Twee domme blondjes komen elkaar tegen in de hemel. Hoe ben jij gestorven?, vraagt de éne. Ik ben doodgevroren. Amai, dat is verschrikkelijk, en hoe voelt dat aan hoor, doodvriezen. Eerst heb je geen gevoel in je vingers en tenen, dan begint je slaperig te worden en uiteindelijk verliest je het bewustzijn. En hoe ben jij gestorven?. Ik kreeg een hartaanval, en ik verdacht mijn man ervan dat hij me bedroog. Op een dag kwam ik vroeger thuis, maar hij lag gewoon in bed naar de televisie te kijken. Wantrouwig als ik was, ging ik in de kelder kijken, om te zien of hij daar nergens een vrouw had verstopt. Toen liet ik terug naar boven, maar daar was ook niemand te zien. Maar ik was de zolder nog vergeten, en op de trap daar naartoe kreeg ik een fatale hartaanval. Hoe stom van mij, want als ik in de diepvriezer had gekeken, dan waren we allebei nog in leven.
Stel je eens voor: Je zit in een diepe put op een klein eiland en in de put heb je enkel een bak bier. Op dat eiland is er enkel een ezel en verder niets. Iets verder in de zee is er een ander eiland en daar staat een cola-automaat. Nu komt het probleem: Je hebt ontzettend veel zin in een lekker cola, maar hoe geraak je erbij?. De oplossing is heel simpel: Je drinkt pinten tot je ladderzat bent, dan neem je die ladder en klim je uit de put. Vervolgens geef je die ezel een schop in zijn gat tot hij begint te balken, dan neem je die balken en geraak je tot het ander eiland. Nu ontdekt je dat je geen geld op zak hebt, dus begin je te denken hoe je het probleem kunt oplossen en dan valt plotseling je frank. Je neemt die frank en stopt hem in het cola-automaat en het probleem is opgelost. Santé.
Er was eens een banaan, een appelsien en een sigaret en de banaan zegt: Mijn leven is toch erg hé, eerst pellen ze me en eten ze me op. Dat is nog niks, zei de appelsien: Mij pellen ze ook, maar dan persen ze me samen om op te drinken. Dat is ook nog niks, zei de sigaret: Bij mij steken ze eerst mijn haar in brand en dan zuigen ze aan mijn poepeke.
Een man komt onverwachts thuis en betrapt één van zijn beste vrienden in bed met zijn vrouw. De man haalt zijn pistool en schiet zijn beste vriend dood, waarop zijn vrouw zegt: Als je zo verder doet, heb je binnenkort geen enkele vriend meer.
Midden in de nacht krijgt Jantje ineens zo'n hevige tandpijn, dat hij de tandarts moest bellen. Die vraagt hem of zijn ouders ook s' nachts soms zo'n hevige tandpijn krijgen, want het zou een erfelijke ziekte kunnen zijn. Nee, ik denk het niet, want volgens mij slapen ze niet in dezelfde kamer, als hun tanden.
Wel Maria, hoe is het met je zoon?. Goed, hij is al twee weken eerder uit de gevangenis vrijgekomen, wegens goed gedrag. Toch prettig hé, als je zulke brave kinderen hebt, zegt de buurvrouw.
Er lopen twee ambtenaren over de straat, en plots trapt er éne een slak dood. Waarom doe je dat?, dat is toch nergens voor nodig. Toch wel, want hij liep me al de hele dag voor de voeten.
Een dom blondje wilt een kamer huren in een hotel, en ze gaat naar de receptioniste en vraagt een kamer. De receptioniste vraagt of ze een kamer wilt met stromend water?. Maar nee, natuurlijk niet, want ik ben geen vis hoor.
Twee jongens komen bij een tankstation, en zegt tegen de pompbediende: Vlug, geef ons elk één liter benzine. Na tien minuten zijn ze terug, en zegt: Het was niet genoeg, we moeten nog tien liter hebben en de pompbediende vraagt: Waarom hebben jullie toch al die benzine nodig?. Stel alstublieft geen vragen en schiet op, want onze school staat in brand.
Drie bejaarde vrouwen zitten bij een tas koffie gezellig te kletsen, en zegt de eerste vrouw: Op gebied van communicatie is er toch veel veranderd. Want vroeger was alles schrijven en posten, en nu heb je sms en e-mail. En op gebied van vervoer dan?. Zegt de tweede vrouw: Vroeger waren we dagen, soms weken onderweg om ergens te komen. En nu een paar uurtjes vliegen, en je zit aan de andere kant van de wereld. En op gebied van geneeskunde dan, zegt de derde vrouw: Vroeger moesten we ons altijd volledig uitkleden. En nu hoeven we alleen nog maar onze tong uit te steken.
Twee bananen graven een kuil en na een poosje zegt de éne banaan tegen de andere banaan: Ik stop ermee, want ik krijg al een kromme rug.
De meeste mensen denken dat de hemel ergens hoog in de lucht zit, en de hel diep onder de grond. Maar dat is niet waar hoor. In feite liggen ze naast elkaar, met een groot hek ertussen. Op een goeie dag maakt God een inspectieronde, naar de toestand van het hek. Tot zijn grote verbazing zag Hij dat het hek er allerbelabberdst bijstond. Onmiddellijk riep Hij de duivel bij hem en zei: Zeg duivel, dit kan toch niet hé. Op deze manier ontsnappen er dadelijk nog mensen uit de hel, en dat is niet de bedoeling hé. Het is jouw hek, dus laat het onmiddellijk repareren, maar daar had de duivel geen zin in en zei: Beste God, dat hek staat op uw terrein, en daarom ben U verantwoordelijk voor het onderhoud. Ze kwamen er niet uit, God werd het zat en zei: Ik sleep je voor de rechter, en haal de beste advocaat erbij, waarop de duivel zei: En waar denk je dat alle overleden advocaten te vinden zijn?.
Een slak wandelt een café binnen. De barman kijk de slak woedend aan, en wijst naar het bordje waarop staat te lezen: Verboden voor slakken, en gooit het arme beest ongemeen hard op straat. Twee jaar later komt dezelfde slak opnieuw het café binnen en vraagt: Waarom hebt je me twee jaar geleden buiten gegooid?.
Een man is aan het vissen en er komt een politieagent aan die vraagt: Hebt u het bordje: Verboden te vissen, niet gezien?. Nee, maar ik geef mijn wormen zwemles, zegt de man.
|