je aan beide trekt?, dan valt hij op zijn bek.
Twee parkieten zitten te zweten in een kooi, en de éne parkiet vraagt: Heb jij soms geen manier om af te koelen?, want 't is hier zo warm. Jazeker, ik zal de kooi open zetten, dan kan je wat afkoelen.
Een paard komt het café binnen en besteld een glas alcoholvrij bier. Waarom bestel je alcoholvrij bier, vraagt de cafébaas aan het paard?. Oh, ik moet nog rijden, zegt het paard.
Een veldmuisje kijkt verlangend naar een voorbij vliegende vleermuis en vraagt aan zijn moeder: Mama, als ik later groot ben, mag ik dan ook bij de luchtmacht gaan?.
Twee ezels breken in en na afloop willen ze de boel in brand steken. Vraagt de éne: Weet je zeker dat de lucifers het wel doen?. Zeker, want ik heb ze gisteren allemaal uitgeprobeerd.
Twee slangen komen elkaar tegen in het moeras, en de éne slang zegt tegen de andere slang: Ik hoop dat je niet giftig ben?. Waarom?, vraagt de andere slang. Omdat ik net in mijn tong hebt gebeten.
Er waren eens vier konijnen aan het kaarten en ineens stopten ze alle vier. En weet ge waarom?. Omdat ze alle vier hun klaveren hebben opgegeten.
Een olifant en een muis gaan naar het strand. Als ze zich gaan omkleden, komt de olifant er achter dat hij zijn zwembroek vergeten is en de muis zegt: Als je wilt, mag je er ééntje van mij lenen. De olifant verdwijnt tussen de struiken, om zich te verkleden en even later roept hij: Muisje, kom je me even helpen. Het ging op zich wel goed met jouw zwembroek, maar nu zit ik per ongelijk met mijn twee poten in één pijp.
Een pony vraagt aan het schaap: Waarom loop je mank?. En het schaap zegt: Ik ben vroeger lam geweest.
Er komt een goudvis bij de dokter. Voordat de dokter iets zegt, mompelde hij en zegt: Ik zie het al, want je ben uit de kom.
Een slak kruip in een boom en een vogel die hem ziet zegt: De appels zijn nog niet rijp hoor, zegt de slak: Nee, maar als ik boven ben wel hoor.
Twee parkieten zitten te zweten in de kooi en vraag de éne parkiet aan de andere: Heb jij een manier om mij af te koelen?, waarop de andere parkiet zegt: Ja hoor, ik kan de kooi wel even openzetten.
Er zitten twee goudvissen in een visbokaal, waarvan er éne naar buiten kijkt en zegt: Gelukkig zitten wij binnen lekker droog, want buiten regent het.
Is het echt zo vochtig bij jullie thuis?. Ja, het is verschrikkelijk. Vanmorgen zat er een vis in de muizenval.
Er zitten twee vampieren-vleermuizen in een boom, zegt de éne: Ik heb zin in bloed. Waarop de andere zegt: Ga dan bloed halen bij de mensen. De vleermuis vliegt weg, en komt twee minuten later terug met een bek vol bloed. Waarop de vleermuis zegt: Je bent zo snel terug?, waarop de vleermuis zegt: Ja, want ik zag die lantaarnpaal niet staan en ben er tegen aan gevlogen.
|