De onderwijzeres vraagt aan de leerlingen: Wat is de hoogste berg ter wereld?. Piet steekt zijn vinger op en zegt: De Mont Blanc, juffrouw. Dat is niet goed, Piet, maar het is fijn dat je zo actief meedenkt. Dan stelt ze de volgende vraag: Wat is de langste rivier ter wereld?. Piet steekt weer zijn vinger op en zegt: De Rijn, juffrouw. Ook dat is niet goed, Piet, maar het is fijn dat je zo actief meedenkt. Piet zit zich hevig op te winden en denk na hoe hij de juffrouw terug kan pakken. Er schiet hem opeens iets te binnen. Hij rommelt wat in zijn broekzak en steekt dan zijn vinger op en zegt: Juffrouw, ik heb ook een vraag voor u: Het is zo hard als hout en het heeft een rode kop, wat is dat?. De juffrouw krijgt een rode kleur en zegt: Piet, zoiets vraagt je toch niet, en Piet zegt: Waarom niet?, ik bedoel een lucifer, juffrouw. Maar het is fijn dat u zo actief meedenkt.
Een Hollands jongetje zegt tegen de onderwijzer: Meester, mijn vader zou willen weten of u van kip houdt. Ik ben er dol op, mijn jongen, is het antwoord. En vergeet vooral niet de hartelijke groeten te doen, aan je vader. Er gaat een week voorbij zonder dat er nog over kip wordt gepraat, totdat de onderwijzer zijn nieuwsgierigheid en zijn ongedukd niet meer kan bedwingen. Vertel me eens, Marc, hoe is het eigenlijk met de kip?. O, die is intussen weer helemaal beter geworden, meester.
Stel je voor, zegt de éne homo tegen de andere homo: Dat ik eerder kom te overkijden dan jij. Wat zou je dan doen?. Ik zou je lichaam laten balsemen en dan zou ij je in een glazen kist leggen. Die zou ik rechtop in mijnn huiskamer tegen de muur zetten, zodat ik de hele dag naar je kan kijken. En wat zou jij in dat geval met me doen?. Ik zou je laten cremeren en van de as zetpillen laten maken.
Een Hollands patiënt is er ernstig aan toe. Zijn behandelde geneesheer deelt hem mee dat enkel een dure en zeldzame therapie nog kan helpen. En hoeveel zou dat gaan kosten?, vraagt de zieke. De dokter noemt een fors bedrag en de patiënt zegt: Daar begin ik niet aan, dokter. U zult moeten zakken in prijs, de begrafenisondernemer heeft een veel voordeliger aanbieding gedaan.
Dat verhaaltjes, dat oesters goed zijn voor de mannelijke potentie is onzin, zegt Jan tegen Frank. Hoe weet je dat?, vraagt Frank. Gisteravond heb ik een twaalf oesters gegeten, maar er hebben er maar zes oesters gewerkt.
Karel is weduwenaar geworden. Na een half jaar al trouwt hij opnieuw en wel met de zuster van zijn overleden vrouw. Ben je erg verliefd op haar?, vraagt een vriend. Helemaal niet, zegt Karel. Ik ben alleen met haar getrouwd, omdat ik geen zin had op mijn leeftijd, aan een nieuwe schoonmoeder te beginnen.
Mijn huisarts beweert dat ik niet lang meer te leven heb, zegt Jan tegen Karel. Je moet naar mijn dokter gaan. Die weet een middel om uw ziekte te rekken.
Een skelet komt bij de tandarts en neemt plaats in de behandelstoel. Na een grondig onderzoek zegt de tandarts: Aan uw tanden mankeert u niets, maar wel aan uw tansvlees.
Als een Hollandse drogist thuiskomt, ziet hij tot zijn grote verbazing, dat het huis van zijn buurman in brand staat. Hij rent meteen naar binnen en komt even later met een bewusteloze man over zijn schouder het huis weer uit. De omstaanders prijzen hem, om zijn moed, maar hij wimpelt dit af, door te zeggen: Ik moest hem wel redden. De tijden zijn zo slecht, dat ik me niet kan veroorloven van een vaste klant te verliezen.
Hoe vangt een Belg een vlieg?, vraagt de meester aan de leerlingen. Jan steekt zijn vinger op en zegt: Hij vangt er twee en dan laat hij er één vliegen, meester.
Karel komt stomdronken thuis, sluipt naar de ijskast en doet de deur open. Plotseling kijkt hij om en ziet zijn vrouw staan, met een splinternieuwe deegrol in de hand. 't Is altijd hetzelfde liedje, mopperde hij: Geen bier in de ijskast, terwijl jij je maar nieuw meubilair aanschaft.
Zeg oom Piet, als ik ga vissen, neem ik altijd mijn vrouw mee. Ik neem altijd regenwormen mee, zegt oom Piet.
Twee Belgen fietsen naast elkaar. Mag ik een poosje in het midden rijden?, vraagt de éne Belg.
Wat heb jij een lelijke vrouw?, zegt de man tegen de eigenaar van een kermisactractie. Ik weet het, maar dat is goed voor de zaak. Wat voor zaak baat jij dan wel uit?. Een spookkasteel, zei hij.
|